Regeling vervallen per 22-07-2009

Marktverordening Utrecht 1997

Geldend van 22-07-2009 t/m 21-07-2009

Intitulé

Marktverordening Utrecht 1997

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.markt:

de warenmarkt, welke krachtens besluit van burgemeester en wethouders op de daartoe in artikel 2 aangewezen plaatsen en dagen wordt gehouden;

b.marktterrein:

de gehele oppervlakte openbare of voor het publiek toegankelijke grond, welke bij besluit van burgemeester en wethouders voor het uitoefenen van de markthandel is aangewezen;

c.standplaats:

de op en voor de duur van een markt door of namens burgemeester en wethouders aangewezen ruimte voor het uitoefenen van de markthandel;

d.vaste standplaats:

een standplaats die tot wederopzegging beschikbaar wordt gesteld aan de vergunninghouder;

e.dagplaats:

een standplaats die per marktdag beschikbaar wordt gesteld aan de vergunninghouder;

f.standwerker:

de marktkoopman die publiek om zich heen verzamelt, een voor het publiek aansprekende uiteenzetting houdt over het door hem te verkopen artikel en tenslotte tracht een aantal personen gelijktijdig tot aankoop daarvan te bewegen;

g.standwerkersplaats:

een dagplaats bestemd voor het uitoefenen van handel op een wijze als bij standwerken geboden is;

h.vergunning- of standplaatshouder:

ieder die van burgemeester en wethouders een vergunning heeft gekregen om gedurende een markt een standplaats in te nemen;

i.marktmeester:

de door of vanwege burgemeester en wethouders daartoe benoemde bedrijfsleider van de groep Markten van de Dienst Stadsbeheer, of een door hem gemandateerde;

j.relatiepartner:

ieder die met een vergunninghouder duurzaam een gezamenlijke huishouding voert.

Artikel 2

De in artikel 1 sub a bedoelde markten worden als volgt gehouden:

1.voor de algemene warenmarkt:

Vredenburg woensdag

Vredenburg zaterdag

2.voor de wijkmarkt:

Smaragdplein dinsdag

Oppenheimplein woensdag

Zamenhofdreef donderdag

Van Starkenborghhof vrijdag

3.voor de bomen-, planten- en bloemenmarkt:

Janskerkhof zaterdag

4.voor de planten- en bloemenmarkt:

Oudegracht Westzijde zaterdag

tussen Zakkendragerssteeg en de Bakkerbrug

en op de Bakkerbrug aan twee zijden

5.voor de tweedehands goederenmarkt:

Jacobskerkhof zaterdag

6.voor de manufacturenmarkt:

Breedstraat zaterdag

7.voor de kerstbomenmarkt:

Janskerkhof werkdagen en koopzondagen in de periode van 8 tot en met 24 december

Artikel 3

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen, indien dringende redenen of bijzondere omstandigheden daartoe noodzaken, tijdelijk een andere plaats voor het houden van de markt aanwijzen, een vervangende marktdag vaststellen of één of meerdere markten geheel of gedeeltelijk afgelasten.

  • 2.

    Zij brengen hun besluit dienaangaande ter kennis van belanghebbenden; van dit besluit wordt openbaar kennis gegeven.

Artikel 4

  • 1.

    Burgemeester en wethouders bepalen ten aanzien van de markt:

    • a.

      de openingstijden;

    • b.

      de tijden van het opbouwen en afbreken;

    • c.

      het aantal standplaatsen;

    • d.

      de afmeting van de standplaatsen;

    • e.

      de opstelling en indeling en

    • f.

      de standplaatsen die uitsluitend bestemd zijn voor standwerken;

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen ten aanzien van de markt bepalen:

    • a.

      welke gedeelten bestemd zijn voor het verhandelen van bepaalde artikelen;

    • b.

      welke gedeelten bestemd zijn voor het plaatsen van verkoopwagens;

  • 3.

