Regeling vervallen per 01-01-2015

Beleidsregel Langdurigheidstoeslag Utrecht

Geldend van 01-01-2013 t/m 31-12-2014

Intitulé

Beleidsregel Langdurigheidstoeslag Utrecht

(collegebesluit van 30oktober 2012)

Het college van burgemeester en wethouders van Utrecht;

gelet op het raadsbesluit van 19 april 2012, waarbij het Meerjaren beleidsplan armoede en schuldhulpverlening 2012-2015 is vastgesteld;

alsmede gelet op het raadsbesluit van 6 november 2008, waarbij de Verordening Langdurigheidstoeslag is vastgesteld (Gemeenteblad van Utrecht 2008, nr. 84);

BESLUIT

vast te stellen het navolgende

BELEIDSREGEL Langdurigheidstoeslag Utrecht

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Wet werk en bijstand;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;

  • c.

    wettelijk sociaal minimum: de op de gezinssituatie van toepassing zijnde bijstandsnorm zoals bedoeld in artikel 21 van de wet plus volledige toeslag, inclusief vakantiegeldreservering, exclusief eventuele heffingskortingen;

  • d.

    gehuwden: de gehuwden of de daarmee gelijkgestelden zoals bedoeld in artikel 3 van de wet;

  • e.

    langdurigheidstoeslag: toeslag als bedoeld in artikel 36 van de wet;

  • f.

    inkomen: een inkomen als bedoeld in artikel 32 van de wet;

  • g.

    belastbaar loon: het loon vermeld op de jaaropgaaf;

  • h.

    referteperiode: periode, voorafgaand aan de peildatum, waarover het recht op de langdurigheidstoeslag wordt getoetst. In dit geval is de referteperiode gelijk aan 36 maanden;

  • i.

    peildatum: de datum waarop recht op de langdurigheidstoeslag bestaat;

  • j.

    aanvraagdatum: datum waarop de aanvraag langdurigheidstoeslag is ingediend.

Artikel 2 Doelgroep

  • 1. Tot de doelgroep van de langdurigheidstoeslag behoren personen zoals bedoeld in artikel 36, eerste lid van de wet, en in artikel 2, eerste lid van de Verordening Langdurigheidstoeslag Utrecht.

  • 2. De langdurigheidstoeslag kan slechts eenmaal per twaalf maanden worden verstrekt. De eerste periode van twaalf maanden gaat van start op de peildatum.

  • 3. Geen recht hebben degene die:

    • a.

      gehuwd of daarmee gelijkgesteld zijn met een persoon van 65 jaar of ouder;

    • b.

      op de aanvraagdatum of in de referteperiode een inkomen op grond van de Wet op de Studiefinanciering of de Wet Tegemoetkoming Onderwijsbijdrage en Schoolkosten hebben genoten en/of een voltijd studie volgden;

    • c.

      op de aanvraagdatum of in de twaalf maanden daaraan voorafgaand geen vaste woon- of verblijfplaats hadden of in een instelling verbleven bedoeld voor de opvang van daklozen;

    • d.

      op de aanvraagdatum of in de twaalf maanden daaraan voorafgaand in een verpleeghuis verbleven.

Artikel 3 Laag inkomen

  • 1. Als laag inkomen in de zin van artikel 36 van de wet wordt aangemerkt een ononderbroken inkomen dat gedurende de referteperiode gemiddeld niet meer bedraagt dan 110% van het wettelijk sociaal minimum omgerekend naar een belastbaar loon.

  • 2. Als onderbreking geldt niet: maximaal één aaneengesloten periode van 31 dagen in de twaalf maanden voorafgaand aan de peildatum.

Artikel 4 Hoogte langdurigheidstoeslag

  • 1. a. De hoogte van de langdurigheidstoeslag is gelijk aan 40% van het wettelijk sociaal minimum per maand.

  • b. In uitzondering op sub a. is de hoogte van de langdurigheidstoeslag in geval van gehuwden met twee of meer kinderen, waarvan in ieder geval één 12 jaar of ouder is, gelijk aan 45% van het wettelijk sociaal minimum per maand.

  • 2. De hoogte van de bijstandsnorm en toeslag van de maand juli in het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarin de aanvraag wordt ingediend, is de basis voor de berekening.

