Regeling vervallen per 01-01-2016

Beleidsregel Utrecht Connected Worldwide

Geldend van 04-03-2014 t/m 31-12-2015

Intitulé

Beleidsregel Utrecht Connected Worldwide   

(Besluit van b. en w. 4 maart 2014)

Het college van burgemeester en wethouders van Utrecht;

-gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3 lid 2 van de Algemene subsidieverordening 2014 (ASV 2014);

BESLUIT:

Vast te stellen de volgende beleidsregel:

Utrecht Connected Worldwide

Beleidsregel Utrecht Connected Worldwide

Beleidsregel Utrecht Connected Worldwide

Artikel 1 Begripsbepalingen (reikwijdte en definities)

Met het Utrecht Connected Worldwide programma wordt Utrecht thematisch aan steden buiten Europa gekoppeld. De volgende begrippen komen aan bod:

  • a.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;

  • b.

    Uitwisseling: wederzijdse samenwerking tussen een organisatie in/voor Utrecht en een counterpart buiten Europa

Artikel 2 Beleidsdoelstelling

Utrecht Connected Worldwide biedt ruimte voor culturele- en kennisuitwisseling met andere steden, waarbij de focus van de uitwisseling ligt op de volgende punten:

  • -

    Green economy

  • -

    Health

  • -

    Human Capital

  • -

    Digital services

  • -

    Cultuur (met als pijlers: talentontwikkeling, innovatie en cultureel ondernemerschap)

  • -

    Kennisontwikkeling

  • -

    Creatieve industrie

  • -

    Mobiliteit

  • -

    Ondernemerschap

Utrecht Connected Worldwide ondersteunt internationale uitwisselingen, faciliteert internationale samenwerking door het bij elkaar brengen van de juiste personen en organisaties, maakt innovatie ontwikkelingen en culturele diversiteit in de wereld en in Utrecht zichtbaar en is aangesloten bij de actuele ontwikkelingen.

De subsidies van Utrecht Connected Worldwide worden verstrekt ter bevordering van de internationale ambities van de stad. Dit sluit aan bij Subdoelstelling 2.1 en Prestatiedoelstelling 2.1.1. in de programmabegroting. De ambities zijn in 2011 door het College van B en W vastgesteld:

  • 1.

    Utrecht ontwikkelen als internationale kennisregio door Utrecht te profileren als stad van kennis & cultuur

  • 2.

    Ontwikkelen van een duurzame economie door versterking van de creative industry, life sciences en sustainability

Artikel 3 Definitie aanvrager subsidie

De aanvraag wordt ingediend door een stichting of rechtspersoon uit de stad Utrecht. Of door een stichting of rechtspersoon buiten Utrecht, die werkt aan een project dat in Utrecht plaats vindt.

Artikel 4 Vaststelling subsidieplafond

Het subsidieplafond van €50.000 voor 2014, is door het College vastgesteld en terug te vinden op subsidiestaat.

Afwijzing op grond van onvoldoende budget vindt plaats als het subsidieplafond is bereikt.

Artikel 5 Subsidiabele activiteiten

De subsidie kan worden aangevraagd voor kosten die direct samenhangen met de uitvoering van de uitwisseling, of die publiciteit geven aan de activiteit (personeels- en bureaukosten komen niet in aanmerking voor subsidie, wel in aanmerking komen bijvoorbeeld activiteitskosten, kosten voor materialen, brochures etc.). Reis en verblijfskosten worden niet geheel gesubsidieerd.

Artikel 6 Voorwaarden aan de subsidieaanvraag

  • 1.

    De aanvraag bevat minimaal een motivatie, een beschrijving van de uit te voeren activiteiten, een uitgewerkt plan voor draagvlakversterkende activiteiten (over de uitwisseling en het land waar het project wordt uitgevoerd) onder lokale publieksgroepen in Utrecht, een gespecificeerde projectbegroting en een dekkingsplan.

  • 2.

    Artikel 7.1 uit de ASV verplicht het meezenden van documenten bij een eerste aanvraag. Het betreft hier de statuten, een uittreksel van de KvK, opgave gelieerde rechtspersonen, kopie bankafschrift.

  • 3.

    De partnerorganisatie in het andere land is aantoonbaar actief betrokken bij de uitwisseling. De vraag en de behoefte van de partnerorganisatie is meegenomen in de uitwisselingsopzet en de afspraken en doelstellingen zijn met de partnerorganisatie vastgelegd (als bijlage een intentieverklaring van de partnerorganisatie toevoegen).

  • 4.

    Het project waarvoor subsidie wordt aangevraagd heeft een maximale looptijd van 12

maanden.

5.De aanvraag dient te voldoen aan de voorwaarden en criteria opgenomen in artikel 9

Artikel 7 Indiening subsidie

De subsidieaanvraag moet twee maanden vóór aanvang van de activiteit worden ingediend. Aanvragen kunnen ingediend worden per mail: subsidie@utrecht.nl

Artikel 8 Hoogte subsidie

Per uitwisseling wordt een maximaal bedrag van €10.000 toegekend.

