Verordening op de speelautomatenhallen

Geldend van 01-07-1989 t/m heden

Intitulé

Verordening op de speelautomatenhallen

Verordening op de speelautomatenhallen.

(raadsbesluit van 19 januari 1989)

De Raad der gemeente Utrecht;

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 9 januari

1989, nr. 1673 A.Z. (Gedr. Verz. 1989, nr. 12);

gelet op titel Va van de Wet op de Kansspelen, het Speelautomatenbesluit,

alsmede artikel 195 van de gemeentewet;

B E S L U I T :

vast te stellen de volgende:

VERORDENING op de speelautomatenhallen.

Artikel 1

Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Wet op de Kansspelen;

  • b.

    Speelautomatenbesluit: Koninklijk besluit van 24 november 1986, n r. 589;

  • c.

    speelautomaat: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 30 van de wet;

  • d.

    behendigheidsautomaat: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van het Speelautomatenbesluit;

  • e.

    kansspelautomaat: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van het Speelautomatenbesluit;

  • f.

    speelautomatenhal: een inrichting als bedoeld in artikel 30c, eerste lid onder c van de wet;

  • g.

    beheerder: degene die met het dagelijks toezicht en de onmiddellijke leiding in de speelautomatenhal is belast.

Artikel 2

Verbodsbepalingen

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van de Burgemeester een speelautomatenhal te vestigen of te exploiteren.

  • 2.

    De Burgemeester kan voor maximaal negen speelautomatenhallen een vergunning verlenen.

  • 3.

    Het is verboden te handelen in strijd met enig aan de vergunning verbonden voorschrift.

Artikel 3

Indiening aanvraag

De ondernemer/ster dient de vergunning aan te vragen onder overlegging van:

  • a.

    een nauwkeurige beschrijving van de inrichting, waarbij is opgenomen de oppervlakte daarvan, alsmede een plattegrond waarin is aangegeven op welke plaats in de speelautomatenhal en in welk aantal kansspel- en/of behendigheidsautomaten worden opgesteld;

  • b.

    een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken;

  • c.

    een verklaring, waaruit blijkt dat hij/zij gerechtigd is over de ruimte te beschikken;

  • d.

    een verklaring omtrent het gedrag:

    • -

      van de ondernemer/ster of, indien de ondernemer een rechtspersoon is, van degene(n) die de onderneming krachtens de (eventueel bij te voegen) statuten vertegenwoordigt(en) en

    • -

      van de beheerder/ster.

Artikel 4

Termijn voor beslissen op de aanvraag

De Burgemeester beslist binnen drie maanden na de datum van ontvangst van de aanvraag met de bijbehorende bescheiden. De beslissing kan éénmaal voor ten hoogste drie maanden worden verdaagd.

Artikel 5

Aanvullen/verbeteren van de aanvraag

  • 1.

    Indien de aanvraag om een vergunning niet voldoet aan de in artikel 3 gestelde eisen, wordt de aanvrager/ster van de vergunning in de gelegenheid gesteld binnen twee weken, nadat hem/haar dit is medegedeeld, de aanvraag aan te vullen of te verbeteren.

  • 2.

    Indien de aanvrager/ster van de in het voorgaande lid bedoelde gelegenheid geen gebruik maakt, kan de Burgemeester de aanvrager/ster in zijn/haar aanvraag niet-ontvankelijk verklaren.

Artikel 6

Tenaamstelling

  • 1.

    De vergunning kan uitsluitend worden gesteld ten name van de ondernemer/ster en is niet overdraagbaar.

  • 2.

    In de vergunning wordt de naam van de beheerder/ster vermeld.

    Artikel 7

    Voorschriften in een vergunning

    Aan de vergunning worden voorschriften en beperkingen verbonden; deze hebben in elk geval betrekking op:

    • a.

      de sluitingstijden van de speelautomatenhal;

    • b.

      het toezicht in de speelautomatenhal;

    • c.

      het aantal en het type speelautomaten dat mag worden opgesteld;

    • d.

      de exploitatie van de hal.

Artikel 8

Weigeringsgronden

  • 1.

