Regeling vervallen per 26-06-2003

Verordening, regelende de taken, de bevoegdheden, de samenstelling, de werkwijze en de verhouding tot de Gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders van de Bestuurscommissie primair onderwijs

Geldend van 01-08-1995 t/m 25-06-2003

Intitulé

Verordening, regelende de taken, de bevoegdheden, de samenstelling, de werkwijze en de verhouding tot de Gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders van de Bestuurscommissie primair onderwijs

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 1995 Nr. 24

Verordening Bestuurscommissie primair

onderwijs Utrecht 1995.

(raadsbesluit van 14 september 1995)

De Raad der.gemeente Utrecht gelet op het voorstel van B&W d.d. 4 september 1995

Besluit

vast te stellen de volgende

VERORDENING, regelende de taken, de bevoegdheden, de samenstelling, de werkwijze en de verhouding tot de Gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders van de Bestuurscommissie primair onderwijs.

HOOFDSTUK I Begripsbepaling

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

Gemeenteraad : de Gemeenteraad van de gemeente Utrecht;

Burgemeester en wethouders : het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;

Commissie : de bij deze verordening ingestelde commissie ex artikel 82 van de Gemeentewet, zijnde het bevoegde bestuursorgaan in de zin van de Algemene wet bestuursrecht;

school : een Utrechtse openbare school in de zin van de Wet op het basisonderwijs en de Interimwet speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs;

primair onderwijs : basis-, speciaal- en voortgezet speciaal onderwijs;

HOOFDSTUK II Doel, taken en bevoegdheden

Artikel 2 Doel

De Commissie heeft ten doel het bevorderen en doen verzorgen van primair onderwijs in de gemeente Utrecht, overeenkomstig de beginselen van het openbaar onderwijs.

Artikel 3 Bevoegdheden

Aan de Commissie worden alle bevoegdheden toegekend, die de Gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders bezitten in hun hoedanigheid van bevoegd gezag van de scholen en voor zover daarvan elders in deze verordening niet wordt afgeweken.

Artikel 4 Taak

De Commissie heeft tot taak:

  • a.

    het vervullen of doen vervullen van de taken die bij of krachtens wet aan het bevoegd gezag, als bedoeld in artikel 3 van deze verordening, zijn of worden toegekend;

  • b.

    het bevorderen en instandhouden van het openbaar primair onderwijs;

  • c.

    het toezicht op de dagelijkse leiding van de scholen;

  • d.

    het regelen van de organisatie-, de communicatie- en de overlegstructuur binnen het openbaar primair onderwijs, waaronder begrepen het verkeer tussen de scholen en de Commissie;

  • e.

    voor de taak, genoemd onder d., stellen burgemeester en wethouders vóór de installatie van de Commissie een eerste opzet vast.

HOOFDSTUK Ill Commissie

Artikel 5 Omvang, samenstelling en benoeming commissie

  • 1. De Commissie bestaat uit maximaal dertien leden, te weten:

    • a.

      twee leden op voordracht van de directies primair onderwijs;

    • b.

      twee leden op voordracht van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad;

    • c.

      één lid op voordracht van de Vereniging voor Openbaar Onderwijs;

    • d.

      maximaal acht leden op voordracht van de Commissie, geworven door middel van een open sollicitatieprocedure.

  • 2. De Commissie stelt een profielschets op waarin is aangegeven aan welke eisen aspirantcommissieleden dienen te voldoen en aan welke eisen de samenstelling van de Commissie in haar totaliteit dient te voldoen.

  • 3. De leden van de Commissie worden benoemd door burgemeester en wethouders op voordracht van de in het eerste lid genoemde organisaties en organen.

  • 4. De leden van de Commissie dienen de grondslag en de doelstellingen van het openbaar onderwijs te onderschrijven.

  • 5. Op de leden van de Commissie zijn de artikelen 15 en 28 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

  • 6. Personeelsleden in dienst van het openbaar primair onderwijs en van de Dienst Onderwijs kunnen geen lid van de Commissie zijn.

