Verordening geldelijke voorziening raads- en commissieleden

Geldend van 23-02-1995 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-1995

Intitulé

Verordening geldelijke voorziening raads- en commissieleden

De raad van de gemeente Urk;gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 november 1994;gelet op de artikelen 95 t/m 98 van de Gemeentewet en de artikelen 1 tot en met 7 van het koninklijk besluit van 23 november 1976, stb. 621;besluit:1.in te trekken de verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden, vastgesteld op 26 februari 1981;2.vast te stellen de volgende:<vet>      ‘Verordening geldelijke voorziening raads- en commissieleden’</vet>

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:a. de leden van de raad: de leden van de raad die geen lid zijn van het kollege van burgemeester en wethouders;b. commissie : een kommissie genoemd in de bij deze verordening behorende lijst;c. AMvB: het koninklijk besluit van 23 november 1976, Stb. 621

Artikel 2

  • 1 De leden van de raad ontvangen per kalenderjaar een vergoeding voor hun werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten ten bedrage van 100 % van de bedragen, vermeld in de bij de AMvB. behorende tabel 1, zoals die bedragen talken jaren door de minister van Binnenlandse Zaken zijn of worden vastgesteld.

  • 2 Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar lid van de raad is geweest, ontvangt de vergoeding en de tegemoetkoming in de kosten, als bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij het lidmaatschap van de raad heeft bekleed.

Artikel 3

  • 1 De leden van een kommissie, die geen raadslid zijn, ontvangen per bijgewoonde vergadering een vergoeding.

  • 2 2.Voor de onderscheidene kommissies wordt de hoogte van het bedrag als volgt samengesteld:a. de in de bijlage onder categorie A genoemde kommissies ontvangen 100 %;b. de in de bijlage onder categorie B genoemde kommissies ontvangen 75 %;c. de in de bijlage onder categorie C genoemde kommissies ontvangen 50 %;d. de in de bijlage onder categorie 0 genoemde kommissies ontvangen 25 %;van het bedrag, vermeld in de bij de AMvB. behorende tabel II, zoals dat bedrag telken jaren door de Minister van Binnenlandse Zaken wordt vastgesteld.

Artikel 4

De leden van de raad en de leden van een commissie, als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van deze verordening, ontvangen een vergoeding van reis- en verblijfkosten, gemaakt in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een besluit van het gemeentebestuur of van een gemeentelijke commissie welke wordt vastgesteld overeenkomstig de regels voor de vergoeding welke een rijksambtenaar ingevolge het Reisbesluit 1971 en de daarop gebaseerde beschikkingen, bij de desbetreffende beschikking ingediend in de hoogste categorie, voor dienstreizen ontvangt.

Artikel 5

De in deze verordening bedoelde vergoedingen worden na afloop van elk kalenderkwartaal aan de rechthebbende uitbetaald.

Artikel 6

  • 1 Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden”.

  • 2 Zij treedt in werking op 1 januari 1995.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Urk, gehouden op 23 februari 1995,De voorzitter,                                                                De griffier,

Toelichting 1

Lijst als bedoeld in artikel 1, sub b, van de “Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden”. Behoort bij raadsbesluit d.d. 23 februari 1995.Categorie A1.Commissie Openbare Voorzieningen en Verkeer 2.Commissie Algemene en Bestuurlijke Aangelegenheden 3.Commissie Welzijn en Onderwijs 4.Commissie Economische Zaken, Visserij en MilieuCategorie B•Categorie C1.Verkeerscommissie2.VrouwenadviescommissieCategorie D•