Regeling vervallen per 01-01-2008

Verordening vertrouwenscommissie benoeming burgemeester

Geldend van 01-01-2008 t/m 31-12-2007

Intitulé

Verordening vertrouwenscommissie benoeming burgemeester

(raadsbesluit van 8 februari 2007)

De raad van de gemeente Utrecht, gelet op het voorstel van b. en w. d.d. 22 januari 2007

Besluit

gelet op artikelen 61 en 84 van de Gemeentewet en op de Algemene wet bestuursrecht;

gezien de circulaire van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, gericht aan de gemeentebesturen en de commissarissen van de Koningin, d.d. 2 november 2005 inzake “procedureregels benoeming burgemeester”;

vast te stellen de:

VERORDENING vertrouwenscommissie benoeming burgemeester

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de minister: de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

  • b.

    de commissaris: de commissaris van de Koningin in de provincie Utrecht

  • c.

    de commissie: de vertrouwenscommissie als bedoeld in artikel 2.

Artikel 2 Instelling en taak

  • 1. De raad stelt uit zijn midden een commissie samen die belast is met de beoordeling van kandidaten voor het ambt van burgemeester van de gemeente Utrecht.

  • 2. De commissie heeft tot taak de geschiktheid van kandidaten voor het ambt van burgemeester van de gemeente Utrecht te beoordelen en daarover schriftelijk en gemotiveerd verslag uit te brengen aan de raad en de commissaris.

  • 3. De commissie voert daartoe gesprekken met de kandidaten die door de commissaris in beginsel geschikt worden geacht voor benoeming en met eventueel andere op de lijst van sollicitanten voorkomende kandidaten. De commissie onderzoekt de bereidheid van kandidaten om zich aan een raadplegend referendum te onderwerpen.

  • 4. De commissie kan besluiten een door de commissaris als geschikt geachte kandidaat niet te ontvangen; in dat geval stelt de commissie de commissaris en de kandidaat van dit besluit op de hoogte.

  • 5. De commissie doet het in het tweede lid genoemde verslag vergezeld gaan van een concept aanbeveling aan de raad van twee kandidaten die naar haar oordeel voor benoeming in aanmerking komen, een en ander zoals bedoeld in artikel 61 van de Gemeentewet.

  • 6. Bij de beoordeling van de kandidaten laten de leden van de commissie zich leiden door de profielschets, zoals deze is vastgesteld door de raad.

Artikel 3 Overleg commissaris

De commissie kan de commissaris vragen in de gelegenheid te worden gesteld zijn op schrift gestelde opvattingen over de kandidaten mondeling toe te lichten.

Artikel 4 Samenstelling commissie

  • 1. De commissie bestaat bij voorkeur uit de voorzitters van de fracties die deel uitmaken van de gemeenteraad; een fractie kan bepalen een ander raadslid voor te dragen als lid van de commissie.

  • 2. De voorzitter van het presidium is technisch voorzitter van de commissie; hij is geen lid van de commissie en heeft geen stemrecht. De commissie kiest uit zijn midden een vice-voorzitter.

  • 3. De griffier of diens plaatsvervanger fungeert als secretaris van de commissie en verleent, waar nodig, ambtelijke bijstand.

  • 4. Vanuit het college van burgemeester en wethouders worden de loco burgemeester, alsmede de gemeentesecretaris in de gelegenheid gesteld aan de beraadslagingen van de commissie deel te nemen als adviseurs. Zij zijn geen lid van de commissie en hebben geen stemrecht.

  • 5. De commissie kan besluiten te vergaderen zonder de in het vierde lid genoemde adviseurs.

Artikel 5 Werkwijze

  • 1. De commissie vergadert zo dikwijls als tenminste drie leden dit noodzakelijk achten.

  • 2. De commissie vergadert alleen in beslotenheid.

  • 3. Van elke vergadering wordt door de voorzitter tenminste twee dagen tevoren aankondiging gedaan aan de leden van de commissie.

  • 4. De commissie kan gebruik maken van externe deskundige ondersteuning in de voorbereiding op de sollicitatieprocedure.

