Verordening persoonsgebonden budget Wet sociale werkvoorziening gemeente Urk 2008

Geldend van 25-09-2008 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2008

Intitulé

Verordening persoonsgebonden budget Wet sociale werkvoorziening gemeente Urk 2008

De raad van de gemeente Urk,op voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Urk d.d. 26 juni 2008gezien het advies van commissie I d.d. 9 september 2008gelet op artikel 7, lid 10 van de Wet sociale werkvoorzieningbesluit:vast te stellen de volgende<vet>‘Verordening persoonsgebonden budget Wet sociale werkvoorziening gemeente Urk 2008’</vet>

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Urk;

  • b.

    Wsw: Wet sociale werkvoorziening;

  • c.

    persoonsgebonden budget (PGB): eenmalige of periodieke op grond van de Wet sociale werkvoorziening, aan de werkgever uit te betalen, subsidie voor loonkosten of structurele kosten;

  • d.

    Wsw-ge&#xEF;ndiceerde: de belanghebbende die op grond van de Wet sociale werkvoorziening rechtmatig aanspraak maakt op een persoonsgebonden budget.

Artikel 2 Uitvoeringskosten en subsidieplafond

  • 1. Het college stelt elk jaar vóór 31 december de hoogte vast van de aan de subsidieverlening in het volgende jaar verbonden uitvoeringskosten.

  • 2. Het door de gemeente van het rijk voor het betreffende jaar ontvangen budget, verminderd met de in het vorige lid bedoelde uitvoeringskosten, wordt aangemerkt als subsidieplafond als bedoeld in de artikelen 4:24 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 3 Voorwaarden

  • 1. Het college verstrekt op aanvraag aan iedere Wsw-geïndiceerde die daar recht op heeft een persoonsgebonden budget begeleid werken Wsw, indien werkgever en begeleidingsorganisatie er zorg voor dragen dat de arbeidsplaats voor de sw-geïndiceerde adequaat wordt ingevuld.

  • 2. De werkgever voldoet aan de volgende vereisten:

    • a.

      zijn onderneming staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel;

    • b.

      de aangeboden arbeidsplaats en de omvang daarvan zijn gelet op de indicatiestelling, de mogelijkheden van de sw-ge&#xEF;ndiceerde en de hoogte van de kosten voor de aanpassing van de werkplek, als passend aan te merken;

    • c.

      de duur van het dienstverband bedraagt tenminste zes maanden, in principe gevolgd door een dienstverband voor onbepaalde tijd.

  • 3. De begeleidingsorganisatie voldoet aan de volgende vereisten:

    • a.

      de begeleidingsorganisatie is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel;

    • b.

      de begeleidingsorganisatie en haar medewerkers zijn gekwalificeerd voor het begeleiden van de doelgroep en de sw-ge&#xEF;ndiceerde voor wie het persoonsgebonden budget is bestemd;

    • c.

      de begeleidingsorganisatie heeft aantoonbare kennis en ervaring in het werkveld en beschikt over een relevant kwaliteitskeurmerk.

Artikel 4 Vaststelling periodieke subsidie

  • 1. Het college stelt op verzoek van de Wsw-geïndiceerde de hoogte van de, aan de werkgever uit te betalen, subsidie vast.

  • 2. Ingeval een voorgestelde loonkostensubsidie niet hoger is dan 50% van het bruto loon van de Wsw-geïndiceerde, wordt de loonkostensubsidie door het college ter hoogte van het voorgestelde bedrag vastgesteld.

  • 3. Bij onduidelijkheid over de loonwaarde kan het college de hoogte van de loonkostensubsidie baseren op een loonwaardeonderzoek, bij welk onderzoek door het college een externe deskundige kan worden ingeschakeld.

  • 4. Een loonwaardeonderzoek vindt in ieder geval plaats voor loonkostensubsidies hoger dan het in lid 2 genoemde percentage.

  • 5. Bij een dienstverband voor onbepaalde tijd vindt in het eerste jaar en vervolgens periodiek om de vijf jaar een loonwaardebepaling plaats.

