Regeling vervallen per 01-06-2011

Besluit eigen bijdragen en financiële tegemoetkomingen

Geldend van 01-01-2004 t/m 31-05-2011

Intitulé

Besluit eigen bijdragen en financiële tegemoetkomingen

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

Besluiteigenbijdragenenfinanciëletegemoetkomingen

(besluit van burgemeester en wethouders van 28 oktober 2003)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, gelet op artikel 8.1, derde lid van de Verordening voorzieningen gehandicapten 2004 (Gemeenteblad van Utrecht 2003, nr. 36))

besluit vast te stellen de volgende:

BESLUIT eigen bijdragen en financiële tegemoetkomingen

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen.

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

De begripsbepalingen van de Verordening voorzieningen gehandicapten

Utrecht zijn op dit besluit van toepassing.

Artikel 1.2 Berekening van het inkomen

Als inkomen geldt het bruto-inkomen voorafgaand aan het jaar van de aan- vraag.

Indien het bruto-inkomen in het jaar van de aanvraag naar verwachting onder of boven de door de van toepassing zijnde inkomensgrens zal komen, dan zal dit gewijzigde inkomen het recht op toekenning mede bepalen.

Een overzicht van norminkomens staat op inlegvel 1.

Er wordt van een inlegvel gebruik gemaakt omdat de norminkomens twee maal per jaar

wijzigen.

Als er sprake is van inkomsten uit winst van onderneming, dient ter vaststel- ling van het inkomen een kopie van de volgende stukken worden overlegd:

  • 1.

    de aangifte inkomstenbelasting van het jaar voorafgaande aan het jaar van de aanvraag;

  • 2.

    de jaarrekening (winst- en verliesrekening);

  • 3.

    balans en toelichting.

Hoofdstuk 2. Woonvoorzieningen.

Artikel 2.1 Beperkingen

Voor woonvoorzieningen, waarvan de kosten in totaal minder dan EUR 25,00

bedragen, wordt geen financiële tegemoetkoming verleend.

Artikel 2.2 Verhuis- en herinrichtingskosten.

  • 1a.

    De financiële tegemoetkoming voor verhuis- en herinrichtingskosten voor de gehandicapte bedraagt EUR 2.950,00 per huishouding.

  • 1b.

    De financiële tegemoetkoming voor verhuis- en herinrichtingskosten voor de persoon die ten behoeve van een gehandicapte verhuist bedraagt EUR 3.400,00 per huishouding.

Artikel 2.3 Woningaanpassing.

2.3.1 De financiële tegemoetkoming in de kosten van woningaanpassing is gelijk aan de goedgekeurde kosten van de voorziening en wordt aan de eigenaar van de woning uitbetaald.

2.3.2 Een financiële tegemoetkoming wordt gegeven voor de volgende kos- ten:

  • a.

    de aanneemsom (hierin begrepen de loon- en materiaalkosten) voor het treffen van de voorziening. Indien de voorziening in zelf- werkzaamheid wordt getroffen, vervalt de post loonkosten en wor- den alleen de materiaalkosten vergoed;

  • b.

    de risicoverrekening van loon- en materiaalkosten, met inachtne- ming van de Risico Regeling Woning- en utiliteitsbouw 1991. Indien de voorziening in zelfwerkzaamheid wordt getroffen, vervalt de post loonkosten en worden alleen de materiaalkosten vergoed;

  • c.

    het architectenhonorarium tot ten hoogste 12% van de aanneem- som met dien verstande dat dit niet hoger is dan het maximale honorarium als bepaald in de Standaardvoorwaarden Rechtsverhoudingen tussen opdrachtgevers en architecten (SR

1997). Alleen in die gevallen waarin het noodzakelijk is dat een architect voor de woningaanpassing moet worden ingeschakeld worden deze kosten vergoed. Het betreft dan veelal ingrijpende woningaanpassingen;

d.de kosten voor toezicht op de uitvoering, indien dit noodzakelijk is

(bijvoorbeeld bij nieuwbouw of uitbreiding), tot een maximum van

2% van de aanneemsom;

  • e.

    de leges voor de bouwvergunning, voor zover de bouwvergunning betrekking heeft op het treffen van de voorzieningen;

  • f.

