Beleidsregel huisvesting tijdelijke werknemers Urk 2017

Geldend van 14-08-2017 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel huisvesting tijdelijke werknemers Urk 2017

BELEIDSREGEL HUISVESTING TIJDELIJKE WERKNEMERSURK 2017

Deze beleidsregel is gebaseerd op het bestemmingsplan. Via een buitenplanse afwijkingsprocedure op grond van de WABO wordt het mogelijk gemaakt om andere woonvormen dan één huishouden tijdelijk te huisvesten. Het wordt niet wenselijk geacht om alles minutieus in het bestemmingsplan te regelen, maar om nadere voorwaarden in een beleidsregel vast te leggen.

Het beleidskader (zoals hieronder bij punt 7 genoemd) houdt in dat in woningen groter dan 120 m2 meer dan vier personen mogen worden gehuisvest mits er voldoende parkeergelegenheid is in de directe omgeving, met een maximum van zes.

Voor woningen in het Oude Dorp geldt maximale huisvesting van vier afzonderlijke personen in een woning (los van de grootte). Van deze eis wordt geen ontheffing verleend.

De beleidsregel komt er dan als volgt uit te zien.

Beleidsregel huisvesting tijdelijke werknemers Urk 2017

Tekst van de regeling

1.Inleiding

De laatste jaren is in Nederland sprake van een groeiende instroom van buitenlandse werknemers, voor een aanzienlijk deel afkomstig uit de nieuwe EU lidstaten. Omdat de verdiensten in Nederland aanzienlijk beter zijn dan in het thuisland, kiezen velen, ook beter opgeleiden, ervoor om in het buitenland hun geld te verdienen.

2.Inventarisatie van de situatie in Urk

Via de uitzendbureaus kan vastgesteld worden of het om tijdelijke of structurele huisvesting van buitenlandse werknemers gaat. Verwacht wordt dat het aantal gevallen van huisvesting van buitenlandse werknemers in de gemeente Urk minimaal zo’n 15 tot 20 woonhuizen betreft.

3.Probleemstelling

Buitenlandse werknemers komen in principe tijdelijk naar ons land om hier te werken en te verblijven. Maar vele wisselende tijdelijke verblijven zorgen samen voor een structurele vraag naar huisvesting. Ook in de gemeente Urk blijkt behoefte aan een dergelijke huisvesting te bestaan.

Dit kan een spanningsveld opleveren en verschillende belangen dienen daarom afgewogen te worden. Enerzijds hebben deze werknemers allen behoefte aan huisvesting en anderzijds ervaren omwonenden soms overlast, wanneer er veel buitenlandse werknemers op één plek wonen.

4.Gemeentelijke taak

De gemeente kan vanuit haar positie bijdragen aan de juiste omstandigheden om problemen zoveel mogelijk te voorkomen. Dat verlangt dat de gemeente een beleid maakt en uitspreekt hoe zij tegen de huisvesting van buitenlandse werknemers aankijkt. Waar zij zich wel en niet mee wil bemoeien. De gemeente faciliteert ondernemers bij het huisvesten van hun werknemers en dat is in het belang van de lokale economie. Maar niet tegen elke prijs. Wanneer de leefomstandigheden van de tijdelijke werknemers of van de eigen (omwonende) burgers in het geding zijn, dan dient de gemeente haar beleid te handhaven en misstanden of overtredingen van afspraken aan te pakken.

Voor het realiseren van huisvesting voor buitenlandse werknemers is veelal planologische medewerking van de gemeente nodig. Bij aanpassing van een bestaand pand is vaak een bestemmingsplanwijziging noodzakelijk wanneer het pand geschikt gemaakt moet worden voor kamergewijze verhuur op grond van het Bouwbesluit 2012. Daaraan is een gebruiksmelding gekoppeld, waarvoor het college van burgemeester en wethouders bevoegd gezag is. Daarnaast is handhaving primair een gemeentelijke taak.

5.Relevante regels en vergunningen

De gemeente stelt regels op en geeft vergunningen af. Periodiek kan men panden langsgaan om te controleren of er volgens vergunning en voorschriften gehandeld wordt.

5.a Bestemmingsplannen

Het tijdelijk huisvesten van buitenlandse werknemers is veelal in strijd met het Bestemmingsplan:

  • 1.

    Een woning is een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.

  • 2.

    Een eengezinswoning is een zelfstandig, al dan niet zijdelings aaneengebouwd, gebouw dat één gebouw omvat.

Een woongroep bestaande uit het tijdelijk huisvesten van buitenlandse werknemers in een woning is daarmee niet gelijk te stellen en past niet in de gebruiksfunctie van een woning. De rechtbank van 's-Hertogenbosch heeft zich hierover op 13 april 2006 uitgesproken.

