Marktverordening gemeente Utrecht 2017

Geldend van 14-03-2017 t/m heden

Intitulé

Marktverordening gemeente Utrecht 2017

De raad van de gemeente Utrecht;

gelezen het voorstel van het college van 27 september 2016;

gelet op de artikelen 149 en 160, eerste lid, aanhef en onder a van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen het navolgende: Marktverordening Utrecht 2017

Marktverordening gemeente Utrecht 2017

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    markt: de warenmarkt, die krachtens besluit van het college wordt gehouden op de dagen en plaatsen die in de inrichtingsplannen genoemd worden;

  • b.

    marktterrein: de gehele oppervlakte aan openbare of voor het publiek toegankelijke grond, die bij besluit van het college voor het uitoefenen van de markthandel is aangewezen. De grenzen van het marktterrein worden in de inrichtingsplannen aangegeven;

  • c.

    standplaats: de ruimte die voor de duur van een markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • d.

    vaste standplaats: een standplaats die tot wederopzegging ter beschikking is gesteld aan de vergunninghouder;

  • e.

    dagplaats: een standplaats die per marktdag beschikbaar wordt gesteld aan de vergunninghouder;

  • f.

    vergunning- of standplaatshouder: ieder die van het college een vergunning heeft gekregen om gedurende een markt een standplaats in te nemen;

  • g.

    marktmeester: de persoon die als zodanig is aangewezen door het college;

  • h.

    wachtlijst: de lijst per markt van gegadigden voor een vaste standplaats;

  • i.

    anciënniteitlijst: de lijst per markt van vergunninghouders van een vaste standplaats, in volgorde van datum waarop men een vaste standplaats heeft gekregen;

  • j.

    branchepatroon: de algemene indeling van de branches;

  • k.

    brancheverdeling: lijst per markt van het maximaal aantal vergunningen per branche, bedoeld ter bevordering van de diversiteit van het aanbod op de markt;

  • l.

    lijst van geïnteresseerden: de lijst per markt van geïnteresseerden in een vaste standplaats en die gebruikt wordt voor de toewijzing van dagplaatsvergunningen;

  • m.

    selectiestelsel: stelsel waarbij op basis van beoordeling door een commissie van marktondernemers een keuze wordt gemaakt voor toewijzing van een vaste standplaats.

  • n.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Utrecht.

Artikel 1. Toepassingsgebied

  • 1. Deze verordening is van toepassing op alle door het college ingestelde warenmarkten die op gezette tijden worden gehouden.

  • 2. Het college is bevoegd om de locaties van de markten aan te wijzen of te wijzigen.

Artikel 2. Inrichtingsplan

  • 1. Voor elke markt stelt het college een inrichtingsplan vast, dat in elk geval bevat:

    • a.

      de aanduiding van de dagen en de uren waarop en eventueel de periode waarin de markt wordt gehouden (markttijd);

    • b.

      een kaart van de markt;

    • c.

      of het anciënniteitsstelsel van toepassing is;

    • d.

      de aanduiding van de wijze waarop vergunningen worden verstrekt (wachtlijststelsel van artikel 5 of selectiestelsel van artikel 6);

    • e.

      het branchepatroon en de brancheverdeling;

    • f.

      de soort van uitstalling die mag worden toegepast.

  • 2. Op de kaart zijn aangegeven:

    • a.

      de grenzen van de markt;

    • b.

      de plaatsen of gebieden die bestemd zijn voor houders van een vaste standplaatsvergunning;

    • c.

      voor zover van toepassing, de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor een of meer branches evenals, indien van toepassing, de maximum aantallen vaste standplaatsvergunningen die voor een of meer branches of combinaties daarvan kunnen worden afgegeven.

  • 3. Bij besluiten tot het vaststellen van een inrichtingsplan waarbij het anciënniteitsstelsel wijzigt in het selectiestelsel en vice versa wordt de raadscommissie Stad en Ruimte vooraf door het college geraadpleegd.

Artikel 3. Vergunningen

  • 1. Het is verboden op een markt zonder vergunning van het college een standplaats voor het uitoefenen van markthandel in te nemen. Het is verboden op een marktterrein te handelen zonder vergunning.

