Regeling vervallen per 01-01-2014

Beleidsregel ten behoeve van subsidieverstrekking schoon vervoer 2013

Geldend van 28-03-2013 t/m 31-12-2013 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2013

Intitulé

Beleidsregel ten behoeve van subsidieverstrekking schoon vervoer 2013

Beleidsregel ten behoeve van subsidieverstrekking schoon vervoer 2013

(collegebesluit van5 maart 2013)

Het college van burgemeester en wethouders van Utrecht;

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    overwegende dat zij krachtens de Algemene Subsidieverordening 2008 (ASV 2008) bevoegd zijn tot verstrekking van subsidies;

  • -

    dat het gewenst is ter invulling van hun beleidsruimte een beleidsregel vast te stellen betreffende de verstrekking en de normering van de hoogte van subsidies met betrekking tot activiteiten die schoon vervoer bevorderen.

  • -

    gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet Bestuursrecht en op artikel 3, tweede lid ASV 2008;

BESLUIT

vast te stellen de volgende

BELEIDSREGEL ten behoeve van subsidieverstrekking schoon vervoer 2013

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1.1 Definitie

Schoon vervoer: Vervoermiddelen zonder motor of enige andere vorm van mechanische aandrijving en vormen van gemotoriseerd vervoer die voldoen aan minimaal de EURO 6/VI norm.

Artikel 1.2 Doel van de subsidie

  • 1. Bijdragen aan de doelstelling van zo schoon mogelijk vervoer.

  • 2. Zo min mogelijk kilometers met gemotoriseerd vervoer in de stad en als dat toch gebeurt, zo schoon mogelijk:

    • -

      bevordering schoon vervoer;

    • -

      bevordering van fietsgebruik, wat moet leiden tot een goede bereikbaarheid en leefbaarheid in en rond de stad Utrecht;

    • -

      bevorderen overige uitstoot verminderende initiatieven voor mobiliteit.

Artikel 1.3 Doelgroep

Op de subsidie ten behoeve van stimulering van schoon vervoer kan een beroep gedaan worden door bedrijven, instellingen of bewoners van/of gevestigd in Utrecht zoals per subsidie is vermeld in de volgende hoofdstukken.

Artikel 1.4 Vaststelling en reservering budget

  • 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 5 van de ASV 2008 geldt op grond van artikel 4 van de ASV 2008 het subsidieplafond per deelbudget stimulering schoon vervoer zoals per subsidie en per periode vermeld in de volgende hoofdstukken.

  • 2. Indien in een periode niet het volledige budget aan subsidie is toegekend, dan wordt dit budget toegevoegd aan het beschikbare budget voor de daaropvolgende periode zoals per subsidie bepaald in de volgende hoofdstukken tenzij het college hierover binnen een maand na afloop van de periode een ander besluit hierover neemt.

Artikel 1.5 Volgorde Subsidieverlening

Subsidie wordt verleend op volgorde van binnenkomst van volledig ingediende aanvragen.

Artikel 1.6 Aanvraag en verantwoording

  • 1. De wijze van aanvragen en de wijze van het afleggen van verantwoording geschiedt conform het bepaalde in de Algemene Subsidieverordening 2008 en deze beleidsregel.

  • 2. Voor het aanvragen van een subsidie en het afleggen van verantwoording wordt gebruik gemaakt van het daartoe door het college beschikbaar gestelde formulier.

  • 3. Het in tweede lid bedoelde aanvraagformulier dient volledig te zijn ingevuld en alle gevraagde bescheiden dienen te zijn bijgevoegd.

Artikel 1.7 Verstrekken van subsidie

  • 1. Het college houdt bij de beslissing op een aanvraag rekening met subsidies of een bijdrage die op grond van enig andere gemeentelijk regeling is of kan worden verleend.

  • 2. Het college kan aan het verlenen van subsidie nadere voorschriften verbinden.

Artikel 1.8 Subsidievoorwaarden

  • 1. Om in aanmerking te komen voor een subsidie op grond van deze beleidsregel geldt voor bedrijven of bewoners dat moet worden voldaan aan de voorwaarden voor subsidieverlening zoals per subsidie vermeld in de volgende hoofdstukken.

  • 2. Een aanvraag door een persoon,of bedrijf, of instelling dat niet tot de doelgroep behoort van een subsidie wordt afgewezen.

