Verordening op de naamgeving van delen van de openbare ruimte en de nummering van gebouwen, complexen, lig- en standplaatsen (adressen) gemeente Urk 2009

Geldend van 01-07-2009 t/m heden

Intitulé

Verordening op de naamgeving van delen van de openbare ruimte en de nummering van gebouwen, complexen, lig- en standplaatsen (adressen) gemeente Urk 2009

De raad van de gemeente Urk;gelet op artikel 149 van de gemeentewet;gelet op de Wet Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG);overwegende dat;

1. een juiste aanduiding van ieder deel van de openbare ruimte, meestal bestaande uit het adres, in combinatie van (straat)naam, (huis)-nummer, -letter, toevoeging en woonplaats, van groot belang is in het maatschappelijke verkeer en voor een publieke dienstverlening;

2. hiertoe afspraken nodig zijn over de wijze van het nemen van straatnamen- en huisnummerbesluiten en het registreren van deze besluiten in een Basisregistratie voor Adressen en Gebouwen (BAG);

besluit vast te stellen de 'Verordening op de naamgeving van delen van de openbare ruimte en de nummering van gebouwen, complexen, lig- en standplaatsen (adressen) gemeente Urk 2009'

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. De Raad: de gemeenteraad van de gemeente Urk.

b. College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Urk.

c. Woonplaats: het door het college, als zodanig aangewezen gedeelte van het grondgebied van de gemeente.

d. Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG): gemeentelijke registratie die gegevens bevat over adressen en gebouwen die door de Landelijke Voorziening BAG wordt beheerd.

e. Openbare ruimte: alle door de raad zodanig aangewezen en van naam voorziene voor het openbaar rijverkeer of ander verkeer openstaande wegen of paden, pleinen, plaatsen, plantsoenen, bruggen, viaducten, knooppunten of daarmee vergelijkbare plaatsen of constructies en alle wateren die, al dan niet met enige beperking, voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn, alsmede daarin begrepen alle bouwwerken die daar deel van uitmaken en binnen de gemeente Urk gelegen.

f. Afgebakend terrein: een terrein dat met afsluitbare toegang, waarop zich geen bouwwerken bevinden en dat afzonderlijk wordt gebruikt.

g. Gebouw: elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

h. Bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond en bedoeld is om ter plaatse te functioneren.

i. Object: een gebouw, bouwwerk, complex, afgebakend terrein, ligplaats of standplaats.

j. Pand: is de kleinste, bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig constructief zelfstandige eenheid, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

k. Complex: een afgebakend samengesteld geheel van gebouwen en bouwwerken (industriecomplex, complex met vakantiehuisjes, kazernecomplex, agrarisch complex, jachthavencomplex, etc.).

l. Ligplaats: is een formeel door de gemeente als zodanig aangewezen plaats in het water, al dan niet aangevuld met een op de oever aanwezig terrein of een gedeelte daarvan, dat bestemd is voor het permanent afmeren van een voor woon-, bedrijfsmatige- of recreatieve doeleinden geschikt vaartuig.

m. Standplaats: is een formeel door het college aangewezen terrein of een gedeelte daarvan, dat bestemd is voor het permanent plaatsen van een niet direct duurzaam met de aarde verbonden en voor woon-, bedrijfsmatige- of recreatieve doeleinden geschikte ruimte.

n. Nummer: een nummer dat bestaat uit een of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoeging van een letter of cijfer, of combinatie van letters en cijfers als zodanig toegekend aan een adresseerbaar object.

o. Verblijfsobject: is de kleinste binnen één of meer panden gelegen en voor woon-, bedrijfsmatige- of recreatieve doeleinden geschikte eenheid van gebruik, dien ontsloten wordt via een eigen toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde verkeersruimte en die onderwerp kan zijn van goederenrechtshandelingen.

p. Rechthebbende: een ieder die krachtens eigendom of een beperkt zakelijk recht de beschikking heeft over een onroerende zaak, alsmede de beheerder.

q. Belanghebbende: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.

r. Uitvoeringsvoorschriften: nadere bepalingen van technische en administratieve aard.