  • 2. Een vaste standplaatsvergunning geldt voor onbepaalde tijd en voor de op de vergunning vermelde standplaats, tenzij de vergunning anders bepaalt. Het college kan in bijzondere gevallen een andere standplaats aanwijzen.

  • 3. Een dagplaatsvergunning geldt voor één dag voor de op de vergunning vermelde standplaats.

  • 4. Aan een vergunning kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 5. Een vergunning kan enkel worden verleend aan een handelingsbekwame natuurlijke persoon die gerechtigd is in Nederland arbeid te verrichten en die een aansprakelijkheidsverzekering voor zijn marktbedrijf heeft.

  • 6. Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:

    • a.

      de naam en voornamen, de geboortedatum en –plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

    • b.

      een duidelijke tekening met daarop de locatie van de toegewezen vaste standplaats met vermelding van het nummer en de afmeting;

    • c.

      de kraam en/of andere verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats moet gebruiken;

    • d.

      de branche waarbinnen de vergunninghouder mag verhandelen;

    • e.

      de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend;

    • f.

      de wijze waarop de vergunninghouder zijn elektriciteit betrekt;

    • g.

      welke geluidsapparatuur er op de standplaats is toegestaan;

    • h.

      welke kook-, bak- en verwarmingsapparatuur zijn toegestaan. De paragrafen 4.1 en 4.2 uit de Handreiking ‘Veiligheid op de markt’ (VNG, september 2008) maken deel uit van de vergunning.

  • 7. Er wordt binnen een branche maximaal één vaste standplaatsvergunning verleend per vergunninghouder, per markt.

Hoofdstuk 2. Vaste standplaatsvergunningen

Artikel 4. Vrijgekomen standplaats; plaatsverbetering volgens anciënniteitslijst

  • 1. Als op grond van het inrichtingsplan voor een markt het anciënniteitsstelsel wordt gehanteerd, geldt het volgende in dit artikel.

  • 2. Het college houdt een lijst bij van de houders van een vaste standplaatsvergunning met vermelding van de datum waarop de betrokkenen voor het eerst een vaste standplaatsvergunning werd verleend en met vermelding van de branche waarin zij artikelen verhandelen (anciënniteitslijst).

  • 3. Als een standplaats vrijkomt die werd ingenomen door de houder van een vaste standplaatsvergunning, komt daarvoor als eerste in aanmerking de hoogstgeplaatste aanvrager op de anciënniteitslijst. Als de plaats bestemd is voor een specifieke branche, komt alleen iemand in aanmerking die aan dat vereiste voldoet.

Artikel 5. Vrijgekomen standplaats; wachtlijststelsel

  • 1. Als op grond van het inrichtingsplan voor een markt het wachtlijststelsel wordt gehanteerd voor de toekenning van vaste standplaatsvergunningen, geldt het volgende in dit artikel.

  • 2. Het college houdt per markt een lijst bij van de kandidaten voor een vaste standplaatsvergunning die daarvoor een aanvraag hebben ingediend en die voldoen aan de vereisten voor een vergunninghouder conform artikel 3 lid 5 (wachtlijst).

  • 3. Op de wachtlijst wordt bij iedere kandidaat vermeld:

    • a.

      diens naam en voornamen, geboortedatum en -plaats, adres en woonplaats;

    • b.

      de datum van de aanvraag;

    • c.

      de branche waarin de kandidaat artikelen wenst te verhandelen;

    • d.

      informatie over de uitstalling die de kandidaat wenst te gebruiken.

  • 4. De kandidaat ontvangt een schriftelijk bewijs van inschrijving op de wachtlijst.

  • 5. De inschrijving wordt doorgehaald:

    • a.

      als aan de kandidaat een vaste standplaatsvergunning is toegekend;

    • b.

      na zijn overlijden;

    • c.

      als hij onder curatele is gesteld;

    • d.

      als hij niet vóór aanvang van het eerstvolgende kalenderjaar een aanvraag om verlenging voor dat jaar heeft gedaan;

    • e.

      op eigen verzoek van de kandidaat;

    • f.

      als de ingeschrevene tevens vergunninghouder was en zijn marktvergunning is ingetrokken;

    • g.

      wegens overtreding van de bij of krachtens deze verordening vastgestelde voorschriften.

