Regeling vervallen per 15-02-2021

Procedure overleg onderwijshuisvesting gemeente Utrecht 2011

Geldend van 07-07-2011 t/m 14-02-2021

Intitulé

Procedure overleg onderwijshuisvesting gemeente Utrecht 2011

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2011 Nr. 44

Procedure overleg onderwijshuisvesting gemeente Utrecht 2011

(raadsbesluit van 28 juni 2011)

De raad van de gemeente Utrecht;

gelet op de bepalingen met betrekking op het op overeenstemming gericht overleg , te weten artikel 102 vijfde lid Wet op primair onderwijs, artikel 76m vijfde lid Wet voortgezet onderwijs en artikel 100 vijfde lid Wet op de expertisecentra;

overwegende dat bij wet een op overeenstemming gericht overleg verplicht is bij de vaststelling of wijziging van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs en de wet vereist dat de gemeenteraad daartoe een procedure vaststelt

BESLUIT

vast te stellen

PROCEDURE overleg onderwijshuisvesting gemeente Utrecht 2011

Artikel 1 Begripsbepalingen

in deze procedure wordt verstaan onder:

  • a.

    bevoegd gezag: het bestuur van een volgens de Wet op primair onderwijs, Wet voortgezet onderwijs en de Wet op de expertisecentra bekostigde openbare of bijzondere school, die geheel of gedeeltelijk is gehuisvest in een gebouw dat zich bevindt op het grondgebied van de Gemeente;

  • b.

    bestuurlijk overleg: het op overeenstemming gericht overleg tussen het gemeentebestuur en de bevoegde gezagsorganen als bedoeld in artikel 102, vijfde lid Wet op primair onderwijs, artikel 76m, vijfde lid Wet voortgezet onderwijs en artikel 100, vijfde lid Wet op de expertisecentra;

  • c.

    Verordening voorzieningen huisvesting

onderwijs gemeente Utrecht: de vast te stellen of te wijzigen Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Utrecht als bedoeld in artikel 76, eerste lid Wet op primair onderwijs, artikel 76m, vijfde lid Wet voortgezet onderwijs en artikel 84, eerste lid van de Wet op de expertisecentra;

d.advies van de Onderwijsraad: het advies van de Onderwijsraad als bedoeld in artikel 102, zesde lid Wet op primair onderwijs, artikel 76m, zesde lid Wet voortgezet onderwijs en artikel 100, zesde lid van de Wet op de expertisecentra.

Artikel 2 Uitnodiging

  • 1. Alvorens burgemeester en wethouders een voorstel doen aan de raad over de vaststelling of wijziging van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Utrecht, wordt de voorgenomen inhoud van dit voorstel met een toelichting daarop en de inventarisatie als bedoeld in artikel 4, toegezonden aan alle bevoegde gezagsorganen.

  • 2. De toezending geschiedt onder bekendmaking van de plaats, de datum en het tijdstip waarop het bestuurlijk overleg hierover zal aanvangen. Tussen de datum van de toezending van het voorstel en de datum van het overleg liggen ten minste twee weken.

Artikel 3 Secretariaat

Burgemeester en wethouders zijn verantwoordelijk voor het voeren van het secretariaat van het bestuurlijk overleg.

Artikel 4 Voorbereiding

Het bestuurlijk overleg kan worden voorafgegaan door een voorbereidend overleg tussen vertegenwoordigers van de bevoegde gezagsorganen en burgemeester en wethouders. Dit voorbereidend overleg wordt afgerond met een inventarisatie van de onderwerpen waarop wel en waarover geen overeenstemming is bereikt.

Artikel 5 Vertegenwoordiging

  • 1. Alle bevoegde gezagsorganen kunnen zich laten vertegenwoordigen in het bestuurlijk overleg. Een bevoegd gezag wijst daartoe een vertegenwoordiger en een plaatsvervanger aan, die namens dit bevoegd gezag het bestuurlijk overleg voert. De bevoegde gezagsorganen berichten aan de gemeente Utrecht wie als vertegenwoordiger en als plaatsvervanger zal optreden.