 

Artikel 2 Naamgeving van woonplaatsen en delen van de openbare ruimte

  • 1 De raad stelt voor het totale grondgebied van de gemeente ten minste één woonplaats vast en kan een woonplaats in wijken of buurten verdelen, zonodig daaraan namen, letters of nummers toekennen.

  • 2 Het college kent voor het totale grondgebied van de gemeente namen toe aan te onderscheiden delen van de openbare ruimte en zonodig aan bouwwerken.

  • 3 Onder vaststellen, verdelen en toekennen, zoals bedoeld in het eersteen tweede lid</onderstreept>, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken van de vaststelling, verdeling en toekenning.

Artikel 3 Nummering van panden, verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen

  • 1 Het college kan alleen aan panden, verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen een nummer toekennen.

  • 2 Het college kent een perceel een perceelnummer toe dat identiek is met het huisnummer dat wordt toegekend wanneer de bouwvergunning wordt verleend.

  • 3 Het college mandateert zijn bevoegdheid voor het nummeren van panden, verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen aan de manager van de afdeling Publiekszaken.

  • 4 Aan een pand verblijfsobject, standplaats of ligplaats dat een nummer heeft gekregen, moet het nummer op een doeltreffende wijze zijn aangebracht.

  • 5 Onder toekennen, zoals bedoeld in het eerste lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken van de toekenning. Onder intrekken van de toekenning wordt verstaan dat de nummering van het pand, verblijfsobject, standplaats en ligplaats tevens wordt ingetrokken.

Artikel 4 Namen aanbrengen

  • 1 De door het college aan delen van de openbare ruimte toegekende namen worden zichtbaar en in voldoende aantallen ter plaatse aangebracht.

  • 2 Het is een ieder, die daartoe niet bevoegd is, verboden op eigen initiatief naamborden aan te brengen en of te wijzigen.

Artikel 5 Gedoogplicht naamborden

  • 1 Indien het college het nodig oordeelt dat borden met een wijk- of buurtaanduiding, borden met straatnamen en verwijsborden aan een bouwwerk, gebouw, muur, paal, schutting of een andere soort terreinafscheiding worden aangebracht, is de rechthebbende verplicht toe te laten dat de hier bedoelde borden overeenkomstig de aanwijzingen van het college worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.

  • 2 De rechthebbende dient er zorg voor te dragen dat de in het eerste lid genoemde borden vanaf de openbare weg duidelijk leesbaar blijven.

Artikel 6 Nummerborden aanbrengen

  • 1 De rechthebbende is verplicht het nummer, zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, binnen zes weken na kennisgeving van het besluit van het college aan te brengen.

  • 2 Tenzij door het college anders is besloten, is de rechthebbende van een object verplicht het in het eerste lid genoemde nummer, alsmede daarmee verband houdende verwijs- en verzamelborden aan te brengen op een wijze zoals krachtens <onderstreept>artikel 7</onderstreept> is bepaald.

  • 3 Indien een object nog niet is voltooid, wordt het nummer binnen zes weken na voltooiing aangebracht.

  • 4 Het college kan de in het tweede en derde lid genoemde termijn verlengen.

Artikel 7 Uitvoeringsvoorschriften

De raad is bevoegd nadere uitvoeringsvoorschriften te stellen betreffende in deze verordening. Deze uitvoeringsvoorschriften zijn vastgelegd in de “Uitvoeringsvoorschriften voor de naamgeving van delen van de openbare ruimte en de nummering van gebouwen, complexen, lig- en standplaatsen (adressen) gemeente Urk 2009”.

