Beleidsnotitie integriteit

Geldend van 10-03-2010 t/m heden

Intitulé

Beleidsnotitie integriteit

Hoofdstuk 1 Inleiding

Bestuurders en ambtenaren zijn gehouden om het algemeen belang te dienen. Zij zijn er voor alle burgers. De burger richt zich voor veel aangelegenheden tot de gemeente. De gemeentelijke overheid verkeert daarbij vaak in een monopoliepositie. Dat stelt hoge eisen aan de kwaliteit van het openbaar bestuur en aan degenen die daarin functioneren. Integriteit is daarvan een wezenlijk onderdeel. Wanneer de integriteit van bestuurders en ambtenaren ter discussie staat, wordt het vertrouwen in een de legitimiteit van het openbaar bestuur aangetast.Het is de verdienste van voormalige minister van binnenlandse zaken, mevrouw C.I. Dales, geweest dat integriteit van het openbaar bestuur weer nadrukkelijk op de politieke agenda is geplaatst. Van haar is de stelling: “Een beetje integer kan niet”. Sindsdien is een groot aantal publicaties op dit terrein verschenen en zijn initiatieven ondernomen, die zijn gericht op de bewustwording en het belang van goed bestuurlijk en ambtelijk handelen. Ook in de gemeente Urk.Een aantal jaren geleden is in het toenmalige managementteam en de Ondernemingsraad gesproken over een conceptnota integriteit, een conceptgedragscode en de eventuele verplichtingen tot het afleggen van de eed of belofte. Er is toen besloten te wachten op de nieuwste ontwikkelingen op dit onderwerp. Dat moment is nu aangebroken.Het is niet alleen van belang dat overheidsorganisaties integriteitbeleid ontwikkelen, maar ook onderhouden. De ontwikkelingen gaan door. Regelgeving en andere overheidsinitiatieven dwingen van tijd tot tijd tot aanpassingen en aanvulling van beleid.Directe aanleiding voor deze notitie is de wijziging van de Ambtenarenwet. Op 19 december 2005 heeft de Eerste Kamer namelijk het wetsvoorstel aangenomen tot “Wijziging van de Ambtenarenwet en enkele andere wetten in verband met goed ambtelijk handelen, goed werkgeverschap en algemene regels over integriteit”. De wetswijziging, die op 1 maart 2006 inwerking is getreden, heeft tot doel de integriteit binnen de overheid te bevorderen.Het verplicht overheidswerkgevers, waaronder gemeenten, een gedragscode voor ambtenaren in te voeren en nieuwe ambtenaren een eed of belofte af te laten leggen. Daarnaast is het bevoegd gezag (college van burgemeester en wethouders en voor de griffie de raad) verplicht een integriteitbeleid voor zijn ambtenaren te voeren.In deze notitie worden de verschillende aspecten van integriteit belicht. Met de vaststelling van deze notitie en de uitvoering daarvan wordt uitvoering gegeven aan de wettelijke verplichtingen zoals die gelden op grond van de met ingang van 1 maart 2006 gewijzigde Ambtenarenwet.Voor wat betreft de vast te stellen gedragscode is gekozen voor de modelgedragscode van de VNG om daarmee – ook naar de toekomst – te voldoen aan de basisnormen integriteit openbaar bestuur.

Hoofdstuk 2 Inhoud van de nieuwe bepalingen in de Ambtenarenwet:

  • 1.

    Goed ambtenaar- en werkgeverschap: het bevoegd gezag en de ambtenaar zijn verplicht zich als een goed werkgever en een goed ambtenaar te gedragen.

  • 2.

    Integriteitbeleid: het bevoegd gezag voert een integriteitbeleid dat is gericht op het bevorderen van goed ambtelijk handelen en dat in ieder geval aandacht besteedt aan:- Het bevorderen van integriteitbewustzijn;- Het voorkomen van misbruik van bevoegdheden, belangenverstrengeling en discriminatie en- Het er voor zorgen dat het integriteitbeleid een vast onderdeel uitmaakt van het personeelsbeleid, in ieder geval door:- Integriteit in functioneringsgesprekken en werkoverleg aan de orde te stellen en door het aanbieden van scholing en vorming op het gebied van integriteit.

  • 3.

    Gedragscode:het bevoegd gezag draagt zorg voor de totstandkoming van een gedragscode voor goed ambtelijk handelen.

  • 4.

    Verantwoording: het bevoegd gezag stelt in overeenstemming met de raad vast op welke wijze jaarlijks verantwoording wordt afgelegd over het gevoerde integriteitbeleid en over de naleving van de gedragscode.

  • 5.

    Eed of belofte: Er worden voorschriften vastgesteld betreffende de verplichte aflegging van de eed of belofte door de ambtenaar bij zijn aanstelling.

De bepalingen zijn neergelegd in de nieuwe artikelen 125ter, 125quater en 125quinquis Ambtenarenwet.De nieuwe bepalingen zijn onderstaand puntsgewijs toegelicht en uitgewerkt.

Hoofdstuk 3 Goed ambtenaarschap en goed werkgeverschap

Paragraaf 3.1 Beginselen van ambtelijke integriteit

Rechtsstatelijke en democratische beginselen vormen de grondslag voor ambtelijke integriteit. Kern is dat de overheid tot doel heeft het algemeen belang te behartigen door ene efficiënte en effectieve inzet van collectieve middelen. Dat is een wezenlijk verschil met een onderneming die haar eigen belang laat prevaleren.Het legaliteitsbeginsel houdt in dat de overheid uitsluitend bevoegdheden heeft voor zover die in een wet aan het overheidsorgaan zijn toebedeeld. De overheid heeft het monopolie op bepaalde bevoegdheden, zoals het verlenen en intrekken van vergunningen, het opleggen van belastingen en het opleggen van sancties. Deze bevoegdheden mogen niet voor andere doelen gebruikt worden. Daarbij hanteert de gemeente Urk de algemene beginselen van behoorlijk bestuur zoals: het zorgvuldigheidsbeginsel, het motiveringsbeginsel, de afweging van alle betrokken belangen en het gelijkheidsbeginsel. Het beginsel van politieke verantwoordelijkheid houdt in dat de politiek ambtsdrager verantwoordelijk is voor wat de ambtenaren doen of nalaten. De inhoud en omvang van het ambtelijk handelen wordt bepaald door de verantwoordelijkheid van de bestuurder ten opzichte van het vertegenwoordigend orgaan, de gemeenteraad. Deze beginselen bepalen mede de relatie tussen de ambtenaar en zijn werkgever.

Paragraaf 3.2 Goed ambtenaarschap

De nieuwe bepaling over goed ambtenaarschap en goed werkgeverschap is een open norm die inhoudt dat het bevoegd gezag de ambtenaar behandelt zoals dit van een goed werkgever verwacht mag worden en dat de ambtenaar verplicht is zich als een goed ambtenaar te gedragen.De norm van goed ambtenaarschap is voor de gemeenten te vinden in artikel 15:1:1 CARUWO: “De ambtenaar is gehouden zijn betrekking nauwgezet en ijverig te vervullen en zich ook overigens te gedragen zoals het een goed ambtenaar betaamt”.“Goed ambtenaarschap” houdt in, dat de ambtenaar loyaal is ten opzichte van het bevoegd gezag en de aanwijzingen en opdrachten van de leidinggevende zo goed en zorgvuldig mogelijk uitvoert. Het houdt ook in dat de ambtenaar zijn taak integer en onpartijdig uitvoert waarbij iedere vorm van belangenverstrengeling wordt voorkomen. Goed ambtenaarschap wordt ook tot uitdrukking gebracht in de vast te stellen gedragscode.

Paragraaf 3.3 Goed werkgeverschap

Goed werkgeverschap strekt zich uit over de gehele (arbeids)verhouding tussen ambtenaar en werkgever en beperkt zich niet tot integriteitaspecten. De werkgever is bijvoorbeeld verantwoordelijk voor het benoemen van de juiste persoon op de juiste plek, voor voldoende begeleiding van het personeel en voor technische hulpmiddelen, zoals een goede beveiliging van informatiesystemen. De werkgever draagt zorg voor optimale werkomstandigheden. Voor het onderwerp integriteit moet de werkgever de ambtenaar in staat stellen tot en ondersteuning bij het integer uitvoeren van zijn werk. De manier waarop het werk georganiseerd is heeft daar invloed op.Opgedragen taken van een ambtenaar mogen niet leiden tot belangenverstrengeling. Dat betekent bijvoorbeeld dat het een ambtenaar mogelijk gemaakt moet worden zijn taak, bijvoorbeeld het verlenen van een vergunning, aan een collega over te dragen als sprake is van familie- of vriendschapsbanden met de aanvrager. De werkgever moet zorgen voor heldere functiebeschrijvingen, een scheiding tussen advies-, beslissing- en controlebevoegdheid.Aspecten als hier bedoeld liggen ook ten grondslag aan reeds vastgestelde regelingen en beleid. In dit verband kan worden gedacht aan het aanbestedingsbeleid, de regeling klokkenluiders, de nota ongewenste omgangsvormen of de mogelijkheid van inschakeling van een vertrouwenspersoon.