    de verschuldigde en niet verrekenbare of terugvorderbare omzet- belasting;

  • g.

    het renteverlies, in verband met het verrichten van noodzakelijke betalingen aan derden voordat de bijdrage is uitbetaald, voor zover deze verband houden met het treffen van voorzieningen;

  • h.

    de prijs van bouwrijpe grond, indien noodzakelijk als niet binnen het oorspronkelijke kavel gebouwd kan worden;

  • i.

    de door burgemeester en wethouders (schriftelijk) goedgekeurde kostenverhogingen, die ten tijde van de raming van de kosten redelijkerwijs niet konden worden voorzien;

  • j.

    de kosten in verband met noodzakelijk technisch onderzoek en adviezen met betrekking tot het verrichten van de aanpassing;

  • k.

    de kosten van (her)aansluiting op de openbare nutsvoorziening;

  • l.

    om voor een vergoeding van de administratiekosten in aanmerking te komen, die de verhuurder of beheerder maakt voor het treffen van een voorziening voor de gehandicapte, geldt een bodembe- drag van EUR 925,00 voor de bruto-aanneemsom incl. BTW.

De vergoeding van de administratiekosten bedraagt 10% van de aan- neemsom excl. BTW, met een maximum van EUR 350,00.

Artikel 2.4 Aanpassingen aan gemeenschappelijke ruimten

Een financiële tegemoetkoming wordt verleend voor het treffen van de vol- gende voorzieningen aan een gemeenschappelijke ruimte indien deze ruimte zonder die aanpassing voor de gehandicapte ontoegankelijk blijft:

  • a.

    het verbreden van de toegangsdeuren;

  • b.

    het aanbrengen van elektrische deuropeners;

  • c.

    de aanleg van een hellingbaan vanaf de openbare weg naar de toegang van het gebouw (mits de woningen in het woongebouw te bereiken zijn met een rolstoel);

  • d.

    drempelhulpen of vlonders;

  • e.

    het aanbrengen van een extra trapleuning bij een portiekwoning;

  • f.

    het aanleggen van een opstelplaats voor een rolstoel bij de toegangs- deur van het woongebouw.

Artikel 2.5 Woonvoorzieningen van niet-bouwkundige en niet-woontech- nische aard.

  • 1.

    De financiële tegemoetkoming in de kosten van losse woonvoorzienin- gen is gelijk aan de door burgemeester en wethouders goedgekeurde kosten van de voorziening.

  • 2.

    A. De financiële tegemoetkoming in de kosten van woningsanering bedraagt EUR 1.159,00

    • B.

      De financiële tegemoetkoming in de koste van woningsanering voor een één-kamer woning bedraagt EUR 869,00

  • 3.

    A. De financiële tegemoetkoming in de kosten van rolstoelvloerbedek- king bedraagt EUR 1.159,00.

    • B.

      De financiële tegemoetkoming in de kosten van rolstoelvloerbedek- king voor een één-kamer woning bedraagt EUR 869,00.

Artikel 2.6 Onderhoud en reparatie van woonvoorzieningen.

1.Alleen de werkelijk gemaakte kosten van reparatie en onderhoud aan

de onderstaande voorzieningen komen in aanmerking voor een financië- le tegemoetkoming.

  • a.

    stoelliften;

  • b.

    rolstoel- of sta-plateauliften;

  • c.

    woonhuisliften; d. hefplateauliften; e. balansliften;

  • f.

    tilliften;

  • g.

    de mechanische inrichting voor het verstellen van een in hoogte verstelbaar keukenblok, bad of wastafel;

  • h.

    elektrisch bedieningsmechanisme van deuren.

    • 2.

      De kosten voor onderhoud van diverse soorten liften in woningen en trappenhuizen worden door de Wvg vergoed volgens onderstaande tabel:

onderhoud van frequentie periodiek onderhoud stoelliften 1 x per jaar

rolstoel-plateauliften 1 x per jaar sta-plateauliften 1 x per jaar woonhuisliften 2 x per jaar hefplateauliften 2 x per jaar balansliften 1 x per jaar tilliften 1 x per jaar

Artikel 2.7 Huurderving

De financiële tegemoetkoming voor huurderving is afhankelijk van de kale huur van de woonruimte, met een maximum dat gelijk is aan de maximum- huur (kale huur) die van toepassing is voor de berekening van de huursubsi- die.