  • 7. Bij de eerste samenstelling van de Commissie worden de in het eerste lid, sub d., en het tweede lid genoemde bevoegdheden van de Commissie uitgeoefend door burgemeester en wethouders, die hiervoor een benoemingsadviescommissie in het leven roepen.

Artikel 6 Zittingsperiode, herbenoeming en einde commissielidmaatschap

  • 1. De benoeming van de leden geschiedt voor een periode van vier jaar.

  • 2. Aftredende leden kunnen na een volledige zittingsperiode voor één keer worden herbenoemd.

  • 3. Onverminderd het bepaalde in artikel 17 van deze verordening eindigt het lidmaatschap van de commissie:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij verlies van de hoedanigheid, blijkende uit de benoeming;

    • c.

      bij ontslag door het gezag, waardoor het betreffende lid is benoemd.

  • 4. In een vacature wordt zo spoedig mogelijk voorzien overeenkomstig hetgeen in deze verordening is bepaald omtrent de benoeming.

  • 5. Het rooster van aftreden voor de leden wordt zodanig samengesteld, dat steeds tenminste vijf leden in aanmerking komen voor herbenoeming.

Artikel 7 Functieverdeling

  • 1. De Commissie kiest uit zijn midden een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter, een secretaris en een penningmeester.

  • 2. De Commissie kan besluiten uit zijn midden tevens een plaatsvervangend secretaris en een plaatsvervangend penningmeester te kiezen; beide functies kunnen in één persoon verenigd zijn.

  • 3. Bij de eerste samenstelling van de Commissie wordt de in het eerste lid genoemde bevoegdheid uitgeoefend door burgemeester en wethouders.

Artikel 8 Ondertekening besluiten

Artikel 8 Ondertekening besluiten

  • 1. Besluiten van de Commissie worden ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de Commissie.

  • 2. De daartoe door de voorzitter aangewezen stukken worden ondertekend door de ambtelijk secretaris.

    Artikel 9 Vertegenwoordiging

    • 1.

      De Commissie wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door de voorzitter.

    • 2.

      De Commissie kan besluiten dat op andere wijze dan het bepaalde in het eerste lid in de vertegenwoordiging wordt voorzien.

HOOFDSTUK IV Besluitvorming Commissie

Artikel 10 Vergaderingen

  • 1. De Commissie vergadert tenminste vier maal per jaar en voorts zo dikwijls dit door de voorzitter dan wel door tenminste drie leden van de Commissie nodig wordt geoordeeld.

  • 2. De voorzitter roept de leden schriftelijk tot de vergadering op. De oproeping wordt tenminste tien dagen vóór de te houden vergadering aan de leden van de Commissie gezonden, spoedeisende gevallen uitgezonderd. De oproeping behelst tevens de agenda van de vergadering.

Artikel 11 Quorum en stemmen

  • 1. De vergadering vindt geen doorgang indien een half uur na het aangekondigde tijdstip van de vergadering niet tenminste de helft van het aantal leden aanwezig is.

  • 2. Indien het vereiste aantal leden niet tegenwoordig is, belegt de voorzitter, onder verwijzing naar dit artikel, opnieuw een vergadering.

  • 3. Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing.

    De Commissie kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de eerdere vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, indien tenminste de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.

  • 4. De leden stemmen zonder last.

  • 5. Alle besluiten worden bij volstrekte meerderheid van stemmen genomen.

  • 6. Over personen voor het doen van benoemingen, voordrachten en aanbevelingen wordt schriftelijk gestemd, over andere zaken mondeling.

  • 7. Bij het staken van stemmen over personen, beslist terstond het lot. Ingeval de stemmen staken over zaken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 8. Bij het uitbrengen van een advies omtrent een voorstel van burgemeester en wethouders aan de Gemeenteraad, wordt een minderheidsstandpunt van de Commissie in het advies vermeld.