Artikel 8 Strafbepaling

  • 1 Overtreding van artikel 4 tweede lidof het niet voldoen aan de bepalingen in artikel 5 en 6, wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

  • 2 De opsporing van de in het eerste lidstrafbaar gestelde feiten is, naast de in <onderstreept>artikel 141 van het Wetboek van Strafvorderinggenoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door burgemeester en wethouders met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2009. De inwerkingtreding van deze verordening is gebaseerd op artikel 142 van deGemeentewet.

Artikel 10 Vervallen oude regels

Met de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de ‘Verordening op het benoemen van openbare ruimten en het nummeren van bouwwerken, gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen”, die vastgesteld is in de raadsvergadering van 26 oktober 1995.

Artikel 11 Overgangsbepalingen

  • 1 Namen en nummers die op grond van de in artikel 10 genoemde regels en voorschriften aan delen van de openbare ruimte en objecten zijn toegekend, blijven na het in werking treden van deze verordening bestaan.

  • 2 Het college kan in afwijking van het eerste lid besluiten dat de op grond van de in het eerste lidgenoemde regels en voorschriften aangebrachte namen en nummers binnen een door hem te bepalen termijn moeten worden vervangen door namen en nummers die voldoen aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften.

  • 3 Bij het wijzigen van een naam of nummer, bedoeld in het eersteen tweedelid, zullen zowel de oude en de nieuwe naam als het oude en het nieuwe nummer gedurende een jaar mogen worden gebruikt op de wijze bepaald in de uitvoeringsvoorschriften, bedoeld in artikel 7.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de ‘Verordening naamgeving en nummering adressen gemeente Urk 2009’.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Urk, gehouden op 28 mei 2009,
De voorzitter,
De griffier,

Toelichting op de Verordening op de naamgeving van delen van de openbare ruimte en de nummering van gebouwen, complexen, lig- en standplaatsen (adressen) gemeente Urk 2009’.

Algemene toelichting

Straatnamen en huisnummers (adressen) vervullen een essentiële functie in het maatschappelijke verkeer. Niet alleen voor dienstverlenende instanties als politie, brandweer, ambulancebedrijven en TNT post, maar ook voor bijvoorbeeld de makelaardij, de advocatuur, het notariaat en het bedrijfsleven. Zij kunnen veelal hun werkzaamheden niet uitvoeren zonder goed sluitende informatie over adressen. Ook de burger heeft belang bij goede adressering van zijn woonverblijf. Hij wenst immers ‘vindhaar’ te zijn. Adressen vervullen binnen het openbaar bestuur eveneens en wezenlijke functie. Enerzijds is een groot deel van de overheidsregistraties immers geordend (toegankelijk) op alfanumerieke volgorde van adressen. Anderzijds zijn adressen van grote betekenis voor het koppelen van geautomatiseerde bestanden en voor het maken van selecties uit deze bestanden. Het benoemen van delen van de openbare ruimte (onder andere straatnamen) en het toekennen van nummers aan vastgoedobjecten is een taak der gemeente en dient derhalve met de nodige zorg te worden omgeven.

Alle basisregistraties worden wettelijk geregeld. De wettelijke regelingen hebben onder andere betrekking op kwaliteitsborging en privacybescherming. Het gebruik van de basisregistraties wordt voor de overheid een wettelijke verplichting. Het wetsvoorstel Basisregistraties Adressen en Gebouwen is op 24januari 2008 door de Tweede Kamer aangenomen. In de Wet BAG worden de hoofdonderwerpen van de adressenregistratie en de gebouwenregistratie geregeld. Zo bevat het wetsvoorstel onder meer de toedeling van taken en bevoegdheden aan de betrokken bestuursorganen en bepalingen ten aanzien van de inhoud van de registratie, het bewaren van brondocumenten. Er is een landelijke voorziening in het leven geroepen, waarmee de gemeentelijke registraties centraal worden ontsloten. Verder zijn ook stelselonderwerpen opgenomen, zoals het verplichte gebruik en de terugmeldplicht. De wet zal 1juni 2009 van kracht gaan.

