Reglement Ondernemingsraad Urk

1. In dit reglement wordt verstaan onder:

• a.

  Ondernemer: de gemeente Urk, vertegenwoordigd door het College van Burgemeester

  en Wethouders.

• b.

  Onderneming: de gemeente Urk.

• c.

  Bestuurder: hij die alleen dan wel met anderen in de onderneming

  rechtstreeks de hoogste zeggenschap uitoefent bij de leiding van arbeid.

• d.

  Werknemer: degene die bij de gemeente Urk in dienst is krachtens een vaste

  aanstelling, een tijdelijke aanstelling en/of op basis van een arbeidsovereenkomst bij

  de gemeente werkt.

• e.

  WOR: Wet op de ondernemingsraden.

• f.

  Bedrijfscommissie: bedrijfscommissie voor de overheid.

• g.

  OR: de ondernemingsraad die bij de gemeente Urk is ingesteld krachtens de WOR.

• h.

  Overlegvergadering: de vergadering als bedoeld in hoofdstuk IV van de WOR.

• i.

  werknemersorganisatie: een in artikel 9, lid 2 sub a van de WOR bedoelde vereniging van werknemers.

• j.

  Commissie: een commissie van de ondernemingsraad;

• k.

  Verkiezing: een methode waarbij kiesgerechtigden, door middel van een papieren dan wel elektronische stemming, bepalen welke kandidaten in aanmerking komen voor een OR-zetel;

• l.

  Op dit reglement is het personenstelsel van toepassing.

2. 1     De gemeente Urk heeft één ondernemingsraad (OR).

2. 2     De OR voor de gemeente Urk bestaat uit zevenleden.

3.1 De OR kiest uit zijn midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.

3.2 De voorzitter, of bij diens verhindering de plaatsvervangende voorzitter, vertegenwoordigt de OR in rechte.

4.1 De leden van de OR treden om de drie jaar tegelijk af.

4.2 De aftredende leden zijn terstond herkiesbaar.

4.3 Hij die optreedt ter vervulling van een tussentijds opengevallen plaats, treedt tegelijk met de andere leden af.

4.4 Een afgetreden lid is tweemaal herkiesbaar. De totale aaneengesloten zittingsduur bedraagt maximaal drie volle termijnen.

5.1 Behoudens het gestelde in artikel 4 eindigt het lidmaatschap van de leden van de OR door schriftelijke opzegging door het lid of beëindiging van het dienstverband.

5.2 In geval van een tussentijdse vacature in de OR wijst de OR tot opvolger van het betrokken lid aan de kandidaat die blijkens de uitslag van de laatst gehouden verkiezing daarvoor als eerste in aanmerking komt.

5.3 De aanwijzing geschiedt binnen één maand na het ontstaan van de vacature. Artikel 15, lid 2 is van overeenkomstige toepassing.

5.4 Een tussentijds afgetreden OR-lid kan in dezelfde zittingsperiode niet in de OR terugkeren.

5.5 Indien er geen opvolger als bedoeld in lid 2 aanwezig is, wordt in de vacature voorzien door het houden van een tussentijdse verkiezing, tenzij binnen zes maanden een algemene verkiezing plaatsvindt.

Reglement 2/6

6. 1 De organisatie van de verkiezing van de leden van de OR geschiedt onder de verantwoordelijkheid van de OR.

6. 2  De OR kan de Organisatie van de verkiezing opdragen aan een commissie.

7. 1     Kiesgerechtigd zijn de personen die op de dag van de verkiezingen gedurende ten minste zes maanden in de onderneming werkzaam zijn. Het begrip “werkzaam” strekt zich tevens uit tot personen die geen direct dienstverband hebben met de gemeente.

7. 2     Voor personen die niet werkzaam zijn bij de gemeente, op een wijze zoals aangegeven onder de leden2 en 3 van artikel 6 van de WOR, geldt dat zij minimaal 30 maanden werkzaamheden hebben uitgevoerd bij de gemeente Urk voordat men kiesgerechtigd is.

7. 3 Verkiesbaar tot lid van de OR zijn de personen die op de dag van de verkiezingen gedurende tenminste een jaar in de onderneming werkzaam zijn.