Hoofdstuk 4 Integriteitbeleid

Integriteit omvat meer dan het invoeren van een gedragscode en de ambtseed. De gewijzigde Ambtenarenwet schrijft voor dat het integriteitbeleid in ieder geval aandacht moet besteden aan het bevorderen van integriteitbewustzijn en aan het voorkomen van belangenverstrengeling, misbruik van bevoegdheden en discriminatie. Integriteit dient een vast onderdeel uit te maken van het personeelsbeleid. De wet noemt het aan de orde stellen van integriteit in functioneringsgesprekken en in werkoverleg en het aanbieden van scholing en vorming op het gebied van integriteit.Het onderwerp integriteit moet een vaste plaats hebben in de gesprekscyclus van de organisatie. Het is als zodanig opgenomen als kerncompetentie voor de organisatie van het Urker Klantmodel. Het staat op de agenda van het competentiegerichte functioneringsgesprek. Het is standaard opgenomen in het beoordelingsgesprek. De organisatie beschikt daarnaast over procedures voor werving en selectie waarin aandacht wordt besteed aan integriteit.- De procedure tijdens het sollicitatiegesprek richt zich op het testen van de sollicitant door het voorleggen van integriteitdilemma´s en vragen naar gedrag; - Daarnaast vormen het inwinnen van referenties en het overleggen van een verklaring omtrent het gedrag (VOG) vaste componenten bij de werving en selectie. Deze elementen van integriteit liggen vast in de nota Werving en Selectie. Opleiding en training op het terrein van integriteit behoort tot de mogelijkheden bij individuele afspraken bij het vaststellen van persoonlijke ontwikkelingsplannen.Een integraal integriteitbeleid richt zich op de organisatie en op de medewerkers. De medewerkers moeten bewust zijn van en weerbaar zijn in risicosituaties. De wijze waarop het werk georganiseerd is moet de integriteit van de medewerkers ondersteunen. Heldere gedragsregels helpen de juiste keuzes te maken. Integriteitbeleid betekent ook open communicatie, interne controle op de naleving van regels en het zo nodig treffen van sancties.Door de vaststelling van deze notitie en de bekendmaking en invoering ervan wordt (weer eens) extra aandacht aan integriteit besteed en daarmee een impuls gegeven aan het integriteitbewustzijn.

 

Hoofdstuk 5 Sturingscapaciteit

De gemeente Urk is een gemeente in groei. Er is sprake van een hoog ambitieniveau. Uit de diverse onderzoeken blijkt dat er spanning is tussen de aanwezige werklast en de beschikbare menskracht.Dit vereist van het college een duidelijke sturingscapaciteit zodat de ambities naar de ambtelijke organisatie toe voldoende worden gedoseerd. Daardoor ontstaat er in de organisatie een sfeer van doen, vertrouwen, voldoende begeestering en aandacht voor resultaatgerichtheid. Vanuit de organisatie is er voldoende goedwillendheid, kwaliteit en betrokkenheid van de medewerkers.Binnen het integraal financieel management zijn afspraken gemaakt op welke wijze de bedrijfsvoering binnen de gemeente Urk plaatsvindt. De gemeenteraad stelt het raadsprogramma vast. Het college bereidt de jaarbegroting voor. Op basis daarvan en in relatie met het raadsprogramma wordt het directieplan vastgesteld. Dat is de basis voor de vast te stellen afdelingsplannen. De afdelingsmanager maakt met de medewerker resultaatafspraken vanuit het afdelingsplan in het competentiegericht functioneringsgesprek. Afstemming, coördinatie en sturing van de afdelingsplannen en projecten vindt plaats in het coördinatieoverleg. Binnen de planning en controlecyclus legt de organisatie verantwoording aan het college af met behulp van de managementrapportages. Het college legt aan de gemeenteraad verantwoording af met behulp van de bestuursrapportages.

Hoofdstuk 6 Transparantie

Binnen de structuur van het Urker Klantmodel is integriteit zeer belangrijk. Door het vaststellen en toepassen van cheks en balances worden waarborgen geschapen rondom dit thema. Daardoor ontstaat er ook een belangrijke mate van transparantie over de gang van zaken rondom het thema integriteit.Tijdens het werkoverleg wordt regelmatig over het thema integriteit en integriteitvraagstukken gesproken. Tijdens dit overleg wordt daarover open en eerlijk met elkaar gesproken. Daardoor ontstaat er een grote mate van transparantie over dit thema. Door deze manier van werken en communiceren wordt onderling het vertrouwen gewekt, zodat het makkelijker is en blijft om knelpunten te bespreken. Op deze manier en door de afspraken en resultaten vast te leggen in het verslag wordt integriteit geborgd in de gemeentelijke organisatie.

Hoofdstuk 7 Manier van werken

Het vertrouwen van de burger in de openbare sector blijft behouden als de professionaliteit, betrouwbaarheid, onkreukbaarheid en zorgvuldigheid van de overheid, haar organen en haar medewerkers boven iedere twijfel verheven zijn. Integriteit is niet de optelsom van verschillende gedragsregels, maar een grondhouding, een kwaliteit. De medewerker in de organisatie moet kunnen verantwoorden dat hij/zij iets doet of nalaat. Aangetoond zal moeten worden dat men onafhankelijk is, ook in een tijd dat normen aan slijtage onderhevig zijn en sommigen agressief lobbyen. Dit kan door zorgvuldig om te gaan met verantwoordelijkheden en regels, goede afspraken tussen afdelingsmanager en medewerkers, inachtneming van normen en waarden door het bestuur en de ambtelijke organisatie, voldoende openheid in de besluitvorming, maar ook zorgen dat vermenging van functies en verantwoordelijkheden vermeden wordt. Dit heeft tot gevolg dat voorkomen wordt dat aantasting van de integriteit een voedingsbodem in de organisatie vindt. Deze uitgangspunten komen tot uiting in de afspraken die gemaakt zijn over de nieuwe manier van werken in het Urker Klantmodel. Daarin gaat het om een aantal competenties van de organisatie zelf en binnen het functieprofiel van de medewerker om een aantal specifieke competenties. Integriteit maakt daar onderdeel vanuit. Integriteit maakt integraal onderdeel uit van de cultuur binnen het Urker Klantmodel.Daarvoor is de juiste omgeving geschapen waarin mensen zich gestimuleerd voelen om zich te kunnen ontplooien. Dit vergt coachend leiderschap en een goede sfeer, waarin lerend vermogen centraal staat. Directie en het management sturen daarop.Dit betekent ook dat medewerkers worden uitgedaagd risico´s te nemen, pro-actief te zijn flexibel te zijn en open. Het elan in de organisatie als geheel, zichtbare betrokkenheid en duidelijk uitstralend verantwoordelijkheidsgevoel zijn cultuuruitingen die daarbij horen. De organisatie straalt daarin uit dat we gaan voor het maximale en een kritische werkhouding waarbij met elkaar wordt gesproken. Het debat in de organisatie wordt gevoerd over de gang van zaken en verbeterpunten. De medewerkers leveren, ontvangen en pareren faire, inhoudelijke professionele kritiek. Het geven van feedback kan echter beter. Er is gevoel voor het lerend vermogen van de organisatie. Managers en medewerkers kunnen elkaar nog beter aanspreken op aansturing en resultaten. Het project “Omgaan met elkaar” kan hieraan een belangrijke bijdrage leveren.

Hoofdstuk 8 Personeelsbeleid

Binnen het personeelsbeleid van het Urker Klantmodel is het uitgangspunt: “De gemeente Urk staat voor integer handelen”. Dit gebeurt als medewerkers onder elkaar. Dat is van toepassing op de onderlinge relatie tussen bestuurders binnen de verschillende bestuursorganen. Ook de onderlinge relatie tussen bestuurder, manager en medewerker laat integer handelen zien. Er wordt met elkaar gesproken en niet over elkaar. Respect voor elkaar en van elkaars kwaliteiten en onbevooroordeeldheid is van wezenlijk belang voor het leveren van optimale prestaties. Dat geldt ook in de relatie met burgers, bedrijven en externe partijen. De medewerkers in de ambtelijke organisatie zijn sterk klantgericht. Bij het werven van nieuwe medewerkers is dat één van de aspecten waarop wordt getoetst. Belangenverstrengeling moet worden voorkomen. Hierbij past ook meer aandacht voor persoonlijke ontwikkeltrajecten met een duidelijke toegevoegde waarde. Deze trajecten hebben betrekking op het optimaliseren van kennis, kunde, gedrag, houding en vaardigheden, mede in relatie met het thema integriteit.

