Regeling voor de bezoldiging van de ambtenaren in dienst van de gemeente Urk

1 Het recht op salaris vangt aan met de dag waarop de aanstelling van de ambtenaar ingaat. Indien in het aanstellingsbesluit geen datum van ingang is vermeld, vangt het recht op salaris aan met de dag waarop de ambtenaar feitelijk in dienst is getreden.

2 Het recht op salaris eindigt, in geval van ontslag, met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat.

1 Burgemeester en wethouders bepalen met inachtneming van de resultaten van een functiewaarderingsonderzoek en aan de hand van de vastgestelde conversie de voor de ambtenaar geldende functieschaal, tenzij eventueel blijkende uit een vastgestelde beoordeling zijn wijze van functioneren zich nog daartegen verzet of de functie nog niet volledig en/of zelfstandig wordt uitgeoefend.

2 Bij de aanstelling van een nieuw indiensttredende ambtenaar is de toe te kennen salarisschaal in de regel lager dan de door burgemeester en wethouders vastgestelde functieschaal van het voor de ambtenaar geldende functieprofiel.

3 Bij de aanstelling van een nieuw indiensttredende ambtenaar wordt het salaris alleen ingedeeld in de voor het functieprofiel van die ambtenaar geldende functieschaal, als deze daarin volledig zelfstandig functioneert.

4 Het bepaalde in lid 2 en 3 is van overeenkomstige toepassing op de ambtenaar aan wiens functieprofiel naar aanleiding van een functiewaarderingsonderzoek, een hogere functieschaal wordt toegekend. Bij die nieuwe inschaling wordt de ambtenaar ingedeeld in de salarisschaal die zich in gelijke mate verhoudt tot de nieuwe functieschaal, als de oude salarisschaal waarin hij op dat moment is ingedeeld zich verhoudt tot de oude functieschaal.

5 Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen over de uitvoering van een functiewaarderingsonderzoek en de daarbij te hanteren methode.

6 Anders dan bij het aanvaarden van passende of gangbare arbeid, dan wel bij wijze van disciplinaire straf, als bedoeld in de CAR/UWO, kan zonder voorafgaand ontslag voor een ambtenaar geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem geldende salarisschaal.

1 Het salaris van de ambtenaar die, blijkens een vastgestelde beoordeling als score een B, C of D scoort, wordt binnen de voor hem geldende salarisschaal periodiek verhoogd tot het naast hogere bedrag.

2 De periodieke verhogingen worden toegekend aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, voor de eerste maal met ingang van 1 januari van het kalenderjaar waarin de ambtenaar aanspraak krijgt op de betreffende verhoging.

1 Aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, kan, naast de in artikel 7, lid 1 bedoelde verhoging nog één extra periodieke salarisverhoging tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximumsalaris, worden toegekend, indien uit een vastgestelde beoordeling blijkt dat hij goed (C-score) of uitstekend (D-score) functioneert.

2 Toekenning van de periodieke salarisverhoging als bedoeld in lid 1, op basis van goed functioneren (C-score) kan slechts éénmaal plaatsvinden gedurende de periode dat het salaris van de ambtenaar volgens die salarisschaal wordt vastgesteld.

3 Het bepaalde in lid 2 is niet van toepassing indien de de periodieke salarisverhoging als bedoelde in het tweede lid plaatsvindt op basis van uitstekend functioneren (D-score).

4 Bij de toepassing van lid 1 blijft het tijdstip waarop ingevolge artikel 7 een salarisverhoging wordt toegekend onverlet, tenzij anders wordt bepaald.

1 Indien een ambtenaar, blijkens een vastgestelde beoordeling, niet goed functioneert (Ascore) kan worden bepaald dat voor hem de in artikel 7 bedoelde salarisverhoging achterwege wordt gelaten.

3 Nadien kan worden bepaald dat de salarisverhoging, welke met toepassing van het eerste lid achterwege is gelaten, al dan niet met terugwerkende kracht alsnog wordt toegekend.