Inhoudende

Per 1 juli 2009 zijn alle gemeenten in Nederland wettelijk verplicht om een basisregistratie adressen (BRA) en een basisregistratie gebouwen (BRG) te hebben ingevoerd. Gemeenten zijn bronhouder van de gebouw- en adresgegevens en alle overheidsinstellingen moeten vanaf medio 2011 verplicht gebruik gaan maken van deze gegevens. Gemeenten zijn bronhouder van de 8AG maar zullen net als alle andere bestuursorganen vanaf medio 2011 verplicht zijn om de gegevens uit de basisregistratie adressen (BRA) en de basisregistratie gebouwen (BGR) te gebruiken bij de uitvoering van hun publiekrechtelijk taken. Het afnemen van de BAG is een uitwerking van het verplichte gebruik en eenmalige inwinning van het stelsel van basisregistraties.

De rol van de gemeente is:

- Binnengemeentelijk beheren en distribueren van authentieke BAG gegevens;- Toezien op volledigheid, compleetheid en juistheid;

- De gegevens uit de BAG gebruiken voor de uitvoering van publiekrechtelijke taken;

- De BAG inpassen in de gegevens- en proceshuishouding van de afnemende processen;

- Dit alles integraal onderdeel laten vormen van het gemeentelijk informatiebeleid;

- Koppeling Landelijke Voorziening.

De grootste verandering binnen de Gemeente Urk is in het kader van de Wet Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) dat het niet meer mogelijk is om percelen waar nog geen bouwvergunning voor is afgegeven een huisnummer toe te kennen. De oude situatie hield in dat zodra er bekend waren waar verblijfsobjecten zouden komen er een straatnaam en huisnummer aan een perceel werden toegekend. De oplossing hiervoor is om het perceel een perceelnummer toe te kennen dat identiek is met het huisnummer dat het perceel zal krijgen als de bouwvergunning is verleend. Zo is het mogelijk om als er op het perceel een bouwvergunning is verleend, het huisnummer in te voeren in de Landelijke Voorziening van de BAG Die wordt beheerd door het Kadaster.Voor de burgers zal dit niet tot problemen lijden. Het enige verschil dat de burgers zullen merken is dat ze op de bouwaanvraag voor nieuwbouw en wederopbouw in plaats van het huisnummer het perceelnummer in moeten vullen. Dit kunnen wij voor de burgers oplossen om een bijlage mee te geven met een duidelijk beschrijving van de veranderde situatie, bij de aanvraag van de bouwvergunning.

Wettelijke grondslag

24 januari 2008 is de Wet Basisregistratie Adressen en Gebouwen door de Tweede Kamer aangenomen. De Wet BAG zal per 1juni 2009 inwerkingtreden. In de Wet BAG worden de hoofdonderwerpen van de adressenregistratie en de gebouwenregistratie geregeld. Zo bevat de Wet BAG onder meer de toedeling van taken en bevoegdheden aan de betrokken bestuursorganen en bepalingen ten aanzien van de inhoud van de registratie en het bewaren van brondocumenten. Er is een Landelijke Voorziening in het leven geroepen, waarmee de gemeentelijke registratie centraal worden ontsloten, deze Landelijke Voorziening zal beheerd worden door het Kadaster. Verder zijn ook stelselonderwerpen opgenomen, zoals het verplichte gebruik en de terugmeldingsplicht.

Artikelgewijze toelichting op de ‘Verordening op de naamgeving van delen van de openbare ruimte en de nummering van gebouwen, complexen, lig- en standplaatsen (adressen) gemeente Urk 2009’.