Hoofdstuk 9 Omgang tussen politiek en ambtelijke organisatie

In beginsel hebben bestuurders op basis van het democratisch mandaat het primaat. De ambtelijke organisatie heeft te doen wat de politiek vraagt. Dit is een vanzelfsprekend uitvloeisel van het beginsel van het primaat van de politiek. De manager moet een dienstbare houding tegenover de bestuurders hebben, Tegelijkertijd is hij of zij leidinggevende in een ambtelijke dienst, waarbinnen hij of zij zijn of haar geloofwaardigheid, betrouwbaarheid, professionaliteit en verantwoordelijkheid dient te waarborgen tegenover de eigen medewerkers.Een specifiek integriteitrisico doet zich voor in het contact tussen bestuurders en ambtenaren (ambtenaren die in direct contact staan met een of meer wethouders). Hier gaat het om integriteit in de brede betekenis van professionele ambtelijke verantwoordelijkheid. Professionele verantwoordelijkheid heeft betrekking op gedrag dat voldoet aan eisen van deskundigheid en competenties.In een politiek-bestuurlijke en ambtelijke organisatie heeft iedereen een eigen rol, positie, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Soms levert dat spanning op. lederen moet zich daarom bewust zijn van deze aspecten en daar ook in alle openheid met elkaar over van gedachten wisselen. Als dat bespreekbaar wordt gemaakt ontstaat er over en weer begrip en respect voor elkaar.Dit laat onverlet dat iedere ambtenaar het belang van een goede samenwerkingsrelatie met een bestuurder onderkent. Bestuurder en ambtenaar zijn voor het bereiken van resultaten immers van elkaar afhankelijk. Het persoonlijke contact met een bestuurder is voor ambtenaren van groot belang, niet alleen omdat het voor een ambtenaar nodig is te weten welke inhoudelijke wensen een bestuurder heeft, maar ook hoe een bestuurder over de inhoud denkt. Binnen de gemeente Urk geldt het uitgangspunt van collegiaal bestuur: de ambtelijke organisatie werkt in principe voor het gehele college en niet uitsluitend voor de eigen portefeuillehouder. Het uitgangspunt van het Urker Klantmodel is verkokering en eventuele aansturing door portefeuillehouders te voorkomen. Dit blijft een aandachtspunt. Bij de start van de nieuwe raadsperiode wordt dit aspect bij de introductie van de nieuwe portefeuillehouders tijdens werkbijeenkomsten aan de orde gesteld.

Hoofdstuk 10 Integriteitbewaking

Integriteit is een kwaliteitsaspect van de bedrijfsvoering dat allerlei afdelingen overstijgt. Het thema integriteit moet in de gemeentelijke organisatie worden geborgd. Dat vereist het vaststellen van de gedragscode. Daarnaast moet integriteit geïntegreerd zijn in de houding en het gedrag van medewerkers, managers en bestuurders. Integriteit moet "tussen de oren zitten".Op grond van de geldende wetgeving is het vereist dat er één keer per jaar aan de gemeenteraad verslag wordt gedaan op welke wijze het integriteitbeleid wordt toegepast en uitgevoerd. Ook de integriteitschendingen en de daarmee gepaard gaande maatregelen worden daarbij betrokken. De directeur is eindverantwoordelijk voor de bedrijfsvoering. De griffier is ondersteunend aan de gemeenteraad. Het is daarom dat de "klachtencommissie" verantwoordelijk kan worden voor het maken van het jaarverslag over het thema integriteit. De klachtencommissie rapporteert daarover aan het college. Het college legt verantwoording af aan de gemeenteraad. Door het integriteitbeleid bij de klachtencommissie te concentreren wordt versnippering voorkomen, wordt het profiel van het integriteitbeleid duidelijker en ontstaat er een centrale regie onder een eenduidige verantwoordelijkheid. De controle op de integriteit moet - onder regie van de klachtencommissie - door de afdelingen zelf worden uitgevoerd door een periodieke zelfevaluatie tijdens een regulier werkoverleg.Vervolgens moet het management zichtbaar sturen op de morele kwaliteit, medewerkers daarop aanspreken en open staan voor feedback. Dat betekent dat gecontroleerd wordt of activiteiten in overeenstemming zijn met wet- en regelgeving en of er aandacht is voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van regelingen, diensten en producten, van gemeentelijke faciliteiten en eigendommen en of de interne taakvervulling in overeenstemming is met de bedoelingen.

Hoofdstuk 11 Implementatie

Om deze notitie het volle gewicht te geven is het nodig dat alle betrokkenen in de bestuurlijke en ambtelijke organisatie direct worden betrokken bij het toepassen daarvan. Het college heeft ten opzichte van de gemeenteraad hierin een duidelijke rol. Bij de installatie van de nieuwe gemeenteraad begin 2010 kan onder leiding van de voorzitter en met ondersteuning van de griffier een themabijeenkomst worden gehouden over integriteit voor zowel de raadsleden als de collegeleden.Onder verantwoordelijkheid van de directeur en met ondersteuning van de adviseur P&O en eventuele externe deskundige begeleiding worden begin 2010 per afdeling themabijeenkomsten georganiseerd. Omdat integriteit structureel onderdeel uitmaakt van de agenda, vindt zo'n themabijeenkomst plaats tijdens een regulier werkoverleg. Daardoor loopt zowel het bestuurlijk als het ambtelijk traject gelijk op. Deze themabijeenkomsten kunnen vervolgens één keer in de twee jaar worden georganiseerd. Over de vorm en inhoud van deze themabijeenkomsten worden afspraken op maat gemaakt. Tijdens deze themabijeenkomsten kan een veelheid van aspecten aan de orde worden gesteld:- wat verstaan bestuur, gemeenteraad en management onder integriteit? - wat is de betekenis en het belang van integriteit? - waar en wanneer speelt integriteit in de gemeentelijke organisatie? - welke beleidsalternatieven zijn er welke keuzes kunnen worden gemaakt? - wat willen bestuur en management met het integriteitbeleid bereiken? - welke concrete instrumenten zijn er? - welke wil het management verder ontwikkelen? - wie heeft welke rol bij het uitwerken, implementeren en uitdragen van het integriteitbeleid.

Hoofdstuk 12 SAINT werkbijeenkomst

De werkbijeenkomst op 27 augustus 2008 in Het Buitenhuis te Den Haag met een dwarsdoorsnede van de gemeentelijke organisatie, heeft op basis van een zelfanalyse geleid tot een aantal duidelijk geformuleerde resultaten en aanbevelingen. De afspraak is gemaakt dat de resultaten en aanbevelingen van onderop worden ontwikkeld. Het is daarom nodig deze resultaten en aanbevingen te bespreken tijdens het reguliere werkoverleg van elke afdeling. Per afdeling wordt concreet uitgewerkt op welke wijze de resultaten en aanbevelingen, voor zover op de medewerkers binnen de afdeling van toepassing, wordt omgegaan.De directie maakt over de afdelingsoverstijgende resultaten en aanbevelingen in het coördinatieoverleg concrete afspraken met de afdelingsmanagers op welke wijze de resultaten van de werkbijeenkomst van 27 augustus 2008 verder worden uitgewerkt en ingevoerd. Mogelijk is het nodig om daarvoor een aantal werkgroepen per thema in het leven te roepen die met concrete SMART-geformuleerde doelstellingen en uitgewerkte resultaten komen, De directie beslist daarover in overleg met de afdelingsmanagers. Als voor deze handelwijze wordt gekozen, begeleidt de projecten manager vervolgens dat proces onder verantwoordelijkheid van de directie. Het college van Burgemeester en Wethouders neemt daarover op voorstel van de directie definitieve besluiten.Het rapport van deze SAINT werkbijeenkomst van 27 augustus 2008 is hierbij als bijlage III bijgevoegd en maakt integraal onderdeel uit van deze beleidsnotitie.

Hoofdstuk 13 Gedragscode voor goed ambtelijk handelen

Paragraaf 13.1 Inhoud gedragscode

Het college moet zorg dragen voor de totstandkoming van een gedragscode voor goed ambtelijk handelen. De wet stelt geen inhoudelijke eisen aan de gedragscode en laat dus de ruimte om deze toe te snijden op de eigen lokale situatie.De gedragscode geeft onze waarden en normen weer en sluit aan bij de praktijk van alledag.Het bevat een aantal kernwaarden:- openheid, - betrouwbaarheid, - onafhankelijkheid, - dienstbaarheid, - zorgvuldigheid, - functionaliteit en geeft gedragsregels voor thema's waarbij de integriteit in het geding kan komen:- vertrouwelijke informatie, - nevenwerkzaamheden, - geschenken, - uitnodigingen voor reizen, - gemeentelijke voorzieningen, - belangen van familieleden en - reageren op niet-integere zaken en melden van vermoedens van misstanden. Voor het laatstgenoemde aspect wordt tevens verwezen naar de vastgestelde 'Klokkenluidersregeling" op grond van artikel 15.2 CAR-UWO. Daarnaast wordt - onder het kopje "goed ambtenaarschap" - aandacht besteed aan de wijze waarop ambtenaren met de burgers en elkaar om dienen te gaan. ln dit verband wordt ook verwezen naar de vastgestelde gedragsregels volgens de nota "Ongewenste omgangsvormen". Het wettelijk vereiste dat het integriteitbeleid aandacht besteedt aan het voorkomen van discriminatie is eveneens in de gedragscode verder ingevuld. In 2003 zijn aan de Ambtenarenwet twee verplichtingen over nevenfuncties toegevoegd; verplichtingen die als gevolg van de wetswijziging zijn terug te vinden in artikel 12Squinquies, te weten:- het openbaar maken van nevenfuncties van een bepaalde categorie ambtenaren en - de plicht van een bepaalde categorie ambtenaren om ook financiële belangen te melden. Deze aspecten zijn eveneens in de gedragscode meegenomen. Als aanzet voor de discussie in de diverse werkoverleggen is als bijlage I een concept gedragscode voor ambtenaren aan deze notitie gehecht. De resultaten van deze werkoverleggen monden uiteindelijk uit in een definitieve door uw college vast te stellen gedragscode. De resultaten en aanbevelingen van de SAINT-werkbijeenkomst worden daar ook bij betrokken.

