Regeling vervallen per 23-09-2016

Beleidsregel Collectieve Zonne-energieprojecten

Geldend van 10-06-2015 t/m 22-09-2016

Intitulé

Beleidsregel Collectieve Zonne-energieprojecten

GEMEENTE UTRECHT: Beleidsregel Collectieve Zonne-energieprojecten

BELEIDSREGEL ten behoeve van subsidieverstrekking voor Collectieve Zonne-energieprojecten(collegebesluit van 9 juni 2015).

Het college van burgemeester en wethouders van Utrecht; gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

• Overwegende dat zij krachtens de Algemene Subsidieverordening 2014 (ASV 2014) bevoegd zijn tot verstrekking van subsidies;

• Dat het gewenst is ter invulling van hun beleidsruimte een beleidsregel vast te stellen betreffende de verstrekking en de normering van de hoogte van subsidies met betrekking tot activiteiten die zonne-energie bevorderen.

• Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet Bestuursrecht en op artikel 3 lid 2 ASV 2014;

BESLUIT

vast te stellen de volgende Beleidsregel voor Collectieve Zonne-energieprojecten.

Artikel 1 . Begripsbepaling

In deze beleidsregel wordt verstaan onder

a.Aanvraag: een initiatief, actie of maatregel die een aantoonbare bijdrage leveren

aan het verhogen van het aantal zonnepanelen of het plaatsen van zonne-energie-installaties t.b.v. het opwekken van zonne-energie;

b.Particulier: Individueel persoon die niet als bedrijf, instelling of overheid is

georganiseerd.

c.Collectief: project van rechts- of natuurlijke personen (bijv. bewonersinitiatief)

die samenwerking aangaan, of reeds zijn aangegaan, met andere rechts- of natuurlijke personen, gericht op het realiseren van een of meerdere fysieke installatie(s),

d.Organisatie: een levend en door de deelnemers bewust gezocht

samenwerkingsverband tussen natuurlijke of rechtspersonen.

e.Bedrijf/onderneming: een organisatie die aan andere personen of rechtspersonen producten

levert of diensten verleent met een winstdoelstelling.

e.Ondersteuning: het door of namens de gemeente financieel bijdragen aan een

initiatief t.b.v. het plaatsen van zonnestroominstallatie(s);

  • f.

    College: het college van burgemeester en wethouders van Utrecht;

  • g.

    Zonnepanelen (PV): panelen opgebouwd uit fotovoltaïsche cellen die op, aan of tegen een

object wordt geplaatst en die (zon)licht omzetten in elektriciteit.

h.Zonnestroominstallatie een samenstel van zonnepanelen, omvormer(s) en bekabeling ‘achter

de meter’ aangesloten op de elektriciteitsinstallatie van een gebouw of object.

i.Projectvoorbereiding: activiteiten die bijdragen aan de onderbouwing en de

realiseerbaarheid van een of meerdere fysieke installatie(s) op particuliere daken op het grondgebied van de gemeente Utrecht waarbij stroom of warmte wordt opgewekt door middel van zonne-energie.

Artikel 2 . Algemeen

Artikel 2 .1 Doel van de subsidie

Het doel van deze subsidieregeling is de gemeentelijke doelstelling te halen om in 2020 10% van de Utrechtse daken voorzien te hebben van zonne-energie-installaties. Met deze regeling worden initiatieven ondersteund om particuliere eigenaren/bewoners actief te benaderen voor collectief inkopen en installeren van zonne-energie-installaties. De opgedane kennis, inzichten en methoden worden actief gedeeld met geïnteresseerden.

Artikel 2. 2 Evaluatie

Conform de Algemene Wet Bestuursrecht worden beleidsregels minimaal elke vijf jaar bestuurlijk geëvalueerd.

Artikel 3. Eisen aan de aanvrager van de subsidie

  • 1. Op de subsidie voor de stimulering van het plaatsen van zonnepanelen kan een beroep gedaan worden door in Utrecht gevestigde particulieren en verenigingen/ collectieven voor initiatieven, zonder commercieel belang, die collectief zonne-energie-installaties op daken in een straat, buurt of wijk willen plaatsen.

  • 2. De aanvrager kan zowel een natuurlijk persoon als rechtspersoon (zoals vereniging, vereniging van eigenaren of coöperatie) zijn, is de initiatiefnemer van een collectief zonne-energieproject en is woonachtig in Utrecht. In het geval van een aanvraag van een rechtspersoon, moet de aanvrager gemachtigd zijn om namens de rechtspersoon de subsidie aan te vragen. De aanvrager mag niet dezelfde partij zijn als de leverancier of de installateur van de zonne-energie-installaties.

