Regeling vervallen per 13-10-2010

Marktreglement bij de Marktverordening Utrecht 2009

Geldend van 23-07-2009 t/m 12-10-2010

Intitulé

Marktreglement bij de Marktverordening Utrecht 2009

Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Marktreglement bij de Marktverordening Utrecht 2009(besluit van b. en w. 24 februari 2009)

Het college van burgemeester en wethouders van Utrecht;

BESLUIT:

vast te stellen het navolgende:

MARKTREGLEMENT Utrecht 2009, nadere regels ingevolge artikel 4 van de Marktverordening Utrecht 2009

Artikel 1 Begripsomschrijving

De begripsomschrijvingen in artikel 1 van de Marktverordening Utrecht 2009 zijn ook van toepassing op deze nadere regels.

Hoofdstuk 2 BEPALINGEN OVER VERGUNNINGEN

Artikel 2 Inhoud vaste-standplaatsvergunning

  • 1. Een vaste-standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:

    • a.

      de naam en voornamen, de geboortedatum en –plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

    • b.

      een duidelijke tekening met daarop de locatie van de toegewezen vaste standplaats met vermelding van het nummer en de afmetingen;

    • c.

      de kraam en/of andere verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats moet gebruiken;

    • d.

      het soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe de artikelen behoren;

    • e.

      de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend;

    • f.

      dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor de inzameling en afvoer van zijn afval en dat hij zijn standplaats schoon oplevert;

    • g.

      de wijze waarop de vergunninghouder zijn elektriciteit betrekt;

    • h.

      welke geluidsapparatuur er op de standplaats is toegestaan;

    • i.

      welke kook-, bak- en verwarmingsapparatuur zijn toegestaan. De paragrafen 4.1 en 4.2 uit de Handreiking ‘Veiligheid op de markt’ (VNG, september 2008) maken deel uit van dit reglement.

  • 2. Aan de vergunning wordt een middel ter identificatie gehecht.

Artikel 3 Inschrijving op de anciënniteitlijst

Vergunninghouders van vaste standplaatsen worden ingeschreven op een doorlopend genummerde lijst met vermelding van en in volgorde van de datum waarop aan hen voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen in één bepaalde branche.

Artikel 4 Inschrijving op de wachtlijst

  • 1. Het college schrijft de aanvrager op zijn verzoek in op de wachtlijst, als hij voldoet aan de eisen die gesteld zijn in artikel 7 van de Marktverordening 2009 gemeente Utrecht, maar aan hem geen vaste standplaats kan worden toegewezen.

  • 2. Het college vermeldt bij de inschrijving in ieder geval:

    • a.

      de naam en voornamen, de geboortedatum en –plaats, het adres en de woonplaats van de aanvrager;

    • b.

      de datum waarop de aanvraag is ontvangen en

    • c.

      de soort artikelen die de aanvrager wil verhandelen of de branche waartoe hij behoort;

  • 3. Het college verstrekt de aanvrager een schriftelijk bewijs van inschrijving.

  • 4. De inschrijving op de wachtlijst blijft gehandhaafd, als deze door de ingeschrevene jaarlijks vóór 1 januari schriftelijk wordt verlengd.

Artikel 5 Doorhalen van inschrijving op de wachtlijst

De inschrijving op de wachtlijst wordt doorgehaald:

  • a.

    als de ingeschrevene zijn inschrijving niet jaarlijks vóór 1 januari heeft verlengd;

  • b.

    op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;

  • c.

    bij overlijden van de ingeschrevene;

  • d.

    wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste standplaats is verleend, of wanneer die vergunning is aangeboden en geweigerd;

  • e.

    als niet meer aan de vereisten van artikel 7 Marktverordening 2009 gemeente Utrecht wordt voldaan.

Artikel 6 Volgorde toewijzing vaste standplaatsen

  • 1.Als voor de toewijzing van een beschikbare vaste standplaats in een bepaalde branche meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de standplaats achtereenvolgens toegewezen aan:

  • a. degenen die genoemd zijn in artikel 7 van het marktreglement (in bijzondere gevallen);

  • b. de vergunninghouder van een vaste standplaats, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitlijst (plaatsverandering);

  • c. degene die zich op de wachtlijst van de betreffende artikelengroep heeft laten inschrijven, in volgorde van inschrijving op deze lijst (nieuwe plaats).

    2.Bij toewijzing van de vaste standplaatsen zoals omschreven in het eerste lid onder c wordt rekening gehouden met de omvang van het aantal standplaatsen per artikelengroep dat door het college is vastgesteld.

Artikel 7 Toewijzen vaste-standplaatsvergunning in bijzondere gevallen

  • 1. Ingeval van overlijden van de vergunninghouder, of ingeval van overname van de bedrijfsactiviteit, kan de vaste standplaatsvergunning worden toegewezen aan de geregistreerde levenspartner of een andere partner met wie hij duurzaam samenwoonde. Daarbij komt de tot dusver opgebouwde anciënniteit te vervallen; de nieuwe vergunninghouder begint vanaf dat moment zelf anciënniteit op te bouwen.