Paragraaf 13.2 Handhaving en juridische betekenis

Om effect te hebben moeten de in de code neergelegde gedragsregels in de organisatie algemeen bekend zijn en nageleefd worden. Daarmee geeft de organisatie aan de gedragscode serieus te nemen. Dat betekent dat de afdelingsmanager de regels zelf uitdraagt in de praktijk, de naleving controleert, medewerkers aanspreekt op twijfelachtig gedrag en zo nodig maatregelen neemt. De wettelijke verplichting om jaarlijks verantwoording af te leggen over de naleving van de gedragscode zal dit stimuleren. Het is overigens normaal als medewerker hierop, als dat nodig is, elkaar ook gewoon aanspreken. Vóór de inwerkingtreding van de gewijzigde Ambtenarenwet was een door gemeenten vastgestelde gedragscode voor ambtenaren op te vatten als een nadere invulling of uitwerking van het bepaalde in artikel 15.1.1van de CAR-UWO, op grond waarvan de ambtenaar is gehouden zijn betrekking nauwgezet en ijverig te vervullen en zich ook overigens te gedragen zoals een goed ambtenaar betaamt.Met de komst van artikel 125quater van de Ambtenarenwet is het vaststellen van een gedragscode een wettelijke verplichting en vormt daarmee een regeling waaraan de ambtenaar zich heeft te houden. De code heeft dan ook juridische betekenis, ln een ambtenaarrechtelijke procedure legt de gedragscode en de handhaving ervan gewicht in de schaal ten gunste van de werkgever.

Hoofdstuk 14 Jaarlijkse verantwoording

Integriteit van de organisatie gaat de gemeente in zijn geheel aan: niet alleen ambtenaren, maar ook bestuurders en raadleden, getuige de bepalingen van de Gemeentewet op grond waarvan de gemeenteraad een gedragscode heeft vastgesteld voor raadleden (art. 15), wethouders (art. 41c) en de burgemeester (art. 69). Integriteit is een politiek gevoelig onderwerp. Door de verplichte verantwoording kan verzekerd worden dat het onderwerp integriteit in ieder gevaljaarlijks op de agenda staat. ln artikel 125quater van de Ambtenarenwet is bepaald dat in overleg met de gemeenteraad wordt bepaald op welke manier verantwoording wordt afgelegd over het integriteitbeleid en de naleving van de gedragscode. Zoals hiervoor is aangegeven gebeurt dit door de klachtencommissie aan het college. Vervolgens legt het college daarover verantwoording af aan de gemeenteraad. De jaarrekening is daarvoor een geschikt instrument. Daarmee is de af te leggen verantwoording over dit thema ook meteen gekoppeld aan het proces rondom planning en control met data.

Hoofdstuk 15 Ambtseed of belofte

De eed of belofte is een formele daad waarbij de ambtenaar uitdrukkelijk verklaart zich als een goed ambtenaar te gedragen. Het verplicht afleggen van een eed of belofte door de ambtenaar bij zijn aanstelling zorgt ervoor dat er direct vanaf de indiensttreding aandacht is voor het integriteitaspect van de functie.De medewerker legt op de eerste werkdag of direct daarna in handen van de burgemeester de eed of belofte af. De vastgestelde gedragscode wordt bij het afleggen van de eed of belofte aan de ambtenaar overhandigd.

Paragraaf 15.1 Reikwijdte van de verplichting

Artikel 125quinquies van de Ambtenarenwet stelt het afleggen van een eed of belofte verplicht voor de ambtenaar bij zijn aanstelling. Aflegging van de eed of belofte vindt in principe plaats op het moment van aanstelling dan wel zo spoedig mogelijk daarna. De verplichting geldt dus voor personeel dat door middel van aanstelling in dienst treedt. Aankomend personeel wordt bij de sollicitatie op de hoogte gebracht van de verplichte eed of belofte. De door voormalig minister Dales gelanceerde stelling "een beetje integer kan niet!" geldt uiteraard nog steeds, zowel naar inhoud als reikwijdte van het te voeren integriteitbeleid. Niet alleen van nieuw personeel, maar ook van het in dienst zijnde personeel wordt gevraagd stil te staan bij de eisen van goed en integer ambtenaarschap. Op nadrukkelijk advies van de Ondernemingsraad is er voor gekozen de ambtseed of belofte in ieder geval te vragen van de nieuw in dienst tredende medewerker. Door de gekozen handelwijze is het de bedoeling draagvlak te creëren voor het integriteitbeleid van onderaf. Aan medewerkers die tijdelijk worden ingehuurd wordt via het (uitzend)bureau gevraagd hen een integriteitverklaring te laten ondertekenen. Dit moet plaatsvinden voordat de tijdelijke medewerker zijn of haar werkzaamheden feitelijk gaat beginnen bij de gemeente Urk.

Paragraaf 15.2 Inhoud en vorm van de eed of belofte

Een eed of belofte zoals die door raadsleden en bestuurders op grond van de Gemeentewet wordt afgelegd bestaat uit een inhoudelijk deel en een bekrachtigingsformule ("Zo waarlijk helpe mij God Almachtig" dan wel *Dat verklaar en beloof ik"). Het inhoudelijke deel is onderverdeeld in een zogenoemde zuiveringseed en een ambtseed. Bij de zuiveringseed gaat het erom dat betrokkene verklaart geen gift of gunst te hebben gegeven of beloofd om tot raadslid, wethouder of burgemeester benoemd te worden. In iets aangepaste vorm is deze zuiveringseed verwerkt in de door de ambtenaar bij zijn aanstelling af te leggen eed of belofte. In het gedeelte van de ambtseed komen de volgende elementen voor:- de eerbiediging van de Grondwet en andere wetten, - geen giften of gunsten aanvaarden om iets te doen of na te laten in de functie, deze kunnen worden aangevuld met: - geheimhoudingsplicht en - het naleven van de gedragscode. In bijlage II van deze notitie is de vorm van de verplicht af te leggen eed of belofte opgenomen.

Hoofdstuk 16 Communicatie en bewustwording

Zoals hiervoor in paragraaf '11 is verwoord, is het ook goed om direct na de vaststelling van deze beleidsnotitie een startbijeenkomst te beleggen met alle medewerkers. Tijdens deze bijeenkomst geeft de burgemeester als verantwoordelijk portefeuillehouder personeel en organisatie aan wat het belang van dit thema is. Door te kiezen voor deze vorm wordt het moment benut om het belang van dit thema te markeren. Tijdens deze personeelsbijeenkomst wordt het thema integriteit op een ontspannen wijze gevisualiseerd.Integriteit is een kwestie van mentaliteit en bewustwording. Het moet "tussen de oren zitten" Om effect te hebben moeten de in de code neergelegde gedragsregels in de organisatie algemeen bekend zijn en gehandhaafd worden. Het is daarom van belang dat uitvoerig bekendheid wordt gegeven aan het vastgestelde beleid. Publicatie in een aparte directiebrief met dit thema en plaatsing hiervan op het intranet en internet is dan ook een vereiste. Deze beleidsnotitie wordt door de afdelingsmanager besproken tijdens het reguliere werkoverleg.Daarnaast plaatst het management het onderwerp integriteit regelmatig als één van de eerste agendapunten op de agenda van het werkoverleg. Tijdens het competentiegerichte functioneringsgesprek en het beoordelingsgesprek komt het thema integriteit nadrukkelijk aan de orde.Van de uiteindelijk vast te stellen gedragscode is ook een korte leesbare samenvatting gemaakt. Er wordt nog nagedacht om een gadget te maken dat dagelijks wordt gebruikt met daarop deze korte samenvatting van de gedragscode. De medewerker wordt in de dagelijkse uitvoering van z1n of haar werkzaamheden dan gewezen op het thema integriteit.

