Regeling vervallen per 01-01-2017

Nadere regels Jeugdhulp Utrecht 2016 gemeente Utrecht

Geldend van 26-01-2016 t/m 31-12-2016

Intitulé

Nadere regels Jeugdhulp Utrecht 2016 gemeente Utrecht

Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;

 

Gelet op de artikelen 4, 5 en 6 Verordening jeugdhulp Utrecht 2016;

 

Overwegende dat het noodzakelijk is nadere regels te stellen ten aanzien van de voorwaarden voor toekenning van individuele voorzieningen, de wijze van beoordeling van, de afwegingsfactoren bij individuele voorzieningen, over de inhoud van de beschikking tot verstrekking dan wel weigering van een individuele voorziening, onder welke voorwaarden waaraan de persoon aan wie een pgb wordt verstrekt de jeugdhulp kan betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk, de toetsingscriteria die het college hanteert voor artikel 8.1.1 lid 3 van de wet, de wijze waarop de hoogte van het pgb wordt vastgesteld;

 

Besluit vast te stellen de ‘Nadere regels jeugdhulp 2016 gemeente Utrecht’

Artikel 1 Begripsbepalingen

Cao Collectieve arbeidsovereenkomst

Verordening Verordening jeugdhulp Utrecht 2016

Zorgcategorie Indeling op hoofdlijnen van de verschillende categorieën jeugdhulp die aangemerkt wordt als individuele voorziening.

Artikel 2 Aanvraag voor een individuele voorziening

  • 1.

    Een mondelinge aanvraag voor een individuele voorziening in natura kan door de jeugdige of zijn ouders worden ingediend in een gesprek met een medewerker van het buurtteam. De aanvraag wordt in het gesprek door de jeugdige of zijn ouders ondubbelzinnig bevestigd en met dagtekening door de medewerker van het buurtteam in het gezinsplan vastgelegd.

  • 2.

    Een schriftelijke aanvraag voor een individuele voorziening kan uitsluitend worden ingediend bij een medewerker van het buurtteam door middel van een door de jeugdige of zijn ouders ondertekend gezinsplan.

  • 3.

    Een aanvraag voor een individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget (pgb) kan door de jeugdige of zijn ouders worden ingediend bij een medewerker van het buurtteam op een door het college ter beschikking gesteld format, waarin is opgenomen:

    • a.

      Welke jeugdhulp de jeugdige of zijn ouders gezien de hulpvraag willen inkopen met het pgb en wat het beoogde resultaat is.

    • b.

      Op welke wijze de jeugdige of zijn ouders de aan het pgb verbonden taken op verantwoorde wijze zullen uitvoeren, dan wel wie hiertoe is gemachtigd.

    • c.

      Waarom de jeugdige of zijn ouders de jeugdhulp “in natura” niet passend vinden.

    • d.

      Op welke wijze de kwaliteit van de jeugdhulp is gewaarborgd.

    • e.

      Een onderbouwde begroting.

Artikel 3 Voorwaarden voor toekenning van een individuele voorziening

  • 1.

    Het college draagt zorg voor een professionele en eenduidige afweging door een medewerker van het buurtteam bij de beoordeling of een individuele voorziening noodzakelijk is, waarbij de wettelijke vereisten met betrekking tot verantwoorde werktoedeling in acht worden genomen.

  • 2.

    Het college kent uitsluitend een individuele voorziening in de vorm van een pgb toe indien de jeugdige of zijn ouders een volledige aanvraag hebben ingediend als bedoeld in artikel 2 lid 3 en waaruit naar oordeel van de medewerker van het buurtteam blijkt dat is voldaan aan de criteria bekwaamheid, motivatie en kwaliteit als in artikel 8.1.1 van de wet.

  • 3.

    Het college kent een pgb voor niet professionele zorg vanuit het sociale netwerk alleen toe:

  • a.

    Indien de jeugdige of zijn ouders motiveert waarom dit tot een gelijk of beter resultaat leidt dan de inzet van een professionele zorgverlener.

  • b.