  • 2. Bevoegde gezagsorganen kunnen zich gezamenlijk laten vertegenwoordigen in het bestuurlijk overleg. Gezamenlijk vertegenwoordigde bevoegde gezagsorganen wijzen daartoe een vertegenwoordiger en een plaatsvervanger aan, die namens de bevoegde gezagsorganen het bestuurlijk overleg voert.

  • 3. Burgemeester en wethouders worden in het overleg vertegenwoordigd door de portefeuillehouder onderwijs. De portefeuillehouder is voorzitter van het bestuurlijk overleg.

Artikel 6 Advies onderwijsraad

  • 1. Indien een of meer vertegenwoordigers in het bestuurlijk overleg een advies van de Onderwijsraad wensen over het voorstel tot vaststelling of wijziging van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Utrecht in relatie tot de vrijheid van richting en vrijheid van inrichting, dan wordt dit tijdens het bestuurlijk overleg door de vertegenwoordiger of vertegenwoordigers kenbaar gemaakt. Dit gebeurt aan de hand van een schriftelijk gemotiveerde omschrijving van de onderwerpen waarover het advies van de Onderwijsraad wordt verwacht. Hierbij wordt tevens het verband aangegeven tussen deze onderwerpen en de vrijheid van richting en de vrijheid van inrichting.

  • 2. Burgemeester en wethouders zijn belast met de indiening van een verzoek om advies bij de Onderwijsraad. Daarbij wordt de Onderwijsraad tevens geïnformeerd over de in het tweede lid bedoelde zienswijzen voor zover deze afwijken van de inhoud van het verzoek.

  • 3. Alle vertegenwoordigers worden in het bestuurlijk overleg in de gelegenheid gesteld hun zienswijzen naar voren te brengen over het verzoek van burgemeester en wethouders om advies aan de Onderwijsraad.

  • 4. Een afschrift van het door de Onderwijsraad uitgebrachte advies wordt zo spoedig mogelijk door burgemeester en wethouders toegezonden aan alle bevoegde gezagsorganen. Indien het geheel of gedeeltelijk opvolgen van het advies van de Onderwijsraad zou leiden tot een of meer inhoudelijke bijstellingen van het voorstel over de vaststelling of wijziging van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs zoals dat aan de orde is geweest in het bestuurlijk overleg als bedoeld in het eerste en tweede lid, dan worden de bevoegde gezagsorganen bij de toezending van het afschrift van het advies uitgenodigd voor een nader bestuurlijk overleg. In alle andere gevallen beoordelen burgemeester en wethouders of nader bestuurlijk overleg over het advies van de Onderwijsraad noodzakelijk is. Burgemeester en wethouders geven dit aan bij de toezending van het afschrift van het advies van de Onderwijsraad.

  • 5. Het overleg als bedoeld in het vorige lid vindt binnen twee weken plaats nadat de Onderwijsraad zijn advies heeft uitgebracht. Burgemeester en wethouders informeren de raad over dit overleg in de vorm van een aanvulling op het verslag als bedoeld in artikel 7.

Artikel 7 Verslaglegging; informeren raad

  • 1. Van het bestuurlijk overleg wordt door burgemeester en wethouders een verslag gemaakt.

  • 2. Het verslag bevat in ieder geval:

    • a.

      een overzicht van de gevolgde procedure;

    • b.

      een weergave van de zienswijzen zoals deze tijdens het bestuurlijk overleg door de vertegenwoordigers van de bevoegde gezagsorganen en de vertegenwoordiger van burgemeester en wethouders naar voren zijn gebracht;

    • c.

      een overzicht van onderwerpen waarover in het bestuurlijk overleg geen of geen volledige overeenstemming is bereikt, waarbij wordt aangegeven wat de inhoudelijke redenen daarvan zijn;

    • d.

      een overzicht van de door burgemeester en wethouders in het overleg toegezegde wijzigingen in het oorspronkelijk voorstel, naar aanleiding van de naar voren gebrachte zienswijzen als bedoeld onder b. indien toepassing wordt gegeven aan het gestelde in artikel 6, eerste lid, dan wordt hiervan eveneens een weergave opgenomen in het verslag.

