Beleidsregel leertijduitbreiding

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

• Een school: de school of onderwijsinstelling zoals bepaald volgende de WPO.

• Een schoolplan: het vierjarenplan van een school waarmee zij de kwaliteit bewaakt en verantwoording aflegt aan de Inspectie van het Onderwijs. Het plan wordt als onderbouwing bij de subsidieaanvraag gevoegd.

• Leerlingaantal: het aantal leerlingen dat staat ingeschreven op een school op 1 oktober in het jaar voorafgaand aan de periode waarvoor wordt aangevraagd. Voor de basisgegevens bij de aanvraag en de verantwoording met betrekking tot de scholen wordt uitgegaan van de administratie van Maatschappelijke Ontwikkeling (Leerlingzaken).

• Gewichtenleerling: een leerling die, op basis van de rijks-gewichtenregeling, door de school in een categorie wordt ingedeeld op basis van het opleidingsniveau van de ouders/verzorgers.

• Taal- en rekenachterstand: hieronder wordt verstaan een achterstand in de taal- en rekenvaardigheid. Bij D- en E- scores is er sprake van tenminste een jaar achterstand.

• Hogere doorstroming: meer leerlingen komen in een hoger onderwijstype van het vervolgonderwijs terecht

• Penvoerder : een schoolbestuur, die namens andere schoolbesturen de subsidie aanvraagt

Artikel 2 Beleidskader, doelen en resultaten

Beleidskader

Het college heeft zich in het collegeprogramma ' Utrecht Groen, Open en Sociaal' de ambitie gesteld dat in 2014 iedere jongere zijn schoolcarrière afsluit met een startkwalificatie naar vermogen. Om dat te realiseren spreken we ouders, de verantwoordelijke scholen, de professionals en de schoolbesturen aan en maken we afspraken met onderwijs- en zorginstellingen en andere betrokkenen.

Daarop aansluitend heeft de Utrechtse Onderwijsagenda 2010-2014 (verder te noemen UOA) als motto: meer kansen voor Utrechts talent. Elk Utrechts kind van 0 tot 18 jaar moet zijn talenten kunnen ontwikkelen. De UOA kent een viertal doelen waaronder een goede beheersing van de Nederlandse taal en meer kinderen naar hoger vervolgonderwijs.

Leertijduitbreiding draagt bij aan het realiseren van de doelen van het college en van de Utrechtse Onderwijs Agenda en kan tevens bijdragen aan de verdere ontwikkeling van de brede school en dagarrangementen.

Maatschappelijk effect

Iedere Utrechtse leerling heeft optimale kansen om zijn talenten te ontwikkelen.

Maatschappelijk resultaat /doelen

Uitbreiding van leertijd betekent meer tijd voor de leerling om te leren en om te ontwikkelen. De volgende doelen/resultaten worden hiermee nagestreefd.

• -

  beheersing van de Nederlandse taal en/of de rekenprestaties zijn verbeterd bij leerlingen met een achterstand in het PO en brugklas VO

• -

  een hogere doorstroming van leerlingen met een achterstand naar Havo/Vwo door betere leerprestaties en uitstroomresultaten

Artikel 3 Doelgroep

De leertijduitbreiding is bedoeld voor alle leerlingen met (een risico op) een taalachterstand uit de groepen 4 t/m 8 van het basisonderwijs en de brugklas van het voortgezet onderwijs.

Specifieke aandacht gaat daarbij uit naar gewichtenleerlingen.

Artikel 4 Aanvrager subsidie

Schoolbesturen, die het basisonderwijs aanbieden binnen de grenzen van de gemeente Utrecht, kunnen een aanvraag voor subsidie doen.

Het is mogelijk een gezamenlijke aanvraag te doen. In dat geval wordt de aanvraag gedaan door één van de schoolbesturen (penvoerder), mede namens de anderen.

Voor een zeer zwakke school (volgens het oordeel van de Inspectie van het Onderwijs) kan geen subsidieaanvraag worden gedaan.