7. 4 Voor personen die niet werkzaam zijn bij de gemeente op een wijze zoals aangegeven onder de leden2 en 3 van artikel 6 van de WOR geldt dat zij minimaal 36 maanden werkzaamheden hebben uitgevoerd bij de gemeente Urk voordat men zich verkiesbaar kan stellen.

8. 1     De OR bepaalt na overleg met de bestuurder de datum van de verkiezingen alsmede de tijdstippen van aanvang en einde van de stemming. De secretaris van de OR doet van één en ander mededeling aan de bestuurder, aan de in de onderneming werkzame personen en aan de werknemersorganisaties. Tussen het doen van deze mededelingen en de datum waarop de verkiezing wordt gehouden, liggen tenminste drie maanden.

8. 2     De datum van de verkiezing ligt niet eerder dan vier weken en niet later dan twee weken voor de afloop van de zittingsperiode van de aftredende leden van de OR.

8. 3     De OR of de door hem ingestelde verkiezingscommissie kan zich bij de verkiezingen laten bijstaan door één of meer stembureaus, die elk bestaan uit ten hoogste drie in de onderneming werkzame personen.

9. 1     Uiterlijk 3 maanden voor de verkiezingsdatum stelt de OR een lijst op van de in de onderneming werkzame personen die op de verkiezingsdatum kiesgerechtigd zijn respectievelijk verkiesbaar zijn, en maakt deze lijst in de onderneming bekend.

9. 2     Kandidaatstelling geschiedt door indiening van een kandidatenlijst bij de secretaris van de OR. Deze verstrekt een gedagtekend bewijs van ontvangst, gesteld ten name van degene die de lijst heeft ingediend.

9. 3    Tot uiterlijk zes weken voor de verkiezingsdatum kunnen werknemersorganisaties kandidatenlijsten indienen.

9. 4    Tot uiterlijk drie weken voor de verkiezingsdatum kunnen de in lid 2 en 3 bedoelde kandidatenlijsten bij de secretaris van de OR worden ingediend.

9. 5     Bij elke kandidatenlijst wordt van de daarop voorkomende kandidaat de schriftelijke verklaring overgelegd inhoudend dat hij de kandidatuur aanvaardt.

9. 6     De naam van een kandidaat mag slechts op één kandidatenlijst voorkomen en op elke lijst staat de naam van slechts één kandidaat.

Reglement 3/6

10. 1 De OR onderzoekt of de ingediende kandidatenlijsten en de daarop voorkomende kandidaten voldoen aan de vereisten van de WOR en van dit reglement.

10. 2 De OR verklaart een kandidatenlijst die niet aan de in het vorige bedoelde eisen voldoet, ongeldig en deelt dit onverwijld schriftelijk en met opgave van redenen mede aan de degene(n) die de lijst heeft (hebben) ingediend. Gedurende één week na deze mededeling bestaat de gelegenheid de lijst aan de gestelde eisen aan te passen.

10. 3 De kandidatenlijsten worden uiterlijk twee weken voor de verkiezingsdatum door de OR aan de in de onderneming werkzame personen bekend gemaakt.

12. 1 De verkiezing geschiedt bij geheime schriftelijke stemming.

12. 2 Door of namens de OR wordt op de verkiezingsdatum op de daartoe door de OR aangewezen plaatsen aan iedere kiesgerechtigde persoon een gewaarmerkt stembiljet uitgereikt. Op dit stembiljet staan de kandidaten vermeld. Dadelijk na de invulling doet de kiesgerechtigde persoon dit stembiljet in een daartoe bestemde bus.

12. 3 Ieder kiesgerechtigde persoon kan voor ten hoogste twee andere kiesgerechtigde personen een stembiljet invullen, mits hij door deze personen schriftelijk daartoe is gemachtigd;

12. 4 Iedere kiesgerechtigde persoon brengt zeven stemmen uit, met dien verstande dat hij op iedere kandidaat slechts één stem kan uitbrengen.

