Regeling vervallen per 01-01-2013

Beleidsregels Wet Investeren in Jongeren

Geldend van 01-07-2011 t/m 31-12-2012

Intitulé

Beleidsregels Wet Investeren in Jongeren

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2011 Nr. 31

Beleidsregels Wet Investeren in Jongeren

(collegebesluit van 10 mei 2011)

De college van burgemeester en wethouders van Utrecht,

BESLUIT:

vast te stellen de volgende

BELEIDSREGELS Wet investeren in jongeren

Artikel 1 Het werkleeraanbod algemeen

Het werkleeraanbod wordt vastgelegd in een werkleerovereenkomst. Het uitgangspunt bij het aanbieden van een werkleeraanbod in het kader van de Wet Investeren in Jongeren(WIJ), zoals bedoeld in hoofdstuk 3 van de Verordening WIJ is, dat er een individuele beoordeling plaats vindt. Er is geen sprake van een doelgroep aanpak. Wel kan het zijn dat er met werkgevers in bepaalde economische sectoren collectieve afspraken over werkervaringsplaatsen worden gemaakt. Maar ook dan wordt individueel beoordeeld of een jongere geschikt is voor een dergelijk werkleeraanbod.

Artikel 2 De individuele beoordeling

De jongere kan zich bij het jongerenloket melden met het verzoek in aanmerking te komen voor een werkleeraanbod.

Conform het beschreven werkproces van het jongerenloket wordt bepaald wat de situatie is van de jongere en zijn bekwaamheden. Op basis van de diagnose die het jongerenloket uitvoert wordt, in overleg met de jongere, vastgesteld welk werkleeraanbod voor deze jongeren passend is.

In uitzonderingsgevallen kan voor de jongeren van Bijzondere Doelgroepen het werkleeraanbod ook via een ander werkproces dan die van het jongerenloket vastgesteld worden.

Artikel 3 Doel van het werkleeraanbod

Het doel van het aanbod is om de jongere te bemiddelen naar (gesubsidieerd) werk of scholing waarop de Wet Studiefinanciering van toepassing is (WSF). Er kunnen instrumenten worden ingezet als tussenstap naar dit einddoel. Tussenstappen kunnen zijn bemiddeling naar vrijwilligerswerk of bemiddeling naar reguliere zorg en hulpverlening.

Artikel 4 Het inkomen bij een werkleeraanbod

De jongeren met een werkleeraanbod via een re-integratiebedrijf krijgen hiervoor een stagevergoeding die minimaal even hoog is als de op hen van toepassing zijnde WIJ-uitkeringsnorm als bedoeld in hoofdstuk 4 van de wet, inclusief de verhoging of verlaging bedoeld in artikel 35 van de wet.

Artikel 5 Vervallen

Artikel 6 De kaders van het werkleeraanbod

Wij onderscheiden drie soorten van werkleeraanbod. Een werkleeraanbod voor jongeren die goed bemiddelbaar zijn en een werkleeraanbod voor jongeren die niet direct bemiddeld kunnen worden.

A Werkleeraanbod voor jongeren die goed bemiddelbaar zijn

De doelgroep

De jongeren die voor dit werkleeraanbod in aanmerking komen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • er is geen regulier werk beschikbaar voor deze jongere én

  • de jongere is gemotiveerd om aan het werk te gaan én

  • de jongere kan minimaal 32 werken én

  • een additionele werkervaringplek is niet nodig én

  • de jongere is niet inburgeringsplichtig of inburgeringbehoeftig én

  • er is geen sprake van zware problematiek (verslaving/psychiatrisch/etc.) én

  • de jongere is redelijk zelfredzaam en heeft geen intensieve begeleiding nodig én

  • de eventueel noodzakelijke kinderopvang is geregeld.

De inhoudelijke kaders voor een externe werkleerbaan:

  • Het werkaanbod moet gezocht worden in sectoren die wel kansrijk zijn, maar waar op dit moment geen vacatures zijn en waar op termijn een tekort aan arbeidskrachten wordt verwacht. Het gaat daarbij om acquisitie op maat voor deze jongeren voor detachering op een werkleerbaan van maximaal zes maanden.

  • Er mogen bij deze werkgevers geen reguliere vacatures openstaan waar de jongere ook op geplaatst had kunnen worden.

  • Het werk moet de kansen van de jongere op de arbeidsmarkt vergroten. De werkzaamheden moeten daarom:

    • *

      de werkervaring vergroten;

    • *

      bijdragen aan de opbouw van het Curriculum Vitae en

    • *

      de vakkennis vergroten.

      §Er moet gezocht worden naar een gevarieerd aanbod van werk. Gevarieerd naar:

      • *

        opleidingsniveau;

      • *

        geschiktheid voor mannen/vrouwen en

      • *

        vereiste taalvaardigheid.