    Indien de persoon uit het sociale netwerk die de zorg verleent heeft aangegeven dat de zorg aan de jeugdige of zijn ouders voor hem niet leidt tot overbelasting.

  • c.

    voor zover de persoon uit het sociale netwerk geen handelingen verricht die op grond van de norm van verantwoorde werktoedeling aan een geregistreerde professional is voorbehouden.

Artikel 4 Inhoud van de beschikking

  • 1.

    In geval van toekenningvan een individuele voorziening in natura wordt in de beschikking opgenomen:

    • a.

      Dat er een individuele voorziening wordt verstrekt in natura; en indien van toepassing een motivering waarom de individuele voorziening niet in de vorm van een pgb wordt verstrekt.

    • b.

      Op welke hulpvragen zoals verwoord in het gezinsplan de individuele voorziening is gericht en wat het beoogde doel of resultaat is van de individuele voorziening.

    • c.

      Het type jeugdhulp dat wordt ingezet in termen van zorgcategorieën.

    • d.

      De beoogde jeugdhulpaanbieder.

  • 2.

    In geval van toekenning van een individuele voorziening in de vorm van een pgb wordt in de beschikking opgenomen:

    • a.

      Dat er een individuele voorziening wordt verstrekt in de vorm van een pgb.

    • b.

      Wat de hoogte van het pgb is en hoe deze is berekend.

    • c.

      Wat de duur is van de verstrekking van een individuele voorziening waarvoor het pgb is bedoeld.

    • d.

      De wijze van verantwoording van de besteding van het pgb.

  • 3.

    In geval van weigering van een aanvraag van een individuele voorziening, wordt dit in de beschikking gemotiveerd toegelicht.

Artikel 5 Wijze waarop de hoogte van een pgb wordt vastgesteld

  • 1.

    De hoogte van het pgb wordt berekend aan de hand van de benodigde omvang van de individuele voorziening in uren of dagdelen maal het tarief.

  • 2.

    Een medewerker van het buurtteam stelt de benodigde omvang van de individuele voorziening in uren of dagdelen vast aan de hand van de door de jeugdige of zijn ouders ingediende aanvraag als bedoeld in artikel 2 lid 3.

  • 3.

    De tarieven als bedoeld in lid 1 zijn vastgesteld in het Financieel besluit Jeugdhulp 2016 gemeente Utrecht.

Artikel 6 Intrekking

1.De Nadere regels Jeugdhulp 2015 komen bij bekendmaking van dit besluit te vervallen.

Artikel 7 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze nadere regels treden bij bekendmaking in werking.

  • 2.

    Deze nadere regels worden aangehaald als: Nadere regels jeugdhulp Utrecht 2016 gemeente Utrecht.

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Utrecht, gehouden op 12 januari 2016.

Algemene toelichting

De op 30 oktober 2014 vastgestelde Verordening biedt in lijn met Jeugdwet de mogelijkheid om op specifieke onderdelen bevoegdheden te delegeren aan het college om nadere regels te stellen binnen de kaders van de Verordening. Met de nadere regels Jeugdhulp geeft het college invulling aan deze bevoegdheid. Het gaat om vier onderwerpen, te weten: de aanvraag, de voorwaarden voor toekenning van een individuele voorziening, de inhoud van de beschikking en de wijze waarop de hoogte van het pgb wordt berekend. De tarieven waarmee het pgb wordt berekend zijn vastgelegd in het Financieel besluit Jeugdhulp.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2

Dit artikel geeft aan op welke wijze een aanvraag kan worden ingediend voor een individuele voorziening in natura of in de vorm van een pgb.

Uitgangspunt is dat een aanvraag voor een individuele voorziening in natura mondeling kan worden ingediend, en dat jeugdige en ouders, en de professional zo min mogelijk administratieve last ondervinden van de aanvraag. Vastleggen van de datum van aanvraag is van belang vanwege beslistermijnen zoals benoemd in de Awb.