Gedragscode voor ambtenaren bij de gemeente Urk 1

<vet>1. Goed ambtenaarschap</vet>- U beseft dat u onderdeel bent van de overheid. U dient het algemeen belang en probeert met uw handelen het vertrouwen in de overheid te versterken. - U houdt zich aan de wettelijke voorschriften en aan algemeen aanvaarde gedragsregels. U treedt correct op tegen burgers en bedrijven. - U discrimineert niet en verleent geen voorkeursbehandelingen - U voert uw werk op een professionele manier uit. U geeft de ambtelijke leiding en het bestuur juiste, relevante en volledige informatie. Situaties waarin u niet volgens uw professionele normen kunt werken stelt u intern aan de orde. - U gaat respectvol met uw collega´s en bestuurders om. U houdt er rekening mee dat normen en waarden onderling kunnen verschillen. - U bent aanspreekbaar op uw gedrag. - U gaat verantwoordelijk om met middelen van de gemeente (gelden, diensten, goederen, kennis). U vermijdt het maken van onnodige kosten. - U draagt verantwoordelijkheid voor uw eigen handelen. U kunt de keuzes die u binnen uw werk maakt verantwoorden. - U ondersteunt de verantwoordelijkheid van uw leidinggevende door hem of haar waar nodig te informeren. <vet>2. Vertrouwelijk omgaan met gevoelige informatie</vet>- U gaat binnen en buiten uw werk zorgvuldig om met persoonlijke gegevens van burgers, gegevens van bedrijven en instellingen, politiek gevoelige informatie en andere informatie die in handen van buitenstaanders de belangen van de gemeente kan schaden. - U gaat functioneel om met gevoelige informatie. U respecteert de privacy van cliënten, zakelijke relaties en collega´s. - U gebruikt financiële informatie en voorkennis van beleid voor de uitoefening van uw functie en niet voor andere doeleinden. - U “lekt” geen vertrouwelijke informatie vanuit de gemeente naar buiten. U laat niet uit slordigheid buitenstaanders meeluisteren naar een gesprek over het werk of meekijken naar interne stukken. - U versterkt geen informatie aan media zonder overleg met de beleidsmedewerker communicatie. - U zorgt ervoor dat stukken met vertrouwelijke gegevens veilig zijn opgeborgen als u uw werkplek verlaat en dat uw computer is afgesloten. Informatie waarvoor het bestuur een geheimhoudingsplicht heeft opgelegd houdt u geheim. <vet>3. Nevenfuncties en andere privé-activiteiten</vet>- U bent zich ervan bewust dat activiteiten die u naast uw werk verricht het functioneren van de gemeente op een of andere manier kunnen raken. Voorbeelden van nevenactiviteiten zijn bestuursfuncties, commissariaten, vrijwilligerswerk, een eigen bedrijfje en vennoot- of aandeelhouderschap. - U meldt een (voorgenomen) nevenactiviteit bij uw leidinggevende als de activiteit raakvlakken heeft met uw functie-uitoefening. Een raakvlak is in elk geval aanwezig als u activiteiten verricht voor een organisatie, instantie of bedrijf dat op een of andere manier banden heeft met de gemeente. Bijvoorbeeld: in uw functie adviseert u over subsidie op het terrein van welzijn en u vervult in uw vrije tijd een bestuursfunctie binnen een welzijnstichting in dezelfde gemeente. - U meldt activiteiten die (kunnen) leiden tot een botsing of onverenigbaarheid met gemeentelijke belangen waar u in uw functie mee te maken hebt. Bijvoorbeeld: privé voert u actie tegen de sloop van een gebouw en in uw functie bent u betrokken bij besluiten over de bestemming van dit gebouw. Of u bent actief lid van een plaatselijke politieke partij en uit hoofde van uw functie beschikt u over informatie. - U meldt een nevenactiviteit ook als deze het risico op schade met zich mee kan brengen voor de organisatie. Zo kan uw productiviteit eronder lijden als u in uw vrije tijd als (“klusser”) regelmatig (tot laat) aan het werk bent. Een ander voorbeeld zijn ethisch of politiek omstreden privé-activiteiten van ambtenaren. Die zouden schade kunnen toebrengen aan het imago of de geloofwaardigheid van de gemeente. - U realiseert zich dat ook het oordeel van de buitenwereld van belang is. U kunt uw “petten” misschien zonder problemen scheiden, maar als uw nevenactiviteit de schijn van belangenverstrengeling wekt, is dit ook schadelijk voor het vertrouwen in de overheid. - Ook financiële belangen in de privé-sfeer (bijvoorbeeld het hebben van aandelen) kunnen een onafhankelijke besluitvorming in de weg staan of de schijn daarvan hebben. Als de organisatie niets weet van uw financiële belangen, bent u de enige die kan inschatten of dat belang zich verdraagt met uw functie-uitoefening. Hebt u in uw functie een relatie met een bedrijf waar u persoonlijk een financieel belang in heeft, vermijd dan risico´s en bespreek dit met uw leidinggevend. <vet>4. Geschenken, aanbiedingen en incidentele vergoedingen</vet>- U accepteert een geschenk alleen als uw onafhankelijke opstelling ten opzichte van de gever daardoor niet beïnvloed wordt. U gaat na of acceptatie van het geschenk verplichtingen schept voor de toekomst. U bedenkt ook hoe de buitenwereld zou kunnen aankijken tegen het aannemen van een geschenk. In veel gevallen levert dit geen probleem op. Denk aan een fles wijn voor een door u verrichte presentatie, een ceremonieel aan u overhandigd rapport van een bureau of aan bedrijfsattenties, zoals kalenders en pennen. Dergelijke geschenken zijn bedoeld als blijk van waardering voor uw specifieke inspanning of de goede samenwerkingsrelatie. - Een geschenk van een derde dat u in verband met uw werk hebt gekregen is, in principe, eigendom van de gemeente. - Geschenken die u accepteert meldt u bij uw leidinggevende. Geschenken die naar uw idee meer dan € 75,00 waard zijn accepteert u niet. - Kerstattenties mogen alleen op het werk worden aangenomen en worden gemeld bij de manager. Zij mogen de waarde van € 75,00 niet te boven gaan. - U meldt aan uw leidinggevende ook aangeboden geschenken die u niet hebt geaccepteerd en in het vooruitzicht gestelde geschenken. Bedrijfsattenties, zoals agenda's, kalenders, pennen, muismatten en hebbedingetjes, hoeft u niet te melden. - Aanbiedingen voor privé-werkzaamheden, kortingen op privé-goederen en andere gunsten accepteert u niet. - Geschenken die op uw huisadres worden aangeboden accepteert u niet. Indien een geschenk toch thuis is afgeleverd, bespreekt u de bestemming daarvan met uw leidinggevende. . - Geschenken die u worden aangeboden door een relatie die nog iets van u "nodig" heeft (een opdracht, vergunning, subsidie, beslissing in bezwaarprocedure), accepteert u niet. o U accepteert geen geldbedragen. Als afgesproken is dat een derde betaalt voor uw verrichtingen, gebeurt dat door middel van een factuur aan de gemeente. - Vanzelfsprekend vraagt u nooit gunsten voor uzelf aan derden. <vet>5. Uitnodigingen voor reizen , congressen, evenementen en diners</vet>- U beoordeeld of een uitnodiging relevant is voor de gemeente. U bespreekt alle uitnodigingen met uw leidinggevende.- U reist niet op kosten van derden. Als deelname aan een reis functioneel is, dan is er sprake van een dienstreis en gelden de algemene regels: er is toestemming nodig van de leidinggevende en de kosten zijn voor de gemeente.- U neemt u verantwoordelijkheid bij informele contacten met derden, zoals recepties en etentjes waar alcohol wordt geschonken. Zorg dat u “nee” kunt blijven zeggen als het “nee” moet zijn.- U bent ervoor verantwoordelijk dat de leiding op de hoogte is ven het reilen en zeilen binnen uw functie-uitoefening. Blijkt achteraf een uitnodiging meer te hebben omvat dan ingeschat, laat dit dan aan uw leidinggevende weten.<vet>6. </vet><vet>Verantwoord omgaan met gemeentelijke voorzieningen en personeelsregelingen</vet>- U houdt privé-gebruik van e-mailsysteem, internet, (mobiele)telefoon, kopieerapparaat en dergelijke beperkt. U zorgt ervoor dat dit uw dagelijkse werkzaamheden niet hindert. - U laat uw privé-gebruik van gemeentelijke apparatuur openlijk zijn, zodat u erop kunt worden aangesproken. Uw leidinggevende of collega kan een andere opvatting hebben van "beperkt gebruik" dan u. - U neemt geen gemeentelijke eigendommen mee naar huis. Het lenen van eigendommen voor privé-gebruik is alleen mogelijk als u daarvoor toestemming van uw leidinggevende hebt gekregen. - U doet geen privé-bestellingen via de gemeente. U verzendt geen ongefrankeerde privé-post via de postkamer. - U declareert alleen kosten die u hebt gemaakt. U maakt eerlijk gebruik van regelingen voor het personeel, zoals het cafetariamodel en dergelijke. - Verantwoord gebruik van gemeentemiddelen betekent ook: naleven van de werktijden(regeling), de regels bijziekteverzuim, het verlofprotocollen andere vastgestelde rechten en plichten. <vet>7. Belagen van familieleden, vrienden en ex-collega´s</vet>- U bent alert op situaties in uw werk waarin u met privé-relaties te maken krijgt. U licht uw leidinggevende in over aanvragen en offertes van vrienden, familieleden of bedrijven waarin familie of vrienden werkzaam zijn. - U voorkomt de schijn van vriendjespolitiek en behandelt dergelijke aanvragen niet zelf . - U bent terughoudend met het geven van adviezen aan bekenden in de privé-sfeer. U bent bedacht op botsing van belangen. - U let bij het inhuren van ex-collega's goed op het volgen van de juiste procedure van inhuur en aanbesteding. U kunt motiveren waarom de inhuur van een ex-ambtenaar als zelfstandige nodig en verantwoord is. U bespreekt de risico's met uw leidinggevende. De directeur/gemeentesecretaris bespreekt dit met de portefeuillehouder personeel en organisatie. <vet>8. Reageren op niet-integere zaken</vet>- U bespreekt twijfels over de integriteit van collega´s eerst met henzelf. Is dit niet mogelijk of leidt dit niet tot resultaat, dan licht u de leidinggevende, de vertrouwenspersoon of de burgemeester in. - U bent ook zelf aanspreekbaar op uw handelen en uw uitlatingen. Collega´s en burgers kunnen uw werkwijze en uw woorden anders ervaren dan u bedoelt. - U meldt een vermoeden van fraude of corruptie bij de leidinggevende, het bestuur of de vertrouwenspersoon. - Bij vermoedens van fraude, maar ook bij andere twijfelachtige zaken, kunt u gebruikmaken van de Klokkenluidersregeling. Het college is verplicht om een reactie te geven op uw melding. Wilt u dat niet bekend wordt dat u de misstand aankaart, dan kunt u via de vertrouwenspersoon een melding te doen. Alleen de vertrouwenspersoon is dan op de hoogte van uw identiteit. <vet>9. De leidinggevende draagt het integriteitbeleid uit</vet>- Als leidinggevende geeft u het goede voorbeeld. - U bent open over uw manier van werken. U bent aanspreekbaar op uw werkwijze en uw houding naar medewerkers. - Bij twijfel en vragen over de juiste handelswijze kunnen medewerkers bij u terecht. - U bespreekt twijfels en vragen over integriteit in werkverband en stimuleert medewerkers hetzelfde te doen. - U bent alert op risicogevoelige situaties waarin medewerkers terecht kunnen komen en draagt bij aan hun weebaarheid daartegen. - U spreekt medewerkers aan op dubieus gedrag, maakt afspraken en treft zonodig maatregelen.

