Regeling vervallen per 25-04-2019

Subsidieregeling Scouting activiteiten gemeente Utrecht

Geldend van 05-07-2012 t/m 24-04-2019

Subsidieregeling Scouting activiteiten gemeente Utrecht

(collegebesluit van 26 juni 2012)

Het college van burgemeester en wethouders van Utrecht;

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Algemene Subsidieverordening 2008

BESLUIT:

vast te stellen het volgende

SUBSIDIEREGELING Scoutingactiviteiten gemeente Utrecht

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder;

  • 1.

    koepelorganisatie scouting: rechtspersoon (stichting of vereniging), vertegenwoordiger van de Utrechtse scoutingverenigingen;

  • 2.

    scoutingvereniging: rechtspersoon (vereniging met leden), die scoutingactiviteiten organiseert voor jeugdige inwoners van de gemeente Utrecht;

  • 3.

    jeugdlid: een bij Scouting Nederland geregistreerd jeugdlid jonger dan 21 jaar

Artikel 2 Doel van de subsidie

Het doel van de subsidieverstrekking op basis van deze beleidsregel is:

Stimuleren van het organiseren van activiteiten voor jeugdige inwoners van de gemeente Utrecht door middel van het scoutingspel gespeeld.

Aangepast aan de leeftijdsgroep van de kinderen wordt met creatieve thema’s aan de kinderen de ruimte gegeven om fysiek te bewegen, sociaal te experimenteren en zich te ontwikkelen. Ruimte om te ontdekken en te leren. Bij scouting leren ze op een natuurlijke manier verantwoordelijkheid dragen. Ze initiëren eigen programma’s, organiseren grote evenementen, bewaken hiervoor budgetten, leren samenwerken waardoor ze ook hun eigen kansen op de arbeidsmarkt vergroten.

Artikel 3 Subsidie en subsidieplafond

  • 1. Het subsidieplafond wordt elk jaar bepaald door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht (verder te noemen: het college).

  • 2. Van de beschikbare subsidie wordt jaarlijks een door het college te bepalen bedrag gereserveerd voor specifieke regelingen. Het college bepaalt welke regelingen dit betreft.

  • 3. De beschikbare algemene subsidie is maximaal het subsidieplafond van het eerste lid, na aftrek van de bedragen conform het tweede lid.

Artikel 4 Aanvraag en verantwoording

  • 1. De aanvraag voor de specifieke regelingen van artikel 3, tweede lid is alleen mogelijk door de scoutingverenigingen, dan wel de koepelorganisatie passend in deze specifieke regelingen.

  • 2. De algemene subsidie voor de scoutingactiviteiten wordt aangevraagd door en verstrekt aan de koepelorganisatie scouting op basis van de activiteiten van de Utrechtse scoutingverenigingen.

  • 3. De wijze van aanvragen en de wijze van het afleggen van verantwoording geschiedt conform het bepaalde in de Algemene Subsidieverordening 2008.

  • 4. Voor het aanvragen van een subsidie en het afleggen van verantwoording wordt gebruik gemaakt van het daartoe door het college beschikbaar gesteld formulier.

  • 5. Het in tweede lid bedoelde aanvraagformulier dient volledig te zijn ingevuld en alle gevraagde bescheiden dienen te zijn bijgevoegd.

Artikel 5 Verstrekken van de subsidie

  • 1. Het college houdt bij de beslissing op een aanvraag rekening met subsidies of een bijdrage die op grond van enig andere gemeentelijke regeling is of kan worden verleend.

  • 2. Het college kan aan het verlenen van subsidie nadere voorschriften verbinden.

Artikel 6 Voorwaarden voor de subsidie

  • 1. De koepelorganisatie verdeelt de ontvangen subsidie in de vorm van een financiële bijdrage aan de scoutingverenigingen op basis van vaste criteria, waarbij de scoutingverenigingen aan een aantal voorwaarden dienen te voldoen. Deze voorwaarden zijn inhoudelijk (uitvoering van de scouting activiteiten) en financieradministratief (voldoen aan de formele eisen aangaande aanvraag en verantwoording aan de koepelorganisatie).

  • 2. De scoutingvereniging dient in haar activiteitenplan aan de koepelorganisatie vooraf aan te geven welke activiteiten zij gaat uitvoeren en zij dient na afloop een activiteitenverslag aan te leveren aan de koepelorganisatie. Indien het activiteitenplan naar het oordeel van de koepelorganisatie onvoldoende is dan wel als uit het activiteitenverslag blijkt dat er onvoldoende activiteiten zijn uitgevoerd, kan de financiële bijdrage ofwel niet worden verleend dan wel (deels) worden teruggevorderd.

  • 3. De scoutingvereniging dient aangesloten te zijn als scoutinggroep bij Scouting Nederland. De scoutingvereniging verstrekt jaarlijks aan de koepelorganisatie een, door de groepsraad goedgekeurd, jaarverslag en financieel jaarverslag. De scoutingvereniging verstrekt jaarlijks aan het bestuur van de koepelorganisatie Utrecht een inhoudelijk jaarplan en begroting. De aanlevering dient uiterlijk te gebeuren voor een door de koepelorganisatie te bepalen datum.

  • 4. De scoutingverenigingen dienen aan de koepelorganisatie tijdig de gevraagde informatie aan te leveren, die nodig is voor de aanvraag en de verantwoording van de subsidie door de koepelorganisatie, waaronder een opgave en een verantwoording aangaande hun huisvestingskosten, aantal leden en hun activiteiten. Als een scoutingvereniging niet aan haar verplichtingen voldoet mag de koepelorganisatie de financiële bijdrage niet verlenen, dan wel dient zij deze in te trekken en terug te vorderen. De koepelorganisatie is bevoegd zelf een nadere invulling aan de verplichtingen te geven zodat zij aan hun verplichting jegens de gemeente kunnen voldoen.