13. 1 In afwijking van artikel 12 kan de OR na overleg met de bestuurder bepalen dat de OR-verkiezing plaatsvindt bij geheime elektronische (digitale) stemming;

13. 2 Bij toepassing van artikel 13.1 ontvangen de kiesgerechtigde personen uiterlijk een week voor de datum van de verkiezingen een stemcode per brief en/of email om elektronisch te kunnen stemmen. Deze stemcode wordt slechts éénmaal verstrekt en is niet overdraagbaar;

13. 3 De kiesgerechtigde persoon brengt gedurende de door de OR vastgestelde verkiezingsperiode zijn stem uit via de website waarop de elektronische OR-verkiezing is geplaatst.

13. 4 In geval van elektronisch stemmen is het verstrekken van een machtiging aan een kiesgerechtigd persoon niet mogelijk.

13. 5 Bij elektronische stemming zijn de artikelen 14.2 en 16 niet van toepassing

14. 1  Na het einde van de stemming stelt de OR het aantal geldige stemmen vast dat op elke kandidatenlijst c.q. elke kandidaat is uitgebracht.

14. 2 Ongeldig zijn de stembiljetten:

• a.

  die niet door of namens de OR zijn gewaarmerkt;

• b.

  waaruit niet duidelijk de keuze van de kiesgerechtigde blijkt;

• c.

  waarop niet op zeven kandidaten gestemd is, maar op meer of minder;

• d.

  waarop andere aantekeningen voorkomen dan de aanwijzing van de verkozen kandidaten.

  Reglement 4/6

15. 1  Gekozen zijn de kandidaten die achtereenvolgens het hoogste aantal stemmen hebben gekregen. Indien voor de laatste te bezetten zetel(s) meerdere kandidaten zijn die een gelijk aantal stemmen op zich hebben verenigd, beslist tussen hen het lot.

15. 2  De uitslag van de verkiezing wordt door de OR vastgesteld en volledig bekend gemaakt aan de ondernemer, aan de in de onderneming werkzame personen, en aan de werknemersorganisaties die kandidatenlijsten hebben ingediend.

17. 1  Binnen één week na bekendmaking van het besluit van de OR met betrekking tot:

• a.

  de bepaling van de datum van de verkiezing en de tijdstippen van het begin en einde van de stemming (artikel 8, lid 1);

• b.

  de openstelling van de lijst van kiesgerechtigde en verkiesbare personen (art. 9,lid 1);

• c.

  de geldigheid van een kandidatenlijst (artikel 10);

• e.

  de vaststelling van de uitslag van de verkiezing (artikel 15);

• f.

  de voorziening in een tussentijdse vacature (artikel 5);

  kan iedere belanghebbende binnen één week na de bekendmaking van het besluit bezwaar maken bij de OR.

17. 2  De OR beslist onverwijld op het bezwaar en treft daarbij zo nodig de noodzakelijke voorzieningen.

18. 1   De OR wordt bijeengeroepen door de voorzitter, hetzij op eigen initiatief, hetzij op schriftelijk verzoek van tenminste een derde van de leden van de OR. In dit laatste geval zal de vergadering worden gehouden binnen twee weken nadat het verzoek daartoe de voorzitter heeft bereikt.

18. 2   De voorzitter bepaalt in overleg met de secretaris tijd en plaats van de vergadering van de OR. Een vergadering op verzoek van leden van de OR wordt gehouden twee weken nadat hun verzoek daartoe bij de voorzitter is ingekomen.

18. 3   De bijeenroeping geschiedt door de secretaris, door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de leden. De bijeenroeping geschiedt tenminste één week vóór de te houden vergadering, behoudens in spoedeisende gevallen.

18. 4   De secretaris draagt zorg voor het verstrekken van informatie aan de leden van de OR alsmede voor een tijdige toezending aan hen van de agenda en zo mogelijk van de daarbij behorende stukken.

18. 5   Een vergadering kan slechts doorgang vinden indien een meerderheid van de leden van de OR, onder wie de voorzitter of diens plaatsvervanger, aanwezig zijn.

18. 6   Indien het in gevolge lid 5 vereiste aantal leden niet aanwezig is, wordt een nieuwe vergadering bijeengeroepen, te houden na verloop van tenminste één week en ten hoogste één maand, waarin behandeling van en besluitvorming omtrent dezelfde agendapunten kan plaatsvinden ongeacht het aantal aanwezige leden.

