Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Urk houdende regels omtrent de heffing en invordering van graf- en begrafenisrechten Verordening graf- en begrafenisrechten

Geldend van 15-12-2018 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Urk houdende regels omtrent de heffing en invordering van graf- en begrafenisrechten Verordening graf- en begrafenisrechten

Artikel 1 Begripsomschrijvingen.

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaatsen: de gemeentelijke begraafplaatsen “Oude Kerkhof, Top (Holkenkamp) en De Vormt”;

  • b.

    graf: een zandgraf of keldergraf of urnengraf;

  • c.

    grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

  • d.

    kindergraf: een particulier graf waarin geen andere lijken worden begraven dan die van kinderen beneden de leeftijd van 12 jaar;

  • e.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • f.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • g.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: 1. het doen begraven en begraven houden van lijken; 2. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • h.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • i.

    (kelder)familiegraf: een particulier graf op een bestaande grafplek dat na herinrichting opnieuw wordt uitgegeven aan de voormalige rechthebbende of een familielid;

  • j.

    particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend voor het plaatsen van een gedenkteken of monument om overledenen te gedenken (zonder begrafenis of asbestemming);

  • k.

    verstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid;

  • l.

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf of gedenkplaats;

  • m.

    beheerder: de ambtenaar die in opdracht van het college belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen of degene die hem vervangt;

  • n.

    aanvrager: de persoon of rechtspersoon die – al dan niet door tussenkomst van een uitvaartondernemer – opdracht geeft voor een begrafenis, bijzetting, herdenkingsplechtigheid of asverstrooiing en hiervoor de betalingsplichtige is. Tevens de persoon of rechtspersoon die de uitgifte van een graf, urnenplaats of gedenkplaats verzoekt en hiervoor de betalingsplichtige is;

  • o.

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, een particulier urnengraf of een particuliere gedenkplaats, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • p.

    gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • q.

    eigenaar: de natuurlijke persoon of een rechtspersoon die de grafbedekking op een graf in eigendom heeft;

  • r.

    grafrecht: het uitsluitend recht op het begraven en begraven houden in een particulier graf, particulier kindergraf of recht tot het doen bijzetten en bijgezet houden in een particulier urnengraf (met of zonder urnenkelder) of het recht tot het oprichten van een particuliere gedenkplek;

  • s.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van Urk;

  • t.

    wet: de Wet op de lijkbezorging en de daaruit voortvloeiende regelgeving;

  • u.

    grafakte: de beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waarin overeenkomstig de bepalingen van deze verordening door het college een grafrecht wordt verleend.

Artikel 2 Belastbaar feit.

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht.

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen.

De rechten worden niet geheven voor:

  • a.

    het lichten van een lijk of verwijderen van een asbus op rechterlijk gezag;

  • b.

    het begraven van doodgeboren kinderen of van zuigelingen die met de overleden moeder gelijktijdig in één graf worden begraven.

Artikel 5 Tarieven en maatstaven van heffing.

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieven¬tabel, met inachtneming van de daarbij behorende bijzondere bepalingen.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingtijdvak.

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing.

De rechten worden geheven door middel van een aanslag of een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. De rechten als bedoeld in de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zodat later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Bij beeindiging van het uitsluitend recht op een particulier graf in de loop van het belastingjaar wordt geen restitutie verleend van reeds betaalde of nog verschuldigde rechten betreffende dat belastingjaar.

Artikel 9 Termijn van betaling.

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 1 maand na de dagteke¬ning van de schriftelijke kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de begrafenisrechten wordt geen kwijt¬schelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel.

  • 1. De 'verordening graf- en begrafenisrechten' van 9 november 2018 wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien ver¬stande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking;

  • 3. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt;

  • 4. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019;

  • 5. Deze verordening wordt aangehaald als de ‘verordening graf- en begrafenisrechten’.

Ondertekening

Urk, 8 november 2018

De raad van de gemeente Urk,

De griffier, de voorzitter,

Bijlage 1 Tarieventabel behorende bij de graf- en begrafenisrechtenver¬ordening.

