Beleidsregel Goede Waterhuishouding

Geldend van 31-10-2017 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel Goede Waterhuishouding

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

Beleidsregels ‘Goede waterhuishouding

Inleiding

In de bestemmingsregels van het bestemmingsplan Schokkerhoek is bepaald dat in bepaalde gevallen een ’omgevingsvergunning voor het bouwen’ of een ‘omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden’ slechts wordt verleend, indien bij de aanvraag wordt aangetoond, dat er sprake is van een goede waterhuishouding volgens de regels, zoals deze hiervoor zijn opgenomen in de beleidsregels 'Goede waterhuishouding.'

In onderhavige beleidsregels is de open norm ‘goede waterhuishouding’ nader uitgewerkt en is aangegeven hoe de beoordeling van de aanvraag om omgevingsvergunning plaatsvindt.

Aanleg watergangen en waterpartijen en bouw waterwoningen

Bouw waterwoningen / aanleg waterpartijen

1.Ter plaatse van de aanduiding ‘waterwonen’ geldt, dat er sprake moet zijn van een waterdiepte bij streefpeil van NAP -5,70 m van tenminste 2,0 m.

Aanleg watergangen en waterpartijen

  • 2.

    Het bevaarbare oppervlaktewater met de bestemming ‘Water – 2’, dat in directe verbinding staat met de Urkervaart en, voor zover dit in het bestemmingsplan niet is voorzien van de aanduiding ‘waterwonen’, dient een waterdiepte bij streefpeil van NAP-5,70 m te hebben van tenminste 1,5 m. Dit betreft het gedeelte dat in figuur 1 met een rode contour / paarse arcering is weergegeven.

  • 3.

    Het overige oppervlaktewater binnen plan Schokkerhoek dient een waterdiepte bij streefpeil van NAP -5,70 m te hebben van tenminste 1,2 m.

  • 4.

    Bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het graven van nieuw oppervlaktewater of het verbreden/verdiepen van bestaand oppervlaktewater dient middels een deskundigen rapport aangetoond te worden, of er risico op opbarsten van de waterbodem is. Indien nodig dienen maatregelen voorgesteld en genomen te worden die opbarsten tegengaan.

  • 5.

    De afwatering en ontwatering van het agrarisch gebied dient ten alle tijde gewaarborgd te blijven. Dit geldt zowel voor, tijdens als na de ontwikkeling van de verschillende fases van het plan Schokkerhoek.

Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag van publicatie.

Figuur 1: Bevaarbaar water

afbeelding binnen de regeling

Dempen van oppervlaktewater

1.Er dient nieuw oppervlaktewater gegraven te worden, voordat er oppervlaktewater mag worden gedempt.

Verwerking hemelwater bij het bouwen van gebouwen en het aanbrengen van terreinverharding

  • 1.

    Er dienen voorzieningen getroffen te worden om het afgekoppelde hemelwater te bergen en/of af te voeren (naar bijvoorbeeld een lavakoffer, IT-riool of oppervlakkige voorziening).

  • 2.

    Hemelwater afkomstig van daken en terreinverharding dient bovengronds aan de voorzijde/straatzijde van de gebouwen aangeboden te worden ter verwerking door de gemeente bij toepassing van een waterpasserende verharding met daaronder een lavakoffer.

  • 3.

    Er mogen geen uitlogende bouwmaterialen worden toegepast zoals zinken dakgoten en standpijpen, loden dakslabben en betongranulaat als wegfundering etc.

Drooglegging bij het bouwen van gebouwen enhet aanbrengen terreinverharding

1.Er dient een minimale drooglegging te zijn van het maaiveld en onderkant vloerpeil van 1,20 m ten opzichte van het streefpeil van NAP -5,70 m.

Ontwatering bij de aanleg van wegen en het bouwen van gebouwen

  • 1.

    De ontwateringseis voor wegen binnen het plan Schokkerhoek is 0,70 m t.o.v. het wegpeil.

  • 2.

    De ontwateringseis voor gebouwen (met kruipruimte) binnen het plan Schokkerhoek is 1,00 m t.o.v. het vloerpeil.

Ondertekening

Burgemeester en wethouders van Urk,
P.C. van Maaren, burgemeester
M. Bogerd, secretaris