Regeling vervallen per 19-07-2007

Beleidsregel subsidiering aanpak rolluiken Amsterdamsestraatweg-Midden, -Zuid en aangrenzende straten

Geldend van 14-04-2006 t/m 18-07-2007

Intitulé

Beleidsregel subsidiering aanpak rolluiken Amsterdamsestraatweg-Midden, -Zuid en aangrenzende straten

HOOFDSTUK 1 DEFINITIES

Beleidsregel subsidiëring aanpak rolluiken Amsterdamsestraatweg-Midden, -Zuid en aangrenzende straten

(besluit van 4 april 2006)

Het college van burgemeester en wethouders;

overwegende dat zij krachtens de Algemene subsidieverordening 2002 (raadsbesluit van 4 juli 2002, eerste herziening bij raadsbesluit van 13 november 2003) bevoegd zijn tot de verstrekking van subsidies;

dat het gewenst is ter invulling van hun beleidsruimte een beleidsregel vast te stellen betreffende de verstrekking en de normering van de hoogte van subsidies; in het kader van stimulering van de aanpak rolluiken aan de Amsterdamsestraatweg met als doel een bijdrage te leveren aan de veiligheid, het functioneren en de uitstraling van de buurt;

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en op de Algemene subsidieverordening 2002;

BESLUIT

vast te stellen de:

BELEIDSREGEL subsidiëring aanpak rolluiken Amsterdamsestraatweg-Midden, -Zuid en aangrenzende straten

Artikel 1

Voor de toepassing van deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    Amsterdamsestraatweg: Amsterdamsestraatweg even nummers 24 tot en met 448 en oneven nummers 1 tot en met 139 en 173 tot en met 421, Plantage even nummers 4 tot en met 18 en oneven nummers 1 tot en met 15, Oppenheimplein 9, 2e Daalsedijk 70, Egelantierstraat 2, Geraniumstraat 1, Turfstraat 1 tot en met 51 en Ondiep Zuidzijde 199;

  • b.

    bedrijfsruimte: een ruimte die, al dan niet tezamen met één of meer andere ruimten, is bestemd tot of geschikt is voor opslagruimte en/of voor de uitoefening van een bedrijf of beroep;

  • c.

    gesloten rolluik: rolluik dat voor minder dan 75% van het totale oppervlak open of doorzichtig is;

  • d.

    open rolluik: rolluik waarvan tenminste 75% van het totale oppervlak open of doorzichtig is;

  • e.

    ondernemer: eigenaar van het perceel waarop het rolluik is respectievelijk wordt aangebracht, dan wel de eigenaar van het bedrijf die in het perceel zijn bedrijf of beroep uitoefent;

  • f.

    levensvatbaar bedrijf: een bedrijf waarvoor geen verzoek om surséance van betaling of faillissement is ingediend;

  • g.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van Utrecht

HOOFDSTUK 2 REGELING

Artikel 2 Doelgroep

Op de bijdrage ten behoeve van stimulering van bedrijven om gesloten rolluiken te verwijderen dan wel deze te vervangen door open rolluiken kan een beroep gedaan worden door ondernemers op de Amsterdamsestraatweg.

Artikel 3 Aanvraagperiode

Een aanvraag voor een bijdrage moet uiterlijk door de gemeente ontvangen zijn voor 14 april 2007.

Artikel 4 Subsidieverstrekking

  • 1. Het college kan aan een ondernemer op de Amsterdamsestraatweg, die een gesloten rolluik van zijn bedrijfsruimte verwijderd en/of vervangt door een open rolluik, verstrekken:

    • a.

      een bijdrage in de verwijderkosten van het gesloten rolluik of;

    • b.

      een bijdrage in de vervangingskosten van het gesloten rolluik.

  • 2. De subsidie wordt verstrekt op grond van door het college vastgestelde kosten, zoals bedoeld is in artikel 3.4.3., tweede lid van de Algemene subsidieverordening 2002.