4 Van een beslissing tot toepassing van het eerste lid wordt de ambtenaar zo spoedig mogelijk, doch in elk geval voor de datum waarop anders de salarisverhoging zou ingaan, schriftelijk mededeling gedaan, onder vermelding van de redenen die tot de beslissing hebben geleid.

1 Indien de ambtenaar nog niet is ingedeeld in de bij zijn functieprofiel behorende functieschaal, is bevordering naar een hogere salarisschaal — niet zijnde de functieschaal - mogelijk als de ambtenaar de rol tenminste een jaar volledig en zelfstandig heeft vervuld en, blijkens een vastgestelde beoordeling, het functieprofiel bijna goed vervult (B-score).

2 Indien de ambtenaar nog niet is ingedeeld in de bij zijn functieprofiel behorende functieschaal, is bevordering naar de functieschaal mogelijk indien de ambtenaar het functieprofiel tenminste een jaar volledig en zelfstandig heeft vervuld en blijkens een vastgestelde beoordeling, het functieprofiel op een goede wijze vervult (C-sore).

3 De ambtenaar die middels de interne sollicitatieprocedure wordt aangesteld in een functieprofiel met een hogere functieschaal, komt met ingang van die aanstelling in aanmerking voor een periodieke verhoging binnen de voor zijn oude functieprofiel geldende functieschaal. Bevordering naar de nieuwe functieschaal vindt plaats met inachtneming van het bepaalde in het tweede lid. Alleen als op de datum van aanstelling in het nieuwe functieprofiel het maximum van de oude functieschaal reeds is bereikt, kan, met ingang van die datum, bevordering naar de nieuwe functieschaal plaatsvinden, voor zover de ambtenaar dit functieprofiel volledig en zelfstandig vervult.

1 De ambtenaar, die na het bereiken van het maximum van de voor zijn functieprofiel geldende functieschaal, blijkens een vastgestelde beoordeling daarna nog gedurende vier achtereenvolgende jaren goed heeft gefunctioneerd (C-eindscore), wordt na deze vier jaar een persoonlijke toelage toegekend.

2 De in lid 1 bedoelde toelage wordt toegekend voor een periode van drie opeenvolgende kalenderjaren. De periode wordt telkens automatisch verlengd met één kalenderjaar, tenzij er sprake is van een vastgestelde beoordeling met een B-eindscore, of lager.

3 Als voor de ambtenaar gedurende drie achtereenvolgende kalenderjaren een beoordeling wordt vastgesteld met een B-eindscore of lager, vervalt de in lid 1 en lid 2 bedoelde persoonlijke toelage met ingang van het eerstvolgende kalenderjaar.

4 De persoonlijke toelage wordt weer toegekend als de ambtenaar daarna blijkens een vastgestelde beoordeling gedurende één jaar weer goed heeft gefunctioneerd (C-eindscore). In tegenstelling tot lid 2 wordt deze hernieuwde persoonlijke toelage toegekend voor een periode van twee opeenvolgende kalenderjaren. De periode wordt telkens automatisch verlengd met één kalenderjaar, tenzij er sprake is van een vastgestelde beoordeling met een 8-eindscore, of lager.

5 Als de ambtenaar, in vervolg op het bepaalde in lid 4, gedurende twee achtereenvolgende kalenderjaren een beoordeling krijgt met een B-eindscore, of lager vervalt de in lid 4 bedoelde persoonlijke toelage met ingang van het eerstvolgende kalenderjaar.

6 De persoonlijke toelage wordt vervolgens weer toegekend als de ambtenaar daarna blijkens een vastgestelde beoordeling gedurende één jaar weer goed heeft gefunctioneerd (C-eindcore). In tegenstelling tot lid 2 en lid 4 wordt de hernieuwde persoonlijke toelage, als bedoeld in lid 6, toegekend voor een periode van één kalenderjaar. De periode wordt vervolgens telkens automatisch verlengd met één kalenderjaar, tenzij er sprake is van een vastgestelde beoordeling met een B-eindscore, of lager.

7 Het bedrag van de in dit artikel bedoelde toelage is gelijk aan 5,5 % van het maandsalaris van de ambtenaar, met dien verstande dat de som van het salaris en die toelage het maximumsalaris van de naast hogere salarisschaal niet overschrijdt.