Toelichting op de gedragscode voor ambtenaren bij de gemeente Urk 2

<vet>1. Toelichting goed ambtenaarschap</vet>De term "goed ambtenaarschap" verwijst naar de verplichting zich te gedragen "zoals een goed ambtenaar betaamt". Deze verplichting is neergelegd in artikel 15:1:1 van de collectieve rechtspositieregeling voor gemeentepersoneel, de CAR-UWO.Het niet nakomen van verplichtingen kan worden beschouwd als plichtsverzuim en bestraft worden. In dit verband zijn ook van belang de gemeentelijke regelingen over ongewenst gedrag, seksuele intimidatie en discriminatie.<vet>2. Toelichting vertrouwelijk omgaan met gevoelige informatie</vet>Het vertrouwelijk omgaan met gevoelige informatie waarborgt de betrouwbaarheid en geloofwaardigheid van de overheid. De samenleving moet erop kunnen vertrouwen dat een ambtenaar de privacy van burgers respecteert. Ook uw privacy als ambtenaar dient door de organisatie gerespecteerd te worden, Daarom gebruikt de overheid informatie alleen voor het doel waarvoor deze verkregen is.De Ambtenarenwet verplicht de ambtenaar om geheimhouding te bewaren over bepaalde zaken die hij in zijn functie komt te weten (artikel 125a derde lid).De rechtspositie verbiedt oneigenlijk gebruik van kennis die ambtenaren in hun functie hebben opgedaan (artikel 15:1:3 CAR-UWO). Een voorbeeld daarvan is het doorgeven van informatie over een gemeentelijk budget voor een bouwproject, zodat aanbieders daar in een offerte rekening mee kunnen houden.<vet>3. Toelichting nevenfuncties en andere privé-activiteiten</vet>Een ambtenaar dient het algemeen belang en werkt onpartijdig. Dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook de schijn van vermenging wordt vermeden. Raakvlakken tussen functionele taken en privé-activiteiten van ambtenaren kunnen leiden tot botsing of verstrengeling van belangen. Daardoor kan een onafhankelijke beoordeling in gevaar komen of kan de schijn daarvan ontstaan. Dergelijke nevenactiviteiten kunnen verboden worden (artikel 15:1:6 CAR-UWO). Ambtenaren zijn verplicht om nevenactiviteiten die een raakvlak met hun werk (kunnen) hebben te melden. De meldingen worden door de gemeente geregistreerd. Een voorbeeld is het in de vrije tijd voeren van acties tegen de plaatsing van windmolens, terwijl men als (beleids)medewerker bij de plannen tot aanleg betrokken is. De begrippen nevenfunctie, nevenwerkzaamheid, nevenactiviteit en privé-activiteit zijn hier op één lijn gesteld. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen betaalde en onbetaalde activiteiten. Veel vormen van vrijetijdsbesteding beïnvloeden het werk bij de gemeente overigens niet. Bijvoorbeeld een bestuursfunctie bij een sportvereniging of in het culturele leven. Als er geen enkele relatie bestaat met de functie, hoeft de activiteit niet gemeld te worden. Dit kan anders zijn als een ambtenaar als bestuurslid van een vereniging met het college in gesprek is over het al dan niet verlenen van een subsidie. Een ambtenaar heeft de vrijheid om te kiezen welke activiteiten hij buiten zijn werk wil verrichten. Daarmee heeft hij dus ook de verantwoordelijkheid om af te wegen of deze activiteit te combineren is met zijn functie bij de gemeente. Dat is niet altijd eenvoudig te beoordelen. Belangenverstrengeling kan zich op allerlei manieren voordoen. Bij de beoordeling van de risico's van nevenwerkzaamheden kunnen enkele vragen behulpzaam zijn:- is er verwevenheid met het functionele beleidsterrein? - Bestaat er een risico dat ambtelijke informatie wordt gebruikt? - Kunnen er persoonlijke confrontaties in de functie plaatsvinden? - Hoe is de reputatie van de organisatie, het bedrijf of de branche? - Hoe zal de buitenwereld tegen de combinatie van functies aankijken? - Wat is de tijdbelasting van de nevenwerkzaamheden? Men moet erop bedacht zijn dat belangen elkaar in de loop van de tijd kunnen gaan raken door verandering in omstandigheden, bijvoorbeeld in de functie of in de relatie tussen gemeente en privé-activiteit. Sommige privé-activiteiten hoeven geen relatie te hebben met de inhoud van uw werk, maar zitten toch in de gevarenzone. Zo kan een bijbaan in de avonduren en weekeinden zo veel van een ambtenaar vergen dat zijn normale werk er door in het gedrang komt. Maar ook maatschappelijke afkeurenswaardige activiteiten van ambtenaren kunnen schade toebrengen aan "het aanzien van het ambt". Nevenactiviteiten met (mogelijk) schadelijke gevolgen voor de gemeente kunnen verboden worden.Na melding van de activiteit toetst de organisatie of er voor de gemeente risico's kunnen kleven aan de privé-activiteiten. In sommige gevallen zullen risico's ondervangen kunnen worden door afspraken tussen ambtenaar en leidinggevende. Zo'n afspraak kan zijn dat in de functie geen werkzaamheden verricht worden in relatie tot de organisatie of het bedrijf waar men privé bij betrokken is. Is dat niet mogelijk, dan is ook denkbaar dal men een geheel andere functie binnen de gemeente gaat uitoefenen.Een afspraak kan ook zijn dat alleen in de weekenden als muzikant opgetreden wordt. Of dat de werkzaamheden als zelfstandige alleen in andere regio's uitgeoefend worden. Als de risico's niet te beperken of te ondervangen zijn, dan zal de werkgever de nevenwerkzaamheden (kunnen) verbieden. Het belang van de gemeente gaat niet altijd boven het privé-belang van een ambtenaar. De uitoefening van bepaalde grondrechten heeft voorrang op het belang van de werkgever. Een voorbeeld daarvan is het als burger bezwaar maken tegen een OZB-aanslag door een ambtenaar van de afdeling Belastingen. Zijn werkinhoud mag er niet toe leiden dat hij zijn recht op bezwaar en beroep tegen overheidsbeslissingen niet kan uitoefenen. Wel zal hij op kantoor werk en privé gescheiden moeten houden en kan hij dus niet belast worden met de behandeling van zijn eigen bezwaarschrift.Nevenactiviteiten kunnen positieve gevolgen hebben voor de functie-uitoefening. Het schrijven van artikelen in een vakblad kan gunstig zijn voor de professionele uitstraling van de gemeente en voor de kennisverdieping van de ambtenaar. Wel moeten er afspraken worden gemaakt over de vraag of op eigen titel dan wel als gemeenteambtenaar wordt gepubliceerd, over de inhoud van de artikelen in relatie tot het politieke beleid, in wiens tijd het werk verricht wordt en of een eventuele beloning behouden mag worden. Er kan sprake zijn van een belangenverstrengeling als een medewerker in dienst van de gemeente Urk actief lid is van een plaatselijke politieke partij en deel uitmaakt van commissies of gesprekspartner is met het college. Uit hoofde van zijn/haar functie kan deze beschikken over voorinformatie die (nog) niet aan de orde is voor politiek overleg.Een ambtenaar mag niet als zelfstandige ingehuurd worden door de gemeente waarbij hij in dienst is. De CAR-UWO (artikel 15:1:8) verbiedt de ambtenaar direct of indirect werk aan te nemen of diensten/goederen te leveren ten behoeve van de gemeente. Het is dus niet toegestaan om voor een deel van de week als ambtenaar werkzaam te zijn en voor een ander deel in het kader van een eigen bedrijf werkzaamheden uit te voeren voor de gemeente. Voor politieke nevenfuncties, zoals wethouder of raadslid, gelden aparte regels. Men kan bijvoorbeeld niet tegelijkertijd ambtenaar en bestuurder zijn in dezelfde gemeente. Ook geldt er een aparte regeling voor verlof of non-activiteit. Vakbondsactiviteiten nemen een bijzondere plaats in, Er geldt een verlofregeling voor vakbondsactiviteiten tijdens werktijd (artikel 6:4:2 CAR-UWO).De Ambtenarenwet (artikel 125lid 2) bepaalt dat in de rechtspositie geregeld moet worden dat ambtenaren in risicovolle functies verplicht worden hun financiële belangen te melden. Deze meldplicht is inmiddels vastgelegd in de CAR-UWO.<vet>4.  