  • 6. Als er ruimte is om een nieuwe vaste standplaatsvergunning toe te kennen, is de volgorde voor toekennen als volgt:

  • 1. de hoogstgeplaatste gegadigde op de wachtlijst die handelt binnen een branche die nog niet op de betreffende markt vertegenwoordigd is;

  • 2. de hoogstgeplaatste gegadigde die op de wachtlijst staat en die voldoet aan de vereisten voor een vergunning; hierbij wordt rekening gehouden met de brancheverdeling. Als de plaats bestemd is voor een specifieke branche, komt alleen iemand in aanmerking die aan dat vereiste voldoet.

Artikel 6. Selectiestelsel bij toekenning nieuwe vergunning

  • 1.

    Als op grond van het inrichtingsplan voor een markt het selectiestelsel wordt gehanteerd voor de toekenning van vaste standplaatsvergunningen, geldt het volgende in dit artikel.

  • 2.

    Het college maakt bekend dat voor de markt een of meer vaste standplaatsvergunningen kunnen worden verleend, voor welke branche dit geldt en dat gegadigden voor een vergunning vóór de daarbij genoemde datum een aanvraag kunnen indienen.

  • 3.

    De bekendmaking geschiedt door openbare kennisgeving.

  • 4.

    Bij de beoordeling van de aanvragen kent het college punten toe aan de hand van de volgende aspecten tot het daarbij vermelde maximum aantal punten:

    • a.

      of het assortiment van de gegadigde een gewenste toevoeging aan het marktassortiment vormt (20);

    • b.

      de uitstraling van de uitstalling (20);

    • c.

      het marktverleden van de gegadigde en de indruk die hij maakt (20);

    • d.

      of bij de gegadigde sprake is van maatschappelijk verantwoord ondernemen (20).

Gegadigden komen in aanmerking in de volgorde van het aantal toegekende punten.

5.Een door het college te benoemen marktcommissie adviseert hun college ten aanzien van de toe te kennen punten.

Artikel 7. Overschrijven vaste standplaatsvergunning

  • 1. Wenst de houder van een vaste standplaatsvergunning niet langer zelf gebruik te maken van de vergunning, is hij overleden of onder curatele gesteld, dan kan het college op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator de vergunning overschrijven op naam van zijn echtgenoot, geregistreerde partner of andere persoon met wie hij duurzaam samenwoonde, of zijn kind.

  • 2. Kan deze weg niet worden gevolgd, dan kan de vergunning op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator worden overgeschreven op een medewerker van de vergunninghouder of de mede-eigenaar van diens bedrijf. Voorwaarde is dat deze persoon ten minste twaalf maanden direct voorafgaand aan het moment van het verzoek onafgebroken op de betreffende standplaats in loondienst heeft gewerkt bij de vergunninghouder of heeft gefunctioneerd als mede-eigenaar op de betreffende standplaats. Indien voor de betreffende markt waarvoor de vaste standplaatsvergunning op grond van dit artikel wordt verleend, het anciënniteitsstelsel geldt, dan komt de tot dusver opgebouwde anciënniteit te vervallen, de nieuwe vergunninghouder begint vanaf dat moment zelf anciënniteit op te bouwen.

  • 3. In geval van overlijden of onder curatelestelling van de vergunninghouder wordt de aanvraag tot overschrijving binnen één maand nadien ingediend.

Artikel 8. Intrekking en vervallen vaste standplaatsvergunning

  • 1. Het college trekt een vaste standplaatsvergunning in:

    • a.

      op schriftelijke aanvraag van de vergunninghouder of

    • b.

      twee maanden na diens overlijden of onder curatelestelling, tenzij een aanvraag tot overschrijving is ingediend overeenkomstig artikel 7.

  • 2. Het college kan een vaste standplaatsvergunning voor bepaalde of onbepaalde tijd intrekken als:

    • a.

      de vergunninghouder ter verkrijging van de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;

    • b.

      de vergunninghouder, degene die hem vervangt of een persoon die hem bijstaat zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling of vergunningsvoorschrift heeft overtreden;

    • c.

      van de vergunning gedurende een aaneengesloten periode van vier weken geen gebruik is gemaakt;

    • d.

      van de vergunning gedurende een kalenderjaar meer dan zes weken per kalenderjaar geen gebruik is gemaakt, met uitzondering van de vergunning voor de verkoop van seizoensgebonden producten;

    • d.

      de vergunninghouder niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet dat wordt geheven op grond van artikel 229 Gemeentewet.