Artikel 4 . Vaststelling subsidieplafond

Het college stelt jaarlijks het subsidieplafond vast.

Artikel 5 . Subsidiabele activiteiten

5.1 Subsidiabele activiteiten

Het college kan subsidie verlenen ten behoeve van:

  • 1.

    De aanvraag voor collectieve zonne-energieprojecten in het kader van de voorbereiding en de inrichting van het proces, waarbij de opgedane kennis, inzichten en methoden actief worden gedeeld met geïnteresseerden. Hieronder wordt onder andere verstaan:

    de projectvoorbereiding en proceskosten van de samenwerking

    de communicatie en/of de marketing van collectieve zonne-energieprojecten

    de inhuur van technische en/of juridische deskundigen

    notariskosten (bij VVE’s)

    de uitvoering van een haalbaarheidsonderzoek of de uitwerking van een financieringsconstructie

    uitvoering van een actieve campagne ((zoals het maken van een folder, maken van presentaties of afhuren van een ruimte voor een informatiebijeenkomst).

  • 2.

    De subsidie wordt uitsluitend verleend voor activiteiten waarover geen andere subsidie wordt ontvangen (i.e. “stapelen” van de subsidie is niet toegestaan).

  • 3.

    De subsidie wordt uitsluitend verleend voor activiteiten die gemaakt worden na indiening van de aanvraag.

  • 5.

    2 Niet subsidiabele activiteiten

Niet voor subsidie in aanmerking komen de kosten van:

  • 1.

    De aanschaf en installatie van zonnepanelen, zonne-installaties of aanverwante artikelen.

  • 2.

    Leges.

  • 3.

    Activiteiten met een commerciële doelstelling.

Artikel 6 . Eisen aan de subsidieaanvraag

Aan de subsidieaanvraag worden de volgende eisen gesteld:

  • 1.

    Een volledig ingevuld e –formulier inclusief alle gevraagde bijlagen

  • 2.

    Een Plan van Aanpak met begroting. De aanvrager legt een Plan van Aanpak met een uitgewerkte begroting voor. Hierin is een onderscheid gemaakt tussen activiteiten die subsidie nodig hebben en activiteiten die via een andere weg dan subsidie gedekt worden.

Artikel 7. Indiening subsidieaanvraag

  • 1.

    Door of namens ons college wordt de periode vastgesteld waarbinnen men subsidieaanvragen bij het college kan indienen

  • 2.

    Alle aanvragen moeten worden ingediend bij het college van burgemeester en wethouders gebruikmakend van het daarvoor bestemde digitale aanvraagformulier. Dit formulier is te vinden op www.utrecht.nl/subsidie. Aanvragen die op een andere wijze worden ingediend worden niet in behandeling genomen.

  • 3.

    De wijze van aanvragen en de wijze van het afleggen van verantwoording geschiedt conform het bepaalde in de Algemene Subsidieverordening 2014 en deze beleidsregel.

  • 4.

    Het aanvraagformulier dient volledig te zijn ingevuld en alle gevraagde bescheiden dienen te zijn bijgevoegd.

  • 5.

    Subsidie wordt verleend op volgorde van binnenkomst van volledig ingediende aanvragen, met uitzondering van de regelingen waarbij dit expliciet anders wordt vermeld.

  • 6.

    Het college beslist binnen 8 weken op een aanvraag. De beslissingstermijn loopt vanaf het moment dat de aanvraag – volledig ingevuld en inclusief complete verplichte bijlage –is ontvangen. De beslissing op een aanvraag kan eenmaal met maximaal 4 weken worden uitgesteld.

  • 7.

    Indien wordt gestart met activiteiten voordat de beslissing over de aanvraag is genomen, is dat voor eigen risico.

  • 8.

    Het college houdt bij de beslissing op een aanvraag rekening met subsidies of een bijdrage die op grond van enig andere gemeentelijk regeling is of kan worden verleend.

Artikel 7.1 Vaststellingsbeschikking en vaststellen subsidie

  • 1.

    Uiterlijk binnen 26 weken na de toezending van de verleningsbeschikking heeft de aanvrager de gelegenheid om de vaststelling en betaling van het verleende subsidiebedrag aan te vragen. Na deze 26 weken verloopt de mogelijkheid een vaststellingsbeschikking aan te vragen.