  • 2. Als de vergunning niet kan worden toegewezen op grond van het eerste lid, kan een kind of een medewerk(st)er van de vergunninghouder de vergunning voor de vaste standplaats krijgen. Voorwaarde is dat hij/zij, gerekend direct voorafgaand aan het moment van het verzoek, tenminste een periode van 2 jaar onafgebroken in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt op de standplaats óf gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar op de standplaats heeft gestaan. Daarbij komt eveneens de tot dusver opgebouwde anciënniteit te vervallen; de nieuwe vergunninghouder begint vanaf dat moment zelf anciënniteit op te bouwen.

  • 3. Een aanvraag tot een dergelijke toewijzing wordt ingediend binnen een maand na het overlijden van de vergunninghouder of een maand voorafgaand aan de overname van de bedrijfsactiviteit.

Artikel 8 Toewijzing dagplaats

  • 1. Toewijzing van een dagplaats geschiedt door afgifte van een vergunning door het college op het moment dat de standplaats niet als vaste standplaats wordt ingenomen.

  • 2. Bij de toewijzing van een dagplaats wordt allereerst rekening gehouden met de artikelengroepen die voor de markt zijn vastgesteld. Artikelen die nog niet op de markt vertegenwoordigd zijn, krijgen voorrang, daarna artikelen die schaars vertegenwoordigd zijn, daarna artikelen die in ruimere mate aanwezig zijn, rekening houdend met de brancheverdeling.

  • 3. De dagplaats wordt vervolgens toegewezen overeenkomstig de plaats op de wachtlijst van de gegadigden die zich daarvoor op de dag zelf voor aanvang van de markt aanmelden bij de marktmeester.

Artikel 9 Toewijzing standwerkersplaats

Het college wijst een standwerkersplaats toe door middel van loting zoals genoemd in het standwerkersreglement.

Hoofdstuk 3 BEPALINGEN OVER HET GEBRUIK VAN DE STANDPLAATS

Artikel 10 Persoonlijk innemen standplaats

De vergunninghouder neemt de standplaats die hem is toegewezen voor tenminste een aaneengesloten helft van de marktdag persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven, maar zich wel voor de helft van de marktdag laten vervangen door de geregistreerde levenspartner, de geregistreerde zakelijke partner, of een andere partner met wie hij duurzaam samenwoonde, zijn kind of een werknemer die in loondienst is bij de vergunninghouder.

Artikel 11 Afwezigheid wegens vakantie of bijzondere omstandigheden

  • 1. De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens vakantie van maximaal zes weken per jaar of bijzondere omstandigheden zoals ziekte verhinderd is zijn vaste standplaats in te nemen, deelt dit schriftelijk mee aan het college. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn vakantie duurt.

  • 2. De schriftelijke mededeling wordt tijdig voor de desbetreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld.

  • 3. Bij afwezigheid wordt geen restitutie van het marktgeld verleend. De vergunninghouder kan zich wel laten vervangen door een met name genoemd persoon.

Artikel 12 Ontheffing en vervanging

  • 1. In geval van vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste standplaats hem tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting uit artikel 10.

  • 2. Het college kan op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder hem vergunning verlenen zich voor langere tijd op zijn standplaats te laten vervangen door een met name genoemd persoon. De vergunningverlening geschiedt telkens per periode van drie maanden, met een maximum van twee jaar.

Artikel 13 Legitimatie en identiteit vergunninghouder

Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient op eerste aanvraag van de marktmeester aan te tonen dat hij de vergunninghouder is.

Artikel 14 Tijdstip innemen standplaats en aan- en afvoer goederen

  • 1. Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan twee uur vóór aanvang en meer dan een uur ná afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen of goederen aan of af te voeren.

  • 2. De vergunninghouder of zijn vervanger is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen.

  • 3. Als de vergunninghouder zijn vaste standplaats niet uiterlijk een half uur voor aanvang van de markt heeft ingenomen, wordt de desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de marktmeester de standplaats op tijdig verzoek van de vergunninghouder voor hem beschikbaar houdt.

Hoofdstuk 4 SLOTBEPALINGEN

Artikel 15 Intrekken oude regeling

Het marktreglement Utrecht 1997 (Gemeenteblad van Utrecht 2005, nr. 80), laatstelijk gewijzigd bij besluit van 2 oktober 1997, wordt ingetrokken.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking de dag nadat de Marktverordening Utrecht 2009 (Gemeenteblad van Utrecht 2009, nr. 28) in werking is getreden.

Artikel 17 Citeertitel

Dit reglement wordt aangehaald als: Marktreglement Utrecht 2009.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht op 24 februari 2009.

De secretaris, De burgemeester,

Drs. J. Schuilenburg Mr. A. Wolfsen

Bekendmaking is geschied op 10 juni 2009.

Deze beleidsregel treedt in werking op 23 juli 2009.