    Burgemeester en wethouders stellen een lijst van toe te laten artikelengroepen voor een markt vast.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders stellen de omvang van het aantal standplaatsen per artikelengroep vast.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders kunnen, ingeval van bijzondere omstandigheden, afwijken van de afmeting zoals bedoeld in het eerste lid onder d.

Artikel 5

  • 1.

    Het is verboden, zonder vergunning van burgemeester en wethouders, op een marktterrein ruimte in te nemen:

    • a.

      tijdens de markttijd:

    • b.

      twee uren voor de markttijd;

    • c.

      één uur na de markttijd.

  • 2.

    Een vergunning, zoals bedoeld in het eerste lid, kan worden verleend voor een vaste standplaats, een dagplaats of een standwerkersplaats.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan een vergunning zoals bedoeld in het eerste lid onder meer voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van:

    • a.

      het goed functioneren van de markt;

    • b.

      de openbare orde;

    • c.

      de veiligheid;

d het verkeer;

e.de volksgezondheid.

Artikel 6

  • 1.

    Een vergunning, zoals bedoeld in artikel 5, wordt uitsluitend verstrekt aan natuurlijke personen, is persoonsgebonden en niet overdraagbaar.

  • 2.

    De standplaats dient persoonlijk door de vergunninghouder te worden ingenomen; het is verboden de standplaats aan een ander af te staan of in gebruik te geven.

  • 3.

    De vergunninghouder kan zich op de standplaats doen bijstaan; de vergunninghouder doet, desgevraagd door de marktmeester, een schriftelijke opgave van naam en adres van diegenen die hem bijstaan.

Artikel 7

Burgemeester en wethouders stellen nadere regels omtrent:

  • a.

    bepalingen van orde op en nabij het marktterrein;

  • b.

    het gebruik van het marktterrein;

  • c.

    de stroomvoorziening;

  • d.

    de op het marktterrein aanwezige of te verhandelen artikelen;

  • e.

    vervanging bij vakantie en ziekte van vergunninghouders van vaste standplaatsen.

Artikel 8

1.Diegene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient zich tegenover de marktmeester te kunnen legitimeren door middel van een geldig paspoort, een rijbewijs of een gemeentelijk identiteitsbewijs.

2 Eén van de identiteitsbewijzen, zoals genoemd in het eerste lid, dient op aanvraag van de marktmeester terstond te worden getoond.

  • 3.

    De marktmeester kan op het marktterrein aanwijzingen geven.

  • 4.

    De aanwijzingen, zoals bedoeld in het derde lid, dienen terstond te worden opgevolgd.

Hoofdstuk 2. Vaste standplaatsen

Het aanvragen, verlenen, weigeren en intrekken van een vergunning

Artikel 9

Onverminderd het bepaalde in artikel 4:2 van de Algemene Wet Bestuursrecht verstrekt de aanvrager bij zijn vergunningaanvraag de volgende gegevens of bescheiden:

  • a.

    een kopie van geldig paspoort, rijbewijs of een gemeentelijke identiteitsbewijs;

  • b.

    een uittreksel uit het bevolkingsregister;

  • c.

    een pasfoto;

  • d.

    een kopie van een bewijs van inschrijving bij de belastingdienst, waaruit blijkt dat de aanvrager verplicht is tot het afdragen van BTW;

  • e.

    een kopie van een polis van een afgesloten aansprakelijkheidsverzekering, waaruit een afdoende dekking blijkt ter zake van wettelijke aansprakelijkheid ten opzichte van derden uit hoofde van het gebruik van de standplaats op de markt, zulks ter beoordeling van burgemeester en wethouders;

  • f.

    een bewijs van jaarlijkse premiebetaling voor een verzekering, zoals bedoeld onder e.;

  • g.

    een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel en

  • h.

    een bewijs dat voldaan is aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitvoering en bedrijfsorganisatie, dan wel een bewijs dat de aanvrager als bedrijfsleider van een rechtspersoon die heeft voldaan aan alle verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie, persoonlijk voldoet aan de eisen ter verkrijging van een vestigingsvergunning als bedoeld in de Vestigingswet Bedrijven.