Artikel 5 Subsidieplafond en budgetruimte

Het budget voor de leertijduitbreiding is beschikbaar vanaf 1 januari 2014 tot en met schooljaar 2015/16. Jaarlijks wordt het subsidieplafond vastgesteld.

Artikel 6 Subsidiabele activiteiten

Er kan subsidie worden aangevraagd voor:

A.Groepsgerichte leertijduitbreiding voor alle leerlingen van een (brede) school (verband)

of van de brede school academie:

mits deze 30% en meer gewichtenleerlingen heeft

B.Groepsgerichte l eertijduitbreiding voor een deel van de leerlingen van een school(verband):

deze leerlingen hebben een taal/rekenachterstand met een score D of E

C.Zomerschool

Extra subsidie kan worden aangevraagd voor aanvullende programma’s taal en rekenen

(integraal deel uitmakend van de plannen voor leertijduitbreiding) in de vakantieperiodes

(maximaal 3 weken aanvullend op een schooljaar).

Losse initiatieven in de vakantieperiode komen niet in aanmerking voor subsidie.

Artikel 7 Voorwaarden voor de subsidieaanvraag

7.1. Er kan subsidie worden aangevraagd voor 2, 3 of 4 uur leertijduitbreiding per week per leerling om de hierboven beschreven doelen te bereiken.

7.2. De subsidie is alleen voor inzet in de groepen 4 tot en met 8 en brugklas VO.

7.3. De leertijduitbreiding wordt gedurende het gehele schooljaar uitgevoerd.

7.4. Scholen kunnen de extra leertijd individueel of met meerdere scholen (Brede Scholen) organiseren.

7.5. Leertijduitbreiding bestaat uit taal- en rekenactiviteiten, die een relatie hebben met de kerndoelen van het onderwijs en aansluiten op het reguliere onderwijscurriculum.

7.6. Leertijduitbreiding is onderdeel van de doorlopende leerlijn en sluit aan op het regulier taalcurriculum.

7.7. De vakken worden gegeven door bevoegde leerkrachten.

7.8. Subsidie is alleen beschikbaar voor het aantal met de extra leertijd bereikte leerlingen.

Leerlingen kunnen slechts gebruik maken van één vorm van leertijduitbreiding. Indien de school kiest voor leertijduitbreiding voor alle kinderen in de groep dan wordt een uitzondering gemaakt voor de leerlingen, die de BSA bezoeken.

7.9. Leertijduitbreiding vindt plaats binnen bestaande onderwijshuisvesting met uitzondering van de BSA.

7.10. In het geval de aanvraag betrekking heeft op een Brede School Academie(BSA) geldt aanvullend:

• De subsidieaanvrager dient heldere en eenduidige selectiecriteria voor deelname aan de BSA te formuleren.

• Binnen de BSA wordt opbrengstgericht gewerkt aan met name taal en rekenen.

• De prestaties worden aangetoond met een relevante toets, een nulmeting voor de start van deelname aan de BSA en een eindmeting na de afloop van deelname aan de BSA. De gehanteerde toets en de ambitie worden in de subsidieaanvraag benoemd.

• De BSA sluit aan bij het reguliere onderwijscurriculum en de onderwijsvisie van de participerende scholen.

• De BSA hanteert een sluitend leerlingvolgsysteem en zorgt voor een (warme) overdracht naar de participerende scholen in het PO en het VO.

• De BSA hanteert een helder beleid met betrekking tot ouderbetrokkenheid die past binnen de onderwijsvisie van de participerende scholen.

• De BSA ontvangt voor huisvesting max. 5000,-- per lokaal

7.11. Voor alle vormen van leertijduitbreiding geldt het volgende:

• Scholen die voor (een deel van) de uren leertijduitbreiding, personele inzet en/of activiteiten uit andere bronnen financiële middelen ontvangen, krijgen voor (dat deel van) die uren, personele inzet en/of activiteiten geen subsidie van de gemeente Utrecht. In de aanvraag wordt door de subsidieaanvrager duidelijk aangegeven om welke uren dit gaat.

