Regeling vervallen per 21-07-2016

Regeling met nadere regels over voorwaarden subsidieverlening ogv de Reïntegratieverordening 2004 en nadere regels over hoogte en duur van de subsidie

Geldend van 08-03-2005 t/m 20-07-2016 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2005

Intitulé

Regeling met nadere regels over voorwaarden subsidieverlening ogv de Reïntegratieverordening 2004 en nadere regels over hoogte en duur van de subsidie

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht,

B E S L U I T:

vast te stellen

REGELING met nadere regels over voorwaarden voor subsidieverlening op grond van de Reïntegratieverordening 2004 en met nadere regels over hoogte en duur van de subsidie (artikelen17, 23 en 26 Reïntegratieverordening 2004)

Artikel 1 Definities

De definities van artikel 1 van de Reïntegratieverordening 2004 (Gemeenteblad van Utrecht 2006, nr. 9) zijn van overeenkomstige toepassing op deze regeling. Onder oud ID-er wordt verstaan de werknemer wiens arbeidsplaats gesubsidieerd is op grond van de Overgangsverordening ID. Onder oud WIW-ers wordt verstaan de werknemers met een WIW-dienstbetrekking die na een screening zoals ook bij oud ID-ers gedaan is herplaatst zullen worden op een Opstap- of Vangnetbaan.

§ 1 Afwijkende subsidievoorwaarden bij oud ID-ers en WIW-ers

Artikel 2 Afwijkende voorwaarden voor oud ID-ers

  • 1.

    In die gevallen waarin aan een werkgever subsidie is verstrekt op grond van de Overgangsverordening ID kan, als daarmee bereikt kan worden dat de werknemer aansluitend op die subsidieverlening in dienst blijft bij dezelfde werkgever met een loonkostensubsidie op grond van de Reïntegratieverordening 2004, afgeweken worden van de volgende voorwaarden voor subsidie:

    • a.

      de voorwaarde in artikel 13 lid 2 van de Reïntegratieverordening 2004;

    • b.

      de voorwaarde in artikel 19 lid 3 en 21 lid 3 van de Reïntegratieverordening 2004;

    • c.

      de voorwaarde in artikel 13 lid 5 en 21 lid 5 van de Reïntegratieverordening 2004.

  • 2.

    De uitzonderingen in het eerste lid gelden alleen en voor zover ook toen subsidie op grond van de Overgangsverordening ID werd verstrekt niet aan die voorwaarden is voldaan en voor zover er desondanks recht was op subsidie op grond van de Overgangsverordening ID.

  • 3.

    De vorige leden gelden ook als het college aan de hand van een onderzoek zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid van de Overgangsverordening ID heeft vastgesteld dat de werknemer in aanmerking komt voor een Opstapbaan of een Vangnetbaan en de werknemer bij een andere werkgever geplaatst is omdat de werkgever die subsidie ontving op grond van de Overgangverordening ID de werknemer niet langer in dienst kon houden onder de condities die van toepassing zijn op de gesubsidieerde baan waar de werknemer voor in aanmerking komt.

Artikel 3 Afwijkende subsidieduur en –hoogte voor oud ID-ers

  • 1.

    De subsidie op grond van artikel 21 van de Reïntegratieverordening 2004 aan een werkgever die een oud ID-er, in dienst houdt, kan als het college aan de hand van een onderzoek zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid van de Overgangsverordening ID heeft vastgesteld dat de werknemer langdurig op gesubsidieerde arbeid aangewezen is, hoger vastgesteld worden.

  • 2.

    De subsidie op grond van artikel 21 van de Reïntegratieverordening 2004 kan eveneens hoger worden vastgesteld, als het college aan de hand van een onderzoek zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid van de Overgangsverordening ID heeft vastgesteld dat de werknemer langdurig op gesubsidieerde arbeid is aangewezen en de werknemer bij een andere werkgever geplaatst is omdat de werkgever die subsidie ontving op grond van de Overgangverordening ID de werknemer niet langer in dienst kon houden.

  • 3.

    Hogere subsidie is ook mogelijk als het college heeft vastgesteld dat plaatsing bij een andere werkgever nog niet mogelijk is, en de werkgever waar de werknemer in dienst was ten tijde van subsidieverlening op grond van de Overgangsverordening ID de werknemer alleen in dienst kan houden bij een hogere subsidie. Hogere subsidie op grond van dit lid is alleen tijdelijk mogelijk voor de tijd die het naar inschatting van het college kost om de werknemer te herplaatsen.

  • 4.

    Hogere subsidie is ook mogelijk als een werknemer wiens gesubsidieerde dienstverband is geëindigd en waar nog niet een definitieve plaatsing bij een andere werkgever mogelijk is, tijdelijk en in afwachting van definitieve plaatsing elders in dienst wordt genomen door een andere werkgever.

  • 5.