Er is geen sprake van één huishouden. De verschillende werknemers zullen de woning voornamelijk alleen als slaapplaats gebruiken en daarnaast zoveel mogelijk op het werk aanwezig zijn. Hier is een kamergewijze verhuur van toepassing. Daarnaast zal het hoofdverblijf van de buitenlandse werknemers elders, nl. in het thuisland, liggen.

Medewerking aan het huisvesten van buitenlandse werknemers in een woning zal via een bestemmingswijziging of een afwijkingsprocedure plaats dienen te vinden. Het wordt niet wenselijk geacht om alles minutieus in het bestemmingsplan te regelen, maar om nadere voorwaarden in een beleidsregel, vast te leggen. In deze beleidsregel kunnen ook regels worden opgenomen over bv. brandveiligheidseisen, over minimumkwaliteit van de huisvesting waaronder een minimumvloeroppervlakte per persoon.

5.b Omgevingsvergunning op grond van art. 2.12 Wabo

Zoals gezegd dient de gemeente het belang van ondernemers te faciliteren en anderzijds de leefomstandigheden van de buitenlanders en de eigen (omwonende) burgers te waarborgen. Daarbij is het onzeker hoe lang de buitenlandse werknemers nodig zijn.

Dit in ogenschouw genomen kan dat een argument zijn voor de gemeente om medewerking te verlenen via een tijdelijke ontheffing. Een tijdelijke ontheffing kan voor maximaal 4 jaar worden gegeven door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning ex artikel 2.12 Wabo.

Indien na 4 jaar blijkt dat er nog steeds een grote behoefte bestaat aan buitenlandse werknemers die gehuisvest moeten worden, zal voor verlenging of alsnog voor een definitieve oplossing gekozen kunnen worden.

5.c Bouwbesluit

De minimumeisen in het Bouwbesluit 2012 zijn ervoor om gebouwen een basiskwaliteit te geven op de gebieden gebruikskwaliteit, energiezuinigheid, veiligheid en gezondheid. Voor kamergewijze verhuur gelden andere eisen dan voor woongebouwen. Voor woningen wordt uitgegaan van de standaardnorm NEN 2580. Bij verbouw van een bestaand pand tot huisvesting van werknemers, speelt de vraag of het eisenniveau van nieuwbouw behaald moet worden of van bestaande bouw. Voor tijdelijk gebruik tot 4 jaar is eenvoudig ontheffing te verlenen tot het niveau van bestaande bouw. Voor permanent gebruik van de voorziening moet op een andere wijze een ontheffing worden verleend. In bijlage A van dit document wordt hierop nader ingegaan.

5.d A.P.V. / Nachtregister

Om bij te houden wie waar gehuisvest is, is het bijhouden van een nachtregister van belang. Het Wetboek van Strafrecht verplicht het bijhouden van een dergelijk register. Op grond van de A.P.V. is degene die in een inrichting voor nachtverblijf verblijft verplicht zijn gegevens te verstrekken. In de praktijk wordt er vaak gewerkt met een contactpersoon, die bij calamiteiten gebeld wordt en beschikt over de meest recente lijst. Het bijhouden en op ieder moment kunnen aanleveren van gegevens is hier de essentie. In bijlage C van dit document zijn de bepalingen hierover uit de A.P.V. opgenomen.

5.e Voorkomen van overlast voor omwonenden

In de gemeente willen werkgevers woonhuizen gebruiken als verblijf voor buitenlandse werknemers.

Nadeel is dat woningen aan de reguliere woningmarkt worden onttrokken. Er zullen nadere maatregelen genomen moeten worden om overlast voor omwonenden te voorkomen, zoals parkeren, luidruchtig gedrag op straat etc. Samen met beheersafspraken en een maximering per straat kunnen mogelijke uitwassen voorkomen worden. Goede communicatie met buurtbewoners is daarbij belangrijk.

De exploitant van woningen kan met een goed beheer en toezicht, in combinatie met strikte huisregels voorkomen dat er sprake is van overlast, bv. door een huisoudste aan te stellen.

Een te grote concentratie in wijken of straten moet worden voorkomen. Dit betekent dat verzoeken om ontheffing geweigerd kunnen worden indien daar sprake van is.

6.Taken voor partijen

Zowel de gemeente als ondernemers hebben vooral baat bij duidelijkheid. Dit kan het beste geboden worden door de taken van beide partijen, de gemeente en de werkgever, zo goed mogelijk te beschrijven en te handhaven. Hierover wordt vooraf overleg gevoerd met de bedrijven.