  • 5. De commissie kan gebruik maken van externe deskundige ondersteuning voor de beoordeling van kandidaten ten aanzien van persoons- en bestuursstijlkenmerken.

Artikel 6 Geheimhouding

  • 1. Alle leden van de commissie, de voorzitter, de secretaris en de adviseurs van de commissie hebben volstrekte geheimhoudingplicht omtrent hetgeen direct of indirect als lid, voorzitter, secretaris of adviseur van de commissie, aan hen mondeling of schriftelijk ter kennis is gebracht.

  • 2. De commissie legt in elke vergadering overeenkomstig het bepaalde in artikel 86 Gemeentewet geheimhouding op omtrent de inhoud van de stukken en omtrent het behandelde tijdens de vergadering.

  • 3. De voorzitter ziet er op toe dat aan het gestelde in het eerste en tweede lid wordt voldaan.

  • 4. Aan raadsleden die geen zitting hebben in de commissie, noch aan anderen wordt inzage of informatie verstrekt inzake de stukken en handelingen die aan de commissie worden toevertrouwd.

  • 5. Noch de commissie, noch de gemeenteraad zal de geheimhouding waartoe het tweede lid oproept opheffen.

  • 6. De geheimhoudingsplicht blijft na ontbinding van de commissie van kracht.

Artikel 7 Besluitvorming

  • 1. De commissie vergadert niet indien niet tenminste de helft van de leden aanwezig is.

  • 2. De aanbeveling, bedoeld in artikel 2, wordt bij meerderheid van stemmen vastgesteld, waarbij ieder lid van de commissie één stem heeft. De commissie streeft naar unanimiteit bij de besluitvorming.

  • 3. Bij staking van stemmen over de uit te brengen aanbeveling wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan tellen de stemmen naar rato van de grootte van de fracties in de gemeenteraad.

  • 4. Het gevoelen van de minderheid wordt desgewenst in de schriftelijke rapportage aan de raad en de commissaris vermeld.

Artikel 8 Voorzitter en secretaris

  • 1. De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon naar buiten.

  • 2. Alle stukken voor de commissie worden aan het privé adres van de secretaris gericht, dan wel persoonlijk aan hem overhandigd en op zijn adres bewaard.

  • 3. Alle stukken die van de commissie uitgaan worden door de secretaris naar het privé adres van de leden, de voorzitter en de adviseurs verzonden of door hem persoonlijk aan hen overhandigd.

Artikel 9 Ontbinding commissie

  • 1. De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgende op die waarop aan de raad is bekend gemaakt dat in de benoeming is voorzien.

  • 2. De voorzitter van de commissie draagt er zorg voor, dat op het in het eerste lid bedoelde tijdstip alle archiefbescheiden die de commissie heeft opgemaakt, op last van burgemeester en wethouders onverwijld in verzegelde enveloppe en gerubriceerd als "geheim" worden overgebracht naar de krachtens de wet door de raad aangewezen archiefbewaarplaats. Hij draagt er eveneens zorg voor dat uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde in de navolgende leden van dit artikel.

  • 3. Van de in het tweede lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, eerste lid, sub a. en c. van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

  • 4. De originele bescheiden die de commissie heeft ontvangen van de commissaris of van de kandidaten worden onmiddellijk aan dezen teruggezonden.

  • 5. Alle overige bescheiden van de commissie en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden worden onmiddellijk vernietigd.

Artikel 10 Onvoorziene omstandigheden

In alle gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, beslist de commissie met inachtneming van het bepaalde in de circulaire van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 2 november 2005.

Artikel 11 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag waarop de vacature voor het ambt van burgemeester van Utrecht ontstaat.

  • 2.

    Deze verordening vervalt op de dag waarop de burgemeester is benoemd, behoudens het gestelde over de geheimhouding in artikel 6.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening vertrouwenscommissie benoeming burgemeester 2007.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 8 februari 2007.
De griffier, De voorzitter,
Drs. A.A.H. Smits Mr. A.H. Brouwer-Korf

Publicatie is geschied op 21 februari 2007.

Deze verordening is in werking getreden met ingang van de dag waarop de vacature voor het ambt van burgemeester van Utrecht is ontstaan.