Vakantieregeling voor het personeel, in dienst van de gemeente Urk 1998

Geldend van 30-12-1998 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-1998

Intitulé

Vakantieregeling voor het personeel, in dienst van de gemeente Urk 1998

Burgemeester en wethouders van Urk;gelezen het advies van de afdeling personeelszaken van 26 januari 1998 en 3 december 1998;gelet op de bereikte overeenstemming in de commissie voor Georganiseerd Overleg van 27 november 1998;gelet op de instemming die van de Ondernemingsraad is verkregen in de Overlegvergadering van 1 juli1998;gelet op het bepaalde in artikel 6:2:1 van de Uitwerkingsovereenkomst van de gemeente Urk; besluiten:vast te stellen de volgende<vet>‘Vakantieregeling voor het personeel, in dienst van de gemeente Urk 1998’</vet>

Artikel 1

Het “basis” vakantieverlof bedraagt jaarlijks voor iedere ambtenaar of werknemer 158,4 uren.

Artikel 2

Het in artikel 1 bedoelde &#x201C;basis&#x201D;vakantieverlof zal voor de ambtenaar of werknemer die v&#xF3;&#xF3;r 1 januari 1998 in dienst is getreden worden verhoogd:

  • a.

    over het kalenderjaar, waarin de ambtenaar of werknemer de leeftijd van 30 jaar bereikt alsmede over de daaropvolgende kalenderjaren, met 7,2 uren;

  • b.

    over het kalenderjaar, waarin de ambtenaar of werknemer de leeftijd van 40 jaar bereikt alsmede over de daaropvolgende kalenderjaren, met 14,4 uren;

  • c.

    over het kalenderjaar, waarin de ambtenaar of werknemer de leeftijd van 45 jaar bereikt alsmede over de daaropvolgende kalenderjaren, met 21,6 uren;

  • d.

    over het kalenderjaar, waarin de ambtenaar of werknemer de leeftijd van 50 jaar bereikt alsmede over de daaropvolgende kalenderjaren, met 28,8 uren;

  • e.

    over het kalenderjaar, waarin de ambtenaar of werknemer de leeftijd van 55 jaar bereikt alsmede over de daaropvolgende kalenderjaren, met 36 uren;

  • f.

    over het kalenderjaar, waarin de ambtenaar of werknemer de leeftijd van 60 jaar bereikt alsmede over de daaropvolgende kalenderjaren, met 43,2 uren;

  • g.

    voor de ambtenaar of werknemer van 18 jaar en jonger wordt het verlof verhoogd met 21,6 uren, voor de ambtenaar of werknemer van 19 jaar wordt het verlof verhoogd met 14,4 uren, voor de ambtenaar of werknemer van 20 jaar wordt het verlof verhoogd met 7,2 uren.

Artikel 3

Het in artikel 1 bedoelde &#x201C;basis&#x201D;vakantieverlof zal voor de ambtenaar of werknemer die op of na 1 januari 1998 in dienst is getreden worden verhoogd:

  • a.

    over het kalenderjaar, waarin de ambtenaar of werknemer de leeftijd van 45 jaar bereikt alsmede over de daaropvolgende kalenderjaren, met 7,2 uren;

  • b.

    over het kalenderjaar, waarin de ambtenaar of werknemer de leeftijd van 50 jaar bereikt alsmede over de daaropvolgende kalenderjaren, met 14,4 uren;

  • c.

    over het kalenderjaar, waarin de ambtenaar of werknemer de leeftijd van 55 jaar bereikt alsmede over de daaropvolgende kalenderjaren, met 21,6 uren,

  • d.

    over het kalenderjaar, waarin de ambtenaar of werknemer de leeftijd van 60 jaar bereikt alsmede over de daaropvolgende kalenderjaren, met 28,8 uren,

  • e.

    voor de ambtenaar of werknemer van 18 jaar en jonger wordt het verlof verhoogd met 7,2 uren.

Artikel 4

Indien een ambtenaar of werknemer in de loop van het jaar in dienst treedt of ontslagen wordt, zal het “basis”vakantie- en leeftijdsverlof als bedoeld in de <onderstreept>artikelen 1, 2 en 3</onderstreept> naar evenredigheid worden verminderd.

Artikel 5

De ambtenaar of werknemer kan aan het College van Burgemeester en Wethouders verzoeken tot het uitbetalen van maximaal 21,6 leeftijdsvakantieuren. Dit verzoek kan door het College van Burgemeester en Wethouders worden afgewezen wanneer vanuit financieel en/of organisatorisch oogpunt daartegen bezwaren bestaan.

Artikel 6

Het totaal aantal vakantieuren waarop de ambtenaar of werknemer ingevolge de artikelen 1, 2 en 3, aanspraak kan maken, zal maximaal 201,6 uren mogen bedragen.

Artikel 7

  • 1.

    De ambtenaar of werknemer kan maximaal de helft van het in <onderstreept>artikel 1</onderstreept> genoemde aantal vakantieuren, die niet zijn opgenomen in het betreffende kalenderjaar, overschrijven naar het volgende kalenderjaar.

  • 2.

    De overgeschreven uren, als bedoeld in <onderstreept>lid 1</onderstreept>, moeten v&#xF3;&#xF3;r 1 september van het jaar waarnaar ze zijn overgeschreven, zijn opgenomen.

  • 3.

    Uren die na toepassing van de <onderstreept>leden 1 en 2</onderstreept> resteren, vervallen automatisch en worden niet uitbetaald.

Artikel 8

De ambtenaar of werknemer, die op de datum van inwerkingtreding van deze verordening aanspraken geniet op meerdere verlofuren, op grond van de oude vakantieregeling, blijft deze aanspraken behouden.

Artikel 9

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als Vakantieregeling 1998.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 30 december 1998 en werkt terug tot 1januari1998.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders der gemeente Urk, gehouden op 30 december 1998,De secretaris,                                                        De voorzitter,