Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening op de heffing en invordering van haven- en kadegeld

Geldend van 01-01-2017 t/m 31-12-2019

Intitulé

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN HAVEN- EN KADEGELD

Artikel 1 Begripsomschrijvingen.

Deze verordening verstaat onder:

a. haven : de voor de openbare dienst bestemde wateren en voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen, die bij de gemeente in beheer of onderhoud zijn.

b. vaartuig : alle soorten van varende en drijvende lichamen, welke gebezigd worden dan wel bestemd of geschikt zijn voor het vervoer te water van personen, stoffen, goederen of voorwerpen.

c. pleziervaartuig : een vaartuig dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt voor sportieve, recreatieve of vakantie-doeleinden, dat wil zeggen niet-bedrijfsmatige doeleinden.

d. vissersvaartuigen : alle vaartuigen, welke ingericht zijn voor de visvangst, als zodanig zijn ingeschreven en als zodanig in hoofdzaak gedurende het gehele jaar voor de visvangst worden gebruikt en waarvan de belastingplichtige economisch afhankelijk is.

e. passagiersschip : een vaartuig, dat een middel van openbaar vervoer is of hoofdzakelijk gebezigd wordt voor het bedrijfsmatig vervoer van meer dan 12 personen.

f. dag : een tijdvak van 24 uur.

g. week : een kalenderweek.

h. maand : een kalendermaand.

i. jaar : een kalenderjaar.

j. jaarabonnement : het gedurende een jaar persoonlijk geldende recht tot het gebruik of genot van de gemeentelijke havens met een vaartuig, niet zijnde een woonark.

k. maandabonnement : het gedurende een maand persoonlijk geldende recht tot het gebruik of genot van de gemeentelijke havens met een vaartuig, niet zijnde een woonark.

l. winterabonnement : het gedurende de periode 1 november tot en met 31 maart van het volgende kalenderjaar persoonlijk geldende recht tot het gebruik of genot van de gemeentelijke havens met een pleziervaartuig, indien geen gebruik wordt gemaakt van het onder artikel 1, lid c van de tarieventabel genoemde individueel abonnement.

m. kapitein : de gezagvoerder van een vaartuig of degene die deze vervangt.

n. lengte : de lengte over alles of zoals deze blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief.

o. woonarken : een drijvend lichaam dat bestemd is of wordt of in hoofdzaak bestemd is of wordt voor bewoning.

p. categorie : ligplaatsen volgens de categoriale indeling behorende bij deze verordening.

q. oppervlakte : het product van de lengte over alles en de grootste breedte, zoals blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief of ambtshalve wordt vastgesteld als geen meetbrief wordt overlegd of deze niet de vereiste gegevens vermeldt.

r. camper : een motorvoertuig dat geschikt is om voor recreatieve doeleinden in te verblijven.

Artikel 2 Belastbaar feit.

  • 1. Onder de naam "havengeld" wordt een recht geheven terzake van het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde gemeentewateren of gebruik of genot van de gemeentelijke havens.

  • 2. In afwijking van het eerste lid wordt onder artikel 1, lid 1, onder b tot en met e van de tarieventabel behorende bij deze verordening, een recht geheven terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een jaar- of maand abonnement.

  • 3. Onder de naam kadegelden worden rechten geheven ter zake van het gebruik van kaden, het plaatsen, het leggen of opslaan van goederen, materialen of voorwerpen op openbare grond van de gemeente behorende tot de gemeentelijke kade- en havenwerken.

Artikel 3 Belastingplicht.

  • 1. De belastingplichtige als bedoeld in artikel 2, lid 1 en 2 is de kapitein, de reder, de eigenaar, of de gebruiker van een vaartuig of woonark, dan wel een andere persoon die werkelijk verblijf houdt aan boord van een vaartuig of de vertegenwoordiger van één van de partijen.

  • 2. De belastingplichtige als bedoeld in artikel 2, lid 3 is degene die het voorwerp of de voorwerpen op de gemeentelijke kade- en havenwerken heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen op de gemeentelijke kade- en havenwerken aanwezig zijn.

Artikel 4 Tarieven.