Hoofdstuk 1 Begraven

  • 1.1

    Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar en ouder wordt geheven € 950,00

  • 1.2

    Voor het begraven van een lijk van een kind van 1 tot 12 jaar wordt geheven € 475,00

  • 1.3

    Voor het begraven van een lijk van een in de eerste 24 weken van de zwangerschap levenloos geboren kind € 305,00

  • 1.4

    Voor het begraven van een lijk van een kind jonger dan 1 jaar en levenloos geboren kinderen wordt geheven € 235,00

  • 1.5

    Voor het begraven op buitengewone uren, dan wel dagen wordt het recht bedoeld in 1.1, 1.2, 1.3 en 1.4 verhoogd met € 465,00

Hoofdstuk 2 Grafrechten particulier zandgraf en particulier familiegraf

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier zandgraf wordt geheven

  • 2.1

    voor een periode van 30 jaar voor personen van 12 jaar en ouder € 3.190,00

  • 2.2

    voor een periode van 50 jaar voor personen van 1 tot 12 jaar € 2.395,00

  • 2.3

    voor een periode van 50 jaar voor kinderen jonger dan 1 jaar € 1.595,00

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier familiegraf wordt geheven

  • 2.4

    voor een periode van 30 jaar € 2.695,00

Voor het verlengen van het uitsluitend recht bedoeld in artikel 2.1 en 2.4 wordt geheven

  • 2.5.1

    voor een periode van 10 jaar € 895,00

  • 2.5.2

    voor een periode van 20 jaar € 1.795,00

Voor het verlengen van het uitsluitend recht bedoeld in artikel 2.2 wordt geheven

  • 2.6.1

    voor een periode van 10 jaar € 480,00

  • 2.6.2

    voor een periode van 20 jaar € 960,00

Voor het verlengen van het uitsluitend recht bedoeld in artikel 2.3 wordt geheven

  • 2.7.1

    voor een periode van 10 jaar € 320,00

  • 2.7.2

    voor een periode van 20 jaar € 640,00

Hoofdstuk 3 Grafrechten particulier (familie-)keldergraf

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier (familie-)keldergraf en op een particulier familiekeldergraf, exclusief aanschaf kelder, wordt geheven

  • 3.1

    voor een particulier keldergraf voor een periode van 50 jaar € 5.535,00

  • 3.2

    voor een particulier keldergraf voor een periode van 100 jaar € 14.085,00

  • 3.3

    voor een particulier familiekeldergraf voor 50 jaar € 4.730,00

  • 3.4

    voor een particulier familiekeldergraf voor 100 jaar € 13.080,00

Voor het verlengen van het uitsluitend recht bedoeld in artikel 3.1 en 3.3 wordt geheven

  • 3.3.1

    voor een periode van 10 jaar € 895,00

  • 3.3.2

    voor een periode van 20 jaar € 1.795,00

Hoofdstuk 4 Grafrechten particulier urnengraf

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf wordt geheven

  • 4.1

    voor een periode van 30 jaar € 1.540,00

Voor het verlengen van het uitsluitend recht bedoeld in artikel 4.1 wordt geheven

  • 4.2.1

    voor een periode van 10 jaar € 515,00

  • 4.2.2

    voor een periode van 20 jaar € 1.025,00

Hoofdstuk 5 Gebruik algemeen graf

Voor het verlenen van een gebruiksrecht op een algemeen zandgraf wordt geheven

  • 5.1

    voor een periode van 15 jaar, waarvoor verlenging niet mogelijk is € 1.345,00

Hoofdstuk 6 Asbestemmingen

Voor het bijzetten of begraven van een asbus of urn wordt geheven

  • 6.1

    in een urnengraf € 475,00

  • 6.2

    op een particulier graf € 235,00

  • 6.3

    in een particulier graf € 475,00

Voor het verstrooien van as wordt per asbus geheven

  • 6.4

    op een verstrooiingsplaats € 155,00

Hoofdstuk 7 Lijkschouwing

Voor het schouwen van een lijk door een gemeentelijke lijkschouwer wordt geheven € 845,00

Hoofdstuk 8 Overschrijven van grafrechten

Voor het overschrijven van grafrechten in een daartoe bestemd register wordt geheven € 31,00

Hoofdstuk 9 Opgraven en herbegraven

  • 8.1

    Voor het opgraven van een lijk wordt geheven € 950,00

  • 8.2

    Voor het na opgraven weer opnieuw begraven in hetzelfde graf of een ander graf wordt geheven € 950,00

Hoofdstuk 10 Overige heffingen

  • 9.1

    Voor het lichten van een grafmonument ten behoeve van het bijzetten van een lijk in een reeds bestaand graf wordt geheven € 107,00

  • 9.2

    Voor het plaatsen van een grafkelder wordt geheven € 2.430,00

Deze tarieventabel vormt één geheel met de verordening graf- en begrafenisrechten.

Vastgesteld door de raad op 8 november 2018, nr.

De griffier,