Regeling vervallen per 31-12-2016

Beleidsregel Subsidie Maatschappelijke opvang, Vrouwenopvang en Verslavingszorg

Geldend van 09-06-2011 t/m 30-12-2016

Intitulé

Beleidsregel Subsidie Maatschappelijke opvang, Vrouwenopvang en Verslavingszorg

Beleidsregel Subsidie Maatschappelijke opvang, Vrouwenopvang en Verslavingszorg(besluit van 24 mei 2011)

Het college van burgemeester en wethouders van Utrecht;

gelet op artikel 3 lid 2 van de Algemene subsidie verordening 2008;

BESLUIT:

vast te stellen het volgende

BELEIDSREGEL Subsidie Maatschappelijke opvang, Vrouwenopvang en Verslavingszorg

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2011 Nr. 34

Artikel 1 Vaststelling Uitvoeringskader

Het Uitvoeringskader Maatschappelijke opvang, Vrouwenopvang en Verslavingszorg (hierna te noemen: Uitvoeringskader) vormt een integraal onderdeel van deze Beleidsregel. Dit Uitvoeringskader wordt jaarlijks geactualiseerd en voor 1 juni voorafgaand aan betreffende subsidiejaar vastgesteld door het college.

Artikel 2 Doelstelling

In het Uitvoeringskader geeft de gemeente nadere informatie en aanwijzingen over hoe zij de gemeentelijke doelen uit de programmabegroting in het kader van Maatschappelijke opvang, Vrouwenopvang en Verslavingszorg middels subsidieverlening wil bereiken. Het Uitvoeringskader is leidend voor de subsidieaanvraag en de subsidieverlening.

Artikel 3 Aanvraag

De aanvraagtermijn en het aanvraag adres voor subsidie Maatschappelijke opvang, Vrouwenopvang en Verslavingszorg wordt vermeld in het Uitvoeringskader van het betreffende jaar.

Artikel 4 Aard en omvang

De gemeente beslist welke vormen van Maatschappelijke opvang, Vrouwenopvang en Verslavingszorg zij subsidieert en hoeveel budget zij voor deze vormen beschikbaar heeft.

Artikel 5 Toepassingsbereik

De gemeente maakt onderscheid tussen cliënten met en zonder een AWBZ indicatie.

  • 1.

    De gemeente verleent geen subsidie voor de activiteiten, die op basis van een AWBZ indicatie kunnen worden gefinancierd, ongeacht de hoogte van de AWBZ financiering.

  • 2.

    In het geval van cliënten met een verblijfsindicatie (zoals RIBW) vanuit de AWBZ is het uitgangspunt dat alle kosten gefinancierd worden vanuit de AWBZ. De gemeente levert geen bijdrage aan deze activiteiten.

  • 3.

    In geval van een extramurale AWBZ indicatie voor een cliënt worden alle kosten voor de begeleiding geacht te worden gefinancierd vanuit de AWBZ middelen. De gemeente verleent hier geen subsidie voor.

  • 4.

    In het geval van een instelling, die cliënten met en zonder een AWBZ indicatie opvangt, beslist de gemeente, in overleg met de zorgverzekeraar, van welke mix van plaatsen wordt uitgegaan.

Artikel 6 Subsidiabele activiteiten

De gemeente geeft in het Uitvoeringskader aan welke activiteiten gesubsidieerd kunnen worden.

Artikel 7 Verlening subsidie

De hoogte van het subsidiebedrag wordt bepaald op basis van het besluit van de gemeente welke activiteiten worden gesubsidieerd en de opbouw van het subsidiebedrag per activiteit.

Artikel 8 Realisatie

De benodigde individuele begeleiding wordt op basis van de zorgtoewijzing door de Brede Centrale Toegang bepaald.

Artikel 9 Afsluiting

Deze beleidsregel kan worden aangehaald als: Beleidsregel Subsidie Maatschappelijke Opvang, Vrouwenopvang en Verslavingszorg

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Utrecht in haar vergadering van 24 mei 2011

De secretaris, De burgemeester,

drs. M.R. Schurink mr. A. Wolfsen

Bekendmaking is geschied op 1 juni 2011.

Deze beleidsregels zijn in werking getreden op 9 juni 2011.