Beleidsregel Loonkostensubsidie naar loonwaarde gemeente Utrecht

1. De wet: de Participatiewet;

2. Het college: het college van burgemeester en wethouders van Utrecht;

3. Werknemer: de persoon, die voldoet aan de criteria bedoeld in artikel 3, tweede lid, van deze beleidsregel;

4. Loonwaarde: loonwaarde als bedoeld in artikel 6, tweede lid, sub g van de wet;

5. Re-integratievoorzieningen: de ondersteuning als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de wet.

6. Doelgroep Indicatie banenafspraak: de categorie personen opgenomen in het landelijke doelgroepenregister van personen die vallen onder de banenafspraak tussen rijksoverheid en werkgevers.

1. Er bestaat slechts aanspraak op loonkostensubsidie naar loonwaarde als het dienstverband tenminste 20 uur per week omvat en voor minimaal de duur van 6 maanden.

2. Het college verleent uitsluitend subsidie voor dienstverbanden met in Utrecht woonachtige werknemers.

3. Het recht op loonkostensubsidie naar loonwaarde eindigt als de werknemer de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt, ongeacht hoe lang de loonkostensubsidie naar loonwaarde op dat moment heeft geduurd.

4. Het college betaalt bij ziekte van de werknemer de loonkostensubsidie tot maximaal zes maanden na de eerste ziektedag door, tenzij de werkgever een beroep kan doen op compensatie op grond van de no-riskpolis van het UWV.

5. De werkgever biedt de werknemer de noodzakelijke ondersteuning en begeleiding bij het verrichten van de opgedragen werkzaamheden en kan hiervoor, indien noodzakelijk, een beroep doen op re-integratievoorzieningen.

1. De werkgever geeft op verzoek of onverwijld uit eigen beweging iedere wijziging in het dienstverband of in de omstandigheden van de betreffende werknemer door aan de gemeente Utrecht.

2. De werkgever geeft een wijziging van de rechtspersoonlijkheid van de onderneming of de organisatie onverwijld door aan de gemeente Utrecht.

1. De loonwaardemeting is onderdeel van de subsidieaanvraag. De loonwaardemeting vindt plaats op de werkvloer.

2. De subsidieaanvraag is definitief, zodra de loonwaardemeting heeft plaatsgevonden en de werkgever met het vastgestelde percentage heeft ingestemd.

1. De loonkostensubsidie naar loonwaarde is een aanvulling op de bij aanvraag vastgestelde loonwaarde tot maximaal 100% van het wettelijk minimumloon waarop de werknemer overeenkomstig de met de werkgever schriftelijk overeengekomen arbeidsduur aanspraak heeft.

2. Bij wijzigingen in het wettelijk minimumloon zal het college de subsidie naar de nieuwe bedragen aanpassen.

1. Het college verleent de loonkostensubsidie per kalenderjaar en stelt deze bij de verlening vast op basis van de loonwaarde en het daarbij behorende bedrag aan loonkostensubsidie.

2. Het college trekt met inachtneming van artikel 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht de subsidie in of wijzigt deze, als door het verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen te veel of ten onrechte subsidie is betaald.

3. Na afloop van het kalenderjaar als bedoeld in het eerste lid vindt opnieuw een loonwaardemeting plaats om de hoogte van de loonkostensubsidie naar loonwaarde voor het nieuwe jaar vast te stellen.

4. Betaling van de loonkostensubsidie geschiedt per kalendermaand.