  • 3. Een bedrijf dat subsidie ontvangt in het kader van één van de categorieën van subsidie Schoon Vervoer of Elektrisch Vervoer de e-scooterregelingen woon-werkverkeer of zakelijk veelgebruik of het opladen op privaat terrein of het opladen semiopenbaar) komt datzelfde jaar niet in aanmerking voor een subsidie uit één van de andere categorieën, met uitzondering van de regelingen waarbij dit expliciet anders wordt vermeld.

  • 4. Er is geen recht op subsidie voor zover door ons college een subsidie voor dezelfde investering is verleend of zal worden verleend vanuit het stimuleringsfonds duurzame stadsdistributie (vastgesteld in november 2012)

Artikel 1.9 Bevoorschotting

Het college verstrekt geen voorschotten in het kader van de uitvoering van deze beleidsregel, met uitzondering van de regelingen waarbij dit expliciet wordt vermeld. De financiële bijdrage wordt verstrekt na vaststelling van de subsidie.

Artikel 1.10 Gereedmelding

  • 1. De gereedmelding van de activiteit of het werk waarvoor subsidie is toegekend moet plaatsvinden binnen één jaar na het besluit tot verlening van de subsidie, met uitzondering van de regelingen waarbij expliciet een andere termijn wordt vermeld.

  • 2. De inzending van de factuur en overig vereist bewijsmateriaal wordt beschouwd als datum gereedmelding van de activiteit of het werk en het verzoek tot vaststelling van de subsidie.

Hoofdstuk 2 Elektrisch Vervoer

Paragraaf 2.1 Elektrisch Vervoer Algemeen

Artikel 2.1.1 Definities

  • a. elektrisch vervoer: een voertuig dat volledig elektrisch is (met twee of meer wielen) of (in het geval van een voertuig met meer dan twee wielen) een plug-in hybride voertuig is met een minimaal volledig elektrisch bereik van 50 km;

  • b. particulier: individueel persoon die niet als bedrijf, instelling of overheid is georganiseerd;

  • c. organisatie: een levend en door de deelnemers bewust gezocht samenwerkingsverband tussen natuurlijke of rechtspersonen

  • d. instelling: een organisatie die aan andere personen of rechtspersonen producten levert of diensten verleent zonder winstdoelstelling;

  • e. bedrijf/onderneming: een organisatie die aan andere personen of rechtspersonen producten levert of diensten verleent met een winstdoelstelling;

  • f. oplaadpunt: parkeerplek met bijbehorende openbare voorziening waar een elektrische voertuig, kan worden opgeladen, waarbij:

    • 1.

      de stroom kan worden aan- en uitgeschakeld door gebruikers;

    • 2.

      een systeem van persoonlijke identificatie en beveiliging nodig is om de stroom aan en uit te schakelen en misbruik te voorkomen;

  • g. oplaadlocatie: een locatie waar ten behoeve van het opladen van elektrische voertuigen een oplaadpunt en twee parkeervakken met belijning en bebording aanwezig zijn.

Artikel 2.1.2 Doel bevorderen elektrisch Vervoer

Het doel van de subsidieverstrekking op basis van deze beleidsregel is het direct of indirect bevorderen van aanschaffing van elektrische voertuigen die worden gebruikt in Utrecht.

Paragraaf 2.2 E-scooterregeling woon-werkverkeer werknemers

Artikel 2.2.1 Definities

  • a. gebruiker: werknemer van een organisatie in Utrecht die jaarlijks in het kader van zijn of haar woon-werkverkeer minimaal 2.000 km per scooter per jaar aflegt;

  • b. e-scooter (of e-brommer): een volledig elektrisch aangedreven vervoermiddel op twee wielen met een wettelijk toegestane maximumsnelheid van 40 kilometer per uur;

  • c. woon-werkverkeer: het vervoer dat nodig is voor het afleggen van de totale afstand tussen het woon- en het werkadres en vice versa van een werknemer van een bedrijf of instelling;

  • d. doelgroep: de subsidieregeling is gericht op bedrijven en instellingen met een vestiging in gemeente Utrecht, die als zodanig geregistreerd zijn bij de Kamer van Koophandel in Utrecht en hun activiteiten uitvoeren in Utrecht. De scooters worden door werknemers van deze bedrijven of instellingen minimaal 2.000 km per jaar gebruikt voor woon-werkverkeer tussen hun werkadres (in Utrecht) en hun woonadres. De subsidie kan rechtstreeks worden verstrekt aan een leasemaatschappij met wie deze bedrijven of instellingen hiervoor een leasecontract afsluiten.

Artikel 2.2.2 Subsidieplafond e-scooterregeling woon-werkverkeer werknemers

  • 1. Voor deze e-scooterregeling geldt een subsidieplafond voor 2013 van EUR 100.000,00.