  • 3. Bij intrekking van de vergunning kan worden bepaald dat een vaste standplaatsvergunning of dagplaatsvergunning voor deze vergunninghouder gedurende een bij de intrekking vastgestelde termijn wordt geweigerd.

  • 4. Als de vergunninghouder of zijn overeenkomstig artikel 9 aangewezen vervanger zijn standplaats niet uiterlijk dertig minuten voor aanvang van de markttijd heeft ingenomen, vervalt de vergunning voor die dag.

  • 5. Als een standplaats, bestemd voor de houder van een vaste standplaatsvergunning dertig minuten voor aanvang van de markttijd nog niet door de vergunninghouder of diens plaatsvervanger is ingenomen, kan daarvoor een dagplaatsvergunning worden afgegeven, tenzij de marktmeester de standplaats op tijdig verzoek van de vergunninghouder of diens vervanger beschikbaar houdt.

Artikel 9. Persoonlijke verantwoordelijkheid voor het innemen van de standplaats en vervanging;

  • 1. De vergunninghouder neemt de standplaats die hem is toegewezen persoonlijk in. De vergunninghouder die zijn standplaats niet persoonlijk wenst in te nemen, kan een schriftelijk verzoek doen zich te laten vervangen door een met naam genoemd persoon.

  • 2. Een aanvraag tot vervanging vermeldt de reden en de verwachte duur van de afwezigheid van de vergunninghouder en de naam van de vervanger. Vervanging is slechts mogelijk met schriftelijke toestemming van het college.

  • 3. De vervanger treedt op namens de vergunninghouder en verhandelt namens de vergunninghouder de waren van de vergunninghouder. Het bepaalde in deze verordening is van overeenkomstige toepassing op de vervanger. Alle handelingen van de natuurlijke persoon, die namens de vergunninghouder van een vaste standplaats de verkoop doet op de vaste standplaats, worden aan de vergunninghouder toegerekend. De vergunninghouder is te allen tijde verantwoordelijk.

  • 4. Met schriftelijke toestemming van het college is het toegestaan om maximaal 6 weken per kalenderjaar niet persoonlijk aanwezig te zijn, zonder dat er sprake is van vervanging.

  • 5. Indien de vergunninghouder buiten de in lid 4 genoemde periode de standplaats niet kan innemen en zich niet laat vervangen, kan het college op grond van bijzondere omstandigheden op schriftelijk verzoek ontheffing verlenen van de verplichting om de standplaats in te nemen. Deze toestemming wordt verleend voor een maximale periode van twee jaar.

Hoofdstuk 3. Dagplaatsen

Artikel 10. Dagplaatsvergunning

  • 1. Een dagplaatsvergunning kan worden verleend voor het innemen van een standplaats op een markt die niet zal wordt ingenomen door de houder van een vaste standplaatsvergunning.

  • 2. Voor een dagplaatsvergunning komen in aanmerking degenen die daarvoor die dag vóór de aanvang van de markttijd zijn ingeschreven op de wachtlijst (indien voor de betreffende markt het wachtlijststelsel geldt) danwel op de lijst van geïnteresseerden van artikel 11 (indien voor de betreffende markt het selectiestelsel geldt) en voldoen aan een eventueel van toepassing zijnde branche.

  • 3. De dagplaatsvergunningen worden verstrekt in volgorde van inschrijving op de onder artikel 11, lid 3 genoemde lijsten. Gegadigden die binnen een branche wensen te verkopen die nog niet op de markt vertegenwoordigd is, hebben daarbij voorrang.

  • 4. Een dagplaatsvergunning wordt geweigerd indien de gegadigde gedurende één of meer van de voorafgaande vier marktdagen:

    • a.

      zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden, of

    • b.

      niet tijdig het verschuldigde marktgeld heeft voldaan.

  • 5. Het college kan ten aanzien van een gegadigde bepalen dat een uitsluitingsgrond niet geldt of dat voor de toepassing van het vorige lid een langere termijn in acht wordt genomen.

  • 6. Een dagplaatsvergunning kan niet worden overgedragen. De vergunninghouder van een dagplaatsvergunning kan zich niet laten vervangen.