Toelichting geschenken, aanbiedingen en incidentele vergoedingen</vet>Een ambtenaar handelt onafhankelijk en onpartijdig. Burgers en organisaties worden op gelijke wijze bejegend. Een ambtenaar geeft geen voorkeursbehandelingen en vermijdt ook de schijn daarvan. Het Wetboek van Strafrecht (artikelen 362 en 363) stelt het aannemen van giften, beloften of diensten door een ambtenaar strafbaar als deze hem zijn gegeven met de bedoeling in zijn werk iets te doen of na te laten. De CAR-UWO verbiedt het aannemen van steekpenningen.De CAR-UWO verbiedt ook het verzoeken om en aannemen van geschenken of beloften zonder toestemming van het college (artikel 15:1 :4). Voor alle geschenken en voordelen geldt: bedenk wat de achterliggende bedoeling van de gever kan zijn. De bedoeling van de gever kan blijken uit de aard van het geschenk. Er is een verschil tussen een bedrijfskalender en een persoonlijk cadeautje, zoals een zeldzame postzegel die nog aan de collectie van een ambtenaar ontbreekt. Een duur cadeau (meer dan € 75,00) mag in geen geval geaccepteerd worden. Ook het tijdstip waarop een geschenk wordt aangeboden is van belang. Een jaarlijkse attentie met de kerst is een gebruikelijk gebaar in zakelijke relaties. Een cadeaubon voor de technische ondersteuning van een medewerker bij een congres kan beschouwd worden als gebaar van dank dat geen verplichtingen voor de toekomst schept. Deze geschenken in de genoemde twee voorbeelden kunnen worden geaccepteerd. Dat ligt anders als een medewerker een blijk van waardering ontvangt terwijl het werk nog niet beëindigd is. Dan zal een geschenk bedoeld kunnen zijn om hem te "paaien" of op zijn minst die indruk wekken. Daarom mag in een onderhandelingsfase of voorafgaand aan andere handelingen die beslissend zijn voor de gever, geen geschenk geaccepteerd worden.De omstandigheid dat een geschenk in het openbaar wordt aangeboden of juist zonder dat anderen het zien, werpt ook een licht op de bedoeling van de gever. Geschenken die bij het huisadres worden aangeboden wekken de schijn van beïnvloeding en mogen niet aanvaard worden.Door het melden van aanbiedingen en geschenken krijgt de organisatie zicht op de aard van relaties met derden en de handelwijze van het personeel. Zinvolle vragen zijn bijvoorbeeld of het geschenk een incidenteel geval is of dat de betrokken ambtenaar vaker iets ontvangt van dezelfde relatie. En of ook andere ambtenaren van dezelfde relatie regelmatig iets aangeboden krijgen en accepteren.Inzicht in het gedrag geeft het management de mogelijkheid om bij te sturen indien dat nodig is. Zo kan een relatie die een waardevol geschenk heeft aangeboden op de hoogte worden gebracht van het gemeentelijk beleid, bijvoorbeeld door de gedragscode bekend te maken.Geschenken die een ambtenaar van derden krijgt in verband met zijn functie zijn eigendom van de gemeente. Binnen de gemeente Urk wordt ervoor gekozen ontvangen geschenken, voor zover dat mogelijk is, met alle collega's te delen, te verloten, in het gemeentehuis te plaatsen of een andere bestemming te geven, zoals schenken aan een goed doel.<vet>5. Toelichting uitnodigingen voor reizen , congressen, evenementen en diners</vet>De aanwezigheid van medewerkers bij bijeenkomsten en evenementen zal doorgaans een directe functionele betekenis hebben voor de gemeente: het profileren van een gemeenteonderdeel, het delen van ervaringen, het opdoen van kennis, de mogelijkheid waardevolle contacten te leggen of te onderhouden. Ontbreekt die betekenis, dan wordt de uitnodiging afgeslagen.Als een ambtenaar wordt uitgenodigd om bijvoorbeeld een spreekbeurt te houden op een symposium zullen er, net als bij nevenactiviteiten, afspraken moeten worden gemaakt over de vraag of dat namens de gemeente dan wel op persoonlijke titel gebeurt en of het tijdens dan wel buiten werktijd plaatsvindt. Voor een lezing op persoonlijke titel onder werktijd moet verlof gevraagd worden. Voor een lezing namens de gemeente Urk mag de ambtenaar geen geldelijke beloning aanvaarden.Uitnodigingen voor ontspannende activiteiten kunnen tegelijkertijd functioneel zijn. Een etentje ter afsluiting van een goed verlopen project bestendigt de relatie tussen partijen. Tijdens het onderhandelingsproces kan een gezamenlijke lunch of diner met een relatie zinvol zijn. Dit dient de ambtenaar samen met de leidinggevende te beoordelen. Er kunnen tegelijkertijd risico's aan vastzitten. Een overdadig diner met attracties op kosten van een derde kan een sfeer van verplichtingen scheppen. Een uitnodiging moet daarom kritisch bekeken worden. Een ambtenaar moet vermijden dat hij meer dan eens door een zakelijke relatie op een lunch getrakteerd wordt maar zelf niet op kosten van de gemeente iets aanbiedt.<vet>6. Toelichting verantwoord omgaan met gemeentelijke voorzieningen en personeelsregelingen</vet>Alle zaken binnen het gemeentehuis worden bekostigd met gemeenschapsgeld. Ze zijn dus bestemd voor gemeentelijke doeleinden. Dat geldt van internetaansluiting tot suikerzakje. In de CAR-UWO (artikel 15:1:3) is bepaald dat een ambtenaar zonder toestemming privé geen gebruik mag maken van interne diensten en eigendommen van de gemeente. In dit verband zijn van belang de gemeentelijke regelingen over e-mail- en internetgebruik, mobiele telefoons, gemeentelijke eigendommen, werktijden, het ziekteverzuimprotocol en andere vastgestelde rechten en plichten.<vet>7. Toelichting belagen van familieleden, vrienden en ex-collega´s</vet>De CAR-UWO kent geen bepaling die een ex-ambtenaar verbiedt om tegen beloning werkzaamheden voor de gemeente te verrichten. De Gemeentewet (en de modelgedragscode voor bestuurders) kent wel zo'n verbod voor oud-bestuurders. In gemeentelijke gunnings- en aanbestedingsregels kunnen voorschriften zijn opgenomen over de positie van voormalig personeelsleden. Het inhuren van een ex-collega heeft voor de gemeente praktische voordelen, maar ook nadelen. Voormalig ambtenaren kunnen oneigenlijk gebruikmaken van hun kennis en contacten die ze hebben opgedaan in hun ambtelijke functie. Soms worden bij uitdiensttreding van een collega die voor zichzelf begint afspraken gemaakt over toekomstige opdrachten. Deze praktijken zijn concurrentievervalsend en kunnen de geloofwaardigheid en integriteit van de overheid aantasten.<vet>8. Toelichting reageren op niet-integere zaken</vet>Voor de integriteit van een organisatie is het belangrijk dat medewerkers zich vrij voelen om misstanden intern aan te kaarten. Het begrip "misstand" is breed: het kan gaan om fraude, diefstal van kantoormeubilair, het bevoordelen van vrienden bij het verlenen van een vergunning, het achterhouden van relevante informatie door een wethouder, het door een manager onderhands regelen van vacaturevervulling etc. Er mag in principe niet "gelekt" worden naar de pers. Vermoedens van misstanden in de organisatie zijn interne aangelegenheden waarmee vertrouwelijk omgegaan moet worden. Er zijn echter omstandigheden denkbaar dat het naar buiten brengen van vertrouwelijke informatie door een ambtenaar terecht is, bijvoorbeeld als de organisatie niet adequaat reageert bij een acuut gevaar voor de volksgezondheid.Het Wetboek van Strafvordering (artikel 162) verplicht een ambtenaar aangifte te doen als hij kennis heeft van een ambtsmisdrijf. Het is niet de bedoeling dat de ambtenaar zelfstandig aangifte doet, maar dat hij contact opneemt met de leidinggevende. De organisatie is dan verantwoordelijk voor de contacten met politie en justitie' In dit verband is verder het bestaan van een gemeentelijke vertrouwenspersoon van belang, alsmede de Klokkenluidersregeling en eventuele overige richtlijnen voor het omgaan met integriteitaantastingen.<vet>9. Toelichting de leidinggevende draagt het integriteitbeleid uit</vet>Iedere medewerker is verantwoordelijk voor zijn individuele gedrag. De leidinggevende heeft daarnaast een verantwoordelijkheid voor de omgeving waarin de medewerkers hun werk doen. Een omgeving waarin grote openheid heerst, werkt remmend op "gesjoemel" en ander ongewenst gedrag. De leidinggevende bevordert de bewustwording van de medewerkers en ondersteunt hen in het omgaan met gevoelige en risicovolle situaties. De leidinggevende maakt ongewenst gedrag van een medewerker bespreekbaar, corrigeert en treft zo nodig (straf)maatregelen.