  • 2. Een bedrijf of instelling kan maximaal tweemaal per jaar (maximaal één aanvraag in een kwartaal) een aanvraag doen voor maximaal EUR 12.500,00 per aanvraag. Het maximaal aan te vragen subsidiebedrag per bedrijf of instelling is EUR 25.000,00 per jaar.

  • 3. De subsidie bedraagt per e-scooter maximaal EUR 1.000,00 voor een leaseperiode van twee jaar (24 maanden) en maximaal EUR 500,00 voor een leaseperiode van één jaar (twaalf maanden).

  • 4. Het subsidiebedrag wordt na toekenning van de aanvraag als voorschot verleend.

  • 5. Subsidie wordt pas definitief na beoordeling van de eindverantwoordingen en definitieve vaststelling.

Artikel 2.2.3 Subsidieverplichtingen

a.Daadwerkelijke lease e-scooter(s)

Het moet gaan om (full operational) lease voor een of twee jaar van elektrische scooters na de datum van aanvraag van subsidie.

b.Meldingsplicht leasecontract

De aanvrager dient bij de aanvraag een overzicht te verstrekken van de gebruikers van de e-scooters bij aanvang van het leasecontract.

De aanvrager is verplicht binnen één maand melding te doen indien er op één of meer van de onder het leasecontract behorende e-scooters niet meer wordt gebruikt door de oorspronkelijk hieraan gekoppelde werknemer. Daarnaast is de aanvrager verplicht om de betreffende e-scooters binnen twee maanden na de melding opnieuw in gebruik te laten nemen door een andere medewerker en hiervan melding te maken via een kopie uit de personeelsadministratie voor betreffende medewerker.

c.Woon-werkverkeer

De gebruiker van de e-scooter dient tussen 10 en 25 km van zijn of haar werkadres woonachtig te zijn en minimaal drie dagen (24 uur) per week in dienst te zijn van het bedrijf of de instelling Daarnaast dient de gebruiker van de e-scooter minimaal 100 dagen per jaar gebruik te maken van betreffende scooter of minimaal 2.000 km per jaar op de scooter te rijden in het kader van woon-werkverkeer.

d.Verlenen van medewerking aan marketing- en PR-doelstellingen van de gemeente.

De aanvrager dient door het verstrekken van informatie en/of beeldmateriaal mee te werken aan marketing- en PR-doelstellingen die de gemeente heeft in het kader van deze regeling.

e.Praktische en juridische haalbaarheid

De aanschaffing en het gebruik van de scooters dient praktisch en juridisch uitvoerbaar te zijn en te passen binnen de gemeentelijke beleidskaders.

Paragraaf 2.3 E-scooterregeling veelgebruikers

Artikel 2.3.1 Definities

  • a. veelgebruiker: organisatie die jaarlijks bij de uitoefening van zijn activiteiten minimaal 3.000 km per scooter per jaar aflegt op een of meer scooters (of brommers);

  • b. meldingsplicht leasecontract de aanvrager dient bij de aanvraag een overzicht te verstrekken van de gebruikers van de e-scooters bij aanvang van het leasecontract. De aanvrager is verplicht binnen één maand melding te doen indien er één of meer van de onder het leasecontract behorende e-scooters niet meer worden ingezet bij de oorspronkelijke Utrechtse gebruiker. Daarnaast is de aanvrager verplicht om de betreffende e-scooters binnen twee maanden na de melding opnieuw in gebruik te laten nemen door een meer vervangende Utrechtse eindgebruikers en hiervan melding te doen via een kopie van bijbehorend full operational leasecontract.

  • c. e-scooter (of e-brommer): een volledig elektrisch aangedreven vervoermiddel op twee wielen met een maximale snelheid van 40 kilometer per uur;

  • d. doelgroep: de subsidieregeling is gericht op alle Utrechtse bedrijven en instellingen die als zodanig geregistreerd zijn bij de Kamer van Koophandel in Utrecht en beschikken over een vestiging binnen de gemeente Utrecht en de scooters dagelijks en frequent gebruiken voor het bereiken of bedienen van Utrechtse klanten, gebruikers en zakenpartners. De subsidie kan rechtstreeks worden verstrekt aan een leasemaatschappij met wie deze bedrijven of instellingen hiervoor een leasecontract afsluiten. Het is mogelijk deze regeling te combineren met de regelingen voor opladen op semiopenbaar terrein (§ 2.4) en veilig opladen op privaat terrein (§ 2.5). Conform artikel 7, derde lid van de ASV 2008 kan op basis van deze beleidsregel subsidie worden verstrekt aan rechtspersonen met het oogmerk tot het maken van winst.