Artikel 5 Herziening loonkostensubsidie

  • 1. Op verzoek van de Wsw-geïndiceerde of de werkgever kan het college de loonkostensubsidie worden herzien na wijziging van de arbeidsproductiviteit van de werknemer.

  • 2. Het college kan de hoogte van de loonkostensubsidie herzien indien daarvoor gegronde redenen zijn.

     

Artikel 6 Vergoeding begeleidingsorganisatie

  • 1. De hoogte van de vergoeding aan de begeleidingsorganisatie en de omvang van het aantal uren begeleiding wordt door het college in overleg met de begeleidingsorganisatie vastgesteld.

  • 2. De kosten van een begeleidingsorganisatie in verband met het zoeken van een begeleid werkenplaats komen voor vergoeding in aanmerking. De hoogte van de vergoeding aan de begeleidingsorganisatie bestaat uit een vast bedrag per kandidaat.

  • 3. Bij de totstandkoming van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd wordt de in het vorige lid bedoelde vergoeding verhoogd met een eenmalige bonus.

  • 4. De hoogte van de in het vorige lid bedoelde bonus wordt door het college vastgesteld.

Artikel 7 Subsidie aanpassing werkplek

  • 1. Het college kan subsidie verstrekken voor de eenmalige kosten van aanpassing van werkplek indien uit een deskundigenrapport blijkt dat de aanpassingen noodzakelijk en persoonsgerelateerd zijn en naar redelijkheid niet door de werkgever gedragen hoeven te worden.

  • 2. Kosten voor aanschaf van apparatuur, aanpassing van de werkplek of voortvloeiend uit arbowetgeving welke kosten de werkgever uit hoofde van normaal en goed werkgeverschap voor iedere werknemer zou moeten maken, komen niet voor subsidie in aanmerking.

  • 3. Een subsidie als bedoeld in het eerste lid kan slechts worden verstrekt bij een voorgenomen dienstverband van tenminste twaalf maanden.

  • 4. Aanpassingen waarvan de kosten hoger zijn dan € 2000 komen niet in voor een subsidie in aanmerking.

Artikel 8 Indienen van de aanvraag

  • 1. De aanvraag voor een persoonsgebonden budget wordt ingediend door middel van een volledig ingevulde aanvraag. De aanvraag wordt mede-ondertekend door werkgever en de begeleidingsorganisatie.

  • 2. Het college kan ten behoeven van de aanvraag een aanvraagformulier vaststellen.

Artikel 9 Beslistermijn

  • 1. Het college besluit over de aanvraag binnen zes weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.

  • 2. Het college kan dit besluit met ten hoogste zes weken verdragen. Het college stelt de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis.

     

Artikel 10 Voorzetting periodieke subsidie

  • 1. De werkgever verstrekt binnen zes weken na afloop van het kalenderjaar aan het college een schriftelijke opgave van het door hem in het voorgaande jaar betaalde bruto CAO-loon van de Wsw-geïndiceerde, vermeerderd met alle werkgeverslasten.

  • 2. Het college stelt de periodieke subsidie binnen zes weken na ontvangst van deze opgave vast.

Artikel 11 Uitbetaling subsidie

  • 1. De subsidie wordt voor het eerst binnen zes weken na de vaststelling betaald onder verrekening van de betaalde voorschotten.

  • 2.  De subsidie wordt vervolgens in maandelijkse termijnen achteraf betaald.

     

Artikel 12 Verplichtingen van de werkgever

De werkgever doet onmiddellijk schriftelijke mededeling aan het college van alle feiten en omstandigheden die van belang kunnen zijn voor de verstrekking van de subsidie.

Artikel 13 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen in deze verordening indien de onverkorte toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard zou leiden.

Artikel 14 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening persoonsgebonden budget Wet sociale werkvoorziening gemeente Urk 208.

  • 2. Deze verordening treedt (met terugwerkende kracht) op 1 juli 2008 in werking.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Urk, gehouden op 25 september 2008,De voorzitter,                                                            De griffier,