  • 3. De per bedrijfsruimte toe te kennen bijdrage bedraagt maximaal 40% van de onder het eerste lid genoemde kosten (incl. BTW) met een maximum van EUR 2.000,00 (incl. BTW).

Artikel 5 Eenmaligheid bijdrage

Gedurende de looptijd van deze regeling wordt per bedrijfsruimte slechts eenmalig een bijdrage toegekend.

Artikel 6 Voorwaarden

1.Een bijdrage kan slechts worden verstrekt indien:

  • a.

    het bedrijf levensvatbaar is en is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel als onderneming;

  • b.

    het bedrijf rechtmatig is/wordt gevestigd op de locatie waarvoor de subsidie gevraagd wordt;

  • c.

    het bedrijf beschikt over de voor de (bedrijfs)activiteiten benodigde vergunning(en).

    • 2.

      Indien een bijdrage op grond van deze subsidieregeling is toegekend, moet uiterlijk drie maanden na de dagtekening van de subsidiebeschikking het betreffende rolluik verwijderd dan wel vervangen zijn. Uiterlijk zes maanden na dagtekening van de subsidiebeschikking dient schriftelijk te zijn gemeld dat de activiteiten zijn uitgevoerd en dient/dienen het/de betalingsbewijs/-zen voor de betreffende activiteiten te zijn toegezonden.

    • 3.

      Indien sprake is van vervanging van een rolluik, waarvoor een bouwvergunning is vereist, geldt, in aanvulling op de in het eerste lid, sub c genoemde eis, dat de subsidie pas kan worden toegekend indien de benodigde (bouw)vergunning is verleend.

    • 4.

      Indien sprake is van vervanging van een rolluik en geen bouwvergunning vereist is, dient het nieuw te plaatsen rolluik te voldoen aan de eisen die hieraan in de Welstandsnota worden gesteld.

    • 5.

      Na het verwijderen of vervangen van een gesloten rolluik mag het zicht op een eventuele etalage niet anderszins worden belemmerd.

    • 6.

      Er wordt gecontroleerd of voldaan is aan de resultaatsverplichting.

HOOFDSTUK 3 PROCEDURES

Artikel 7 Aanvraag

  • 1. Een aanvraag om een bijdrage dient schriftelijk te worden ingediend bij de straatmanager op een hiervoor beschikbaar gesteld aanvraagformulier.

  • 2. Door de straatmanager wordt beoordeeld of het aanvraagformulier op een juiste wijze is ingevuld en de vereiste bijlagen zijn bijgeleverd;

  • 3. Indien een aanvraag naar het oordeel van het college niet voldoet aan de eisen en/of niet volledig is, dan geeft deze de aanvrager binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag twee weken de tijd om zijn aanvraag schriftelijk aan te vullen c.q. aan te passen.

  • 4. Indien de aanvrager deze gelegenheid ongebruikt voorbij heeft laten gaan, dan wel naar het oordeel van het college de aanvraag onvoldoende heeft aangevuld of aangepast, is de aanvraag niet ontvankelijk.

  • 5. Het college beslist binnen acht weken op de aanvraag. Deze beslissing kan eenmaal met een daarbij te stellen redelijke termijn van ten hoogste acht weken worden verdaagd. Hiervan wordt tijdig mededeling gedaan aan de aanvrager.

  • 6. Aanvragen worden in volgorde van indiening behandeld. Afhandeling van de aanvragen wordt opgeschort op het moment dat het plafond van het beschikbare budget is bereikt.

Artikel 8 Aanvraagbescheiden

  • 1. De aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van een juist en volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier.

  • 2. Een aanvraag dient vergezeld te gaan van alle in deze regeling en in het aanvraagformulier opgesomde noodzakelijke gegevens en stukken.

  • 3. Op verzoek van het college dient de aanvrager inzage te bieden in alle bescheiden die relevant zijn om de aanvraag te controleren. Tevens dient de aanvrager mee te werken aan een eventuele controle ter plaatse, noodzakelijk om de situatie op het moment van de aanvraag te beoordelen en uit te voeren door medewerkers van de gemeente Utrecht of door het college aan te wijzen personen of instanties.