Artikel 2.3.2 Subsidieplafond e-scooterregeling veelgebruikers

  • 1. Voor deze e-scooterregeling geldt een subsidieplafond voor 2013 van EUR 150.000,00.

  • 2. Een bedrijf of instelling kan maximaal driemaal per jaar (maximaal één aanvraag per kwartaal) een aanvraag doen voor maximaal EUR 50.000,00 per aanvraag.

  • 3. De subsidie bedraagt per e-scooter maximaal EUR 1.500,00 voor een leaseperiode van drie jaar (36 maanden) en maximaal EUR 1.000,00 voor een leaseperiode van twee jaar (24 maanden).

  • 4. Het subsidiebedrag wordt na toekenning van de aanvraag als voorschot verleend.

Artikel 2.3.3 Subsidieverplichtingen

  • a. Daadwerkelijke lease e-scooter(s) Het moet gaan om (full operational) lease voor twee of drie jaar van elektrische scooters na de datum van aanvraag van subsidie.

  • b. Veelgebruikers Het bedrijf of de instelling moet een veelgebruiker van scooters zijn in verband met dagelijkse bezorgdiensten binnen Utrecht of andere werkzaamheden binnen Utrecht die binnengemeentelijk gebruik van scooters nodig maken van minimaal 3.000 km per jaar per scooter.

  • c. Verlenen van medewerking aan marketing- en PR-doelstellingen van de gemeente Het bedrijf of de instelling dient door het verstrekken van informatie en/ of beeldmateriaal mee te werken aan marketing- en PR-doelstellingen die de gemeente heeft in het kader van deze regeling.

  • d. Praktische en juridische haalbaarheid De aanschaffing en het gebruik van de scooters dient praktisch en juridisch uitvoerbaar te zijn en te passen binnen de gemeentelijke beleidskaders.

Paragraaf 2.4 Opladen op semiopenbaar terrein

Artikel 2.4.1 Doelgroep

  • 1. De subsidieregeling is gericht op alle Utrechtse bedrijven en instellingen die als zodanig geregistreerd zijn bij de Kamer van Koophandel in Utrecht en beschikken over een vestiging binnen de gemeente Utrecht met een bijbehorend parkeerterrein in particulier eigendom met minimaal drie parkeerplekken.

  • 2. Het is in hetzelfde jaar mogelijk deze regeling te combineren met de regelingen voor veilig opladen op privaat terrein, de e-scooterregelingen voor veelgebruikers en woon-werkverkeer.

Artikel 2.4.2 Subsidieplafond oplaadpunten semiopenbaar terrein.

  • 1. Voor oplaadpunten op semiopenbaar terrein geldt een subsidieplafond van EUR 125.000,00 in 2013.

  • 2. Een bedrijf of instelling ontvangt per adres maximaal EUR 2.000,00 subsidie voor installatie van het eerste oplaadpunt na de datum van aanvraag van subsidie en EUR 1.000,00 per extra oplaadpunt.

  • 3. Na twee jaar gebruik krijgt de betreffende organisatie maximaal EUR 500,00 extra subsidie als het oplaadpunt/de oplaadpunten gedurende die periode groene stroom heeft geleverd.

  • 4. Voor de bijdrage geldt een maximum van EUR 5.000,00 per adres exclusief de (eenmalige) subsidie voor het leveren van groene stroom.

Artikel 2.4.3 Subsidieverplichtingen

  • a. Het oplaadpunt/de oplaadpunten moeten binnen zes maanden na verlening van de subsidie worden aangelegd op een bij het bedrijf of instelling horend parkeerterrein met minimaal 3 parkeerplekken dat openbaar toegankelijk is voor bezoekers.

  • b. Daadwerkelijke beschikbaarheid oplaadpunt(en) gedurende openingstijden. Het bedrijf of de instelling dient er voor te zorgen dat de oplaadpunten zoveel als mogelijk openbaar toegankelijk zijn voor bezoekers gedurende openingstijden en niet in gebruik zijn door (eventuele) eigen elektrische voertuigen.

  • c. De te realiseren oplaadpunten en bijbehorende dienstverlening moet voldoen aan de volgende specificaties:

    • -

      interoperabiliteit voor de gebruikers;

    • -

      laden volgens normering Type 2, mode 3;

    • -

      openbaar toegankelijk op openingstijden organisatie voor een periode van minimaal 2 jaar na ingebruikname oplaadpunt;

    • -

      de tijden van openbare beschikbaarheid oplaadpunten dienen in ieder geval te worden vermeld op de website van de organisatie en op de volgende websites:

    • *

      www.laadpunten.nl;

    • *

      www.laad.nl;

    • *

      www.oplaadpunten.nl.