De basis voor de handhaving moet een duidelijk beleidskader zijn waarin de gemeente de situatie schetst en aangeeft welke oplossingen en voorwaarden zij ziet voor een acceptabele huisvesting en leefomgeving.

Daarnaast geeft de gemeente aan hoe ze hierop gaat handhaven en welke rol zij hierbij voor de verschillende partijen ziet.

  • 7.

    Taken gemeente

    • -

      Beleidskader opstellen: onder welke voorwaarden zijn huisvestingsmogelijkheden toegestaan zijn (woonhuizen, camping, kamergewijze verhuur in bestaande (leegstaande) gebouwen en leegstaande bedrijfsgebouwen, welke aantallen personen per voorziening of per buurt acceptabel zijn, wees duidelijk waar en hoe huisvesting niet ontwikkeld moet worden

    • -

      Verleent ontheffing bestemmingsplan op grond van artikel 2.12 Wabo

    • -

      Vraagt om het nachtregister bij te houden en te kunnen overleggen

    • -

      Oordeelt over omgevingsvergunningen- en gebruiksmeldingen

    • -

      Communiceert samen met ondernemers met de omgeving

    • -

      Stemt regionaal beleid en handhaving af en werkt hierin samen

    • -

      Handhaaft en evalueert het beleid!

    • -

      Werkt bij handhavingsoverleg en -acties samen met andere partijen: politie, IND, AID,

Inspectie SZW, UWV, Brandweer.

  • 8.

    Taken werkgever

    • -

      Zorgt voor huisvesting, tijdelijk of structureel

    • -

      Regelt de benodigde bouw- en gebruiksvergunningen en communiceert met de omgeving

    • -

      Zorgt voor een goed beheer

TE VOLGEN BELEIDSLIJN:

De bestemming wonen is in beginsel bestemd voor woningen voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden. Tijdelijke verhuur aan tijdelijke werknemers valt hier niet onder. Een omgevingsvergunning voor tijdelijke verhuur kan worden verleend onder de volgende voorwaarden:

I.

Voor woningen groter dan 80 m2 en kleiner dan 120 m2 bruto-vloeroppervlakte (tot het bvo van een woning behoren begane grond, verdieping en eventueel zolder als deze is ingericht om te wonen/slapen):

  • a.

    de huisvesting van maximaal 4 afzonderlijke personen buiten het verband van een huishouden;

  • b.

    wanneer er geen afzonderlijk huishouden in het gebouw is ondergebracht;

  • c.

    er voldoende parkeerplaatsen aanwezig zijn, waarbij een parkeernorm geldt van 0,6 parkeerplaats per persoon of er wordt door aanvrager schriftelijk en gemotiveerd onderbouwd welke maatregelen er worden getroffen om van de parkeernorm te kunnen afwijken;

    Hierbij is het college van burgemeester en wethouders bevoegd om op basis van

    deze onderbouwing nadere eisen te stellen;

  • d.

    een redelijke spreiding van de huisvesting van arbeidsmigranten is naar het oordeel

van het college van burgemeester en wethouders voldoende gewaarborgd.

II.

Ten behoeve van de huisvesting van meer dan vier personen buiten het verband van een huishouden kan het college voor woningen met een vloeroppervlak van meer dan 120 m2

bruto-vloeroppervlakte (tot het bvo van een woning behoren begane grond, verdieping en eventueel zolder als deze is ingericht om te wonen/slapen): een buitenplanse afwijkingsprocedure volgen en ontheffing verlenen, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a.

    de buitenplanse afwijkingsprocedure geldt voor maximaal zes personen;

  • b.

    er zijn voldoende parkeerplaatsen aanwezig, waarbij een parkeernorm geldt van 0,6 parkeerplaats per persoon voor het aantal personen boven het toegestane maximum aantal van vier personen of er wordt door aanvrager schriftelijk en gemotiveerd onderbouwd welke maatregelen er worden getroffen om van de parkeernorm te kunnen afwijken;

Hierbij is het college van burgemeester en wethouders bevoegd om op basis van deze onderbouwing nadere eisen te stellen;

c.een redelijke spreiding van de huisvesting van arbeidsmigranten is naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders voldoende gewaarborgd.

III.

Voor woningen in het Oude Dorp (Wijk 1 tot en met 8) geldt – in verband met de bebouwingsdichtheid en het geringe aantal parkeerplaatsen - maximale huisvesting van vier afzonderlijke personen buiten het verband van een huishouden in een woning (los van de grootte) en een limitering van 2 % van het aantal woningen. Op basis van het huidige aantal wooneenheden van 870 stuks bedraagt de limitering 18 woningen (naar boven afgerond).

