Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening op de heffing en invordering van graf- en begrafenisrechten 2014

Geldend van 01-01-2014 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van graf- en begrafenisrechten 2014

VERORDENING OP DE GRAF- EN BEGRAFENISRECHTEN IN DE GEMEENTE URK

Artikel 1 Begripsomschrijvingen.

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaats: de begraafplaats "Oude kerkhof", de begraafplaats aan de Holkenkamp en begraafplaats "De Vormt";

  • b.

    eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van lijken;

  • c.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken.

  • d.

    gedenkteken of zerk: een op of bij het graf geplaatst monument waarvan de maximale afmetingen mogen zijn voor:

- een kindergraf:

50 centimeter x 80 centimeter x 70 centimeter of 70 centimeter x 130 centimeter x 80 centimeter of 70 centimeter x 150 centimeter x 90 centimeter (breedte x lengte x hoogte), één en ander afhankelijk van de ligging en op aanwijzing van de bevoegde ambtenaar.

- een graf voor een volwassene:

90 centimeter x 190 centimeter x 110 centimeter (breedte x lengte x hoogte).

Artikel 2 Belastbaar feit.

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht.

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen.

De rechten worden niet geheven voor:

  • a.

    het lichten van een lijk op rechterlijk gezag;

  • b.

    het begraven van doodgeboren kinderen of van zuigelingen die met de overleden moeder in één kist worden begraven.

Artikel 5 Tarieven en maatstaven van heffing.

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingtijdvak.

  • 1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Het belastingtijdvak voor de rechten genoemd in hoofdstuk 3.2 van de tarieventabel is gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing.

  • 1. De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 3.1 en 3.2 van de tarieventabel, worden geheven door middel van een aanslag.

  • 2. Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 3.1 en 3.2 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 3.1 en 3.2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zodat later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in 3.1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt voor de rechten onder 3.1 van de tabel ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar, na het tijdstip van het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 3.1 en 3.2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijn van betaling.

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 1 maand na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de begrafenisrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel.

  • 1.

    De 'verordening graf- en begrafenisrechten' van 25 oktober 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking;

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt;

  • 4.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014;

  • 5.

    Deze verordening wordt aangehaald als de ‘verordening graf- en begrafenisrechten’.

Urk, 31 oktober 2013

De raad van de gemeente Urk,

De griffier, de voorzitter,

Tarieventabel behorende bij de graf- en begrafenisrechtenverordening.

Hoofdstuk 1

  • 1.1.

    Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf

    voor onbepaalde tijd voor personen van 12 jaar en ouder

    wordt geheven € 3.083,00

  • 1.2.

    Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf

    voor onbepaalde tijd voor personen van 1 tot 12 jaar wordt

    geheven € 2.368,00

  • 1.3.

    Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf

    voor onbepaalde tijd voor kinderen jonger dan 1 jaar wordt

    geheven € 1.662,00

  • 1.4.

    Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een algemeen

    graf voor een periode van 30 jaar wordt geheven € 1.508,00

Hoofdstuk 2 Begraven

  • 2.1

    Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar

    of ouder wordt geheven € 895,00

  • 2.2

    Voor het begraven van een lijk van een kind beneden 1

jaar wordt geheven € 273,00

  • 2.

    3 Voor het begraven van een lijk van een kind beneden 12

    jaar wordt geheven € 506,00

  • 2.

    4 Voor het begraven op buitengewone uren, dan wel dagen

Wordt het recht bedoeld in 2.1., 2.2 en 2.3, verhoogd met € 423,00

2.5 Onder buitengewone uren wordt verstaan:

2. na 17.30 uur en voor 08.00 uur.

2. Onder buitengewone dagen wordt verstaan:

2. Zaterdag, zondag, een algemeen erkende al dan niet christelijke

2. feestdag en de plaatselijke bid- of dankdag.

Hoofdstuk 3 Grafbedekking en onderhoud

3.1. Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden

van de voorwerpen, zoals bedoeld in de Beheersver-

ordening, wordt geheven per jaar:

3.1.1. voor een grafkelder € 201,00

3.1.2. voor gedenktekenen, per gedenkteken € 201,00

3.1.3 voor een zerk € 201,00

3.1.4. voor beplantingen € 124,00

3.2. De rechten als bedoeld in onderdeel 3.1. kunnen worden

afgekocht:

  • -

    voor 30 jaar door voldoening van een som ineens van

    20 maal het jaarlijks onderhoudsrecht;

  • -

    voor bepaalde tijd door voldoening van een bedrag be-

    paald volgens onderstaande tabel.

    De afkoopsom bedraagt het jaarlijks onderhoudrecht

    vermenigvuldigd met een hierna te noemen factor.

    |

    1 | 1

    2 | 2

    3 | 3

    4 | 4

    5 | 5

    6 | 5

    7 | 6

    8 | 7

    9 | 8

    10 | 9

    11 | 9

    12 | 10

    13 | 11

    14 | 11

    15 | 12

    16 | 13

    17 | 13

    18 | 14

    19 | 14

    20 | 15

    21 | 15

    22 | 16

    23 | 16

    24 | 17

    25 | 17

    26 | 18

    27 | 18

    28 | 19

    29 | 19

Hoofdstuk 4 Lijkschouwing

Voor het schouwen van een lijk door een gemeentelijke lijk-

schouwer wordt geheven € 812,00

Hoofdstuk 5 Inschrijven en overboeken van eigen graven

Voor het inschrijven en overboeken van eigen graven in

een daartoe bestemd register wordt geheven € 28,00

Hoofdstuk 6 Opgraven, ruimen

6.1. Voor het opgraven van een lijk wordt geheven € 812,00

6.2. Voor het na opgraven weer opnieuw begraven in het-

zelfde graf wordt geheven € 812,00

6.3. Voor het na opgraven weer begraven in een bestaand graf

wordt geheven € 1.607,00

6.4Voor het na opgraven weer begraven in een nieuw graf

wordt geheven € 3.749,00

6.5Voor het ruimen van een graf op verzoek van belangheb-

6.5 bende wordt geheven € 1.607,00

Hoofdstuk 7 Overige heffingen

Voor het lichten van een grafmonument ten behoeve van

het bijzetten van een lijk in een reeds bestaand graf wordt

geheven € 102,00

Deze tarieventabel vormt één geheel met de verordening graf- en begrafenisrechten.

Vastgesteld door de raad op 31 oktober 2013,