  • d. Verlenen van medewerking aan marketing- en PR-doelstellingen van de gemeente. Het bedrijf of de instelling dient door het verstrekken van informatie en/of beeldmateriaal mee te werken aan marketing- en PR-doelstellingen die de gemeente heeft in het kader van deze regeling.

  • e. Praktische en juridische haalbaarheid. Het initiatief dient praktisch en juridisch uitvoerbaar te zijn en te passen binnen de gemeentelijke beleidskaders.

Paragraaf 2.5 Veilig opladen op privaat terrein

Artikel 2.5.1 Doelgroep

  • 1. De subsidieregeling is gericht op bewoners van Utrecht en op Utrechtse bedrijven en instellingen die als zodanig geregistreerd zijn bij de Kamer van Koophandel in Utrecht en beschikken over een vestiging binnen de gemeente en niet beschikken over mogelijkheden om op eigen terrein voertuigen te parkeren en op te laden.

  • 2. Het is in hetzelfde jaar mogelijk deze regeling te combineren met de regelingen voor opladen op semiopenbaar terrein en een van de twee volgende regelingen:

    • -

      e-scooterregeling veelgebruikers

    • -

      e-scooterregeling woon-werkverkeer

Artikel 2.5.2 Subsidieplafond veilig opladen op privaat terrein

  • 1. Voor veilig opladen op privaat terrein geldt een subsidieplafond van EUR 15.000,00 in 2013.

  • 2. Een bedrijf, instelling of bewoner ontvangt per adres maximaal EUR 500,00 subsidie voor installatie van een veilig oplaadpunt. Er geldt een maximum van drie oplaadpunten per adres.

Artikel 2.5.3 Subsidieverplichtingen

  • a. Daadwerkelijke aanschaf of bezit voertuig(en) De aanvrager dient het bezit of de daadwerkelijke, gegarandeerde, aanschaf of lease van een elektrisch voertuig voor particulier gebruik aan te tonen.

  • b. Het veilige oplaadpunt moet zijn/ worden gerealiseerd door een professioneel installatiebedrijf op privaat terrein na 1 januari 2012.

  • c. Verlenen van medewerking aan marketing- en PR-doelstellingen van de gemeente Het bedrijf of de instelling dient door het verstrekken van informatie en/ of beeldmateriaal mee te werken aan marketing- en PR-doelstellingen die de gemeente heeft in het kader van deze regeling.

  • d. Praktische en juridische haalbaarheid Het opladen op privaat terrein dient praktisch en juridisch uitvoerbaar te zijn en te passen binnen de gemeentelijke beleidskaders.

Hoofdstuk 3 Algemene en bijzondere bepalingen

Artikel 3.1 Subsidieplafond Overige categorieën en jaren na 2013

Voor de jaren na 2013 en voor categorieën schoon vervoer waarvoor in deze beleidsregel geen subsidieplafond is opgenomen, geldt het subsidieplafond uit de subsidiestaat bij de begroting of indien hier geen bedrag is opgenomen het subsidieplafond EUR 0,00.

Artikel 3.2 Afwijkingsbevoegdheid

  • 1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd van de in deze beleidsregel genoemde getallen binnen een marge van 10% af te wijken, indien dat in een bijzonder geval in het belang van zowel de aanvrager als de doelstelling schoon vervoer is en er geen dringende redenen zijn voor het aanhouden van de in deze beleidsregel genoemde getallen.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen, gehoord de betreffende raadscommissie die tot taak heeft het college daaromtrent te adviseren, in bijzondere gevallen, waarin toepassing van het bepaalde in het eerste lid ontoereikend zou zijn voor verstrekking van een bijdrage, in het belang van de doelstelling schoonvervoer en de aanvrager afwijken van de bepalingen van deze beleidsregel.

Artikel 3.3 Aanhaling en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze beleidsregel kan worden aangehaald als: Beleidsregel subsidieverstrekking schoon vervoer 2013.

  • 2.

    De Beleidsregel subsidieverstrekking schoon vervoer 2013 vervangt de beleidsregel schoon vervoer 2012 (Gemeenteblad van Utrecht 2012, nr. 25). De beleidsregel schoon vervoer 2012 behoudt uitsluitend zijn werking voor aanvragen die zijn ingediend in 2012.

  • 3.