Artikel 1

In artikel 1 is een nummer gedefinieerd als een cijferreeks die bestaat uit één of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoeging van een letter- of cijfercombinatie. Het is ongebruikelijk in het nummer Romeinse cijfers op te nemen.In de Adressenregistratie worden (onder andere) de volgende gegevens van nummeraanduidingen bijgehouden:

- identificerend nummer

- huisnummer (natuurlijk getal van 1 tot 99999)

- huisletter (0 of 1 karakter: a-z, A-Z)

- huisnummertoevoeging (0 tot maximaal 4 alfanumerieke karakters: a-z, A-Z,0-9)

- postcode (optioneel; niet-authentiek)

- identificatiecode bijbehorende woonplaats (optioneel; verwijzing naar woonplaats)

- identificatiecode bijbehorende openbare ruimte (verwijzing naar openbare ruimte(-naam)

Hierin is geen plaats voor het karakter 1’ of ‘-‘ en dit zal in de BAG dan ook geen deel kunnen uitmaken van de adres/nummeraanduiding.Gemeenten (en anderen) zijn er vrij in hoe deze adressen vervolgens worden weergeven op post, in documenten en op straatnaambordjes. In de weergave van het adres mag dus desgewenst een slash worden geschreven tussen het huisnummer en de huisnummertoevoeging (bijvoorbeeld Zwolseweg 1A/1O1).Als in een huisnummerbesluit een slash is opgenomen, wordt deze slash beschouwd als een keuze voor de weergave en wordt de slash niet beschouwd als onderdeel van het adres.Gemeenten die gewend zijn gebruik te maken van slashes in de huisnummertoevoeging, wordt geadviseerd de ‘Zandvoortse tussennummering’ te gaan hanteren: alleen huisnummertoevoegingen gebruiken als er ook sprake is van een huisletter, bijvoorbeeld 1 5a4. Slashes (of andere leestekens) zijn dan niet meer nodig.

Artikel 2

Na lange periode van discussie over de bevoegdheid tot het vaststellen van de gemeentenaam is de Gemeentewet 1992 daar duidelijk over. Artikel 158 van de Gemeentewet bepaalt - ook na de dualisering van het gemeentebestuur in 2002 - dat de raad de naam van de gemeente kan wijzigen. Deze bevoegdheid geldt ongeacht of de naam eerder bij wet is vastgesteld. De gemeenteraad zal de gevolgen daarvan, zowel maatschappelijke als financiële, in zijn besluitvorming mee moeten wegen. Wel moet een raadsbesluit tot wijziging van de gemeentenaam ter kennis worden gebracht van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het provinciaal bestuur. Tevens is bepaald dat de in het raadsbesluit genoemde ingangsdatum moet zijn gelegen ten minste een jaar na de datum van het raadsbesluit. De voorgeschreven termijn van invoering stelt de minister en het provinciaal bestuur in staat zonodig bepaalde werkzaamheden uit te voeren. Daarbij moet bijvoorbeeld worden gedacht aan het vervaardigen van een nieuw of aangepast gemeentewapen en de registratie daarvan bij de Hoge Raad van Adel. Maar de termijn van een jaar is ook nuttig voor de gemeente, omdat verandering van de naam de nodige gevolgen zal hebben voor de administratieve organisatie. Alleen al uit registratieve overwegingen is het dringend gewenst een nieuwe gemeentenaam op 1 januari te laten ingaan. In de verordening is het geven van een naam aan de gemeente niet meegenomen, omdat dit is geregeld in de Gemeentewet (de gemeentenaam is ook nog geen onderdeel van het adres).

Over de woonplaats en woonplaatsgrens bestaat veel onduidelijkheid. De komgrens, zoals vervat in de Wegenwet, wordt vaak aangezien voor een woonplaatsgrens, maar dat is onjuist. De woonplaatsgrens valt soms samen met de komgrens, maar dat is een gelukkige coïncidentie. Het is veelal onduidelijk waar de grenzen van woonplaatsen lopen. Wie bijvoorbeeld binnen de gemeente Dronten van Biddinghuizen naar Swifterbant reist, zal ergens halverwege - men heeft dan de komgrens al gepasseerd - de woonplaats Biddinghuizen verlaten en woonplaats Swifterbant binnengaan. De woonplaatsgrens ligt dus veelal in wat n het spraakgebruik wordt aangeduid met het buitengebied. Toch heeft elke gemeente een woonplaatsgrens vastgesteld. Destijds heeft PTT Post (hierna te noemen TNT Post) in overleg met elke gemeente een voorstel gemaakt over de woonplaatsgrenzen. TNT Post heeft namelijk haar postcoderegistratie gebaseerd op woonplaatsen. Het gemeentebestuur is vervolgens gevraagd formeel in te stemmen met dit voorstel. Begin jaren zeventig zijn alle gemeenten - soms na wat aanpassingen - schriftelijk akkoord gegaan met de voorstellen van TNT Post.

