Bijzonder mandaatbesluit Rijksdienst voor Ondernemend Nederland ontheffingen milieuzone Verkeersbesluit gemeente Utrecht

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

• 1.

  Verkeersbesluit Milieuzone voor vrachtauto’s van het College van de gemeente Utrecht, zoals vastgesteld d.d. 29 juni 2009, nr.09.057902 ];

• 2.

  Rijksdienst voor Ondernemend Nederland: uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van Economische Zaken.

Artikel 3

De algemeen directeur Rijksdienst voor Ondernemend Nederland kan met betrekking tot zijn bevoegdheden, bedoeld in artikel 2, ondermandaat en machtiging verlenen aan één of meer onder hem ressorterende functionarissen.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als Bijzonder mandaatbesluit Rijksdienst voor Ondernemend Nederland ontheffingen milieuzone Verkeersbesluit gemeente Utrecht.

Dit besluit vervangt het voorgaande mandaatbesluit en treedt in werking op 1 januari 2017.

Het voorgaande mandaatbesluit wordt op deze datum ingetrokken.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 20 december 2016.

De Secretaris, De Burgemeester,

Bijlage behorende bij het Bijzonder mandaatbesluit Rijksdienst voor Ondernemend Nederland ontheffingen milieuzone Verkeersbesluit gemeente Utrecht

I “Reglement ontheffingen milieuzone vrachtauto's (gemeente Utrecht) 2017”, besluit van 20 december 2016.

Reglement ontheffingen milieuzone vrachtauto's (gemeente Utrecht) 2017

Beleidsregels ten behoeve van de beoordeling van aanvragen voor ontheffingen van de milieuzone voor vrachtauto's (besluit van b. en w. van 20 december 2016).

Burgemeester en wethouders van Utrecht;

Bij besluit van 30 maart 2007 hebben wij een milieuzone ingesteld voor de binnenstad van de gemeente Utrecht. De milieuzone wordt aangeduid door middel van verkeersborden conform model C22a van Bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990).

Op grond van artikel 87 juncto artikel 62 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 zijn wij bevoegd ontheffing te verlenen van de geslotenverklaring op grond van verkeersbord C22a. De criteria die wij daarbij hanteren, worden in dit document nader uitgewerkt.

Artikel 1 Omschrijving van begrippen

In dit document gelden – overeenkomstig het Convenant Stimulering Schone Vrachtauto’s en Milieuzonering - de volgende omschrijvingen van gebruikte begrippen;

• Bijzonder voertuig: voertuig dat is bedoeld voor exceptioneel transport, het kraanvoertuig/de kraanwagen, de verhuisauto, de betonmixer/de betonmolen, de betonpomp, de brandweerwagen, de reinigingswagen, de hoogwerker, de gepantserde voertuigen, de winkelauto, en de zuigwagen/de kolkenzuiger, de kermiswagen en de circuswagen, steeds in de zin van de Regeling tot uitvoering van de hoofdstukken III en VI van de Wegenverkeerswet 1994, zoals laatstelijk gewijzigd bij regeling gepubliceerd in Staatscourant 2015, 37996 (Regeling voertuigen), ingangsdatum 1 januari 2016, en/of in de zin van www.cbs.nl, alsmede het voertuig dat als zodanig door de Stuurgroep Stimulering Schone Vrachtauto’s en Milieuzonering wordt aangewezen;

• Datum van eerste toelating: de datum waarop het voertuig in gebruik is genomen zoals vermeld op het kentekenbewijs deel 1A;

• Milieuzone: ruimtelijk begrensd gebied dat is gelegen binnen het binnenstedelijk gebied van een gemeente, waar om reden van leefbaarheid, in het bijzonder milieuhinder met betrekking tot lucht en geluid, een selectief toelatingsbeleid voor voertuigen wordt gehanteerd in relatie tot de door die voertuigen veroorzaakte milieuhinder;

• Vrachtauto: voertuig, aangedreven door een compressiemotor, niet ingericht voor het vervoer van personen, waarvan de toegestane maximum massa meer bedraagt dan 3500 kilogram,. zoals bedoeld in artikel 1 van het Besluit van 26 juli 1990, houdende vaststelling van een nieuw Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens, Staatsblad 1990, 459, zoals laatstelijk gewijzigd bij besluit gepubliceerd in Staatsblad 2014, 120 (RVV 1990), ingangsdatum 20 maart 2014.

Artikel 2

In de Milieuzone worden vanaf 1 januari 2017 tot 1 januari 2018 geen Vrachtauto’s toegelaten die niet voldoen aan de eisen, genoemd in artikel 86d van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, met uitzondering van de Vrachtauto’s:

• a.

  die moeten worden aangemerkt als Bijzonder voertuig, niet zijnde een voertuig dat is bedoeld voor exceptioneel transport. Dit geldt niet voor Bijzondere voertuigen die ouder zijn dan 13 jaar, te rekenen vanaf de Datum van eerste toelating, zoals vastgelegd in het kentekenregister van de Dienst Wegverkeer (RDW).

• b.

  Voor de onder a genoemde Bijzondere voertuigen geldt dat zij voor de periode van 1 januari 2017 tot 1 januari 2018 in de milieuzone worden toegelaten, met dien verstande dat geen ontheffing wordt verleend voor de periode na het verstrijken van 13 jaar na de Datum van eerste toelating.