    Deze beleidsregel treedt na publicatie met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2013. Deze beleidsregel geldt tot 1 januari 2015.

Aldus besloten door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht op 5 maart 2013.

De secretaris, De burgemeester,

Drs. M.R. Schurink Mr. A. Wolfsen

Bekendmaking is geschied op27maart 2013.

Deze beleidsregeltreedtin werking op 28maart 2013, en werkt terug tot 1 januari 2013.

BIJLAGE BEHOREND BIJ GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2013, NR. 29

Artikelgewijze toelichting bij beleidsregel Schoon vervoer 2013

Hoofdstuk 1

Artikel 1.3

Een groot deel van de organisaties die nu actief is in de aanschaf en het gebruik van elektrisch vervoer zijn bedrijven. Om deze groep niet uit te sluiten en het gebruik van elektrische voertuigen daadwerkelijk te kunnen stimuleren zijn deze regelingen, mits anders vermeld, ook gericht op bedrijven. Een aantal aanvragen in het afgelopen jaar is gedaan door de leasemaatschappij die de aanvraag om subsidie doet of faciliteert voor de Utrechtse bedrijven. Zolang de activiteit daadwerkelijk wordt uitgevoerd in Utrecht (rijden scooters of plaatsen oplaadpunten) is dit geen probleem.

Artikel 1.5

De aanvragen worden op volgorde van binnenkomst behandeld. Wanneer een aanvraag voldoet aan de criteria kan direct subsidie worden verleend, zonder te wachten tot andere aanvragen binnen zijn. Gelet op het innovatieve karakter van het elektrisch vervoer is dit van belang.

Artikel 1.9

De subsidieverordening maakt het mogelijk om voorschotten te verstrekken. In de voorgestelde beleidsregel gaat het om relatief kleine bedragen en is het de bedoeling om dit met zo min mogelijk administratieve handelingen mogelijk te maken. Door de subsidie pas na gereedmelding en vaststelling daadwerkelijk over te maken is daarnaast een garantie ingebouwd dat de prestatie daadwerkelijk is geleverd.

Hoofdstuk 2

Paragraaf 2.1 elektrisch vervoer algemeen

Artikel 2.1.2

Het college beschouwt de aanschaf van elektrisch voertuigen door particulieren en organisaties in eerste instantie als een zaak van de 'markt'. Het college heeft de overtuiging dat een succesvolle marktontwikkeling van elektrische auto's alleen mogelijk is als de 'markt' in staat is elektrische voertuigen aan te bieden die qua prijs aansluiten bij de wensen van de klant. Een subsidie op aanschaf kan op korte termijn lokaal zorgen voor de aanschaf van meer elektrische voertuigen maar verstoort op langere termijn de marktontwikkeling.

Paragraaf 2.2. (e-scooterregeling woon-werkverkeer werknemers)

Artikel 2.2.2

Bij de overstap van een werknemer (gebruiker) naar het rijden van een e-scooter zijn een aantal partijen betrokken zoals e-scooterleverancier, leasebedrijf, bedrijf en gebruiker. De beschikbaarheid van het toegekende subsidiebedrag bij aanvang van dit traject is belangrijk bij het opzetten van een succesvolle samenwerking tussen deze partijen. Naar aanleiding van dit argument is gekozen om voor deze regeling wel een voorschot te verlenen. Hiermee wordt afgeweken van het in artikel 1.9 beschrevene ten aanzien van het niet verlenen van voorschotten.

Onder a

Een full operational leaseconstructie heeft de volgende voordelen:

  • -

    meer verantwoordelijkheid voor leasebedrijf voor het leveren van zekerheid van gebruik aan eindgebruiker doordat ook verzekering en onderhoud deel uitmaken van leasecontract;

  • -

    mogelijkheden voor het periodiek verzamelen van kennis over het gebruik van e-scooters in de stad;

  • -

    de effecten van de inzet van de e-scooters zijn structureel zichtbaar in de stad;

  • -

    mogelijkheden om gedurende looptijd kwaliteit product en dienstverlening te verbeteren.

Onder b: Rapportageverplichtingen aanvragers

Stap 1: (SUBSIDIEAANVRAAG)

De aanvrager vraagt aan via het aanvraagformulier en levert de volgende bewijsstukken:

  • -

    kopie van full operational leasecontract voor een of meer elektrische scooters;

  • -

    kopie uit personeelsadministratie voor iedere beoogde gebruiker van betreffende e-scooter met als minimaal zichtbare informatie:

  • §

    naam medewerker;

  • §

    status en duur van dienstverband medewerker;

  • §

    werkadres medewerker en

  • §

    woonadres medewerker.