Artikel 12 Openbaarheid van vergaderingen

  • 1. De vergaderingen van de Commissie zijn openbaar.

  • 2. Tegelijkertijd met de oproeping brengt de voorzitter dag, tijdstip en plaats van de vergadering ter openbare kennis. De agenda en de daarbij behorende stukken worden tegelijkertijd met de oproeping en op een bij de openbare kennisgeving aan te geven wijze ter inzage gelegd.

  • 3. De deuren worden gesloten, wanneer tenminste vier leden van de Commissie die de presentielijst hebben getekend daarom verzoeken of de voorzitter het nodig oordeelt.

  • 4. De Commissie beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

  • 5. Van een vergadering met gesloten deuren wordt een afzonderlijk verslag opgemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt tenzij de Commissie anders beslist.

Artikel 13 Geheimhouding

  • 1. De Commissie kan in een besloten vergadering, op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in die vergadering met gesloten deuren behandelde en omtrent de inhoud van stukken die aan de Commissie worden voorgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat de Commissie haar opheft.

  • 2. Op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door de voorzitter van de Commissie ten aanzien van stukken die hij aan de Commissie overlegt. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt. De geheimhouding wordt in acht genomen totdat de Commissie haar opheft.

  • 3. De leden van de Gemeenteraad die inzage willen hebben in stukken waaromtrent door de Commissie of de voorzitter geheimhouding is opgelegd, kunnen zich met een daartoe strekkend verzoek wenden tot de voorzitter van de Commissie. Deze inzage kan slechts geweigerd worden voor zover zij in strijd is met het openbaar belang. Het in het eerste lid bepaalde ten aanzien van geheimhouding is voor de leden van de Gemeenteraad van overeenkomstige toepassing.

  • 4. Indien de Commissie zich ter zake van het behandelde waarvoor een verplichting tot geheimhouding geldt tot de Gemeenteraad heeft gericht, wordt de geheimhouding in acht genomen totdat de Gemeenteraad haar opheft.

Artikel 14

De Commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast.

HOOFDSTUK V Ambtelijke ondersteuning

Artikel 15

De Commissie laat zich bijstaan door de adjunct-directeur van de sector Openbaar Onderwijs van de Dienst Onderwijs en door de directeuren van de scholen.

Artikel 16

  • 1. De bestuursondersteuning en -advisering en de personele en financiële administratie van de scholen wordt geleverd door de sector Openbaar Onderwijs van de Dienst Onderwijs, onder verantwoordelijkheid van de adjunct-directeur van de sector Openbaar Onderwijs.

  • 2. De Commissie wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris, die, na overleg met de Commissie, wordt aangewezen door de adjunctdirecteur van de sector Openbaar Onderwijs van de Dienst Onderwijs.

  • 3. De ambtelijk secretaris is de Commissie in alles wat de haar opgedragen taken en bevoegdheden aangaat behulpzaam en werkt in opdracht van de Commissie.

  • 4. De ambtelijk secretaris draagt zorg voor:

  • a. de voorbereiding en verslaglegging van de vergaderingen van de Commissie;

  • b. de uitvoering van de besluiten van de Commissie;

  • c. alle overige door de Commissie aan de ambtelijk secretaris opgedragen taken.

  • 5. De taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de ambtelijk secretaris worden door de Commissie vastgelegd in een functieomschrijving.

HOOFDSTUK VI Verhouding tot de Gemeenteraad en burgemeester en wethouders

Artikel 17

  • 1. De Commissie is verantwoording schuldig aan de Gemeenteraad en aan het college van burgemeester en wethouders en verstrekt hun desgevraagd daartoe alle gewenste inlichtingen. Zij zendt voorts afschriften van alle door haar genomen besluiten aan burgemeester en wethouders, die kunnen bepalen, dat terzake kan worden volstaan met de toezending van de notulen van de vergaderingen van de commissie.