• Scholen die leertijduitbreiding realiseren houden een adequate deelnemersregistratie bij. Deze gegevens worden gebruikt voor onderzoek naar onder andere het bereik en deelnamepercentage van de gerealiseerde activiteiten en kunnen worden gebruikt bij de verantwoording.

• De afdeling leerlingzaken van Maatschappelijke Ontwikkeling beoordeelt de verzuimregistratie op de school als voldoende.

• Schoolbesturen en scholen werken mee aan monitoring en evaluatie.

Artikel 8 Indienen subsidie

Een aanvraag voor leertijduitbreiding wordt jaarlijks, met een gemeentelijk aanvraagformulier, ingediend voor 1 oktober voor het kalenderjaar daaropvolgend.

Een nieuwe subsidieaanvraag bestaat uit een inhoudelijk - en financieel plan.

Het financieel plan bestaat uit een volledig ingevuld financieel format leertijduitbreiding.

Het inhoudelijk plan kan ook bestaan uit een school (jaar)plan. Hierin besteedt u aandacht aan alle voorwaarden en specifiek aan:

• de uit te voeren activiteiten, waarbij wordt vermeld hoe de activiteiten effectief bijdragen aan de beoogde verbetering van de onderwijsresultaten en welke toetsen of methoden worden gebruikt om dit te meten.

• Doorstroomresultaten van het voorafgaande schooljaar, waarbij einddoelen ten aanzien van de doorstroom voor het volgend schooljaar worden geformuleerd. Om de gerealiseerde onderwijsresultaten aan te tonen worden de meest recente relevante toetsgegevens die de school voorhanden heeft gebruikt. (Deze gegevens worden verzameld ten behoeve van monitoring, maar zullen niet gebruikt worden bij de vaststelling van de subsidie).

• Alle informatie over de doelgroep zoals beschreven onder de subsidievoorwaarden en verplichtingen voor de vormen van leertijduitbreiding;

• Indien van toepassing: een integrale onderbouwing waaruit blijkt hoe verschillende aangevraagde subsidieonderdelen en activiteiten (bijv. VVE, Schakelklassen, (brede) school talentontwikkeling) zich tot elkaar verhouden en hoe deze elkaar versterken om te komen tot resultaatversterking.

• De school geeft in het plan aan hoe zij de ouderbetrokkenheid stimuleert bij de ontwikkeling en het leerproces van hun kinderen.

• Zwakke scholen (volgens het oordeel van de Inspectie van het Onderwijs) nemen in hun aanvraag op hoe de uitvoering van aangevraagde activiteiten bijdraagt aan het verbeteren van de punten die door de Inspectie als onvoldoende zijn beoordeeld.

Extra aanvragen

Extra aanvragen voor uitbreiding van het aantal leerlingen en/of groepen, met ingang van een nieuw schooljaar, kunnen worden gedaan indien het budget toereikend is.

Deze aanvragen dienen uiterlijk 1 april te worden ingediend voor het eerste deel van het nieuwe schooljaar in het lopende kalenderjaar. De leertijduitbreiding vangt volledig aan bij de start van het schooljaar.

Artikel 9 Hoogte subsidie

A.Leertijduitbreiding

Scholenbesturen vragen per leerling een bedrag voor 2 of 3 of 4 uur leertijduitbreiding per week op basis van een gemiddelde groepsgrootte van 20 kinderen. Er wordt onderscheid gemaakt in een structureel- en incidenteel bedrag.

Structurele bedragen

Het structurele bedrag is voor het organiseren van lesactiviteiten, voor de inzet en bijscholing van personeel en ouderactiviteiten. Voorwaarde is leertijduitbreiding gedurende gehele schooljaar

Wat

Lesactiviteiten en inzet personeel, ouderactiviteiten, professionalisering leerkrachten Bedrag per leerling voor

2 uur per week

(groep 4 t/m 8) Bedrag per leerling voor

3 uur per week

(groep 4 t/m 8) Bedrag per leerling voor

4 uur per week

(groep 4 t/m 8)

Totaal per leerling € 382,-- € 537,-- € 689,--

Scholen kunnen in aanmerking komen voor een extra vergoeding per leerling per schooljaar indien de groepsgrootte lager is dan 15 leerlingen per groep voor de leertijduitbreiding. Dit moet onderbouwd worden in de subsidieaanvraag. € 175,--

Eenmalige bedragen

Eenmalig kunnen scholen bij de start en voor nieuwe initiatieven een bedrag per leerling ontvangen voor aanschaf van lesmateriaal en projectkosten.