De overeengekomen woonplaatsgrens heeft gevolgen voor de gemeente. Gemeenten moeten bij het toekennen van namen aan delen van de openbare ruimte en het toekennen van nummers aan objecten namelijk rekening houden met deze woonplaatsgrenzen. Indien een nummerbeschikking leidt tot wijziging van de postcoderegistratie (hiervan is sprake als de nummering van een ene woonplaats doorloopt op het gebied van een andere woonplaats) worden de kosten daarvan bij de gemeente in rekening gebracht. Er zijn overigens door TNT Post en de VNG afspraken gemaakt over wijzigingen waarop de kostenverrekening al dan niet van toepassing is (zie hiervoor het convenant tussen de VNG en PTT Post BV in hoofdstuk 6, paragraaf 9 van de VNG-publicatie ‘Benoemen, nummeren en begrenzen’). Er is een aantal gemeenten die de woonplaatsgrenzen, al dan niet in samenhang met de wijk- en buurtindeling, bij raadsbesluit (hebben) laten vaststellen. Het streven van de gemeente moet er immers op zijn gericht om wijzigingen van woonplaatsgrenzen waar mogelijk te voorkomen of tot een minimum te beperken. Naast het vaststellen van de grenzen van een woonplaats zal ook een naam voor dat gebied moeten worden bedacht. Het toekennen van namen aan woonplaatsen wijkt niet af van het proces van naamgeving van de openbare ruimte. Het is ook wenselijk om dezelfde procedure te volgen. Het benoemen van woonplaatsen komt relatief zeer weinig voor, maar juist hier geldt dat de naam met zorg moet worden gekozen. De naam moet veelal generaties lang mee. Het is verstandig om bij het vaststellen van een woonplaatsnaam vooraf contact op te nemen met TNT Post (zie ook hoofdstuk 6, paragraaf 9 van de VNG-publicatie ‘Benoemen, nummeren en begrenzen’).

In het tweede lidis het benoemen van delen van de openbare ruimte geregeld. De openbare ruimte omvat meer dan alleen straten, plantsoenen en wegen, zo worden bijvoorbeeld ook waterlopen, sierwateren, bruggen, viaducten, metrostations, dijken, meren en plassen veelal van een naam voorzien. Het benoemen van de openbare ruimte is een bevoegdheid van het college. Het college benoemt delen van de openbare ruimte indien dat naar zijn oordeel nodig is, maar de meeste gemeenten streven ernaar om de totale openbare ruimte van namen te voorzien. Deze namen worden op verzoek of eigen initiatief voorgedragen door de commissie voor straatnamen. De commissie brengt gevraagd en ongevraagd schriftelijk advies uit aan het college. Wel is het noodzakelijk dat de straatnamen betrekking hebben op de wijknaam. De in het tweede lid gehanteerde formulering sluit niet uit dat burgers een aanvraag tot het benoemen van de openbare ruimte bij het college indienen. Een dergelijk aanvraag kan in de regel worden aangemerkt als een verzoek van een belanghebbende om een besluit te nemen in de zin van artikel 1:3, derde lid van de Awb. Op de afwikkeling van de aanvraag zijn in ieder geval hoofdstuk 3 en 4 van de Awb van toepassing (algemene en bijzondere bepalingen over besluiten).