  • 1. Het haven- en kadegeld wordt geheven naar de tarieven, zoals opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid, als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Grondslag van de rechten.

Als grondslag voor de berekening van het havengeld geldt:

  • 1.

    Voor vaartuigen als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de bij deze verordening behorende tarieventabel, de bovendeks gemeten grootste lengte, afgerond op hele meters naar boven;

  • 2.

    Voor vaartuigen als bedoeld in artikel 1, tweede lid, sub a, b, c, d, f en g en lid 3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, de lengte van het vaartuig, zoals vermeld is in de voor het vaartuig geldende meetbrief. Bij gebreke aan een meetbrief of daarmee gelijk te stellen document, bij weigering een dergelijk document te tonen of ingeval dit de grootste lengte niet vermeldt dan wel bij weigering toe te laten dat het vaartuig vanwege de gemeente wordt gemeten, wordt de lengte door de daartoe aangewezen ambtenaar vastgesteld.

  • 3.

    Als grondslag voor de berekening van het kadegeld geldt: het aantal vierkante meters ingenomen grondoppervlakte en de tijdsduur van het gebruik van de kade.

Artikel 6 Aanvang van de belastingplicht.

  • 1. Het haven- en kadegeld is verschuldigd, zodra het gebruik een aanvang neemt, hetgeen de belastingplichtige zo spoedig mogelijk aangeeft bij de havenmeester. Indien het gebruik voortduurt na afloop van de termijn waarvoor haven- en/of kadegeld is betaald, is opnieuw haven- en/of kadegeld verschuldigd met ingang van de volgende termijn.

  • 2. Het bij wijze van individueel abonnement geheven havengeld is verschuldigd zodra de aanvraag tot verkrijging van een individueel abonnement in behandeling wordt genomen. Duurt het gebruik van de gemeentelijke havens voort na afloop van het aan het abonnement gekoppelde tijdvak, dan wordt het abonnement stilzwijgend verlengd, tenzij uiterlijk twee maanden voor het aflopen van het abonnement de overeenkomst schriftelijk door één van de partijen is opgezegd.

Artikel 7 Vrijstellingen.

  • 1. Geen havengeld wordt geheven voor het gebruik of genot van de havens met:

    • a.

      vaartuigen, rechtstreeks in gebruik bij en in eigendom van de gemeente Urk;

    • b.

      vaartuigen van reddingsmaatschappijen;

    • c.

      vaartuigen van Koninklijk Huis, Koninklijke Marine, Rijkspolitie en recherche te water, Rijkswaterstaat en alle andere bij de Staat in gebruik zijnde vaartuigen;

    • d.

      hospitaalschepen, als zodanig in gebruik of gebezigd;

    • e.

      vaartuigen en roeiboten, welke toebehoren aan onderwijsinstellingen, tot een maximum van 2 vaartuigen en roeiboten per onderwijsinstelling;

    • f.

      uitsluitend met peddels voortbewogen kano's;

    • g.

      in Urk gedomicilieerde opgelegde vaartuigen, welke voor de oplegging als vissersvaartuigen werden gebruikt, zulks voor een tijdvak van ten hoogste 1 maand;

    • h.

      een nieuw gebouwd vissersvaartuig, voor zover het gebruik van de havens strekt tot het voor de eerste maal vaarklaar maken van het vissersvaartuig voor ten hoogste 6 maanden.

  • 2. Geen havengeld wordt geheven gedurende de periode van 1 april tot en met 1 november voor het gebruik of genot van de havens met historische botters welke lid zijn van de Vereniging Botterbehoud voor een aaneengesloten periode van maximaal 10 dagen. Gedurende de periode van 1 april tot en met 1 november kan voor in totaal maximaal 30 dagen vrijstelling van het betalen van havengeld verleend worden. Het verlenen van de vrijstelling is ter beoordeling van de havenmeester.

  • 3. Geen havengeld wordt geheven voor het gebruik of genot van de havens als gevolg van ijsgang, invriezing of storm, zulks te rekenen vanaf de vijfde dag na de aanvang van het gebruik.

  • 4. Geen kadegeld wordt geheven indien het gebruik niet langer dan een dag duurt.

Artikel 8 Restitutie van betaalde havengelden

  • 1.