Stap 2: (SUBSIDIEBESCHIKKING en SUBSIDIEVERLENING)

Stap 2a: De gemeente beoordeelt de aanvraag en stelt vast of het aanvraagformulier en bijgevoegd bewijsstuk voldoen aan de voor de regeling gestelde verplichtingen.

Na goedkeuring van de aanvraag stelt de gemeente subsidie voor de volledige twee jaar van het leasecontract (24 maanden) beschikbaar.

Stap 2b: De gemeente informeert de initiatiefnemer in beschikking over het al dan niet toekennen en uitkeren van de subsidie.

Stap 3: (SUBSIDIEVASTSTELLING)

Jaarlijks aan het begin van het jaar (te beginnen in januari 2014 over 2013) tot het einde van de looptijd van het leasecontract dient de aanvrager een tussenrapportage te leveren waaruit blijkt dat hij voldoet aan de gestelde voorwaarden. Deze tussenrapportage bestaat uit:

-leasejaaroverzichten voor de bij het initiatief betrokken e-scooters.

Niet nakomen van de afgesproken verplichtingen kan er toe leiden dat de gemeente de uitgekeerde subsidie voor het betreffende jaar (500 euro per jaar) terugvordert.

Stap 3b: Na het tweede jaar van het leasecontract dient de aanvrager via een bijbehorend formulier een gereedmelding te doen waarna de gemeente initiatiefnemer informeert over het vaststellen van de subsidie.

Paragraaf 2.3 (e-scooterregeling veelgebruikers)

Artikel 2.3.2

Bij de overstap van een werknemer naar het rijden van een e-scooter zijn een aantal partijen betrokken zoals e-scooterleverancier, leasebedrijf, verzekeraar en eindgebruiker. De beschikbaarheid van een gedeelte het toegekende subsidiebedrag bij aanvang van dit traject is belangrijk bij het opzetten van een succesvolle samenwerking tussen deze partijen. Naar aanleiding van dit argument is gekozen om voor deze regeling wel een gedeeltelijk voorschot te verlenen. Hiermee wordt afgeweken van het in artikel 1.9 beschrevene ten aanzien van het niet verlenen van voorschotten.

Eén aanvrager kan maximaal drie aanvragen per jaar indienen voor een maximaal subsidiebedrag van EUR 150.000,00 indienen. Dit betekent dat een groot deel van het totaal beschikbare subsidiejaarbedrag naar één aanvrager kan gaan.

Artikel 2.3.3, onder a.

Een full operational leaseconstructie heeft de volgende voordelen voor betrokken partijen:

  • -

    meer verantwoordelijkheid voor leasebedrijf voor het leveren van zekerheid van gebruik aan eindgebruiker doordat ook verzekering en onderhoud deel uitmaken van leasecontract;

  • -

    mogelijkheden voor het periodiek verzamelen van kennis over het gebruik van e-scooters in de stad;

  • -

    de effecten van de inzet van de e-scooters zijn structureel zichtbaar in de stad;

  • -

    mogelijkheden om gedurende looptijd kwaliteit product en dienstverlening te verbeteren.

Onder b. Rapportageverplichtingen aanvragers

Stap 1: (SUBSIDIEAANVRAAG)

De aanvrager vraagt aan via het aanvraagformulier en levert het volgende bewijsstuk:

-kopie van full operational leasecontract voor een of meer elektrische scooters.

Stap 2: (SUBSIDIEBESCHIKKING en SUBSIDIEVERLENING)

Stap 2a: De gemeente beoordeelt de aanvraag en stelt vast of het aanvraagformulier en bijgevoegd bewijsstuk voldoen aan de voor de regeling gestelde verplichtingen.

Na goedkeuring van de aanvraag stelt de gemeente subsidie voor de volledige drie of twee jaar van het leasecontract (respectievelijk voor 36 en 24 maanden) beschikbaar.

Stap 2b: De gemeente informeert de initiatiefnemer in beschikking over het al dan niet toekennen en uitkeren van de subsidie.

Stap 3: (SUBSIDIEVASTSTELLING)

Jaarlijks aan het begin van het jaar (te beginnen in januari 2014 over 2013) tot het einde van de looptijd van het leasecontract dient de aanvrager een tussenrapportage te leveren waaruit blijkt dat hij voldoet aan de gestelde voorwaarden. Deze tussenrapportage bestaat uit:

-leasejaaroverzichten voor de bij het initiatief betrokken e-scooters.