18. 7   Na afloop van elke vergadering, doch uiterlijk binnen één week, wordt ten behoeve van de bestuurder en de werknemers, een communiqué van het besprokene uitgegeven, dat door de voorzitter en de secretaris wordt ondertekend.

Reglement 5/6

19. 1   De OR benoemt uit zijn midden een secretaris en een plaatsvervangend secretaris, welke ondersteunt worden door een ambtelijk secretaris (niet zijnde lid van de OR) voor wat betreft onder meer de verslaglegging en verdere correspondentie.

19. 2   De secretaris is belast met het bijeenroepen van de OR, het opmaken van de agenda, het opstellen van het verslag van de vergadering, alsmede met het voeren van de briefwisseling en het beheren van de voor de OR uitgaande stukken.

19. 3   De secretaris draagt zorg voor het opmaken van het jaarverslag van de OR. Nadat dit verslag is vastgesteld door de OR maakt de secretaris het verslag bekend aan de in de onderneming werkzame personen en aan de bestuurder.

20. 1   De secretaris maakt in overleg met de voorzitter voor iedere vergadering een agenda op. Ieder lid van de OR kan bij de secretaris een voorstel indienen voor plaatsing van een onderwerp op de agenda.

20. 2   De secretaris maakt de agenda bekend aan de leden van de OR, aan de bestuurder en aan de in de onderneming werkzame personen. Behoudens in spoedeisende gevallen geschiedt de bekendmaking ten minste één week vóór de vergadering van de OR.

21. 1   De OR beslist bij gewone meerderheid van stemmen. Blanco stemmen en ongeldige stemmen worden geacht niet te zijn geuit.

21. 2   Besluiten tot wijziging van het reglement alsmede besluiten tot het uitsluiten van een lid van de OR kunnen uitsluitend met een goedkeuring van tweederde van het aantal leden van de OR worden genomen.

21. 3  Over personen wordt schriftelijk gestemd tenzij niemand stemming verlangt. Over zaken wordt mondeling gestemd tenzij tenminste twee van de aanwezige leden schriftelijke stemming verlangen. Schriftelijke stemmingen zijn geheim.

21. 4   Bij een schriftelijke stemming worden als ongeldig beschouwd stembriefjes waaruit niet of niet ondubbelzinnig de bedoeling van de stemmer blijkt.

21. 5   Indien bij een besluit met betrekking tot de benoeming van een persoon geen van de kandidaten bij de eerste stemming de gewone meerderheid haalt, vindt herstemming plaats tussen de twee kandidaten die bij de eerste stemming de meeste stemmen kregen. Bij deze herstemming is diegene gekozen, die alsdan de meeste stemmen op zich heeft verenigd. Indien de stemmen staken, beslist het lot.

21. 6   Bij staking van stemmen over een voorstel tot een door de OR te nemen besluit dat geen betrekking heeft op een te benoemen persoon, wordt dit voorstel op de eerstvolgende vergadering opnieuw aan de orde gesteld. Indien dan wederom de stemmen staken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.

22. 1   De secretaris maakt jaarlijks vóór 1 april een jaarverslag op van de werkzaamheden van de OR en van de commissies van de OR in het kalenderjaar. Dit verslag behoeft de goedkeuring van de OR.

22. 2   De secretaris maakt het jaarverslag zo spoedig mogelijk na de goedkeuring bekend aan de bestuurder en aan de in de onderneming werkzame personen, alsmede aan het bevoegde districtshoofd van de Arbeidsinspectie en de Bedrijfscommissie voor de overheid, postbus 556 te 2501 CN Den Haag.

Reglement 6/6

23 1   Dit reglement kan worden gewijzigd en aangevuld bij besluit van de OR.

23 2   Alvorens de wijziging of aanvulling vast te stellen, stelt de OR de bestuurder in de gelegenheid daarover zijn standpunt kenbaar te maken.

23. 3   In de vergadering waarin wordt besloten het reglement te wijzigen of aan te vullen dienen ten minste tweederde van de leden van de OR aanwezig te zijn.

23. 4   De OR verstrekt onverwijld een exemplaar van de wijziging of aanvulling aan de bestuurder en aan de bedrijfscommissie.