Wat

Aanschaf lesmateriaal en projectkosten Bedrag per leerling voor

2 uur per week

(groep 4 t/m 8) Bedrag per leerling voor

3 uur per week

(groep 4 t/m 8) Bedrag per leerling voor

4 uur per week

(groep 4 t/m 8)

Totaal per leerling € 100 € 125 € 145

9 B. Brede school Academie en zomerschool

Schoolbesturen vragen subsidie aan voor een Brede School Academie op basis van een begroting per lokatie.

Voor taal en rekenactiviteiten gedurende de vakantieperiode (zomerschool) kunnen scholen voor maximaal 3 weken aanvullend op een schooljaar een extra bedrag per week per groep ontvangen. Hiervoor dienen zij een begroting per week per groep in.

Artikel 10 Beoordelingscriteria en besluitvorming

Aanvragen worden inhoudelijk beoordeeld op de bijdrage aan de doelen (zie artikel 2) en op het voldoen aan de voorwaarden (zie artikel 7) en op de kwaliteit van het inhoudelijk plan (zie artikel 8).

Bij het bepalen van het subsidiebedrag wordt uitgegaan van het aantal leerlingen, dat bij de oktobertelling van het voorgaande jaar is vastgesteld.

Wanneer het totaal van de aanvragen het jaarlijkse subsidieplafond overschrijdt, vindt een prioriteitstelling plaats, waarbij in eerste instantie het percentage gewichtenleerlingen telt en in tweede instantie het percentage leerlingen met een taalachterstand (D/E scores).

Hoe hoger het percentage, hoe meer kans op volledige toekenning van de subsidieaanvraag.

Artikel 11 Verplichtingen aan subsidieverlening

11.1. Subsidieontvangers werken op bestuurs- en schoolniveau mee aan het leveren van toetsgegevens over onderwijsresultaten en doorstroomresultaten.

11.2. Subsidieontvangers op bestuurs- en schoolniveau werken mee aan monitoring en evaluaties

11.3. De verantwoording bestaat uit een financiële verantwoording, een resultaatverantwoording en een inhoudelijke verantwoording.

De financiële verantwoording is een door de accountant goedgekeurd jaarverslag, waarin de subsidie Leertijduitbreiding herkenbaar is;

De resultaatverantwoording geeft inzicht in de realisatie van de in de subsidieverlening vastgelegde resultaten (= bereikte aantal deelnemers).

De inhoudelijke verantwoording geeft inzicht in de verrichte activiteiten en het gevoerde beleid met de hobbels die zijn ervaren en successen die zijn geboekt.

Voor vragen bij het indienen van de verantwoording kunt u zich richten tot de contactpersoon bij de gemeente Utrecht.

11.4 . Voor de afrekeningen 2014, 2015 en 2016 geldt het aantal leerlingen in de aanvraag, gebaseerd op de oktobertelling van dat betreffende jaar.

Artikel 12 Evaluatie

Om aan het einde van de subsidieperiode het effect van deze beleidsregel te kunnen meten, maken we gebruik van de door de scholen te leveren gegevens en van de monitor, die zal worden uitgevoerd.

Artikel 13 looptijd

De looptijd voor de subsidie is van september 2013 tot en met juli 2016.

Subsidie wordt verleend per kalenderjaar.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

De eerdere beleidsregel leertijduitbreiding komt na inwerkingtreding van deze beleidsregel

te vervallen.

Inwerkingtreding

Deze beleidsregel kan worden aangehaald als "Beleidsregel leertijduitbreiding".

Deze beleidsregel treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht op 10 september 2013.

De secretaris, De burgemeester,

Drs. M.R. Schurink Mr. A. Wolfsen

Bekendmaking is geschied op 11 september 2013.