Artikel 11. Lijst van geïnteresseerden

  • 1. Om voor een dagplaatsvergunning op een markt waarvoor een selectiestelsel geldt in aanmerking te komen, geldt het volgende in dit artikel:

  • 2. Het college houdt per markt een lijst bij van de gegadigden voor een dagplaatsverguning, de Lijst van geïnteresseerden. De gegadigden dienen te voldoen aan de vereisten voor een vergunninghouder conform artikel 3 lid 5.

  • 3. Op de Lijst van geïnteresseerden wordt bij iedere gegadigde vermeld:

    • a.

      diens naam en voornamen, geboortedatum en -plaats, adres en woonplaats;

    • b.

      de datum van de aanvraag;

    • c.

      de branche waarin de gegadigde artikelen wenst te verhandelden;

    • d.

      informatie over de uitstalling die de kandidaat wenst te gebruiken.

  • 4. De gegadigde ontvangt een schriftelijk bewijs van inschrijving op de lijst.

  • 5. De inschrijving wordt doorgehaald:

    • a.

      als aan de gegadigde een vaste standplaatsvergunning is toegekend;

    • b.

      na zijn overlijden;

    • c.

      als hij onder curatele is gesteld;

    • d.

      als hij niet vóór aanvang van het eerstvolgende kalenderjaar een aanvraag om verlenging voor dat jaar heeft gedaan of op eigen verzoek van de gegadigde;

    • e.

      als de gegadigde tevens vergunninghouder was en zijn marktvergunning is ingetrokken wegens overtreding van de bij of krachtens deze verordening vastgestelde voorschriften.

Hoofdstuk 4. Algemene bepalingen voor vergunninghouders

Artikel 12. Bijstand

De houder van een vaste standplaatsvergunning of van een dagplaatsvergunning kan zich doen bijstaan door een of meer andere personen.

Artikel 13. Legitimatieplicht

Degene die een standplaats wenst in te nemen of inneemt op een markt, is op eerste verzoek van de marktmeester of een toezichthouder verplicht aan te tonen dat hij daartoe gerechtigd is.

Artikel 14. Markttijden in acht nemen

  • 1. Het is een vergunninghouder verboden meer dan 2 uur voor de aanvang en meer dan één uur na afloop van de markt ruimte in te nemen of te doen innemen op het marktterrein met een voertuig, met goederen of anderszins, of goederen aan- of af te voeren of te laten aan- of afvoeren.

  • 2. Een vergunninghouder neemt zijn standplaats in tot de sluitingstijd van de markt, behoudens op aanvraag door het college verleende ontheffing. Aan een ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

Artikel 15. Markt schoonhouden

  • 1. Een vergunninghouder is verplicht afval, waaronder verpakkingsmateriaal, dat tijdens de door hem uitgeoefende verkoop op zijn standplaats vrij komt zodanig te bewaren dat het marktterrein daardoor niet wordt verontreinigd en het afval niet door onbevoegden kan worden verwijderd. Hij voert het afval onmiddellijk na afloop van de markt af of laat het afvoeren.

  • 2. Een vergunninghouder is verplicht de door hem ingenomen standplaats en de naaste omgeving daarvan na afloop van de markt veegschoon achter te laten.

Artikel 16. Bijzondere omstandigheden

Indien dringende redenen of bijzondere omstandigheden daartoe noodzaken, kan de marktmeester tijdelijk een andere plaats voor het houden van de markt aanwijzen, een vervangende marktdag vaststellen of één of meerdere markten geheel of gedeeltelijk afgelasten.

Hoofdstuk 5. Handhaving

Artikel 17. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door het college aangewezen marktmeester en de overige door het college aangewezen toezichthouders.

Artikel 18. Onmiddellijke verwijdering

Het college kan een vergunninghouder of iemand die hem bijstaat of vervangt gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen als deze zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden.

Artikel 19. Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 20. Intrekking oude verordening en overgangsrecht

  • 1. Met inwerkingtreding van deze verordening wordt de Marktverordening Utrecht 2009 (raadsbesluit 28 mei 2009) ingetrokken.

  • 2. De krachtens de Marktverordening Utrecht 2009 vastgestelde wacht- en anciënniteitslijsten gelden als lijsten krachtens deze verordening.