    Indien havengeld bij wijze van jaarabonnement wordt geheven, wordt geen teruggaaf verleend van havengeld, hetwelk in het jaar, waarvoor het abonnement is of wordt verleend, reeds anders dan bij wijze van abonnement mocht zijn geheven; evenmin heeft verrekening daarmede plaats.

  • 2.

    Indien havengeld wordt geheven bij wijze van jaarabonnement, als bedoeld in artikel 1, lid 1, onderdelen b, c, d en e en lid 2, onderdeel d van de tarieventabel en in de loop van dat jaar schriftelijk aan de heffingsambtenaar wordt medegedeeld, dat men voor de nog niet aangebroken maanden van het abonnement geen gebruik meer wil maken, wordt tegen intrekking van het abonnement restitutie verleend. De restitutie beloopt zoveel twaalfde delen van het verschuldigde bedrag voor het jaarabonnement als er na de intrekking nog volle kalendermaanden in de abonnementsperiode resteren.

Restitutie welke minder beloopt dan 50 % van het bedrag dat voor de volledige abonnementsperiode verschuldigd is, wordt niet verleend. De periode waarover de restitutie kan worden verleend vangt aan op de datum van ontvangst van het schriftelijke verzoek tot beëindiging van het abonnement.

  • 3.

    Bij koop of verkoop van een pleziervaartuig dient dit terstond te worden doorgegeven aan de gemeente c.q. de havenmeester. De ligplaats van het onderhavig vaartuig is uitdrukkelijk niet aan de koop of verkoop gekoppeld.

  • 4.

    Wanneer in de loop van het jaar wordt veranderd van ligplaats, wordt een evenredig deel over elke ligplaats in rekening gebracht.

Artikel 9 Wijze van heffing en tijdstip van betaling.

  • 1. Het haven- en kadegeld wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota of ander schriftuur waarvan de modellen worden vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders.

  • 2. Het haven- en kadegeld moet op het moment van uitreiking van de kennisgeving contant worden voldaan.

  • 3. Indien de kennisgeving wordt toegezonden, moeten de rechten binnen één maand na dagtekening van de kennisgeving of het aanslagbiljet worden voldaan.

  • 4. In afwijking van het tweede lid geldt voor de tarieven genoemd in artikel 1, eerste lid, onder b, c en d van de tarieventabel, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.

  • 5. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van haven- en kadegeld.

Artikel 12 Kwijtschelding.

Bij de heffing van haven- en kadegeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeerartikel.

  • 1.

    De 'verordening haven- en kadegeld' van 5 november 2015 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten welke zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening haven- en kadegeld".

Ondertekening

Urk, 10 november 2016,
De raad van de gemeente Urk,
De griffier, de voorzitter,
Tarieventabel haven- en kadegeld 2017

TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN HAVEN- EN KADEGELD.

Artikel 1 Belastingtarieven

Pleziervaartuigen

Het havengeld bedraagt voor:

pleziervaartuigen zonder jaarabonnement, wanneer gebruik

wordt gemaakt van de haven:

voor een dag of gedeelte daarvan per meter lengte € 1,40

in afwijking van het onder 1 genoemde, bedraagt het tarief

indien gebruik gemaakt wordt van de haven tussen zaterdag

00 uur en maandag 12.00 uur per meter lengte € 2,00

in afwijking van het vorenstaande bedraagt het havengeld indien

het gebruik korter duurt dan 6 uur, per meter lengte € 0,60

servicekosten voor vaartuigen bedoeld in dit artikel per dag € 1,00

jaarabonnement voor pleziervaartuigen, wanneer gebruik

gemaakt wordt van de historische westhaven, uitgezonderd de ligplaatsen

zoals deze vastgesteld zijn volgens de categoriale indeling

behorende bij de verordening op de heffing en invordering

van haven- en kadegeld, per meter per jaar: € 52,00

jaarabonnement voor pleziervaartuigen, wanneer

gebruik wordt gemaakt van de ligplaatsen volgens de categoriale

indeling behorende bij de verordening op de heffing

en invordering van haven- en kadegeld:

Categorie A (lengte tot en met 5 meter) € 210,00

Categorie B (lengte tot en met 8 meter) € 624,00

Categorie C (lengte tot en met 10 meter) € 832,00

Categorie D (lengte tot en met 10 meter) € 1.061,00

Categorie E (lengte tot en met 12 meter) € 1.289,00

Categorie F (lengte tot en met 15 meter) € 1.529,00

milieuheffing jaarabonnementen per jaar € 55,00

winterabonnement per meter € 30,00

Andere vaartuigen:

Het havengeld bedraagt voor andere vaartuigen dan pleziervaartuigen:

voor 1 dag of gedeelte daarvan per meter lengte € 0,60

in afwijking van het vorenstaande bedraagt het havengeld indien

het gebruik korter duurt dan 6 uur, per meter lengte € 0,35

bij een maandabonnement per meter lengte € 14,40

bij een jaarabonnement per meter lengte € 144,40

Voor passagiersschepen, voor welke schepen de mogelijkheid

van reservering van een ligplaats bestaat, bedragen de

reserveringskosten per reservering € 125,00

het tarief genoemd in artikel 1, lid 2, onder a, b en c en d, van de tarieventabel wordt na zes maanden verhoogd indien het schip opgelegd is, gedurende een aanééngesloten periode van 12 maanden in totaal niet langer dan twee maanden niet actief gebruikt wordt, dan wel niet meer bedrijfsmatig geëxploiteerd wordt of nog niet in gebruik genomen is, met een bedrag van € 20,00 per meter per maand, één en ander met uitzondering van opgelegde vissersvaartuigen.

het tarief genoemd in artikel 1, lid 2, onder d, van de tarieventabel wordt voor opgelegde vissersvaartuigen na 12 maanden verhoogd met een bedrag van € 20,00 per meter per maand, indien dit opgelegde vissersvaartuig gedurende een periode van 12 maanden in totaal niet langer dan 2 maanden de haven van de gemeente Urk heeft verlaten.

servicekosten voor passagierschepen bedoeld in dit artikel onder

a en b per keer € 5,00

Woonarken of woonschepen in aan- of afbouw

Het havengeld bedraagt voor woonarken of woonschepen in aan- of afbouw

voor de eerste 4 weken voor 1 dag of gedeelte daarvan

per meter lengte € 1,40

indien het gebruik voortduurt na 4 weken voor 1 dag of

gedeelte daarvan per meter lengte € 2,20

Artikel 2 Tarieven water en elektriciteit

Het tarief bedraagt voor de afname door andere vaartuigen dan

pleziervaartuigen van:

water, per kubieke meter of gedeelte daarvan € 2,25

elektriciteit, per KWh of gedeelte daarvan € 0,38

c. elektriciteit indien gebruik wordt gemaakt van een stroomkast

zonder verbruiksmeter per dag of gedeelte daarvan € 2,00

Het tarief bedraagt voor de afname door pleziervaartuigen in

de periode van 1 november tot 1 april van:

water, per kubieke meter of gedeelte daarvan € 2,25

elektriciteit, per KWh of gedeelte daarvan € 0,38

Artikel 3 Staangeld Campers

Het tarief bedraagt voor campers wanneer gebruik gemaakt

wordt van de havenkade:

voor een dag of gedeelte daarvan € 15,00

servicekosten per dag € 1,00

Artikel 4 Kadegeld

Het kadegeld bedraagt per vierkante meter ingenomen grondoppervlakte,

doch met een minimum van 4 vierkante meter, per dag of gedeelte daarvan € 0,15

Artikel 5 Administratiekosten

Indien de verschuldigde belasting genoemd in deze tarieventabel een bedrag van € 20,00 niet te boven gaat en niet voldaan wordt op de wijze zoals omschreven in artikel 9.2, zal het bedrag geheven worden zoals omschreven in artikel 9.1 en 9.3 van de verordening. Het bedrag van de belasting zal dan verhoogd worden met een bedrag van € 5,00, zijnde de administratiekosten.

Artikel 6 Omzetbelasting

De bedragen genoemd in deze tarieventabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

Deze tarieventabel vormt één geheel met de verordening op de heffing en invordering van haven- en kadegeld.

Vastgesteld door de raad op 10 november 2016,

De griffier,