8 Onder verwijzing naar de hardheidsclausule als bedoeld in artikel 31 van deze regeling kan de afdelingsmanager een voorstel doen tot afwijking van de toepassing van de voorgaande leden.

1 Aan de ambtenaar, die na het bereiken van het maximum van de voor zijn functieprofiel geldende functieschaal, blijkens een vastgestelde beoordeling daarna nog gedurende twee achtereenvolgende jaren uitstekend heeft gefunctioneerd (D-score), wordt na deze twee jaar een eenmalige bonus toegekend.

2 Het bedrag van in lid 1 bedoelde bonus bedraagt bruto 10% van het jaarsalaris van de ambtenaar in het kalenderjaar waarover de beoordeling is opgemaakt.

1 De ambtenaar, die na het bereiken van het maximum van de voor zijn functieschaal geldende functieschaal, blijkens een vastgestelde beoordeling gedurende daarna nog vier achtereenvolgende jaren uitstekend heeft gefunctioneerd (D-score), wordt na deze vier jaar een persoonlijke toelage toegekend voor de duur van twee jaar.

2 Indien gedurende de looptijd van de in lid 1 bedoelde toelage, de ambtenaar blijkens een vastgestelde beoordeling, uitstekend is blijven functioneren (minimaal 2x D-score), wordt de toelage telkens verlengd met twee jaar.

3 Indien gedurende de looptijd van de in lid 1 en/of lid 2 bedoelde toelage, de ambtenaar blijkens een vastgestelde beoordeling, goed is blijven functioneren (minimaal 2x Cscore), wordt de toelage omgezet in een persoonlijke toelage als bedoeld in artikel 13.

4 Het bedrag van de in bedoelde toelage is gelijk aan 10 % van het maandsalaris van de ambtenaar.

1 In het eerste kwartaal stelt de personeelsconsulent een overzicht op van de wijze waarop in het voorafgaand kalenderjaar toepassing is gegeven aan de instrumenten van flexibele beloning zoals opgenomen in de artikelen 12, 13, 14 en 15.

2 Voor de toetsing van een eenduidige toepassing binnen de gehele organisatie, wordt het overzicht door de directie besproken in het coördinatieoverleg.

3 Eén keer per jaar wordt aan de Ondernemingsraad ter informatie een geanonimiseerde opgave verstrekt van het aantal beoordelingen en een onderverdeling van de eindscores en het toegepaste (flexibele)beloningsbeleid.

1 Aan de ambtenaar kan om redenen van werving of behoud naar het oordeel van burgemeester en wethouders een arbeidsmarkttoelage worden toegekend.

2 De in lid 1 bedoelde toelage wordt toegekend voor een tijdvak dat tevoren is vastgesteld, met inachtnem Ing van een maximum van drie jaar.

3 De hoogte van de toelage bedraagt maximaal 10% van het salaris van de ambtenaar, met dien verstande dat de som van het salaris en die toelage het hoogste bedrag van de naast hogere salarisschaal niet overschrijdt.

4 De toelage eindigt op de ingevolge het 2e lid vastgestelde einddatum. Wanneer de arbeidsmarktsituatie waarop de toelage is gebaseerd nog steeds bestaat, kan opnieuw een toelage als bedoeld in het 1e lid worden toegekend.

1 De ambtenaren werkzaam bij het gemeentelijk zwem- en recreatiebad en in dienst getreden voor 1 januari 1991 ontvangen boven hun bezoldiging een toelage wegens onregelmatige dienst van 10% van die bezoldiging.

2 Burgemeester en wethouders bepalen welke ambtenaren voor de in lid 1. bedoelde toelage in aanmerking komen.

3 Voor de bepaling van het begrip onregelmatige dienst is artikel 22 van toepassing.

4 De in het eerste lid bedoelde ambtenaar komt niet in aanmerking voor de toelage als bedoeld in artikel 22.

1 Aan de ambtenaar voor wie een salarisschaal geldt met een lager maximumsalaris dan dat van schaal 10 en voor wie werktijden zijn vastgesteld als bedoeld in artikel 3:3 van de CAR/UWO, wordt een toelage toegekend.