  • 2. De Gemeenteraad kan op voorstel van burgemeester en wethouders een besluit van de Commissie vernietigen binnen drie maanden nadat het besluit is genomen. Onder besluiten worden in mandaat of krachtens delegatie genomen besluiten begrepen. Alleen die besluiten kunnen worden vernietigd die in strijd zijn met de wet, het belang van het openbaar onderwijs of het algemeen belang.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen besluiten van de Commissie schorsen in afwachting van een beslissing van de Gemeenteraad omtrent de vernietiging. Van een schorsingsbesluit alsmede van een door hen te doen voorstel aan de Gemeenteraad tot vernietiging, doen burgemeester en wethouders zo spoedig mogelijk gemotiveerd mededeling aan de Commissie.

Artikel 18 Financiën

De financiën, verband houdende met de aan de Commissie overgedragen taken, worden beheerd op de wijze zoals in de Gemeentewet is voorgeschreven voor takken van dienst.

Artikel 19 Jaarplan en begroting

De Commissie dient jaarlijks, conform de voorschriften welke gelden in het kader van de beleids- en beheerscyclus, het jaarplan inclusief de ontwerp-begroting voor het volgend kalenderjaar in bij burgemeester en wethouders die aan de Gemeenteraad ter vaststelling voorleggen.

Artikel 20 Jaarverslag en rekening

De Commissie dient jaarlijks, conform de voorschriften welke gelden in het kader van de beleids- en beheerscyclus, het jaarverslag inclusief de rekening en voorzien van een accountantsverklaring in bij burgemeester en wethouders, die deze aan de Gemeenteraad ter vaststelling voorleggen.

Artikel 21

Burgemeester en wethouders zijn in het bijzonder belast met het toezicht op eventuele overschrijdingen van de bevoegdheden door de Commissie, hieronder begrepen het bewaken van de in de begroting van de sector Openbaar Onderwijs van de Dienst Onderwijs voor de betreffende scholen gegeven ramingen van inkomsten en uitgaven.

Artikel 22

Burgemeester en wethouders doen - waar nodig - verslag van de gedane overschrijdingen aan de Gemeenteraad met een voorstel tot het nemen van de naar hun oordeel geëigende maatregelen. Aan dit voorstel wordt het advies van de Commissie terzake toegevoegd.

Artikel 23

  • 1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om een lid van de Commissie, dat naar hun oordeel in ernstige mate afbreuk doet aan het functioneren van de Commissie, te schorsen.

  • 2. Een besluit tot schorsing als bedoeld in het eerste lid, wordt door burgemeester en wethouders tezamen met een advies omtrent de te nemen maatregel(en) onmiddellijk aan de Gemeenteraad voorgelegd.

  • 3. De Gemeenteraad beslist terzake eerst nadat het lid van de Commissie, dat op grond van het eerste lid van dit artikel is geschorst, en de Commissie zijn gehoord door een door de Gemeenteraad uit zijn midden aan te wijzen delegatie en nadat deze delegatie aan de Gemeenteraad hieromtrent heeft gerapporteerd.

Artikel 24

Artikel 24

Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van deze verordening, de commissie voor Economische Ontwikkeling, Onderwijs, Welzijn en Cultuur gehoord, nadere voorschriften geven.

HOOFDSTUK VIl Slotbepalingen

Artikel 25

  • 1. Een besluit tot wijziging van deze verordening wordt niet genomen alvorens de Commissie daaromtrent is gehoord.

  • 2. Een besluit tot wijziging, als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, treedt niet eerder in werking dan op de dag, volgend op de dag waarop het besluit door de Gemeenteraad is vastgesteld.

Artikel 26

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, besluiten burgemeester en wethouders, nadat zij hieromtrent de Commissie hebben gehoord.

Artikel 27

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening bestuurscommissie primair onderwijs Utrecht 1995.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 augustus 1995.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de Raad gehouden op 14 september 1995
De secretaris, De burgemeester,
drs A. Vermeulen mr I.W. Opstelten

Afkondiging is geschied op 27 september 1995. De verordening is in werking getreden op 1 augustus 1995.