Voor de aanvraag van een individuele voorziening in de vorm van een pgb is het uitsluitend mogelijk een schriftelijke aanvraag in te dienen op een door het college ter beschikking gesteld format. Van belang is immers dat de medewerker van het buurtteam aan de hand van deze aanvraag namens het college een goede inschatting kan maken of de jeugdige of ouders voldoen aan de wettelijke voorwaarden om in aanmerking te komen voor een pgb (bekwaamheid, motivatie, kwaliteit).

Artikel 3

Lid 1

De vaststelling of een individuele voorziening nodig is, vergt een professionele en eenduidige afweging. Van belang is daarom dat de medewerkers van het buurtteam werken volgens de wettelijke norm van verantwoorde hulp (voor zowel jeugdhulp als toegang). Deze verplichting uit de Jeugdwet is door de VNG in overleg met de brancheorganisaties uitgewerkt in een norm voor verantwoorde werktoedeling die uit drie onderdelen bestaat:

  • a.

    De norm verplicht de Stichting Buurtteam Jeugd en Gezin (als ook andere jeugdhulpaanbieders) tot het werken met geregistreerde professionals uit het Kwaliteitsregister Jeugd of het BIGregister.

  • b.

    Bij het toedelen van taken moet de Stichting Buurtteam Jeugd en Gezin rekening houden met de specifieke kennis en vaardigheden van de geregistreerde professional. De kennis en vaardigheden van de professionals dienen passend te zijn bij de hulpvraag van de jeugdige en ouders.

  • c.

    De stichting Buurtteam Jeugd en Gezin moet ervoor zorgen dat deze geregistreerde professionals kunnen werken volgens hun professionele standaarden (beroepscodes, vakinhoudelijke richtlijnen).

Leidend bij het toepassen van de norm van verantwoorde werktoedeling is het principe “comply or explain”. Dat betekent dat de Buurtteamorganisatie Jeugd en Gezin het werk moet toebedelen aan geregistreerde professionals, tenzij deze kan motiveren waarom dat niet wordt gedaan.

Lid 2

Zowel in de Wmo 2015 als in de Jeugdwet worden drie voorwaarden beschreven waaraan een aanvrager moet voldoen om in aanmerking te komen voor een individuele voorziening in de vorm van een pgb dient. Deze voorwaarden worden beschreven in artikel 8.1.1 van de Jeugdwet. Het gaat daarbij om de bekwaamheid van de aanvrager om zorg in te kopen met een pgb en een pgb te beheren, om de motivering door de aanvrager en de gewaarborgde kwaliteit van de dienstverlening die wordt ingekocht met een pgb. Op basis van de aanvraag van de jeugdige of zijn ouders komt de medewerker van het buurtteam tot een gewogen oordeel of de jeugdige of zijn ouders in aanmerking komt voor een individuele voorziening in de vorm van een pgb. De handreiking PGB geeft een beeld van de aspecten die de medewerker van het buurtteam betrekt in zijn oordeel.

Artikel 4

Dit artikel beschrijft de elementen die worden opgenomen in de beschikking die wordt afgegeven in de gevallen zoals benoemd de Verordening, artikel 4 lid 6. In de overige gevallen wordt volstaan met een schriftelijke bevestiging van de noodzaak tot het treffen van een individuele voorziening, waarin dezelfde elementen worden benoemd als in lid 1 van dit artikel.

Voor wat betreft de wijze van verantwoording van besteding van het pgb zal het college in ieder geval als voorwaarde stellen dat de jeugdige of zijn ouders na toekenning van het pgb een zorgovereenkomst ter goedkeuring voorleggen aan het college, waaruit blijkt dat de jeugdhulp wordt ingekocht conform de aanvraag. Alleen op basis van een goedgekeurde zorgovereenkomst zal de Sociale Verzekeringsbank tot betaling overgaan. In de praktijk zal deze toets echter steekproefsgewijs achteraf worden uitgevoerd, omdat de aanvraagprocedure al stevig is ingericht en de medewerker van het buurtteam ook gedurende de uitvoering van de jeugdhulp die is ingekocht met een pgb samen met de jeugdige of zijn ouders evalueert in hoeverre de inzet doelmatig en effectief is.

Artikel 5

Dit artikel beschrijft waar de tarieven zijn vastgelegd.