Artikel 2.8 Tijdelijke huisvesting

  • 1.

    De financiële tegemoetkoming voor tijdelijke huisvesting in het geval er sprake is van zelfstandige woonruimte is afhankelijk van de werkelijk gemaakte kosten met een maximum dat gelijk is aan de maximumhuur die van toepassing is voor berekening van de huursubsidie.

  • 2.

    De financiële tegemoetkoming voor tijdelijke huisvesting in het geval er sprake is van onzelfstandige woonruimte is afhankelijk van de werkelijk gemaakte kosten met een maximum van EUR 300,00 per maand.

Artikel 2.9 Rolstoelwoningen

  • 1.

    De financiële tegemoetkoming in de kosten van de bouw van een rol- stoelwoning wordt verleend voor de volgende onderdelen:

    • a.

      verruimingskosten indien er sprake is van volumevergroting van de rolstoelwoning;

    • b.

      kosten met betrekking tot specifiek aanpassen van de rolstoelwo- ning;

    • c.

      het architectenhonorarium voor het deel van de volumevergroting. Dit wordt op dezelfde wijze berekend als dat voor het gehele bouw- project;

    • d.

      kosten van toezicht. Dit wordt op dezelfde wijze berekend als voor het gehele bouwproject.

  • 2.

    De financiële tegemoetkoming is gelijk aan de door Burgemeester en

Wethouders goedgekeurde kosten van de voorziening.

3.De financiële tegemoetkoming wordt slechts verleend indien voldaan is aan de nadere regels met betrekking tot de bouw en subsidiëring van rolstoelwoningen. Deze zijn vermeld in de brochure "Rolstoelwoningen, gemeentelijke randvoorwaarden voor rolstoelwoningen bij nieuwbouw

(1998)". Verder moet voldaan zijn aan de overige aanwijzingen die de gemeente stelt met betrekking tot de betreffende rolstoelwoning(en).

Hoofdstuk 3. Vervoersvoorzieningen.

De financiële tegemoetkomingen in de vervoerskosten en de verstrekkingen van voorzieningen die daaraan verwant zijn, zijn weergegeven op inlegvel 2 dat bij dit Besluit eigen bijdragen en financiële tegemoetkomingen is gevoegd.

Het betreft:

  • -

    algemene vervoerskosten;

  • -

    algemene vervoerskosten voor kinderen van 4 tot 12 jaar;

  • -

    algemene vervoerskosten voor kinderen van 12 tot 18 jaar;

  • -

    rolstoeltaxi;

  • -

    rolstoeltaxi voor kinderen van 4 tot 12 jaar;

  • -

    rolstoeltaxi voor kinderen van 12 tot 18 jaar;

  • -

    begeleidingskosten;

  • -

    bruikleenauto;

  • -

    gesloten buitenwagen;

  • -

    rijlessen;

  • -

    aanleg van een invalideparkeerplaats;

  • -

    lager vaststellen van een tegemoetkoming;

  • -

    oplaadkosten voor accu's van scootermobielen en elektrische rolstoelen;

  • -

    kosten voor aanpassing van een autostoel;

  • -

    autokosten en auto-aanpassingskosten.

Er wordt van een inlegvel gebruik gemaakt omdat de bedragen voor de finan- ciële tegemoetkomingen in de vervoerskosten regelmatig kunnen wijzigen in verband met indexering.

Hoofdstuk 4. Rolstoelvoorzieningen.

Artikel 4.1. Sportrolstoel

De financiële tegemoetkoming voor een sportrolstoel bedraagt EUR 3.000,00. Dit bedrag is inclusief

EUR 500,00 voor onderhoud en reparatie, eveneens voor een periode van drie jaar.

Artikel 4.2. Oplaadkosten van accu's van rolstoelen

De financiële tegemoetkoming bedraagt EUR 96,00 per jaar.

Hoofdstuk 5. Persoonsgebonden budget

Na indicatiestelling wordt een programma van eisen opgesteld. Aan de hand van het programma van eisen, opgesteld door een door de gemeente aange- wezen adviseur, stelt de gemeente de hoogte van het budget vast. Het budget is afgeleid van de door de gemeente gehanteerde lijst van voorzieningen, genoemd in het Voorkeurspakket, met het gemiddeld genoemde bedrag als maximum.