  • 3. Burgemeester en wethouders zenden het concept van het verslag ter commentaar toe aan de vertegenwoordigers van de bevoegde gezagsorganen die hebben deelgenomen aan het bestuurlijk overleg. De bevoegde gezagsorganen die niet hebben deelgenomen aan het bestuurlijk overleg ontvangen het concept van het verslag ter kennisneming. Binnen twee weken na de dag waarop het concept van het eindverslag is toegezonden, maken de bevoegde gezagsorganen die hebben deelgenomen aan het bestuurlijk overleg, schriftelijk hun opmerkingen over het concept van het verslag kenbaar. Vervolgens stellen burgemeester en wethouders, met inachtneming van de opmerkingen, het verslag definitief vast.

  • 4. Burgemeester en wethouders brengen het verslag gelijktijdig met het voorstel tot vaststelling of wijziging van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Utrecht ter kennis van de gemeenteraad. Voor zover door burgemeester en wethouders is afgeweken van de in het bestuurlijk overleg naar voren gebrachte zienswijzen, zoals weergegeven in het vastgestelde verslag, wordt hiervan in het voorstel aan de raad melding gemaakt. Daarbij worden de redenen voor het niet of niet geheel overnemen van de zienswijzen vermeld.

Artikel 8 Heropening overleg

  • 1. Indien uit het eerdere advies van de raadscommissie die belast is met onderwijshuisvesting over het voorgenomen voorstel aan de raad tot vaststelling of wijziging van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Utrecht met de daarbij behorende stukken als bedoeld in artikel 7, vierde lid, blijkt dat een deel van de raadscommissie die belast is met onderwijshuisvesting dat volgens burgemeester en wethouders geacht kan worden een meerderheid in de raadscommissie die belast is met onderwijshuisvesting te vertegenwoordigen, van oordeel is dat het voorstel of een of meerdere onderdelen inhoudelijk bijstelling behoeft, dan kan een heropening van het bestuurlijk overleg plaatsvinden. Burgemeester en wethouders beslissen daarover. Het bestuurlijk overleg wordt in ieder geval heropend indien het oordeel als bedoeld in de eerste volzin betrekking heeft op inhoudelijke onderdelen van het voorstel waarover in het bestuurlijk overleg overeenstemming was bereikt.

  • 2. indien burgemeester en wethouders beslissen het bestuurlijk overleg te heropenen dan roepen zij de vertegenwoordigers van de bevoegde gezagsorganen zo spoedig mogelijk bijeen, doch uiterlijk voor het moment waarop de raad een besluit neemt over het voorstel tot vaststelling of wijziging van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Utrecht. in het overleg worden de vertegenwoordigers in de gelegenheid gesteld hun zienswijze te geven op het in het eerste lid genoemde voorstel. Burgemeester en wethouders informeren de raadscommissie die belast is met onderwijshuisvesting over het resultaat van dit overleg in de vorm van een aanvulling op het verslag als bedoeld in artikel 7. De raad betrekt de in dit aanvullend verslag neergelegde zienswijzen bij zijn besluitvorming over de vaststelling of wijziging van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Utrecht.

Artikel 9 Beslissing burgemeester en wethouders in gevallen waarin het procedure overleg niet voorziet

In gevallen waarin dit procedure overleg niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders na overleg met de vertegenwoordigers van de bevoegde gezagsorganen in het bestuurlijk overleg.

Artikel 10 Citeertitel; inwerkingtreding

  • 1.

    Deze procedure kan worden aangehaald als: Procedure overleg onderwijshuisvesting gemeente Utrecht.

  • 2.

    Deze procedure treedt in werking onder gelijktijdige intrekking van de Verordening procedure overleg huisvesting onderwijs gemeente Utrecht 1999 (Gemeenteblad van Utrecht 1999, nr. 24), met ingang van de dag na de bekendmaking.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 28 juni 2011

De griffier, De burgemeester,

Drs. A.A.H. Smits Mr. A. Wolfsen

Bekendmaking is geschied op 6 juli 2011

Deze verordening is in werking getreden op 7 juli 2011