  • 5. De koepelorganisatie mag een egalisatiereserve vormen van maximaal 20% van het jaarlijkse subsidiebedrag. Deze egalisatiereserve kan worden gevormd door niet uitgekeerde financiële bijdragen, bijvoorbeeld indien een scoutingvereniging zich niet aan de gestelde voorwaarden voldoet.

Artikel 7 Bepalen van de financiële bijdrage aan de scoutingverenigingen

  • 1.

    De financiële bijdrage van de koepelorganisatie aan de scoutingverenigingen wordt bepaald op basis van de huisvestingskosten en het aantal leden van de verenigingen.

  • 2.

    De huisvestingskosten zijn uitsluitend de direct aan de huisvesting gerelateerde kosten: de huurlasten van het gebouw dan wel de afschrijvingskosten van het gebouw en nagelvaste inventaris als eigenaar vermeerderd met gemeentelijke heffingen, onderhoud, gas/water/elektriciteit, verzekeringskosten opstal en inboedel. De afschrijvingskosten van het gebouw worden berekend op basis van een afschrijvingsperiode van 40 jaar, nagelvaste inventaris wordt afgeschreven in 15 jaar. Andere kosten (waaronder beheer en onderhoud van terreinen en groenvoorzieningen) worden niet meegenomen in de bepaling van de huisvestingskosten.

  • 3.

    Voor de financiële bijdrage van 2013 zijn de gemiddelde huisvestingskosten in de jaren 2009, 2010 en 2011 het uitgangspunt. De scoutingverenigingen dienen de hoogte van de huisvestingskosten door middel van hun administratie aan te tonen. De huisvestingskosten worden elke vier jaar opnieuw bepaald, tussentijdse veranderingen hebben geen invloed op de hoogte van de financiële bijdrage aan de scouting groepen. Voor de subsidie van 2017 worden huisvestingskosten opnieuw berekend op basis van de gemiddelde huisvestingskosten in 2013, 2014 en 2015.

  • 4.

    Structurele inkomsten uit onderverhuur van meer dan 10% van de huisvestingskosten worden in mindering gebracht op de berekende huisvestingskosten. Incidentele inkomsten uit onderverhuur worden niet meegerekend. Structurele inkomsten zijn alle inkomsten op basis van een contract met een vaste looptijd.

  • 5.

    Indien de werkelijke structurele inkomsten meer dan 25% afwijken van de in mindering gebrachte structurele inkomsten op jaarbasis worden de huisvestingskosten voor het volgende subsidiejaar aangepast op basis van deze herziene structurele inkomsten. De afwijking heeft geen gevolgen voor de financiële bijdrage van het lopende subsidiejaar.

  • 6.

    De financiële bijdrage voor de huisvestingskosten wordt bepaald aan de hand van onderstaande tabel:

Werkelijke netto huisvestingskosten

Financiële bijdrage huisvestingskosten

Tot en met EUR 2.000,00

EUR 420,00

Van EUR 2.001,00 tot en met EUR 4.000,00

EUR 1.260,00

Van EUR 4.001,00 tot en met EUR 6.000,00

EUR 2.100,00

Van EUR 6.001,00 tot en met EUR 8.000,00

EUR 2.940,00

Van EUR 8.001,00 tot en met EUR 10.000,00

EUR 3.780,00

Van EUR 10.001,00 tot en met EUR 12.000,00

EUR 4.620,00

Van EUR 12.001,00 tot en met EUR 14.000,00

EUR 5.460,00

Van EUR 14.001,00 tot en met EUR 16.000,00

EUR 6.300,00

Van EUR 16.001,00 tot en met EUR 18.000,00

EUR 7.140,00

Van EUR 18.001,00 tot en met EUR 20.000,00

EUR 7.980,00

Meer dan EUR 20.000,00

EUR 9.000,00

  • 7.

    De financiële bijdrage per jeugdlid wordt jaarlijks bepaald op basis van het beschikbare bedrag. Dit wordt berekend door het totaal beschikbare subsidiebedrag voor de uitvoering van de activiteiten van de gezamenlijke Utrechtse scoutingverenigingen te verminderen met de totale financiële bijdrage op basis van de huisvestingskosten. De financiële bijdrage jeugdlid is het aldus berekende beschikbare bedrag gedeeld door het totaal aantal jeugdleden van de Utrechtse scoutingverenigingen. Aan jeugdleden uit kwetsbare groepen kan het college een zwaardere factor dan 1 toekennen. Elke vereniging krijgt de financiële bijdrage per jeugdlid maal het aantal jeugdleden.

  • 8.

    Het aantal jeugdleden wordt jaarlijks bepaald door de koepelorganisatie Utrecht op basis van de opgave van Scouting Nederland, waarbij wordt uitgegaan van het gemiddelde aantal jeugdleden van de drie kalenderjaren voorafgaand aan het subsidiejaar.

  • 9.

    In het geval de koepelorganisatie de regeling naar de mening van de scoutingverenigingen niet volgens de regels uitvoert, kunnen zij dit melden bij de gemeente Utrecht met het verzoek om zorg te dragen dat de regeling correct uit te voeren.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na afkondiging en geldt voor de subsidieverstrekking vanaf het subsidiejaar 2013.

Artikel 9 Citeertitel

Deze beleidsregel kan worden aangehaald als: Beleidsregel subsidieverstrekking Scoutingactiviteiten Utrecht.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van Utrecht in zijn vergadering van 26 juni 2012.

De secretaris, De burgemeester,

Drs. M.R. Schurink Mr. A. Wolfsen

Bekendmaking is geschied op 11 juli 2012.

Deze subsidieregeling treedt in werking op 12 juli 2012.