Het derde lid bepaalt dat onder vaststellen, toekennen en verdelen, zoals vervat in het eerste en tweede lid, tevens het wijzigen en intrekken wordt bedoeld. Naar de huidige opvattingen impliceert vaststellen, toekennen en verdelen dat men ook kan wijzigen en intrekken. Bij de behandeling van beroep- en bezwaarschriften is dat echter vaak een punt van discussie. Vandaar dat ervoor is gekozen om over de bevoegdheid tot wijzigen en intrekken een afzonderlijk lid op te nemen.

Artikel 3

Artikel 3 regelt de nummering van panden, verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen binnen de Gemeente Urk. De Raad heeft zijn bevoegdheid gemandateerd aan de manager van de afdeling Ontwikkeling en Advies. In het kader van de BAG willen wij voorstellen dat de raad het mandaat nummering mandateert aan de manager van de afdeling Publiekszaken. In het Vijfde lid wordt uitdrukkelijk voorgeschreven dat onder intrekken van de toekenning wordt verstaan dat de nummering van het pand, verblijfsobject, standplaats en ligplaats tevens wordt ingetrokken.

Artikel 4

Dit artikel regelt dat naamborden overeenkomstig bepaalde richtlijnen zullen worden aangebracht. De kosten daarvan komen voor rekening van de Gemeente Urk. Het tweede lid van dit artikel verbiedt het aanbrengen van naamborden door onbevoegden.

Artikel 5

Het kan noodzakelijk zijn ten bate van een goede dienstverlening dat naam- en of verwijsborden worden aangebracht op particulier bezit. Deze naamborden worden door of namens de Gemeente Urk ter plaatse goed zichtbaar aangebracht. Dit is mogelijk door de naamborden te bevestigen aan gebouwgevels, terreinafscheidingen van derden of paaltjes die op particulier terrein ten behoeve van de naamgeving mogen worden geplaatst. Natuurlijk zal de Gemeente Urk de betrokkene hiervan in kennisstellen.

Artikel 6

Het aanbrengen van huisnummerbordjes is per gemeente verschillend geregeld. Sommige gemeenten brengen de nummers zelf aan. Het aanbrengen van de nummers wordt in bepaalde gevallen echter ook uitbesteed of overgelaten aan de aannemer, als onderdeel van het uitvoeren van een bouwwerk. Ten slotte kan het ook aan de eigenaar worden overgelaten de nummers, conform de nadere gemeentelijke voorschriften, aan te brengen.In de verordening is gekozen voor een formulering waarbij de eigenaar het nummer dient aan te brengen, tenzij het college van burgemeester en wethouders anders besluit. Het laatste kan bijvoorbeeld het geval zijn bij nieuwbouwprojecten, waarbij een uniform uitgevoerde nummering wenselijk wordt geacht. Het verdient aanbeveling de verantwoordelijkheid voor het aanbrengen van een huisnummer in de tekst van de huisnummerbeschikking te regelen.In het tweede lid is bepaald dat het door het college van burgemeester en wethouders toegekende nummer binnen een bepaalde termijn moet zijn aangebracht. Voor gevallen waarin het object nog niet is voltooid, is in het derde lid een andere termijn gesteld. Het vierde lid geeft burgemeester en wethouders de mogelijkheid de in het eerste en tweede lid genoemde termijnen te verlengen.