Artikel 10

  • 1.

    Burgemeester en wethouders verlenen vergunning als volgt:

    • a.

      eerst aan de relatiepartner of kind van een voormalige vergunninghouder die voldoet aan de elementen van artikel 12, vierde lid;

    • b.

      dan aan bestaande vergunninghouders van vaste standplaatsen die bij burgemeester en wethouders een aanvraag hebben ingediend voor een andere standplaats, zulks in volgorde van hun aanvraag;

    • c.

      voorts in volgorde van inschrijving op de wachtlijst, van betreffende artikelengroep, zoals bedoeld in artikel 13.

  • 2.

    Bij vergunningverlening zoals omschreven in het eerste lid onder c. wordt rekening gehouden met de door burgemeester en wethouders vastgestelde omvang van het aantal standplaatsen per artikelengroep.

Artikel 11

Een vergunning wordt geweigerd indien:

  • a.

    het maximum aantal vergunningen voor betreffende artikelengroep reeds is verleend;

  • b.

    de aanvrager niet handelingsbekwaam is;

  • c.

    de aanvrager de in artikel 9 bedoelde gegevens niet heeft verstrekt;

  • d.

    de aanvrager geen natuurlijke persoon is.

Artikel 12

  • 1.

    De vergunning wordt ingetrokken, indien:

    • a.

      ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      de aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen, zoals bedoeld in artikel 5, derde lid, niet worden nagekomen;

    • c.

      de vergunninghouder de bescheiden, zoals bedoeld in artikel 9 onder f., g. en h. niet meer kan overleggen;

    • d.

      van de vergunning geen gebruik wordt gemaakt gedurende drie achtereenvolgende marktdagen of op vier marktdagen binnen een periode van dertien weken geen gebruik is gemaakt, tenzij de afwezigheid is veroorzaakt door ziekte of vakantie;

    • e.

      wegens ziekte gedurende een periode van twee jaren van de vergunning nagenoeg geen of geen persoonlijk gebruik is gemaakt;

    • f.

      de vergunninghouder daarom verzoekt;

    • g.

      de vergunninghouder overlijdt.

  • 2.

    De vergunning kan worden ingetrokken, indien:

    • a.

      in strijd wordt gehandeld met artikel 6, tweede lid;

    • b.

      in strijd wordt gehandeld met de nadere regelen, zoals bedoeld in artikel 7;

    • c.

      de aanwijzingen, zoals bedoeld in artikel 8, derde lid, niet terstond worden opgevolgd.

  • 3.

    Indien de vergunning wordt ingetrokken op basis van de intrekkingsgronden, zoals genoemd in het tweede lid, kunnen burgemeester en wethouders besluiten dat de intrekking een tijdelijke werking heeft.

  • 4.

    Indien de vergunning wordt ingetrokken ingevolge sub e. of g. van het eerste lid, wordt op diens verzoek aan de relatiepartner of kind van betreffende voormalige vergunninghouder vergunning verleend, indien deze gedurende tenminste een aaneengesloten periode van twee jaren op de standplaats heeft meegewerkt en de gegevens en bescheiden van artikel 9 heeft overgelegd.

Hoofdstuk 3. De wachtlijst

Het plaatsen op een wachtlijst en het vervallen van een plaats op een wachtlijst

Artikel 13

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen een wachtlijst per artikelengroep vast.

  • 2.

    Indien een aanvraag op grond van artikel 11 onder a. wordt geweigerd, kan een aanvrager bij burgemeester en wethouders een verzoek indienen om op de wachtlijst voor een bepaalde artikelengroep te worden geplaatst.

  • 4.

    Op de wachtlijst wordt door burgemeester en wethouders uitsluitend die aanvrager geplaatst die handelingsbekwaam is en de in artikel 9 bedoelde gegevens of bescheiden heeft verstrekt.

  • 5.

    De datum van het ingekomen verzoek bepaalt de volgorde op de betreffende wachtlijst.

  • 6.