Niet nakomen van de afgesproken verplichtingen kan er toe leiden dat de gemeente de uitgekeerde subsidie voor het betreffende jaar (EUR 500,00 per jaar) terugvordert.

Stap 3b: Na het tweede jaar van het leasecontract dient de aanvrager via een bijbehorend formulier een gereedmelding te doen waarna de gemeente initiatiefnemer informeert over het vaststellen van de subsidie.

Paragraaf 2.4 (opladen op semiopenbaar terrein)

Artikel 2.4.1

Parkeerplekken behorende bij de oplaadpunten dienen daadwerkelijk openbaar toegankelijk te zijn voor gebruikers gedurende de openingstijden van de aanbieder. De kans dat dit niet het geval is, neemt toe als de aanbieder slechts over een of enkele parkeerplekken beschikt.

Veel semiopenbare parkeerterreinen zijn niet 24 uur per dag toegankelijk. Om de eisen voor de aanbiedende organisaties niet onoverkomelijk te maken en onduidelijkheid over de momenten waarop wel of niet geladen kan worden bij de gebruikers te voorkomen kan de openbare toegankelijkheid beperkt worden tot de openingstijden van het aanbiedende bedrijf of de instelling. Deze tijden dienen te worden gecommuniceerd (zie artikel 2.4.3, onder c.). Vanzelfsprekend is 24 uur per dag toegankelijkheid van het semiopenbare oplaadpunt voor gebruikers de meest gewenste situatie.

Artikel 2.4.3. Rapportageverplichtingen aanvragers

Stap 1: (SUBSIDIEAANVRAAG)

De initiatiefnemer doet aanvraag via aanvraagformulier en levert het volgende bewijsstuk:

-kopie van een offerte voor specificatie, levering, installatie en beheer van het betreffende aantal oplaadpunten.

Stap 2: (SUBSIDIEBESCHIKKING en SUBSIDIETOEKENNING)

Stap 2a: De gemeente beoordeelt de aanvraag en stelt vast of het aanvraagformulier en bijgevoegd bewijsstuk voldoen aan de voor de regeling gestelde voorwaarden.

Stap 2b: De gemeente informeert de initiatiefnemer in beschikking over het al dan niet toekennen van de subsidie.

Stap 3: (SUBSIDIEVASTSTELLING)

Stap 3a: Twee jaar na de ingebruikname dient de aanvrager een gereedmelding te doen via een bijbehorend formulier en vindt monitoring van de verplichtingen plaats op basis van het volgende bewijsstuk:

-jaarrapportages stroomgebruik van de betreffende oplaadpunten in afgelopen twee jaar.

Uit deze rapportage dient ook te blijken of het oplaadpunt wel of niet wordt beleverd met groene stroom.

Stap 3b: De gemeente informeert de initiatiefnemer over het al dan niet vaststellen/ uitkeren van de subsidie.

Paragraaf 2.5 (veilig opladen op privaat terrein)

Artikel 2.5.1

Het plaatsen of aanbrengen van voorwerpen of stoffen aan, op, in of boven de weg is verboden volgens artikel 2.9 van de Utrechtse Apv (Algemene plaatselijke verordening) De kabels voor het opladen van elektrische auto's behoren niet tot de uitzonderingen genoemd bij dit artikel. Dit betekent dat deze subsidie alleen kan worden aangevraagd voor een oplaadpunt en het opladen van elektrische auto's op eigen terrein.

Artikel 2.5.3, onder c.

Op privaat terrein is het niet verplicht een oplaadpunt te realiseren met twee aansluitingen. Bij deze regeling geldt dus een uitzondering op de bepaling in de definitie van een oplaadpunt in 2.1.1f.

Artikel 2.5.3 Rapportageverplichtingen aanvragers

Stap 1: (SUBSIDIEAANVRAAG)

De initiatiefnemer doet aanvraag via aanvraagformulier en levert de volgende bewijsstukken:

  • -

    het aankoopbewijs of leasecontract van een elektrische auto

  • -

    een ondertekende en gedateerde factuur van een erkend installatiebedrijf voor realisatie van een oplaadpunt.

Stap 2: (SUBSIDIEBESCHIKKING en SUBSIDIETOEKENNING)

De gemeente beoordeelt de aanvraag en stelt vast of de bijgevoegde bewijsstukken voldoen aan de voor de regeling gestelde verplichtingen.

Stap 3: (SUBSIDIEVASTSTELLING)

De gemeente informeert de initiatiefnemer over het al dan niet toekennen, vaststellen en uitkeren van de subsidie.