Regeling vervallen per 31-12-2012

Subsidieregeling cultuurparticipatie 2010

Geldend van 07-10-2010 t/m 30-12-2012

Intitulé

Subsidieregeling cultuurparticipatie 2010

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2010 Nr. 82

Subsidieregeling cultuurparticipatie 2010(collegebesluit van 31 augustus 2010)

Het college van burgemeester en wethouders van Utrecht;

BESLUIT:

vast te stellen de

SUBSIDIEREGELING cultuurparticipatie 2010

Doel

De subsidieregeling Cultuurparticipatie heeft als doel projecten op het gebied van amateurkunst, cultuureducatie en volkscultuur te stimuleren. Met deze regeling wil de gemeente Utrecht de realisatie van projecten op bovengenoemde gebieden in Utrecht bevorderen en versterken.

Subsidierondes

Er zijn verschillende subsidierondes.

  • -

    Voor cultuureducatie vindt jaarlijks een subsidieronde plaats. De sluitingsdatum voor deze subsidieronde is 1 november.

  • -

    Voor creatieve partnerschappen vindt eens per twee jaar een subsidieronde plaats. De sluitingsdatum voor deze subsidieronde is 1 november.

  • -

    Voor ontwikkeling amateurkunst vindt eens per twee jaar een subsidieronde plaats. De sluitingsdatum voor deze subsidieronde is 1 oktober.

  • -

    Voor innovatieve amateurkunst vindt 2 x per jaar een subsidieronde plaats. De sluitingsdata voor deze subsidieronde zijn 1 april en 1 oktober.

Subsidierondes maken het mogelijk om aanvragen in onderlinge samenhang te beoordelen en waar nodig te prioriteren.

Subsidieverplichtingen

Een subsidieverzoek wordt pas in behandeling genomen, indien de volgende informatie is bijgevoegd:

  • -

    een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier;

  • -

    een motivatie van dan wel toelichting op het project;

  • -

    een indicatie van het belang van het project voor de culturele sector in de gemeente Utrecht;

  • -

    een concept c.q. artistieke verantwoording van het project;

  • -

    een lijst van medewerkenden/uitvoerenden, artistiek, cultuureducatief, zakelijk en overig, met hun curriculum vitae;

  • -

    een werkplan met tijdspad;

  • -

    een plan voor publiekswerving;

  • -

    een overzicht van data en locaties van de voorstellingen en uitvoeringen;

  • -

    een begroting en dekkingsplan met toelichting en

  • -

    een balans van het voorgaande jaar.

Niet subsidiabel zijn:

  • -

    professionele kunstprojecten of projecten die onderdeel zijn van een (kunstvak)opleiding, tenzij het belang van het project voor de cultuurparticipatie zo groot is, dat toepassing van deze bepaling het gemeentelijk beleid zou schaden;

  • -

    regulier cursusaanbod;

  • -

    projecten waarbij de aanschaffing van goederen meer dan 15% van de totale projectkosten uitmaakt;

  • -

    projecten die geen aantoonbaar belang hebben voor de Utrechtse sectoren amateurkunst, cultuureducatie en volkscultuur;

  • -

    projecten van instellingen waarvan de hoofdkerntaak niet artistiek inhoudelijk of educatief is;

  • -

    projecten die bij een eerdere subsidieronde negatief zijn beoordeeld en

  • -

    projecten die aan het publiek gepresenteerd worden binnen dertien weken na de sluitingsdatum voor het indienen van aanvragen voor de betreffende subsidieronde.

Alleen rechtspersonen zonder winstoogmerk komen voor subsidie in aanmerking.

Beoordelingscriteria

Aanvragen op het gebied van cultuureducatie worden beoordeeld op:

  • -

    inhoudelijke kwaliteit van het projectplan: originaliteit, pedagogische en didactische aanpak, professionaliteit van de makers en uitvoerenden;

  • -

    samenwerking: op welke manier wordt er samengewerkt tussen culturele instelling, kunstenaars en scholen?

  • -

    bereik: wat is de beoogde doelgroep van het project (ouderen, jongeren, kinderen, wijkbewoners, etc.)? Hoeveel deelnemers worden er verwacht?

  • -

    inbedding in het reguliere aanbod: hoe wordt na afronding van het project gezorgd voor een opname van het project in het reguliere aanbod van de instelling.

Aanvragen op het gebied van creatieve partnerschappen worden beoordeeld op:

  • -

    Kwaliteit: visie op creatief partnerschap, pedagogische- en didactische aanpak, professionaliteit van de makers en uitvoerenden en de duurzaamheid en verankering in de school en culturele instelling.

  • -

    Samenwerking: kern van dit type samenwerking is de dialoog en onderlinge beïnvloeding tussen school (management, docenten, leerlingen) en culturele instelling (artistieke leiding, zakelijke leiding, educatief medewerkers en kunstenaars).

  • -

    Bereik: de beoogde doelgroep (kinderen, jongeren, senioren, wijkbewoners etc.) en het aantal deelnemers.

  • -

    Inbedding: de opname van projectresultaten in het beleid van de school en de culturele instelling.

Aanvragen op het gebied van ontwikkeling amateurkunst worden beoordeeld op:

  • -

    Artistiek inhoudelijke kwaliteit: vakmanschap, oorspronkelijkheid en zeggingskracht.

  • -

    Kwaliteit van ondersteuning voor de sector amateurkunst.

  • -

    Ontwikkeling en innovatie: op artistieke inhoud, (organisatie)structuur, bereik en deelname van doelgroepen.

  • -

    Kwaliteit van de organisatie: inclusief cultureel ondernemerschap: fondsenwerving, sponsoring, samenwerkingsverbanden en attitude.

Organisaties die reeds in hetzelfde jaar een projectsubsidie ontvingen, komen niet in aanmerking voor een subsidie ontwikkeling amateurkunst en omgekeerd.

Aanvragen op het gebied van innovatieve amateurkunst worden beoordeeld op:

  • -

    Artistiek inhoudelijke kwaliteit: vakmanschap, oorspronkelijkheid en zeggingskracht.

  • -

    Bereik van jeugd en jongeren: richt het project zich specifiek op deze leeftijdsgroep? Prioriteit wordt gegeven aan jongeren van 18 t/m 30 jaar.

Bij een positieve uitkomst op bovengenoemde criteria, worden bij alle aanvragen de volgende aanvullende criteria meegewogen:

  • -

    Wijkgerichte oriëntatie: is er sprake van een gebiedsgerichte inzet en/of uitvoering? richt het project zich op één of meerdere Utrechtse wijken voor wat betreft de totstandkoming, de presentatieplek of de publiekswerving?

  • -

    Culturele diversiteit: draagt het project een multicultureel karakter, wordt ingezet op het bereiken van cultureel diverse deelnemers en cultureel divers samengesteld publiek.

  • -

    Cultureel ondernemerschap: de kwaliteit van de aanvrager op het gebied van productie, organisatie, financieel beheer, PR/marketing en publiekswerving en – indien van toepassing – samenwerking met andere kunstenaars, gezelschappen, organisaties en instellingen.

  • -

    Jeugd en jongeren: richt het project zich specifiek op deze leeftijdsgroep.

Budget

Er is een jaarlijks vast te stellen maximum subsidiebedrag.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders op 31 augustus 2010.

De secretaris, De burgemeester,

J.Bakker mr. A. Wolfsen

Bekendmaking is geschied op 6 oktober 2010.

Dit besluit treedt in werking met ingang van 7 oktober 2010.