    De aanvrager ontvangt een schriftelijk bewijs van plaatsing op de wachtlijst.

Artikel 14

  • 1.

    De plaatsing op de wachtlijst vervalt indien:

    • a.

      burgemeester en wethouders aan de aanvrager vergunning verlenen voor een vaste standplaats;

    • b.

      een door burgemeester en wethouders aangeboden vaste standplaats door de aanvrager is geweigerd;

    • c.

      de aanvrager te kennen geeft in een andere artikelengroep te gaan

      handelen;

    • d.

      de aanvrager zich minder dan éénmaal per drie weken bij de marktmeester heeft aangemeld om te trachten een dagplaats te verkrijgen, tenzij het niet aanmelden het gevolg is van ziekte of vakantie;

    • e.

      de aanvrager hierom schriftelijk verzoekt;

    • f.

      de aanvrager is overleden.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat voor de aanvragers, geplaatst op de wachtlijst van een bepaalde artikelengroep, het bepaalde in het eerste lid onder d. niet geldt.

  • 3.

    De aanvragers, zoals bedoeld in het tweede lid, dienen jaarlijks burgemeester en wethouders schriftelijk te berichten dat zij wensen op de wachtlijst geplaatst te blijven; indien dit niet voor een door burgemeester en wethouders te bepalen datum geschiedt, vervalt de plaatsing op de wachtlijst.

Hoofdstuk 4. Dagplaatsen

Het aanvragen, verlenen en intrekken van dagplaatsvergunningen

Artikel 15

  • 1.

    Burgemeester en wethouders verlenen, voor standplaatsen waar geen vergunning voor een vaste standplaats of standwerkersplaats is verleend en voor niet ingenomen vaste standplaatsen, vergunningen voor een dagplaats.

  • 2.

    Een vergunning voor een dagplaats wordt per dag verleend.

  • 3.

    De aanvrager van een vergunning voor een dagplaats dient op de wachtlijst, zoals bedoeld in artikel 13, van de betreffende artikelengroep te zijn geplaatst.

Artikel 16

  • 1.

    Teneinde een dagplaatsvergunning te verkrijgen dienen aanvragers zich voor de aanvang van de markt te melden bij de marktmeester op het betreffende marktterrein.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders verlenen dagplaatsvergunningen op volgorde van de wachtlijst van betreffende artikelengroep.

  • 3.

    Bij het verlenen van vergunningen voor dagplaatsen wordt rekening gehouden met de door burgemeester en wethouders vastgestelde omvang van het aantal standplaatsen per artikelengroep.

Artikel 17

Een dagplaatsvergunning kan door burgemeester en wethouders worden ingetrokken, indien:

  • a.

    de aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen, zoals bedoeld in artikel 5, derde lid, niet zijn of worden nagekomen;

  • b.

    in strijd wordt gehandeld met het bepaalde in artikel 6, tweede lid.

  • c.

    in strijd wordt gehandeld met de nadere regelen, zoals bedoeld in artikel 7 onder a. tot en met d;

  • d.

    de aanwijzingen, zoals bedoeld in artikel 8, derde lid, niet terstond worden opgevolgd.

Hoofdstuk 5. Standwerkersplaatsen

Het standwerkersregister, het reserveren van standwerkersplaatsen en het verlenen van standwerkersplaatsvergunningen

Artikel 18

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen een standwerkersregister vast.

  • 2.

    Teneinde een vergunning voor een standwerkersplaats te verkrijgen dient de aanvrager:

    • a.

      door burgemeester en wethouders te zijn geregistreerd in het standwerkersregister;

    • b.

      zich voor een standwerkersplaats telefonisch aan te melden tussen 10.00 uur en 12.00 uur op de eerste maandag van de maand voor de daaropvolgende maand onder opgave van het standwerkersartikel.

  • 3.

    Indien de eerste maandag van de maand valt op een nationale- of (officiële) christelijke feestdag schuift de dag van de aanmelding op met één week.

  • 4.