  • 3. Een krachtens de Marktverordening Utrecht 2009 verleende vergunning of ontheffing geldt als vergunning of ontheffing verleend krachtens deze verordening. Het college kan deze ambtshalve vervangen door een vergunning of ontheffing krachtens deze verordening. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen en voorschriften.

  • 4. Aanvragen om vergunning of ontheffing die zijn ingediend onder de Marktverordening Utrecht 2009 maar waarop nog niet is beschikt bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld overeenkomstig deze verordening.

  • 5. Degenen die daags voor het in werking treden van deze verordening op de anciënniteitslijst of de wachtlijst stonden, behouden de rechten die daaruit volgens de op die dag geldende regels voortvloeiden gedurende één jaar na de inwerkingtreding van deze verordening. Op het moment van het verstrijken van deze termijn gelden ook voor hen de bepalingen van deze verordening.

Artikel 21. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening gemeente Utrecht 2017.

Artikel 22 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag volgend waarop deze is bekendgemaakt.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 9 februari 2017.

De griffier, De voorzitter,

mr M. van Hall mr J.H.C. van Zanen

Bijlage

Toelichting

Algemeen

Het doel van deze verordening is in principe tweeledig. Ten eerste worden hiermee de kaders gecreëerd om markten zodanig te (her)organiseren dat de gemeentelijke belangen beschermd worden en dat de markten tegelijkertijd aantrekkelijk blijven voor zowel consumenten als marktkooplieden en – voor zover gemeenten daar invloed op kunnen uitoefenen – dat er een divers aanbod is dat van goede kwaliteit is. Ten tweede heeft deze verordening tot doel dit alles op een overzichtelijke, duidelijke manier te regelen, ontdaan van overbodige regels en administratieve lasten.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1. Toepassingsgebied

Deze marktverordening is van toepassing op van gemeentewege ingestelde markten, voor zover het warenmarkten zijn en deze met enige regelmaat plaatsvinden.

Artikel 2. Inrichtingsplan

Het college stelt per markt een inrichtingsplan vast en regelt wat daarin geregeld moet en kan worden. Zo kan per markt onder andere bepaald worden wat de markttijd is, welke delen van de markt bestemd zijn voor welke marktactiviteiten en op welke wijze nieuwe vergunningen worden verleend. Ieder inrichtingsplan dient voorzien te zijn van een kaart waarop het hierboven genoemde is aangegeven. Ook wordt bepaald of een anciënniteitsstelsel, het wachtlijststelsel danwel het selectiestelsel wordt gehanteerd.

Artikel 3. Vergunningen

Vaste standplaatsvergunningen gelden in beginsel voor onbepaalde tijd, maar hier kan in individuele gevallen van worden afgeweken (tweede lid). Bijvoorbeeld als gewerkt wordt met een ‘proefperiode’.

Door de koppeling van de vergunning aan een natuurlijke persoon en de beperking van één vergunning binnen één branche, per vergunninghouder, per markt (lid 7) wordt een zo eerlijk mogelijke verdeling van vergunningen bewerkstelligd. Uiteraard kan het wel zo zijn dat de natuurlijke persoon een onderneming drijft in de vorm van een rechtspersoon. Ook dan wordt een natuurlijke persoon (bijvoorbeeld de bedrijfsleider) aangemerkt als vergunninghouder. Het is dus niet mogelijk de vergunning op naam van de rechtspersoon te stellen.

Doordat de eis van handelingsbekwaamheid niet gekoppeld is aan een minimumleeftijd (lid 5) komen ook zestien- en zeventienjarigen aan wie door de kantonrechter handlichting is verleend in aanmerking voor een vergunning. Er is geen reden om minderjarigen die in het rechtsverkeer als handelingsbekwaam beschouwd worden, van de vergunning uit te sluiten.

Het vereiste ‘gerechtigd in Nederland arbeid te verrichten’ (eveneens lid 5) ziet met name op vreemdelingen die een vergunning als gevolg van de Wet arbeid vreemdelingen nodig hebben.

