Regeling vervallen per 01-01-2016

Reglement jaarlijkse toekenning gemeentelijke AMEV-milieuprijs

Geldend van 30-09-1976 t/m 31-12-2015

Intitulé

Reglement jaarlijkse toekenning gemeentelijke AMEV-milieuprijs

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

Gemeentelijke AMEV milieuprijs

(Raadsbesluit van 30 september 1976)

DE RAAD DER GEMEENTE UTRECHT;

gelezen de voordracht van Burgemeester en Wethouders van 16 september 1976, nr. 4921 V.H./Mil. (Gedrukte Verzameling 1976, nr. 333);

gelet op zijn besluit d.d. 5 februari 1976 (Gedrukte Verzameling 1976, nr. 38), tot het aanvaarden van een schenking van de AMEV N.V. ad f 100.000,-;

BESLUIT:

vast te stellen het volgende

REGLEMENT inzake de jaarlijkse toekenning van een gemeentelijke AMEV-milieuprijs.

Artikel 1.

Burgemeester en Wethouders kennen jaarlijks een of meer mileuprijzen toe, welke worden bekostigd uit de jaarlijkse rente van de door de gemeente Utrecht op 5 februari 1976 aanvaarde schenking ad

f 100.000,- van de AMEV N.V. te Utrecht.

Artikel 2.

Voor de toekenning van de milieuprijs komen in aanmerking scholen, particulieren, instellingen, groeperingen die met name ten behoeve van de jeugd op het gebied van het milieu verdienstelijke activiteiten ontplooien.

Artikel 3.

De toegekende milieuprijzen dienen in het kader van de milieubescherming te worden aangewend.

Artikel 4.

  • 1.

    Alvorens te beslissen over de toekenning van de milieuprijs vragen Burgemeester en Wethouders het oordeel van de Adviesraad voor het Milieu.

  • 2.

    De Adviesraad voor het Milieu brengt aan Burgemeester en Wethouders een gemotiveerd schriftelijk advies uit, in welk advies eventuele minderheidsstand punten worden vermeld.

Artikel 5.

Indien Burgemeester en Wethouders zich met het door de Adviesraad voor het Milieu uitgebrachte advies niet kunnen verenigen, geven zij de Adviesraad daarvan gemotiveerd schriftelijk kennis.

Artikel 6.

In alle gevallen, waarin dit reglement niet voorziet, beslissen Burgemeester en Wethouders na de Adviesraad voor het milieu te hebben gehoord.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de Raad, gehouden op 30 september 1976.

De Secretaris, De Burgemeester,

Burger.H. J. L. Vonhoff.