Artikel 9 Beoordelingscriteria en besluitvorming

  • 1. Projecten die in aanmerking komen voor subsidie dragen bij aan het internationale karakter van de stad Utrecht door het verbinden van innovatieve ontwikkelingen, personen, groepen in andere landen aan Utrechtse initiatieven. Er wordt gekeken naar de bijdrage van het project aan de internationale betekenis en uitstraling van Utrecht als stad van kennis en cultuur.

  • 2. Prioriteit wordt gegeven aan initiatieven waarin aandacht wordt geschonken aan de internationale ambities van de gemeente, te weten:

    Utrecht ontwikkelen als internationale kennisregio door Utrecht te profileren als stad van kennis & cultuur

    Ontwikkelen van een duurzame economie door versterking van de creative industry, life sciences en sustainability

  • 1. Het project is relevant voor de doelstellingen van het gemeentelijke beleid van de Gemeente Utrecht voor Internationale Samenwerking.

  • 2. De subsidie is nadrukkelijk bedoeld om met groepen en organisaties in andere landen een wederkerige/gelijkwaardige relatie op te bouwen; de subsidieregeling is niet bedoeld voor ondersteuning van ontwikkelingshulp projecten.

  • 3. Duurzaamheid: hier wordt gekeken of de aanvrager aandacht besteedt aan duurzaamheid van het productieproces, het beheer, communicatietraject of anderszins.

  • 4. Het project moet vanaf de start gedragen worden door de doelgroep en worden uitgevoerd in samenwerking met een andere land. Prioriteit geven we aan initiatieven waar de verbinding met een land juist in Utrecht/de Utrechtse bevolking zijn beslag krijgt.

  • 5. De draagvlakversterkende activiteiten richten zich op een brede doelgroep.

  • 6. De uitwisseling vindt plaats tussen Utrecht en één van de landen buiten Europa. In het geval van voorstellingen is wenselijk dat tenminste één uitvoering (bij voorkeur de première) in Utrecht plaats vindt.

  • 7. Het project levert een bijdrage aan de meertaligheid van de stad. Dit kan door promotie, communicatie en inhoudelijke activiteiten. De meertaligheid richt zich vooral op het internationale karakter van de stad en haar burgers.

  • 8. De regeling is niet bedoeld voor het aangaan van nieuwe stedenbanden of langlopende verplichtingen.

  • 9. Aanvrager dient voor een gedeelte van de kosten van de uitwisseling zelf andere financiering te vinden (vermelden in het dekkingsplan) en moet ook zelf een bijdrage leveren.

  • 10. Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst.

  • 11. Subsidies worden verleend zolang er het budget toereikend is.

Artikel 10 Voorwaarden aan subsidieverlening

  • 1. Bovenstaande voorwaarden worden gemeten aan de hand van eindrapportages en tussentijdse gesprekken.

  • 2. Subsidieontvangers dienen 4 weken na voltooiing van de uitwisseling een eindrapportage in.

  • 3. Deze eindrapportage bestaat uit twee delen: een inhoudelijke verantwoording over het verloop van de uitwisseling en een financiële verantwoording over de uitgaven/inkomsten van de uitwisseling. Bij de financiële verantwoording dienen bewijsstukken te worden overlegd (facturen, declaraties e.d.)

Artikel 11 Evaluatie

In 2015 vindt een evaluatie plaats van deze beleidsregel op basis waarvan een besluit wordt genomen over het beleid na 2015.

Artikel 12 Aansprakelijkheid

  • 1. De begunstigde is als enige aansprakelijk voor de naleving van alle wettelijke verplichtingen die op hem/haar rusten.

  • 2. De geldverstrekker kan bij klachten in het kader van de overeenkomst in geen geval, uit welken hoofden ook, aansprakelijk worden gesteld voor schade die is veroorzaakt bij de uitvoering van de uitwisseling. Iedere eis tot schadevergoeding of terugbetaling die in een dergelijke klacht wordt gesteld, zal dan ook door de geldverstrekker worden afgewezen.

  • 3. Behoudens in geval van overmacht is de begunstigde verplicht de geldverstrekker elke schade te vergoeden die zij lijdt ten gevolge van de uitvoering of de gebrekkige uitvoering van de uitwisseling.

  • 4. De begunstigde is als enige aansprakelijk jegens derden, inclusief voor elke schade die als gevolg van de uitvoering van de uitwisseling door hen wordt geleden.

Artikel 13 Inwerktreding en citeertitel

Aldus is vastgesteld door burgemeester en wethouders van Utrecht in hun vergadering van 4 maart 2014.

De secretaris,

Drs. M.R. Schurink

De burgemeester,

Mr. J.H.C. van Zanen