Artikel 3

Aan de Vrachtauto’s die zijn opgenomen in het kentekenregister van de Dienst Wegverkeer (RDW) en die voldoen aan het bepaalde in artikel 2, onderdeel a, wordt ontheffing verleend uiterlijk tot 1 januari 2018, met dien verstande dat geen ontheffing wordt verleend voor de periode nadat het voertuig 13 jaar oud is geworden, te rekenen vanaf de Datum van eerste toelating, zoals vastgelegd in het kentekenregister van de Dienst Wegverkeer (RDW).

Artikel 4

Vrachtauto’s die niet aan de in artikel 2 opgenomen criteria voldoen, kunnen op aanvraag in aanmerking komen voor een incidentele dagontheffing.

Aan Bijzondere voertuigen die voertuigen zijn bedoeld voor exceptioneel transport en niet ouder zijn dan 13 jaar, te rekenen vanaf de Datum van eerste toelating, zoals vastgelegd in het kentekenregister van de Dienst Wegverkeer (RDW), zal deze dagontheffing standaard worden verleend, mits bij de aanvraag om ontheffing een bewijsstuk van de ontheffing van de RDW voor exceptioneel transport gevoegd is.

Artikel 5

De ontheffing geldt alleen ten aanzien van verkeersbord C22a van Bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) dat ziet op het instellen van de milieuzone.

Artikel 6

• 1.

  Ons college kan, in afwijking van het gestelde in voorgaande regels, aan een vrachtauto een langdurige ontheffing verlenen indien de eigenaar of houder van de vrachtauto aantoont dat specifieke omstandigheden dit noodzakelijk maken. Dergelijke ontheffingen worden alleen bij uitzondering verleend en worden verleend voor de duur van maximaal één jaar.

• 2.

  Bij de afweging tot het verlenen van een dergelijke langdurige ontheffing spelen onder meer een rol:

  • -

    de noodzaak voor de ondernemer om met het betreffende voertuig in de zone te zijn,

  • -

    de voorhanden zijnde alternatieven, binnen en buiten het eigen bedrijf,

  • -

    de mogelijkheid om goederen via een aanbieder van Stadsdistributie te vervoeren, conform het Reglement Ontheffingen (2013, vastgesteld op 17 april 2013),

  • -

    de financiële mogelijkheden van de ondernemer,

  • -

    de te verwachten duur en frequentie van het binnentreden van de milieuzone,

  • -

    de afschrijving van het voertuig en bereidheid tot vervanging en,

  • -

    mate van overtreding van de milieuzone de afgelopen periode.

Bij aflopende langdurige ontheffingen, zoals de ontheffing bijzondere voertuigen kan alleen bij heel zwaar wegende argumenten opnieuw een ontheffing worden aangevraagd.

Voorbeelden zijn:

• -

  niet-frequent gebruikte “niet-commerciële voertuigen”,

• -

  ondernemers die financieel geen mogelijkheden hebben om aan de vereisten van de milieuzone te voldoen en (andere) schrijnende gevallen. De ondernemer dient dat aan te tonen, bijvoorbeeld door middel van een recente accountantsverklaring.

• -

  vrachtauto’s die vervangen worden door een nieuwe vrachtauto die wel aan de toegangseisen voldoet, maar nog niet geleverd zijn. Daartoe dient een bewijs van aankoop van de verkoper of schriftelijke afspraak te worden overlegd. Als er binnen het bedrijf onvoldoende andere voertuigen beschikbaar zijn die wel aan de eisen voldoen, dan is een ontheffing mogelijk tot het moment van levering, met een maximum looptijd van een jaar. De mate van coulance hangt af van de grootte van de investering die gedaan wordt in een minder vervuilend alternatief.

  • 3.

    Na de ontheffingsperiode van een jaar worden aanvragen voor een verlenging alleen gehonoreerd indien er financieel nog steeds geen mogelijkheden zijn om aan de vereisten van de milieuzone te voldoen en de aanvrager voldoet aan de volgende voorwaarden:

• -

  er wordt schriftelijk aangetoond dat binnen een periode van een aantal maanden tot maximaal een jaar een alternatieve oplossing is gevonden;

• -

  de aanvraag van de verlenging dient maximaal een maand na het aflopen van de ontheffing te zijn aangevraagd.

  Een verlenging wordt maximaal een keer verleend.

  • 4.

    Op een verzoek om een langdurige ontheffing zal binnen drie werkdagen na inlevering van de gevraagde bescheiden worden beschikt. Voor deze langdurige ontheffing zijn leges verschuldigd.

  • 5.

    De dagontheffing, zoals genoemd in Artikel 4 kan maximaal 12 keer per jaar worden uitgegeven. Er kan hiervan worden afgeweken indien in aanbestedingen of direct met bepaalde partijen aparte afspraken zijn gemaakt.

  • 6.

    Het beslissen op ontheffingsaanvragen zoals genoemd in dit artikel is gemandateerd aan het hoofd van Vergunningen, Toezicht en Handhaving.

Artikel 7

• 1.

  Dit Reglement treedt in werking op 1 januari 2017.

• 2.

  Met de inwerkingtreding van dit Reglement komt het "Reglement ontheffingen milieuzone 2015" (Gemeenteblad 2015/publicatie 19 december 2014) te vervallen.

Artikel 8

Dit besluit kan worden aangehaald als: "Reglement ontheffingen milieuzone vrachtauto's (gemeente Utrecht) 2017".

De secretaris, De burgemeester,