  • §

    De intensiteit van de externe werkleerbaan bedraagt minimaal 32 uur, maar bij voorkeur 36 uur per week, inclusief minimaal vier uur en maximaal acht uur waarin de jongere bezig is met trainingen of scholing of het vinden van regulier werk.

  • §

    De duur is maximaal zes maanden, met mogelijkheid tot verlenging.

B. Werkleeraanbod voor jongeren die niet direct bemiddeld kunnen worden naar werk

De doelgroep

Dit zijn banen voor jongeren die aan de volgende kenmerken voldoen:

  • de jongere is (volgens eigen zeggen) gemotiveerd voor het werkleeraanbod én

  • is niet zelfredzaam en heeft intensieve begeleiding nodig, of

  • heeft meerdere problemen die het functioneren in een reguliere baan belemmeren;

  • en deel van de jongeren is afkomstig van de praktijkschool;

  • een deel van de jongeren heeft kinderen en moeite met de combinatie werk en zorg;

  • de jongere is in staat om minimaal 24 uur per week deel te nemen aan een werkleeraanbod en

  • een deel van de jongeren is inburgeringsplichtig of -behoeftig

De inhoudelijke kaders voor het werkleeraanbod

  • §

    De jongere gaat aan de slag in een arbeidstrainingscentrum van de contractpartner van SoZaWe voor jongeren. De inhoud van dit aanbod bestaat deels uit werken en deels uit trainen, jobhunten en sollicitatietraining,sport, etc.

  • §

    Het werkleeraanbod moet passend zijn voor alle jongeren die worden aangemeld, zodat er aanbod kan worden gevormd gericht op bemiddeling naar werk of opleiding maar ook naar maatschappelijke activering, inburgering of bemiddeling naar de reguliere hulpverlening en opvoedingsondersteuning.

  • §

    De intensiteit voor werkleeraanbod is minimaal 24 uur, maar zo mogelijk 32 uur.

  • §

    De duur van het werkleeraanbod is 6 maanden, met mogelijkheid tot verlenging.

C. Werkleeraanbod voor jongeren die minder dan 24 uur beschikbaar zijn

Het werkleeraanbod voor jongeren die minder dan 24 uur beschikbaar zijn wordt op maat ingericht. Het matchingsinstrument (traject van drie maanden) dat voor alle klanten op trede 0, 1 en 2 beschikbaar is kan als hulpmiddel worden ingezet om maatwerk te kunnen leveren. Vanuit het matchingsinstrument of door de klantmanager zelf wordt de klant begeleid naar eventueel vrijwilligerswerk, hulpverlening, activiteiten in de wijk, enz. Dit traject kan leiden tot deelname aan werkleeraanbod genoemd onder A of B.

Artikel 7 Loonkostensubsidie

Het instrument loonkostensubsidie is beschikbaar voor jongeren die vanuit het werkleeraanbod van de WIJ kunnen uitstromen naar regulier werk. Bij de toepassing van dit instrument is de regelgeving opgenomen in de Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2011, leidend.

Als nadere uitwerking van artikel 12 van de Re-integratieverordening is bovendien een specifieke

loonkostensubsidies voor jongeren van toepassing:

§de jongerenvoucher: een jongere die reeds drie maanden werkloos is, door een werkgever in reguliere dienst wordt genomen voor tenminste zes maanden, kan het college een eenmalige loonkostensubsidie van EUR 2.848,08 (voor een jongere van 18-21 jaar) of EUR 5.348,16 (voor een jongere van 22-27 jaar) aan de werkgever geven. Deze bedragen gelden voor een voltijd dienstverband. Voor een deeltijd dienstverband geldt een andere regeling en vergoeding.

Deze specifieke loonkostensubsidie is van toepassing gedurende de looptijd van het Regionaal Actieplan jeugdwerkloosheid en voor zover het budget dat hierin voor de gemeente Utrecht is gereserveerd, beschikbaar is.

Artikel 8 Cliëntenparticipatie

De cliëntparticipatie van jongeren als bedoeld in artikel 25 van de verordening wordt vormgegeven middels een jaarlijks jongerenpanel. De deelnemers worden elk jaar opnieuw geworven onder de jongeren die gebruik maken van onze dienstverlening. De afdeling beleid stelt met input van de uitvoering de vragenlijst op. Er zullen jaarlijks een aantal vaste vragen worden voorgelegd, zoals de tevredenheid over de informatievoorziening. Daarnaast is er ruimte voor relevante en actuele thema's die de jongeren van het panel ook zelf in kunnen brengen.

Artikel 9 Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: Beleidsregels Wet investeren in jongeren.

Artikel 10 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op 1 juli 2011.

  • 2.

    Op deze datum komen te vervallen de Beleidsregels Wet Investeren in Jongeren (Gemeenteblad van Utrecht 2009, nr. 48).

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht op 10 mei 2011.

De secretaris, De burgemeester,

Drs. M.R. Schurink Mr. A. Wolfsen

Bekendmaking is geschied op 25 mei 2011.

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 juli 2011.