2 De toelage als bedoeld in het eerste lid bedraagt per gewerkt uur een percentage van het voor de ambtenaar geldende salaris per uur en wel:a. 20% voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 6.00 en 8.00 uur en tussen 18.00 en 22.00 uur;b. 40% voor de uren op zaterdag tussen 0.00 en 24.00 uur;c. 40% voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 0.00 en 6.00 uur en tussen 22.00 en 24.00 uur;d. 65% voor de uren op zondag en op de feestdagen genoemd in artikel 4:2:1 derde lid, van de CAR/UWO; met dien verstande dat genoemde percentages worden berekend over ten hoogste het salaris per uur, dat is afgeleid van het salaris horende bij het maximum van salarisschaal 6 van bijlage Ila van de CAR. 

3 Voor de in het vorige lid onder a genoemde morgen- en avonduren wordt de toelage slechts toegekend, indien de arbeid is aangevangen voor 7.00 uur, respectievelijk is beëindigd na 18.00 uur.

4 In bijzondere gevallen kan een regeling worden getroffen die het bepaalde in de vorige leden aanvult of daarvan afwijkt.

1 Burgemeester en wethouders kunnen een vaste toelage wegens vuil en onaangenaam werk toekennen tot een door burgemeester en wethouders vast te stellen bedrag, zoals opgenomen in de regeling vuil- en onaangenaam werk en de bij deze regeling behorende bijlage B.

2 Het bedrag van de toelage wordt gewijzigd op basis van de algemene salariswijzigingen van de gemeentelijke salarisschalen.

1 De ambtenaar, die belast is met het verrichten van wacht- en consignatiedienst, geniet hiervoor een toelage zoals vastgesteld in de regeling voor wacht- en storingsdienst.

2 Het bedrag van de toelage wordt gewijzigd op basis van de algemene salariswijzigingen van de gemeentelijke salarisschalen.

1 De ambtenaar die door burgemeester en wethouders is aangewezen tot bedrijfshulpverlener ontvangt hiervoor een toelage zoals dat is aangegeven bij de bij deze regeling behorende bijlage B.

2 Het bedrag van de toelage wordt gewijzigd op basis van de algemene salariswijzigingen van de gemeentelijke salarisschalen.

1 De ambtenaar die is belast met de taken van interieurverzorgster ontvangt een jaarlijkse kledingtoelage, zoals opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage B.

2 Voor de ambtenaar die op oproepbasis werkzaam is als interieurverzorgster wordt de toelage na afloop van ieder kalenderjaar berekend naar rato van het aantal gewerkte dagen (of gedeelten daarvan) in dat kalenderjaar.

3 Het bedrag van de toelage wordt gewijzigd op basis van de algemene salariswijzigingen van de gemeentelijke salarisschalen.

1 De ambtenaar die door de afdelingsmanager Realisatie en Beheer wordt aangewezen als voorloper bij begrafenissen ontvangt daarvoor een toelage van € 18,25 bruto per begrafenis waarbij hij daadwerkelijk is belast met het voorlopen.

2 De hoogte van deze toelage wordt gewijzigd op basis van de algemene salaris- wijzigingen van de gemeentelijke salarisschalen.

1 Indien in de salarissen van de ambtenaren volgens de CAR een wijziging wordt aangebracht, nemen burgemeester en wethouders deze wijziging overeenkomstig de CAR over.

2 Van de wijziging bedoeld in het eerste lid geven burgemeester en wethouders kennis aan de raad.

1 Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2009 en kan worden aangehaald als de “Bezoldigingsregeling gemeente Urk 2009”.

2 De “Bezoldigingsregeling Urk 2003”, zoals vastgesteld op 15 mei 2003 en zoals sindsdien gewijzigd, wordt ingetrokken.

3 De rechtsgevolgen van de artikelen 13,14 en 15 hebben betrekking op de vast te stellen beoordelingen vanaf het jaar 2009.