Hoofdstuk 6. Cliëntenraad Wvg

Jaarlijks wordt een bedrag van EUR 2.500,00 beschikbaar gesteld.

Hoofdstuk 7. Slotbepalingen

Artikel 7.1 In werking treden

  • 1.

    Dit Besluit vervangt het Besluit van 1 januari 2002.

  • 2.

    Dit Besluit treedt in werking per 1 januari 2004.

Artikel 7.2 Citeertitel

Dit Besluit wordt aangehaald als: Besluit eigen bijdragen en financiële tege- moetkomingen.

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders in zijn vergadering van 28 oktober 2003.

De secretaris, De burgemeester,

Drs. M.J.C. Heeremans Mr. A.H. Brouwer-Korf

Bekendmaking heeft plaatsgevonden op 12 november 2003

Dit besluit is in werking getreden op 1 januari 2004

1

BIJLAGE BEHOREND BIJ GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2003, NR. 42

Algemene toelichting

Dit besluit geeft een regeling voor de aanspraken, die de gehandicapte kan maken met betrekking tot de gevraagde voorziening.

De voorzieningen worden in drie hoofdvormen gegeven:

  • -

    verstrekking van de voorziening in natura;

  • -

    verstrekking van een persoonsgebonden budget voor de aanschaf van een voorziening ;

  • -

    verstrekking van een financiële tegemoetkoming in de kosten van een voorziening.

In een groot aantal gevallen worden forfaitaire bedragen genoemd. In een aantal gevallen, bijvoorbeeld artikel 2.4, is het niet mogelijk om met forfaitaire bedragen te werken. In die gevallen is volstaan met de bepaling dat de tege- moetkoming gelijk is aan de goedgekeurde kosten van de voorziening. De noodzakelijke kosten van de voorziening worden in dat geval, als de voorzie- ning ook adequaat is voor de belanghebbende, betaald.

Aan dit besluit ligt het uitgangspunt ten grondslag, dat voorzieningen voor iedereen, ook in financiële zin, bereikbaar moeten zijn en dat de voorzienin- gen het zelfstandig functioneren van de gehandicapte zoveel mogelijk bevor- deren.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1.2. Beperkingen

Woonvoorzieningen worden niet verstrekt, wanneer de kosten lager zijn dan het genoemde bedrag.

Dit is een administratieve drempel.

Artikel 1.3. Berekenen van het inkomen

Verificatie vindt plaats op basis van de door de werkgever of uitkeringsinstan- tie verstrekte jaaropgave van de gehandicapte en zijn echtgenoot of partner.

Artikel 2.1. Verhuis- en inrichtingskosten

Combinatie van de in dit artikel genoemde bedragen is niet mogelijk.

Artikel 3.1. tot en met 3.3. Algemene vervoerskosten

Bij de bepaling van de hoogte van de financiële tegemoetkoming in de kosten van de eigen auto, taxi of vervoer door derden wordt er in principe van uitge- gaan, dat de gehandicapten, die van deze voorziening gebruik kunnen maken, ook in staat zijn gebruik te maken van het aanvullend openbaar vervoer. De gemeente Utrecht legt het primaat bij het aanvullend openbaar vervoer.

Wanneer de gehandicapte in staat is van het aanvullend openbaar vervoer gebruik te maken, wordt de financiële tegemoetkoming tezamen met de mogelijkheid van het aanvullend openbaar vervoer gebruik te maken, ade- quaat geacht. Degene, die gezien de aard van de handicap geen gebruik kan maken van het aanvullend openbaar vervoer kan in aanmerking komen voor een hogere vergoeding omdat de gehandicapte dan geacht wordt hogere kos- ten te maken.

Artikel 3.4. tot en met 3.6. Rolstoeltaxi

De rolstoeltaxi is een vervoersmiddel dat bij uitstek geschikt is voor de gehan- dicapte die rolstoelgebonden is. De aard en mate van de handicap is dan

vaak zodanig dat het opstaan uit een rolstoel praktisch onmogelijk is en geen transfers kunnen worden gemaakt.