    De vergunning wordt geweigerd, indien:

  • a.

    het maximaal aantal af te geven vergunningen voor speelautomatenhallen is verleend;

  • b.

    de beheerder(s)/ster(s) de leeftijd van 25 jaar nog niet heeft/hebben bereikt;

  • c.

    de beheerder(s)/ster(s) is enig opzicht van slecht levensgedrag is/zijn;

  • d.

    door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel van de Burgemeester de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving of het karakter van de winkelstraat/winkelbuurt op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed;

  • e.

    de exploitatie of de vestiging van de speelautomatenhal strijd oplevert met het geldende bestemmingsplan, dan wel een stadsvernieuwingsplan of een Leefmilieuverordening in de zin van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing.

  • 2.

    De Burgemeester kan ontheffing verlenen van het leeftijdsvereiste, gesteld in het eerste lid onder b.

Artikel 9

Wisseling beheerder/ster

Indien een overeenkomstig artikel 6, tweede lid van de vergunning vermelde beheerder/ster de hoedanigheid van beheerder heeft verloren, dient de ondernemer/ster, onder overlegging van de in artikel 3, onder d genoemde bescheiden een nieuwe vergunning aan te vragen binnen 14 dagen nadat de in artikel 3 bedoelde verklaring omtrent het gedrag aan hem/haar is verzonden.

Artikel 10

Vervallen vergunning

De vergunning vervalt indien de beslissing op een aanvraag om een nieuwe vergunning voor het vestigen, dan wel exploiteren van een speelautomatenhal in het zelfde pand onherroepelijk is geworden, dan wel indien geen aanvraag is ingediend binnen zes maanden na het verlies van de hoedanigheid als bedoeld in artikel 9.

Artikel 11

lntrekkingsgronden

  • 1.

    De Burgemeester kan de vergunning intrekken:

  • a.

    indien blijkt dat de vergunning tengevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend;

  • b.

    indien gehandeld wordt in strijd met aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen;

  • c.

    indien de exploitatie van een speelautomatenhal voor een periode van langer dan zes maanden wordt onderbroken.

  • 2.

    Intrekking van de vergunning geschiedt niet, spoedeisende gevallen uitgezonderd, voordat de vergunninghouder/ster bij aangetekende brief van dit voornemen in kennis is gesteld. Daarbij wordt hem/ haar medegedeeld, dat hij/zij in de gelegenheid wordt gesteld zich in persoon of bij gemachtigde door de Burgemeester of een door deze aangewezen ambtenaar te worden gehoord.

Artikel 12

Strafbepaling

Overtreding van de verbodsbepalingen van artikel 2 van deze verordening en van de aan de vergunning verbonden voorschriften wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 13

Binnentreding

Zo dikwijls de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde dit vereist, wordt de bevoegdheid te allen tijde de speelautomatenhal, desnoods tegen de wil van de rechthebbende(n) of gebruiker(s), te betreden verleend aan de ambtenaren:

  • a.

    die en voor zover zij door het bevoegd gezag belast zijn met de opsporing van overtredingen van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

  • b.

    die en voor zover zij door het bevoegd gezag belast zijn met de uitvoering van bestuursdwang ter handhaving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening;

  • c.

    die en voor zover zij door het bevoegd gezag belast zijn met het toezicht op naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

Artikel 14

Overgangsbepaling

  • 1.

    Vergunningen die voor de inwerkingtreding van deze verordening zijn verleend voor het exploiteren van een speelautomatenhal, blijven van kracht totdat op een aanvraag, ingevolge artikel 2 van deze verordening, is beslist.

  • 2.

    De bestaande vergunning vervalt, indien geen aanvraag is ingediend binnen zes maanden na de inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 15

Slotbepaling

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening op de speelautomatenhallen".

  • 2.

    Zij treedt in werking op een nader door de Burgemeester te bepalen datum.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de Raad, gehouden op 19 januari 1989.

De Secretaris, De Burgemeester,

drs. A. Vermeulen. drs. M.W.M. Vos-van Gortel.

De afkondiging is geschied op 28 juni 1989.

Deze verordening is op 1 juli 1989 in werking getreden.