Artikel 7

Dit artikel geeft het college de mogelijkheid nadere uitvoeringsvoorschriften te stellen. Er kan in dit verband worden gedacht aan algemene eisen aan het te gebruiken materiaal (bestand tegen weersinvloeden), alsmede aan andere technische zaken, zoals de methode van nummering en maatvoering van de borden. Ook kunnen de uitvoeringsvoorschriften een bepaling omvatten dat naast een zelfvervaardigde nummerdrager - van geschilderde dakpannen tot ceramische tegels en van zuiltjes tot deurschilderingen het voorgeschreven nummerbordje altijd aanwezig moet zijn op de bij verordening voorgeschreven plaats. Naast meer technische uitvoeringsvoorschriften kan om verschillende redenen ook worden gedacht aan uitvoeringsvoorschriften van administratieve aard. In de eerste plaats vervullen naam- en nummergegevens een zeer wezenlijke functie in het maatschappelijk verkeer. De dienstverlening (brandbestrijding, ambulancevervoer, postbezorging etc.) kan niet zonder een goed sluitende registratie van namen en nummers (adres). In de tweede plaats zijn tal van gemeentelijke registraties geordend naar volgorde van naam en nummer (adres). In de derde plaats is een systematische en eenduidige verstrekking van naam- en nummergegevens aan instanties noodzakelijk. Zo bestaan er verplichtingen tot levering van adresgegevens aan afnemers en derden in de zin van de Wet GBA en aan bijvoorbeeld waterschappen en de Rijksbelastingdienst voor hun belastingheffing. In de vierde plaats is een goede registratie van adressen noodzakelijk om gemeentelijke bestanden te kunnen raadplegen en op elkaar af te stemmen. Ten slotte vervullen de adresgegevens een belangrijke rol bij de uitkering uit het gemeentefonds. Reden genoeg om ook administratieve uitvoeringsvoorschriften te formuleren.

Artikel 8

Het opleggen van verplichtingen, zoals vervat in de verordening, heeft alleen zin wanneer deze ook kunnen worden afgedwongen zodra de regels worden overtreden. Het is gebruikelijk aan lichte overtredingen een geldboete van de eerste categorie te verbinden. In het tweede lid worden naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door burgemeester en wethouders met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.

Artikel 9

De inwerkingtreding van deze verordening is gebaseerd op artikel 142 van de Gemeentewet. De bekendgemaakte besluiten treden in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking, tenzij in deze besluiten daarvoor een ander tijdstip is aangewezen. De bekendmaking geschiedt in Het Urkerland” van 4 juni 2009. Bezwaar kan gemaakt worden tot de achtste dag na de bekendmaking. De verordening treedt in werking op 1 juli 2009.

Artikel 10

Met de inwerkingtreding van deze verordening vervallen de verordening op het benoemen van openbare ruimten en het nummeren van bouwwerken, gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen van 31juli 1995, de htlijnen voor naamgeving straten en de richtlijnen voor huisnummering van 21juni 1957. Met de inwerkingtreding van deze verordening vervalt ook de verordening Commissie straatnaamgeving van 31juli 1995. Het instellingbesluit commissie naamgeving van 15 december 2005 treedt in werking.

Artikel 11

Het principe van het benoemen van delen van de openbare ruimte en het nummeren van gebouwen, complexen, ligplaatsen en standplaatsen dateert al uit de vorige eeuw. In de loop der jaren hebben vele voorschriften gegolden. Binnen de Gemeente Urk golden de richtlijnen voor naamgeving straten en de richtlijnen voor huisnummering van 21 juni 1957 en de verordening op het benoemen van openbare ruimten en het nummeren van bouwwerken, gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen van 31 juli1995. Het is niet zinvol bij de invoering van de verordening te eisen dat alle namen en nummers binnen de Gemeente Urk dienen te worden aangepast aan de nieuwe uitvoeringsvoorschriften, zoals geregeld krachtens artikel 7. Nummers die onder oude regime tot stand zijn gekomen blijven gehandhaafd. Het college heeft wel de mogelijkheid om aanpassing van nummers te eisen. Lid 3 is een nadere uitwerking van lid 2.

Artikel 12

De term ‘huisnummer’ is in principe geen juiste term voor het nummeren van bijvoorbeeld stand- en ligplaatsen en de term ‘straatnaamgeving’is geen goede term voor het benoemen van openbaar (sier)water en bouwwerken. Vandaar dat de titel van de modelverordening is veranderd in ‘naamgeving en nummering (adressen)’.