Artikel 3.7. Begeleidingskosten

De gemeente kan een financiële tegemoetkoming verlenen voor de kosten die een begeleider moet maken om van zijn of haar huisadres naar het huis- adres van de gehandicapte te komen, zodat hij of zij de gehandicapte kan begeleiden, indien de gehandicapte niet zelfstandig gebruik kan maken van het aanvullend openbaar vervoer.

Artikel 3.12, eerste lid: Lager vaststellen van de tegemoetkoming:

De persoonlijke situatie van de belanghebbende maakt het soms mogelijk de tegemoetkoming te verlagen omdat de gemeente de meest adequate voorzie- ning verstrekt.

Heel duidelijk kan dit geïllustreerd worden met het voorbeeld van kinderen die nog geen zelfstandige vervoersbehoefte hebben. De vervoersbehoefte van kinderen is doorgaans lager dan die van volwassenen. De ouders kunnen hen, afhankelijk van de leeftijd of de aard van de handicap, vaak meenemen zon- der dat er een speciale voorziening hoeft te worden getroffen.

Artikel 3.12, tweede lid: Lager vaststellen van de tegemoetkoming:

Als gehuwd wordt mede aangemerkt de ongehuwde die met een ander een gezamenlijke huishouding voert, tenzij het een bloedverwant betreft uit de eerste graad. Van een gezamenlijk huishouden is sprake indien twee perso- nen hun hoofdverblijf in dezelfde woning hebben en zij voor elkaar zorgen door middel van het leveren van een bijdrage in de kosten van de huishou- ding dan wel anderszins. Deze definitie wordt gebruikt in zowel de Algemene bijstandswet als de Wet voorzieningen gehandicapten.

Artikel 5. Kindervoorzieningen

Kinderen hebben specifieke wensen en problemen. In de situatie van kinde- ren verandert veel en vrij frequent. In het algemeen kan worden gesteld dat de tegemoetkoming gelijk is aan de goedgekeurde kosten van de voorziening.

Verstrekkingen vinden plaats in natura of in de vorm van een persoonsgebon- den budget.

INLEGVEL 2 BEHORENDE BIJ GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2003, NR. 42

Hoofdstuk 3. Tegemoetkomingen in de vervoersvoorzieningen

Artikel 3.1. Algemene vervoerskosten.

De financiële tegemoetkoming bedraagt:

  • 1.

    EUR 822,00 per jaar voor taxikosten, kosten van de eigen auto of ver- voer door derden, indien gebruik gemaakt kan worden van het aanvul- lend openbaar vervoer (A.O.V.).

  • 2.

    EUR 1.200,00 per jaar voor taxikosten, kosten van de eigen auto of ver- voer door derden, indien geen gebruik gemaakt kan worden van het aanvullend openbaar vervoer. (A.O.V.).

Artikel 3.2. Algemene vervoerskosten voor kinderen van 4 tot 12 jaar.

De financiële tegemoetkoming voor kinderen bedraagt:

  • 1.

    EUR 420,00 per jaar voor taxikosten, kosten van de eigen auto of ver- voer door derden, indien gebruik gemaakt kan worden van het aanvul- lend openbaar vervoer (A.O.V.);

  • 2.

    EUR 600,00 per jaar voor taxikosten, kosten van de eigen auto of ver- voer door derden, indien geen gebruik gemaakt kan worden van het aanvullend openbaar vervoer (A.O.V.).

Artikel 3.3 Algemene vervoerskosten voor kinderen van 12 tot 18 jaar.

De financiële tegemoetkoming voor kinderen bedraagt:

  • 1.

    EUR 624,00 per jaar voor taxikosten, kosten van de eigen auto of ver- voer door derden, indien gebruik gemaakt kan worden van het aanvul- lend openbaar vervoer (A.O.V.).;

  • 2.

    EUR 906,00 per jaar voor taxikosten, kosten van de eigen auto of ver- voer door derden, indien geen gebruik gemaakt kan worden van het aanvullend openbaar vervoer (A.O.V.).

Artikel 3.4 Rolstoeltaxi

  • 1.

    Een financiële tegemoetkoming in de kosten van een rolstoeltaxi wordt verleend aan de gehandicapte die rolstoelgebonden is.

  • 2.