Artikel 9 Verstrekking bijdragen

  • 1. Het college besluit omtrent het al of niet toekennen van een voorlopige bijdrage.

  • 2. Het college houdt bij de beslissing rekening met andere bijdragen die op grond van andere regelingen kunnen worden verstrekt.

Artikel 10 Vaststelling en betaling van de bijdrage

  • 1. De vaststelling van de subsidie vindt op aanvraag plaats door het zowel schriftelijke melden dat de activiteiten zijn uitgevoerd als het toezenden van het/de betalingsbewijs/-zen voor de betreffende activiteiten.

  • 2. De vaststellingsbeschikking wordt na goedkeuring van de uitvoering verleend door het college.

  • 3. De beschikking tot vaststelling van de (eind)bijdrage stelt de hoogte van de (eind)bijdrage vast en geeft aanspraak op betaling van het vastgestelde bedrag. Indien naar het oordeel van het college daarvoor redenen aanwezig zijn, kan bij de beslissing tevens worden bepaald, dat een voorschot op de bijdrage wordt verstrekt; het voorschot wordt verrekend bij de uitbetaling van de vastgestelde (eind)bijdrage.

  • 4. De hoogte van de bijdrage wordt overeenkomstig de vaststelling van de bijdrage betaald.

Artikel 11 Algemene afwijzingsgronden

  • 1. Het college wijst een aanvraag tot vaststelling om een bijdrage af, indien:

    • a.

      de ondernemer van een gemeentelijke of enige andere overheid voor dezelfde locatie voor het verwijderen dan wel vervangen van een rolluik de laatste vijf jaar reeds een bijdrage heeft ontvangen;

    • b.

      de activiteit waarvoor subsidie is verleend niet uiterlijk drie maanden na dagtekening van de subsidiebeschikking met goedkeuring van het college is uitgevoerd;

    • c.

      vóór de indiening van de aanvraag reeds een begin is gemaakt met de uitvoering van de betreffende activiteit;

    • d.

      de betreffende ondernemer niet beschikt over alle wettelijk verplichte vergunningen die noodzakelijk zijn voor de activiteiten van de onderneming;

    • e.

      de betreffende bedrijfsruimte niet voldoet aan alle wettelijke eisen die aan deze ruimte worden gesteld, al dan niet in relatie tot de activiteiten die in deze ruimte plaatsvinden;

    • f.

      geen schriftelijk bewijs kan worden overlegd van een offerte, opdrachtverlening en betaling aan een erkend (ingeschreven bij een Kamer van Koophandel) bedrijf, waaruit blijkt dat de te subsidiëren activiteit is betaald en ten behoeve van de aangegeven locatie heeft plaatsgevonden;

    • g.

      de ondernemer doelstellingen beoogt of activiteiten ontplooit die in strijd zijn met de wet, gemeentelijke regelgeving, het algemene belang of de openbare orde of indien artikel 3 van de BIBOB van toepassing is.

  • 2. Het college kan in bijzondere gevallen en met gegronde redenen afwijken van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

  • 3. Het college kan de gevraagde bijdrage weigeren indien een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat de subsidieverstrekking niet past binnen overig door de gemeente Utrecht vastgestelde beleid.

HOOFDSTUK 4 SLOTBEPALINGEN

Artikel 12 Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze regeling is belast de afdeling Bouwbeheer.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 14 april 2006.

Artikel 14 Looptijd

Deze regeling is van kracht tot 14 april 2007.

Artikel 15 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel subsidiëring aanpak rolluiken Amsterdamsestraatweg-Midden, -Zuid en aangrenzende straten.

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, gehouden op 4 april 2006.

De secretaris, De burgemeester,

Drs. M.J.C. Heeremans Mr. A.H. Brouwer-Korf

Bekendmaking heeft plaatsgevonden op 26 april 2006.

Deze beleidsregel is in werking getreden op 14 april 2006.