  • 2.

    Het subsidiebedrag wordt gecontroleerd na ontvangst van de betaalbewijzen. Deze betaalbewijzen moeten overeenkomen met de verleningsbeschikking, hierop wordt een vaststellingsbeschikking genomen.

  • 3.

    De aanvraag van de vaststellingsbeschikking bevat een schriftelijk verslag met de bevindingen van het collectief zonne-energieproject waarin is opgenomen:

  • 4.

    eindrapportage waar de subsidie voor wordt gebruikt, met daarin een opsomming van de behaalde resultaten en overzicht van geïnstalleerde kilowattpiek vermogen zonnestroominstallatie.

  • 5.

    de betaalbewijzen conform de begrote aanvraag.

  • 6.

    de eventuele vervolgstappen voor het project

  • 7.

    tips voor andere collectieve zonne-energieprojecten

  • 8.

    Het schriftelijk verslag mag publiekelijk gedeeld worden.

  • 9.

    Binnen vier weken na de vaststellingsbeschikking wordt het subsidiebedrag betaald.

Artikel 8. Hoogte subsidie

  • 1. Een aanvrager kan maximaal één aanvraag per kwartaal doen.

  • 2. De hoogte van de subsidie voor collectieve zonne-energie initiatieven bedraagt minimaal € 1.000,- en maximaal € 20.000. Indien de kosten van het initiatief minder dan € 1000 bedragen komt het initiatief niet voor subsidie van deze beleidsregel in aanmerking.

Artikel 9. Beoordeling

De gemeente beoordeelt de ingediende subsidieaanvragen op de volgende aspecten:

  • 1.

    De werkzaamheden voor de activiteiten vermeld in de aanvraag zijn nog niet begonnen.

  • 2.

    Aangetoond moet worden dat de benadering meer is dan benadering voor commerciële doeleinden.

  • 3.

    De aanvragen moeten aantonen dat de activiteit waar subsidie voor wordt aangevraagd bijdraagt aan de haalbaarheid van een collectief zonne-energieproject en noodzakelijk zijn voor het realiseren van een collectief zonne-energieproject.

  • 4.

    Bij de beoordeling van de aanvraag wordt ook rekening gehouden met:

    • a.

      de omvang van het collectief zonne-energieproject. Het geheel aan beoogde zonne-energie-installaties moet een minimale omvang hebben van 10 adressen of 15.000 Wattpiek (Wp) per jaar, die binnen het grondgebied van Utrecht stroom opwekken door middel van zonne-energie.

    • b.

      de status/fase waarin het collectieve zonne-energieproject zich bevindt. Het college kan uitsluitend subsidie verlenen aan een collectief zonne-energieproject vóórdat een zonne-energie-installatie is aangeschaft of geïnstalleerd.

    • c.

      een proportionele verhouding tussen het aangevraagde bedrag, de totale begroting en omvang van het zonne-energieproject.

    • d.

      de subsidie wordt eenmalig verleend per collectief zonne-energieproject.

    • e.

      de aanvraag heeft niet enkel een informerende, voorlichtende of motiverende functie.

    • f.

      er wordt aantoonbaar gezocht naar de inschakeling van lokale installatiebedrijven.

  • 1.

    De aanvraag beoogt het naleven van kwaliteitsgaranties van leveranciers en installateurs zoals omschreven op de website met Kwaliteitscriteria zonnepanelen: http://www.utrecht.nl/utrechtse-energie/energiepunt-wonen/zonne-energie/kwaliteitscriteria/. De gemeente vindt het van belang dat leveranciers van zonnepanelen en zonne-installaties voldoen aan deze kwaliteitscriteria, conform SEI of Zonnekeur richtlijnen.

  • 1.

    Indien en voor zover een voorgesteld activiteit/ het ingediende voorstel naar het oordeel van het college onvoldoende bijdraagt aan het doel van de subsidieregeling wordt geen subsidie verleend.

Artikel 10 . Looptijd van de regeling

1.Deze beleidsregel treedt op 10 juni 2015 in werking en eindigt op 31 december 2017.

Artikel 11 . Citeertitel

De citeertitel van deze beleidsregel is: Collectieve Zonne-energieprojecten.

Aldus is vastgesteld door burgemeester en wethouders van Utrecht in hun vergadering van 9 juni 2015

De secretaris De burgemeester

Drs. M.R. Schurink mr J.H.C. van Zanen