Artikel 4. Vrijgekomen standplaats; plaatsverbetering volgens anciënniteitslijst

Als bij een markt waarvoor een anciënniteitsstelsel wordt gehanteerd, een vaste standplaats vrijkomt, kan deze op aanvraag worden toegewezen aan de hooggeplaatste op de door het college bijgehouden anciënniteitslijst. Dit artikel ziet dus niet op de verlening van nieuwe vergunningen, maar alleen op een wijziging van een al verleende vergunning vanwege de toewijzing van een andere, (veelal) betere vaste standplaats.

Artikel 5. Wachtlijststelsel

Om rechtszekerheid aan de aanvrager te verschaffen, krijgt deze een schriftelijk bewijs van zijn inschrijving. Wel dient de aanvrager jaarlijks (vóór 1 januari van het volgende jaar) zijn inschrijving te verlengen. Deze jaarlijkse verlenging is wenselijk om controle te houden op het systeem en om de gegadigden gemotiveerd te houden.

Artikel 6. Selectiestelsel

Hierin is het selectiestelsel uitgewerkt waarmee aanvragen voor de te verlenen nieuwe vaste standplaatsvergunningen op bepaalde aspecten kunnen worden beoordeeld. Of de verlening overeenkomstig het selectiestelsel plaatsvindt, blijkt uit het inrichtingsplan voor de betrokken markt.

De puntentoekenning en indeling zijn conform de model-marktverordening van de VNG.

Artikel 7. Overschrijven vaste standplaatsvergunning

Regelt de gevallen en voorwaarden waaronder het mogelijk is om vaste standplaatsvergunningen over te schrijven. Het gaat om overschrijving van een vaste standplaatsvergunning met alle daaraan verbonden voorwaarden en beperkingen, waaronder de nader bepaalde individuele standplaats.

Artikel 8. Intrekking en vervallen vaste standplaatsvergunning

Bevat de regels inzake het intrekken van een vergunning of het vervallen ervan.

Artikel 9. Persoonlijke verantwoordelijkheid bij het innemen van de standplaats en vervanging

Dit heeft de strekking te voorkomen dat ondernemers met gebruikmaking van schijnconstructies het vereiste ontduiken dat de vergunning persoonlijk is. Anderzijds is enige flexibiliteit van belang, bijvoorbeeld om kortdurend ziekteverzuim of afwezigheid wegens vakantie op te kunnen vangen. Het is daarom mogelijk om al dan niet voor een bepaalde periode een vervanger aan te stellen. Hiervoor is schriftelijke toestemming vereist. De vergunninghouder blijft bij vervanging verantwoordelijk. De vervanger handelt namens de vergunninghouder en verkoopt de waren van de vergunninghouder. Het is een vervanger niet toegestaan eigen waren te verkopen.

Daarnaast is het mogelijk om gedurende maximaal 6 weken niet aanwezig te zijn zonder dat er vervanging is geregeld. Er zijn marktkooplieden die geen medewerkers of vervangers hebben die de kraam kunnen drijven op het moment dat de vergunninghouder om wat voor reden dan ook de kraam niet kan innemen. Indien er langer dan 6 weken geen gebruik gemaakt kan worden van de standplaatsvergunning, is er een mogelijkheid tot ontheffing. Hierbij wordt een maximale termijn in acht genomen van twee jaar in totaal.

Artikel 10. Dagplaatsvergunning

Bevat bepalingen over de toewijzing van dagplaatsvergunningen.

Artikel 11. Lijst van geïnteresseerden

Om voor een dagplaatsvergunning in aanmerking te komen op een markt waarop ingevolge het inrichtingsplan het selectiestelsel van toepassing is, wordt een zogenaamde Lijst van geïnteresseerden bij gehouden. Deze lijst bepaalt de volgorde van toewijzing van dagplaatsvergunningen. De lijst geeft verder geen aanspraak of enige vorm van voorrang indien er een vaste standplaatsvergunning wordt uitgegeven op grond van het selectiestelsel. Gegadigden die op de lijst van geïnteresseerden staan kunnen bij interesse in een vrijgekomen vaste standplaatsvergunning een aanvraag indienen.

Artikel 12 tot en met 19 spreken voor zich.

Artikel 20. Intrekking oude verordening en overgangsrecht

Deze marktverordening vervangt de oude marktverordening. Het op de oude markverordening gebaseerde marktreglement en overige hieruit voortvloeiende regels vervallen daarmee ook.