    De financiële tegemoetkoming in de kosten van een rolstoeltaxi bedraagt:

    • a.

      EUR 1.368,00 per jaar, indien gebruik gemaakt kan worden van het aanvullend openbaar vervoer (A.O.V.);

    • b.

      EUR 1.800,00 per jaar, indien geen gebruik gemaakt kan worden van het aanvullend openbaar vervoer (A.O.V.).

Artikel 3.5 Rolstoeltaxi voor kinderen van 4 tot 12 jaar

  • 1.

    Een financiële tegemoetkoming in de kosten van een rolstoeltaxi wordt verleend aan de gehandicapte die rolstoelgebonden is.

  • 2.

    De financiële tegemoetkoming in de kosten van een rolstoeltaxi bedraagt:

    • a.

      EUR 684,00 per jaar, indien gebruik gemaakt kan worden van het aanvullend openbaar vervoer

    • b.

      EUR 906,00 per jaar, indien geen gebruik gemaakt kan worden van het aanvullend openbaar vervoer (A.O.V.)

Artikel 3.6 Rolstoeltaxi voor kinderen van 12 tot 18 jaar

  • 1.

    Een financiële tegemoetkoming in de kosten van een rolstoeltaxi wordt verleend aan de gehandicapte die rolstoelgebonden is.

  • 2.

    De financiële tegemoetkoming in de kosten van een rolstoeltaxi bedraagt:

    • a.

      EUR 1.026,00 per jaar, indien gebruik gemaakt kan worden van het aanvullend openbaar vervoer (A.O.V.).;

    • b.

      EUR 1.356,00 per jaar, indien geen gebruik gemaakt kan worden van het aanvullend openbaar vervoer (A.O.V.),

Artikel 3.7. Begeleidingskosten

De financiële tegemoetkoming in de begeleidingskosten van de gehandicapte bedraagt EUR 276,00

per jaar.

Artikel 3.8. Bruikleenauto

De financiële tegemoetkoming in de kosten van gebruik van een bruikleen- auto bedraagt EUR 474,00

per jaar.

Artikel 3.9. Gesloten buitenwagen

De financiële tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een gesloten buitenwagen/Canta bedraagt EUR 192,00 per jaar.

Artikel 3.10 Rijlessen

De financiële tegemoetkomingen in de meerkosten van rijlessen is gelijk aan de goedgekeurde meerkosten, zoals omschreven in de Nota Uitvoering Wvg.

Artikel 3.11. Aanleg van een invalidenparkeerplaats

De financiële tegemoetkoming in de kosten van de aanleg van een invaliden- parkeerplaats is gelijk aan de goedgekeurde kosten van de voorziening, zoals omschreven in de Nota Uitvoeringsbeleid Wvg.

Artikel 3.12. Lager vaststellen van de tegemoetkoming

  • 1.

    De in dit hoofdstuk bedoelde financiële tegemoetkomingen kunnen op een lager bedrag worden vastgesteld dan de genoemde normbedragen indien de aard of ernst van de handicap, of de sociale omstandigheden, of de samenloop met andere voorzieningen ingevolge de Wet voorzie- ningen gehandicapten, of de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet daartoe aanleiding geven.

  • 2.

    Gehuwden/samenwonenden ontvangen, indien zij beide recht hebben op een voorziening als bedoeld in hoofdstuk 3 van dit besluit, ieder

75% van de vergoeding.

Artikel 3.13. Oplaadkosten voor accu's van scootermobielen

De financiële tegemoetkoming bedraagt EUR 96,00 per jaar.

Artikel 3.14. Kosten voor aanpassing van een autostoel

De financiële tegemoetkoming in de kosten van de aanpassing van een auto- stoel is gelijk aan de goedgekeurde kosten van de voorziening, zoals omschre- ven in de Nota uitvoeringsbeleid Wvg.

Artikel 3.15 Autokosten en auto-aanpassingskosten

  • 1.

    Bij een inkomen dat lager ligt dan de voor de Wvg gehanteerde inko- mensgrens is een auto niet algemeen gebruikelijk. Er kan een bruikleen- auto worden verstrekt.

  • 2.

    Bij een inkomen dat lager ligt dan de voor de Wvg gehanteerde inko- mensgrens kan een auto-aanpassing worden vergoed.