Regeling vervallen per 01-07-2008

Delegatiebesluit ex artikel 19, eerste lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening 2007

Geldend van 15-04-2007 t/m 30-06-2008

Intitulé

Delegatiebesluit ex artikel 19, eerste lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening 2007

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

Delegatiebesluit ex artikel 19, eerste lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening 2007 (raadsbesluit van 12 april 2007)

De raad van de gemeente Utrecht gelet op het voorstel van b. en w. d.d. 27 maart 2007

Besluit

  • 1.

    de bevoegdheid ex artikel 19, eerste lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) te delegeren aan het college van burgemeester en wethouders onder de volgende voorwaarden:

    • -

      van elk verzoek om vrijstelling ex artikel 19, eerste lid WRO dient een buitenwettelijke melding aan de leden van de commissie Stedelijke Ontwikkeling plaats te vinden;

    • -

      indien er sprake is van een vrijstellingsverzoek ex art.19, eerste lid WRO waarvoor een specifieke ruimtelijke onderbouwing vereist is, dan worden de bij de melding aan de commissie Stedelijke Ontwikkeling tevens deze ruimtelijke onderbouwing of andere, daarmee gelijk te stellen documenten aangeleverd;

    • -

      de commissie Stedelijke Ontwikkeling dient te worden gehoord: op verzoek van de commissie Stedelijke Ontwikkeling of indien er sprake is van zienswijzen die tijdens de termijn van tervisielegging van het project zijn ingediend, tenzij het vrijstellingsverzoek past in een door de gemeenteraad vastgesteld bestemmingsplan, in overeenstemming is met vastgesteld beleid of wordt onderbouwd met een door de commissie Stedelijke Ontwikkeling akkoord bevonden ruimtelijke onderbouwing of andere daarmee gelijk te stellen documenten;.

  • 2.

    te bepalen dat, afhankelijk van de invoeringsdatum van de nieuwe WRO, dit delegatiebesluit een werkingsduur van maximaal twee jaar heeft en

  • 3.

    dat, ter uitvoering van dit delegatiebesluit door het college, conform artikel 10:16 eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht het college wordt opgedragen de volgende beleidsregels vast te stellen:

    • -

      indien het college voornemens is af te wijken van de wens van de meerderheid van de raad zoals die zich blijkens het horen van de commissie Stedelijke Ontwikkeling lijkt te hebben gevormd, is het college gehouden de mening van de raad te vragen en deze bij het nemen van het vrijstellingsbesluit te volgen;

    • -

      indien in een zienswijze, ingediend tijdens de terinzagelegging, wordt ingegaan op afwijkingen door het (bouw)plan van het bestaande beleid, dan hoort het college de commissie Stedelijke Ontwikkeling hieromtrent;

    • -

      de ruimtelijke kaders (waarop de procedure ex artikel 19, eerste lid WRO wordt gebaseerd) komen primair en expliciet aan de orde bij de meldingsfase. De commissie Stedelijke Ontwikkeling kan, indien de ruimtelijke kaders onduidelijk acht, op basis van deze informatie aangeven gehoord te willen worden;

    • -

      indien het college constateert dat er tijdens het proces kaders zijn veranderd (als gevolg van ruimtelijke, economische, maatschappelijke of andere ontwikkelingen), dan zal het college deze realiteit voldoende in ogenschouw nemen en hiermee terugkomen bij de commissie Stedelijke Ontwikkeling.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 12 april 2007.

De griffier, De burgemeester,

Drs. A.A.H. Smits Mr. A.H. Brouwer-Korf

Bekendmaking is geschied op 14 april 2007.

Dit besluit treedt in werking op 15 april 2007.