Behalve bovenstaande moet uiteraard voldaan worden aan bestaande regelgeving zoals het Bouwbesluit 2012 (inclusief Besluit brandveilig gebruik bouwwerken) en de bouwverordening.

IV.

Overgangsregeling voor bestaande situaties.

Voor woningen waar al tijdelijke werknemers gehuisvest zijn is een overgangsregeling van kracht. Uitzendbureaus en andere werkgevers die huisvesting bieden kunnen zich tot 1 januari 2018 melden bij de gemeente. Alleen dan kunnen zij onder de hieronder beschreven overgangsregeling vallen.

  • 1.

    Woningen die zijn aangemeld voor 1 januari 2018 en voldoen aan de gestelde voorwaarden in deze beleidsregel worden vergund.

  • 2.

    In het geval er sprake is van een woning waarin meer dan het maximum aantal personen zijn gehuisvest, dient zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen een termijn van één jaar na de inwerkingtreding van deze beleidsregel het aantal personen definitief terug te zijn gebracht tot het maximale aantal, tenzij dit vanuit (brand)veiligheidsoverwegingen uiteraard eerder vereist is. Deze termijn zal als (extra) voorwaarde aan de vergunning worden gekoppeld.

  • 3.

    Zodra blijkens het nachtregister als bedoeld in bijlage C het maximumaantal personen is bereikt door vertrek van personen wordt het aantal niet opnieuw overschreden door nieuwkomers in de woning.

Deze beleidsregel treedt in werking op de derde dag na die waarop zij is bekend gemaakt.

Vastgesteld op 25 juli 2017

Burgemeester en wethouders van Urk,

burgemeester, secretaris,

Bijlage A Wanneer "tijdelijke huisvesting werknemers"en wanneer een logiesfunctie

Indelen in gebruiksfuncties:

Voordat gesproken kan worden van de gebruiksfuncties "tijdelijke huisvesting werknemers" moet eerst nagegaan worden of een van de andere "gangbare" gebruiksfuncties van toepassing is (waarop getoetst, gecontroleerd en gehandhaafd moet worden).

Wanneer er sprake is van huisvesting in de zin van:

  • 1.

    een gezinsstructuur, woonfuncties (volgens het Bouwbesluit 2012 en Bouwverordening;

  • 2.

    het kamergewijs verhuren, kamerverhuur (volgens het Bouwbesluit 2012)

  • 3.

    het verblijven in een hotel, motel of pension, logiesfunctie (volg het Bouwbesluit en de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht).

Is van de bovenstaande functies geen sprake maar:

  • 1.

    de tijdelijke huisvestiging vindt plaats in een bouwwerk die getoetst is of moet worden als woning <500 m2 gebruiksoppervlak, en

  • 2.

    per bewoner is 12 m2 gebruiksoppervlak beschikbaar in de verblijfsgebieden (dus niet onbenoemde ruimten zoals zolders zonder daglichttoetreding of in verkeersruimten zoals gangen).

Dan is er sprake van een de gebruiksfuncties "tijdelijke huisvesting werknemers".

Toelichting:

Op grond van artikel 7.18 van het Bouwbesluit 2012 geldt echter ook bij kamergewijze verhuur dat het aantal bewoners beperkt is tot één persoon per 12 m2 gebruiksoppervlakte,

Bijlage B (Brand)veiligheidseisen

Bouwbesluit 2012, Kamergewijze verhuur

Bijlage C APV / Nachtregister

Algemene Plaatselijke Verordening

Afdeling 9: Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf

Artikel 2.35 Begripsbepaling

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • 1.

    inrichting: elke al dan niet besloten ruimte waarin, in de uitoefening van beroep of bedrijf, aan personen de mogelijkheid van nachtverblijf of gelegenheid tot kamperen wordt verschaft;

  • 2.

    houder: degene die een inrichting exploiteert dan wel daarin de feitelijke leiding heeft.

Artikel 2.36 Kennisgeving exploitatie

Degene die een inrichting opricht, overneemt, verplaatst of het houden van een inrichting staakt, is verplicht binnen drie dagen daarna daarvan schriftelijk kennis te geven aan de burgemeester.

Artikel 2.38 Verschaffing gegevens nachtregister

Degene die in een inrichting nachtverblijf houdt dan wel de kampeerder is verplicht onverwijld aan de houder van die inrichting volledig en naar waarheid zijn of haar naam, adres, woonplaats, dag van aankomst, alsmede de dag van vertrek te verstrekken.