Regeling vervallen per 01-04-2024

Regels uitstallingen Utrecht

Geldend van 01-04-2010 t/m 31-03-2024

Regels uitstallingen Utrecht (besluit van b. en w. van 1 december 2009)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht,

overwegende, dat het ter vermindering van de administratieve lasten van bedrijven volstaan kan worden met algemene regels, doch dat het in het belang is van de openbare orde en veiligheid van met name voetgangers en hulpverleningsverkeer geboden is het plaatsen van uitstallingen te binden aan regels;

gelet op artikel 2.9a van de Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht;

Besluit

vast te stellen het volgende

REGELS uitstallingen Utrecht

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a. uitstallen: het plaatsen van zaken (voorwerpen) op of boven de openbare weg, met uitzondering van een terras of standplaats, door een bedrijf, teneinde producten of diensten, dan wel de vestiging zelve onder de aandacht te brengen;

  • b. openbare weg: hetgeen wordt bedoeld onder ‘weg’ in artikel 1:1 van de Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht;

  • c. terras: hetgeen wordt bedoeld onder ‘terras’ in artikel 1 van de Horecaverordening;

  • d. standplaats: hetgeen wordt bedoeld onder ‘standplaats’ in artikel 1 van de Standplaatsverordening;

  • e. bedrijf: winkel of instelling.

Artikel 2 Tijdstip van uitstalling

Uitstallingen mogen slechts worden geplaatst gedurende de openingstijden van het bedrijf.

Artikel 3 Plaats en omvang

  • 1. Een uitstalling mag alleen worden geplaatst voor het bedrijf.

  • 2. De ruimte die de uitstalling beslaat, bedraagt maximaal één meter diepte, gemeten vanuit de gevel van de onroerende zaak waarin het bedrijf wordt uitgeoefend.

  • 3. De uitstalling beslaat maximaal de breedte van de gevel van het bedrijf van waaruit de bedrijfsactiviteiten plaatsvinden.

  • 4. De hoogte van de uitstalling bedraagt maximaal 1,80 meter;

Artikel 4 Voorwaarden

Uitstallingen mogen niet geplaatst worden:

  • 1.

    binnen het gebied dat begrensd wordt door de Catharijnesingel, de Weerdsingel, de Wittevrouwensingel, de Maliesingel en de Tolsteegsingel, met uitzondering van de in het winkelcentrum Hoog Catharijne gelegen overdekte voetgangerstraversen;

  • 2.

    tegen of op bomen, straatmeubilair, lichtmasten, brandkranen, of andere voor de openbare dienst bestemde voorwerpen;

  • 3.

    wanneer de vrije doorgang voor het verkeer bij plaatsing van de uitstalling minder bedraagt dan 3,50 meter;

  • 4.

    wanneer de vrije doorgang op het voor voetgangers gereserveerde gedeelte van de openbare weg bij plaatsing van de uitstalling minder bedraagt dan 1,50 meter;

  • 5.

    wanneer de uitstalling de toegang tot niet tot het bedrijf behorende terreinen en gebouwen belemmert;

  • 6.

    wanneer de uitstalling gevaar veroorzaakt voor de openbare orde en veiligheid;

  • 7.

    wanneer de uitstalling niet voldoet aan redelijke eisen van welstand;

  • 8.

    wanneer de uitstalling overlast veroorzaakt voor gebruikers en zakelijk en persoonlijk gerechtigden van in de nabijheid gelegen onroerende zaken;

  • 9.

    wanneer de uitstalling gevaar oplevert voor personen of zaken;

  • 10.

    wanneer de uitstalling schade veroorzaakt aan de openbare weg.

Artikel 5 Hoog Catharijne

Voor uitstallingen gelegen in het in winkelcentrum Hoog Catharijne gelegen overdekte voetgangerstraversen geldt: de lengte zowel als de breedte van de in te nemen ruimte bedraagt niet meer dan 1 meter.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze regels treden in werking op de datum van inwerkingtreding van de Algemene plaatselijke verordening.

Artikel 7 Citeertitel

Deze regels kunnen worden aangehaald als: Regels uitstallingen Utrecht.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht op 1 december 2009.

De secretaris, De voorzitter,

J.Bakker Mr. A. Wolfsen

Publicatie is geschied op 31 maart 2010.

Deze regels zijn in werking getreden op 1 april 2010.

BIJLAGE BEHOREND BIJ GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2010, NR. 20

Toelichting op de Regels uitstallingen gemeente Utrecht

Binnen de gemeente Utrecht wordt in het kader van de vermindering van administratieve lasten voor bedrijven, instellingen en burgers het vergunningsvereiste in de Uitstalverordening 2001 vervangen door regels, die door het college zijn vastgesteld.

Deze regels borduren voort op de Uitstalverordening 2001, zij het dat geen vergunning meer hoeft te worden aangevraagd. Wordt niet aan de regels voldaan dan kan handhavend worden opgetreden.

Artikel 1

Onder uitstalling wordt verstaan het neerzetten van goederen in de openbare ruimte in de breedste zin van het woord. Allereerst de goederen die horen bij het gangbare assortiment in het bedrijf met het oog op het verkopen van die goederen. Daarnaast losse reclame- of aanbiedingsborden om het assortiment aan te prijzen. Bij decoratieve objecten dient gedacht te worden aan bloembakken, mechanische speeltoestellen en dergelijke.

Verder kunnen fietsen of bromfietsen ook als uitstalling worden gezien, aangezien die gebruikt kunnen worden met het oog op bezorging aan huis, maar ook als reclameobject voor de winkel.

Aangezien uitstallingen niet alleen betrekking hebben op het verkopen van zaken, maar ook op het verrichten van diensten en activiteiten voor ideële doeleinden, wordt onder winkel ook verstaan een instelling.

Artikel 2

Gelet op het doel van een uitstalling is het neerzetten van goederen en objecten gekoppeld aan de openingstijden van een winkel.

Artikelen 3 en 4

De plaatsing en de omvang van uitstallingen zijn gerelateerd aan de belangen openbare orde en (verkeers-)veiligheid. Daarbij is een evenwicht gezocht tussen de verschillende betrokken belangen, namelijk de behoefte van de ondernemer, de veiligheid van de gebruikers van de openbare ruimte en de toegankelijkheid voor hulpverleningsdiensten om op een veilige en doelmatige wijze gebruik te kunnen maken van de weg, waarbij een grote mate van flexibiliteit is gehanteerd.

Uitstallingen mogen voor de gevel van het bedrijf waarin de goederen worden verkocht, de dienst geleverd of de activiteit wordt uitgevoerd geplaatst te worden. Op die wijze worden uitstalling en bedrijf aan elkaar gekoppeld. Dit maakt overigens het toezicht en de handhaving ook gemakkelijker.

Van belang is dat voor voetgangers, waaronder met name ook gekeken is naar mensen met een beperking, een minimale doorloopruimte gegarandeerd blijft en hulpverleningsverkeer te allen tijde een vrije doorgang heeft. Daarnaast dienen de uitstallingen uit het oogpunt van veiligheid niet geplaatst te worden op brandkranen, afwateringen en voor nooduitgangen, de entree/deur en toegangen voor mensen met een beperking.

Artikel 5

De Uitstalverordening 2001 kende specifieke regels voor de omvang van uitstallingen in Hoog Catharijne. In dat gebied geldt overigens dat onverminderd deze regels steeds toestemming voor het plaatsen van uitstallingen nodig is van de eigenaar van Hoog Catharijne.