    De hoogte van de subsidie in de situatie van de vorige leden is, in afwijking van artikel 22, eerste en tweede lid van de Reïntegratieverordening 2004, gelijk aan het bedrag dat ten behoeve van de werknemer werd verstrekt ingaande 1 januari 2004. Dat bedrag wordt naar rato verlaagd als minder uren is gewerkt of als het dienstverband korter heeft geduurd.

  • 6.

    Artikel 22, vierde lid van de Reïntegratieverordening 2004 is niet van toepassing in de situaties bedoeld in het eerste en tweede lid.

Artikel 4 Afwijkende voorwaarden voor oud WIW-ers

De artikelen 2 en 3 zijn van overeenkomstige toepassing op oud WIW-ers. Voor de hoogte van de subsidie zoals bedoeld in artikel 3 geldt dat die gelijk is aan de subsidie die verstrekt zou zijn als de oud WIW-er op 1 januari 2004 oud ID-er zou zijn geweest.

§ 2 Tijdelijke premieregeling voor oud ID-ers en WIW-ers

Artikel 5 Subsidie voor de werknemer bij uitstroom naar regulier werk

  • 1.

    Aan oud ID-ers en oud WIW-ers die tussen 1 maart 2005 en 1 juli 2005 duurzaam uitstromen uit een gesubsidieerd dienstverband dat gesubsidieerd werd op grond van de Overgangsverordening ID of uit een WIW-dienstbetrekking naar regulier niet gesubsidieerd werk wordt een premie verstrekt.

  • 2.

    Het recht op premie ontstaat nadat tenminste negen maanden regulier werk is verricht en in die tijd geen beroep op een uitkering is gedaan.

  • 3.

    De premie bedraagt EUR 7.500,00 bruto. De gemeente draagt over dit bedrag geen belastingen en premies af. De werknemer is hiervoor zelf verantwoordelijk.

  • 4.

    Geen premie wordt verstrekt als op het moment van de werkaanvaarding de begeleiding naar werk die de gemeente biedt aan oud ID-ers en oud WIW-ers was gestaakt.

  • 5.

    Premieverstrekking is ook mogelijk als de oud ID-er of de oud WIW-er in dienst blijft bij dezelfde werkgever, al dan niet op grond van dezelfde arbeidsovereenkomst, als de subsidie aan de werkgever beëindigd wordt zonder dat de werkgever gebruik heeft gemaakt van subsidie van de overheid of de gemeente die bedoeld was om het witten van gesubsidieerde banen te bevorderen.

§ 3 Aanvullende regels voor gesubsidieerde banen

Artikel 6 Uitzondering ureneis voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten

  • 1.

    In afwijking van artikel 19, derde lid en artikel 21, derde lid van de Reïntegratieverordening 2004 kan subsidie worden verstrekt aan de werkgever als de werknemer voor een dusdanig aantal uren wordt aangesteld waarbij het netto salaris minder bedraagt dan het voor hem geldende bijstandsniveau, als het college ten aanzien van een werknemer die gedeeltelijk arbeidsongeschikt is heeft vastgesteld dat hij door die verminderde arbeidsgeschiktheid niet in staat is het aantal uren te werken dat nodig is om te bereiken dat het netto salaris meer bedraagt dan het voor hem geldende bijstandsniveau.

  • 2.

    In afwijking van artikel 19, derde lid en artikel 21, derde lid van de Reïntegratieverordening 2004 kan subsidie worden verstrekt aan de werkgever als de werknemer voor een dusdanig aantal uren wordt aangesteld waarbij het netto salaris minder bedraagt dan het voor hem geldende bijstandsniveau, als het college ten aanzien van die werknemer heeft vastgesteld dat er op dat moment geen voor hem geschikte gesubsidieerde baan beschikbaar is met een hoger aantal uren.

Artikel 7 Afwijkende bepaling voor Opstapbanen

Aan werkgevers kan ten behoeve van Opstapbanen die worden vervuld door werknemers die behoren tot de doelgroep voor een opstapbaan subsidie worden verstrekt, ook als niet aan de voorwaarde van artikel 13, tweede lid is voldaan, voor zover aan de overige voorwaarden voor deze subsidie is voldaan.

Artikel 8 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze richtlijn is in werking getreden op 8 maart 2005 en werkt terug tot 1 januari 2005.

  • 2.

    De artikelen 2, 3 en 4 werken terug tot 1 juli 2004.

  • 3.

    Artikel 6, tweede lid treedt in werking op 1 januari 2007.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 12 december 2006

De secretaris, De burgemeester.

Drs. M.J.C. Heeremans Mr. A.H. Brouwer-Korf

Bekendmaking heeft plaatsgevonden op 24 januari 2007.

Deze regeling is in werking getreden op op 8 maart 2005 en werkt terug tot 1 januari 2005; de artikelen 2, 3 en 4 werken terug tot 1 juli 2004 en artikel 6, tweede lid treedt in werking op 1 januari 2007.