Artikel 5 Bestemming langdurigheidstoeslag

De langdurigheidstoeslag is een aanvulling op een langdurig laag inkomen en dient te worden aangewend voor (het reserveren voor) hoge kosten zoals vervangingsuitgaven. De langdurigheidstoeslag wordt als voorliggende voorziening beschouwd in het kader van bijzondere bijstand voor dergelijke uitgaven.

Artikel 6 Aanvraag

  • 1. De langdurigheidstoeslag dient schriftelijk te worden aangevraagd door middel van een daarvoor bestemd aanvraagformulier.

  • 2. Op verzoek van het college verstrekt de aanvrager gegevens die naar oordeel van het college noodzakelijk zijn voor het vaststellen van het recht op de langdurigheidstoeslag.

  • 3. Het college neemt een besluit uiterlijk acht weken na de datum waarop de aanvraag is ingediend.

Artikel 7 Hardheidsclausule

Het college kan, in afwijking van de beleidsregel, besluiten tot toekenning van de langdurigheidstoeslag als afwijzing daarvan naar het oordeel van het college kennelijk onredelijk is.

Artikel 8 Inwerkingtreding

  • 1. Deze beleidsregel treedt in werking op 1 januari 2013.

  • 2. Op het moment van inwerkingtreding van deze beleidsregel wordt de Beleidsregel langdurigheidstoeslag (Gemeenteblad van Utrecht 2008, nr. 69) ingetrokken.

Artikel 9 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel Langdurigheidstoeslag Utrecht.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht op 30 oktober 2012.

De secretaris, De burgemeester.

Drs. M.R. Schurink Mr. A. Wolfsen

Bekendmaking is geschied op 7november 2012.

Deze beleidsregel treedt in werking op 1 januari 2013.

BIJLAGE BEHOREND BIJ GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2012, NR. 67

Toelichting op de beleidsregel Langdurigheidstoeslag Utrecht

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit artikel worden definities gegeven van begrippen die meer dan eens in de verordening voorkomen, en waarvan het van belang is dat er telkens hetzelfde onder wordt verstaan. In een aantal gevallen wordt verwezen naar definities in de wet om ervoor te zorgen dat er zoveel mogelijk aansluiting blijft bij de wetgeving die van toepassing is.

Artikel 2 Doelgroep

Eerste lid: Personen van 65 jaar of ouder zijn bij wet uitgesloten van het recht op de langdurigheidstoeslag. Ook wanneer er sprake is van partners waarbij één van hen de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt, bestaat voor beide partners geen recht op de langdurigheidstoeslag. De langdurigheidstoeslag is immers gebonden aan de gezinssituatie en tot het gezin mag geen persoon behoren die de leeftijd van 65 heeft bereikt. De achterliggende gedachte is, dat deze huishoudens meer koopkracht hebben.

Tweede lid: Het is niet de bedoeling dat over eenzelfde periode zowel de reserveringstoeslag als de langdurigheidstoeslag wordt ontvangen.

Derde lid: In artikel 36 van de wet is geregeld dat slechts éénmaal per twaalf maanden aanspraak gemaakt kan worden op de langdurigheidstoeslag.

Artikel 3 Laag inkomen

Deze nuance is opgenomen om te voorkomen dat wanneer het inkomen kort onderbroken is geweest, bijvoorbeeld door te lange vakantie, meteen het recht op de langdurigheidstoeslag vervalt. Dit wordt, om de beregeling eenvoudig te houden, enkel getoetst over de twaalf maanden voorafgaand aan de peildatum.

Artikel 4 Hoogte langdurigheidstoeslag

Als uitgangspunt voor de berekening wordt de basisnorm en toeslag genomen. De hoogte van de bijstandsnormen wordt echter enkele malen per jaar bijgesteld. Om geen verschillende langdurigheidstoeslagen te krijgen is besloten voor alle aanvragen de bijstandsnorm en toeslag van één vaste maand als uitgangspunt te nemen voor de berekening. Dit is de bijstandsnorm en toeslag van de maand juli voorafgaand aan het jaar van aanvraag.

Artikel 5 Bestemming langdurigheidstoeslag

In het kader van de kenbaarheid wordt opgenomen dat de langdurigheidstoeslag een bepaalde vorm van een bestedingsdoel kent; dit wordt niet getoetst maar wordt wel meegenomen bij een mogelijke aanvraag bijzondere bijstand in het kader van dat bestedingsdoel.