    Om voor registratie in het standwerkersregister van de gemeente Utrecht in aanmerking te komen dient de aanvrager handelingsbekwaam te zijn, de in artikel 9 genoemde bescheiden te hebben overgelegd en geregistreerd te staan als standwerker bij het Centraal Registratiekantoor Detailhandel Ambacht.

Artikel 19

  • 1.

    Burgemeester en wethouders verlenen een vergunning voor een standwerkersplaats voor één marktdag op een daartoe aangewezen standplaats.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen beperkingen stellen aan het aantal te verlenen vergunningen per artikelengroep.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat voor bepaalde artikelen of artikelengroepen geen vergunningen worden verleend.

Artikel 20

Burgemeester en wethouders verlenen de vergunning in volgorde van aanmelding.

Artikel 21

Burgemeester en wethouders verlenen aan meerdere aanvragers één gezamenlijke vergunning voor een standwerkersplaats, mits slechts één soort artikel ter verkoop wordt aangeboden.

Artikel 22

De vergunning voor een standwerkersplaats kan door burgemeester en wethouders worden ingetrokken, indien:

  • a.

    de aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen, zoals bedoeld in artikel 5 derde lid, niet zijn of worden nagekomen;

  • b.

    in strijd wordt gehandeld met het bepaalde in artikel 6, tweede lid.

  • c.

    in strijd wordt gehandeld met de nadere regelen, zoals bedoeld in artikel 7 a. tot en met d;

  • d.

    de aanwijzingen , zoals bedoeld in artikel 8, derde lid, niet terstond worden opgevolgd.

Hoofdstuk 6 Handhavings- en strafbepalingen

Artikel 23

  • 1.

    Degene die in strijd handelt met het bij of krachtens deze verordening bepaalde of:

    • a.

      zich aan wangedrag schuldig maakt;

    • b.

      de marktmeester in de uitoefening van zijn taak belemmert;

    • c.

      direct of indirect de orde op de markt verstoort of in gevaar brengt;

    • d.

      de op een hem toegewezen standwerkersplaats niet als standwerker actief is;

    • e.

      indien het marktgeld niet is voldaan,

een en ander ter beoordeling van burgemeester en wethouders, kan onverminderd het bepaal- de in de artikelen 12, tweede lid, 17 en 22, door burgemeester en wethouders gelast worden zich met zijn goederen of waren ogenblikkelijk van de markt te verwijderen.

2.Aan de last, bedoeld in het eerste lid dient terstond gevolg te worden gegeven.

Artikel 24

Overtreding van de artikelen 5, eerste lid, 6, tweede lid en de krachtens artikel 5, derde lid gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Hoofdstuk 7 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 25

  • 1.

    Tot één jaar na inwerkingtreding van deze verordening blijven de rechten welke kunnen worden ontleend aan de wachtlijst, zoals bedoeld in artikel 13 eerste lid, en het daarbij behorende toewijzingssysteem van artikel 15 tweede en derde lid van de Marktverordening Utrecht 1990 behouden.

  • 2.

    Op het moment van het verstrijken van de termijn, genoemd in het eerste lid, worden de personen die staan vermeld op de wachtlijst, als bedoeld in artikel 13 van de Marktverordening Utrecht 1990, in dezelfde volgorde boven aan de wachtlijst geplaatst, zoals bedoeld in artikel 13 van de Marktverordening Utrecht 1997; vanaf dat tijdstip gelden ook voor hen de bepalingen van deze verordening.

Artikel 26

Deze verordening kan worden aangehaald als: Marktverordening Utrecht 1997.

Artikel 27

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

  • 2.

    Op het moment van inwerkingtreding van deze verordening wordt de Marktverordening Utrecht 1990, vastgesteld bij raadsbesluit van 4 oktober 1990 (Gemeenteblad van Utrecht 1990, nr. 16), ingetrokken.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 2 oktober 1997

De secretaris, De burgemeester,

drs A. Vermeulen mr I.W. Opstelten

Publicatie is geschied op 22 oktober 1997.

De verordening is in werking getreden op 25 oktober 1997.