Samenvatting van de gedragscode voor ambtenaren van de Gemeente Urk 3

<vet>1.  Goed ambtenaarschap</vet>Ik vind het normaal dat ik in mijn dagelijks werk voldoende verantwoordelijkheden en bevoegdheden krijg. Ik wil dat ook. Ik ben immers professioneel met mijn werk bezig. Maar mijn verantwoordelijkheden gaan verder dan mijn directe taken. Ik ben er zelf voor verantwoordelijk dat ik de regels die afgesproken zijn bij de gemeente Urk in acht neem, zonder mij achter die regels te willen verschuilen. Ik ben steeds bereid verantwoording af te leggen.<vet>2. Vertrouwelijk omgaan met gevoelige informatie</vet>Ik ga functioneel om met gevoelige informatie. Ik respecteer de privacy van actoren. Ik lek geen informatie buiten de organisatie. Ik praat niet met de media, dat is voorbehouden aan de beleidsmedewerker communicatie. Ik zorg er voor dat mijn PC en werkplek opgeruimd z¡n, zodat buitenstaanders daar geen inzage in kunnen hebben.<vet>3. Nevenfuncties en andere privé-activiteiten</vet>Ik ben me bewust van het feit dat activiteiten die ik naast mijn werk verricht het functioneren van de gemeente Urk op een of andere manier kunnen raken. Daarom bespreek ik eventuele nevenfuncties met mijn afdelingsmanager. In gezamenlijk overleg wordt afgesproken deze al dan niet formeel te melden aan het college.<vet>4. Geschenken, aanbiedingen en incidentele vergoedingen</vet>Ik heb, als integere medewerker, niets te verhullen. Ik laat zien wat Ik ontvang. Ik handel transparant en eerlijk. Geschenken met een waarde die naar mijn idee meer dan € 75,00 waard zijn accepteer ik niet. Kerstgeschenken van relaties mag ik ontvangen, maar meldt dat wel aan mijn afdelingsmanager.<vet>5. Uitnodigingen voor reizen , congressen, evenementen en diners</vet>Ik ben open en eerlijk. Uitnodigen bespreek ik met mijn afdelingsmanager. De kosten zijn voor rekening van de gemeente Urk. lk zeg"nee" als het "nee" moet zijn.<vet>6. Verantwoord omgaan met gemeentelijke voorzieningen en personeelsregelingen</vet>Ik gebruik de zaken die de gemeente Urk ter beschikking stelt alsof het mijn eigen zaken zijn. Ik gebruik zaken waar ze voor zijn bedoeld. Ik zorg dat ik niet in de verleiding kom zaken mee naar huis te nemen, die daar niet voor zijn bedoeld.<vet>7. Belagen van familieleden, vrienden en ex-collega´s</vet>Ik voorkom dat mijn integriteit in het geding komt. Ik durf in de spiegel te kijken en vast te stellen dat ik naar eer en geweten heb gehandeld.

<vet>8. Reageren op niet-integere zaken</vet>Niemand is volmaakt. We maken allemaal wel eens fouten. Ik erken dat, Ik stel mij open voor kritiek. Ik graaf mij niet in. Samen komen wij verder. Twijfels over integriteit bespreek ik eerst met de betrokken collega. Als dat nodig is, meld ik dat bij mijn afdelingsmanager, het college of de vertrouwenspersoon.

<vet>9. De leidinggevende draagt het integriteitbeleid uit</vet>Als leidinggevende geef ik het vereiste voorbeeldgedrag, Ik ben open en bespreek het thema integriteit regelmatig tijdens het reguliere werkoverleg, het competentiegerichte functioneringsgesprek en het beoordelingsgesprek.

Ambsteed/-belofte 4

Bestuurders en ambtenaren maken deel uit van het openbaar bestuur en dienen dus het algemeen belang. Die bijzondere positie maakt, dat aan de integriteit van ambtenaren hoge eisen mogen worden gesteld en dat iedere ambtenaar zich dat ook bewust is. Dat heeft geleid tot het besluit om de ambtseed/-belofte als instrument om het integriteitbeleid te ondersteunen in te voeren voor nieuwe medewerkers in dienst van de gemeente Urk.De gemeente Urk laat daarmee ook naar buiten toe zien dat integriteit serieus wordt genomen.<vet>Nieuwe medewerkers</vet>Nieuwe medewerkers leggen de ambtseed/-belofte af ten overstaan van de burgemeester en bij afwezigheid van de burgemeester in handen van de directeur/gemeentesecretaris, in ieder geval altijd in aanwezigheid van de betreffende afdelingsmanager of diens vervanger.Voor het afleggen van de ambtseed/-belofte is de volgende tekst vastgesteld:- Ik zweer/verklaar dat ik direct noch indirect, in welke vorm dan ook, valse informatie heb verstrekt in verband met het verkrijgen van mijn aanstelling. - Ik zweer/verklaar dat ik voor het verkrijgen van mijn aanstelling direct noch indirect onder welke naam of voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. - Ik zweer/beloof dat ik plichtsgetrouw en nauwgezet de mij opgedragen taken zal vervullen en dat ik daarbij de Grondwet en alle overige wettelijke regelingen van ons land en van de gemeente Urk zal eerbiedigen. - Ik zweer/beloof dat ik zaken die mij uit hoofde van mijn functie vertrouwelijk ter kennis komen of waarvan ik het vertrouwelijke karakter moet inzien, geheim zal houden voor anderen dan die personen aan wie ik ambtshalve tot mededeling verplicht ben. - Ik zweer/beloof dat ik mij zal gedragen zoals een goed ambtenaar betaamt, dat ik zorgvuldig, onkreukbaar en betrouwbaar zal zijn, dat ik niets zal doen dat het aanzien van het ambt zal schaden en dat ik hierbij de gedragscode voor ambtenaren van de gemeente Urk als leidraad zal hanteren. "Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!" / "Dat verklaar en beloof ik!"Voor het afleggen van de ambtseed-/belofte wordt een formulier gebruikt, dat na ondertekening wordt bewaard in het personeelsdossier.<vet>Integriteitverklaring</vet>In dienst zijnde medewerkerHierbij verklaar ik,- dat ik plichtsgetrouw en nauwgezet de mij opgedragen taken zal vervullen en dat ik daarbij de Grondwet en alle overige wettelijke regelingen van ons land en van de gemeente Urk zal eerbiedigen; - dat ik zaken die mij uit hoofde van mijn functie vertrouwelijk ter kennis komen of waarvan ik het vertrouwelijke karakter moet inzien, geheim zal houden voor anderen dan die personen aan wie ik ambtshalve tot mededeling verplicht ben; - dat ik mij zal gedragen zoals een goed ambtenaar betaamt, dat ik zorgvuldig, onkreukbaar en betrouwbaar zal zijn, dat ik niets zal doen dat het aanzien van het ambt zal schaden en dat ik hierbij de gedragscode voor ambtenaren van de gemeente Urk als leidraad zal hanteren. Urk, …………………………..Naam: ……………………………Handtekening: ………………………………<vet>Eed/BelofteNieuw in diensttredende medewerker</vet>volgens de vastgestelde nota integriteit en de vastgestelde Gedragscode van de gemeente Urk.- Ik zweer/verklaar dat ik direct noch indirect, in welke vorm dan ook, valse informatie heb verstrekt in verband met het verkrijgen van mijn aanstelling. - Ik zweer/verklaar dat ik voor het verkrijgen van mijn aanstelling direct noch indirect onder welke naam of voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. - Ik zweer/beloof dat ik plichtsgetrouw en nauwgezet de mij opgedragen taken zal vervullen en dat ik daarbij de Grondwet en alle overige wettelijke regelingen van ons land en van de gemeente Urk zal eerbiedigen. - Ik zweer/beloof dat ik zaken die mij uit hoofde van mijn functie vertrouwelijk ter kennis komen of waarvan ik het vertrouwelijke karakter moet inzien, geheim zal houden voor anderen dan die personen aan wie ik ambtshalve tot mededeling verplicht ben. - Ik zweer/beloof dat ik mij zal gedragen zoals een goed ambtenaar betaamt, dat ik zorgvuldig, onkreukbaar en betrouwbaar zal zijn, dat ik niets zal doen dat het aanzien van het ambt zal schaden en dat ik hierbij de gedragscode voor ambtenaren van de gemeente Urk als leidraad zal hanteren. "Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!" / "Dat verklaar en beloof ik!"Op …………………..201.. werd binnen de gemeente Urkten overstaan van de burgemeester/directeur*door:Naam :………………………………Geboortedatum :………………………………de eed / belofte* volgens het bovenvermeld formulier afgelegd.(* doorhalen wat niet van toepassing is)Urk, …………………201..Handtekening afdelingsmanager: ……………………………………………………………….Naam :……………………………………………………………………………….Functie :……………………………………………………………………………….