Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening op de heffing en invordering van Brug-, schut- en havengelden 2018 gemeente Utrecht

Geldend van 01-01-2018 t/m 31-12-2018

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van Brug-, schut- en havengelden 2018 gemeente Utrecht

De raad van de gemeente Utrecht;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 september 2017 met kenmerk 4497049

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

gezien het advies van de commissie Mens en Samenleving van 24 oktober 2017;

besluit vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van Brug-, schut- en havengelden 2018 gemeente Utrecht, met bijbehorende Tarieventabel 2018 en Diensturentabel 2018

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. vaartuig: elk drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebruikt dan wel

bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen of goederen of voor

het dragen of vervoeren van al dan niet met het drijvende lichaam één geheel

uitmakende voorwerpen;

b. meetbrief: het document als bedoeld in artikel 21 van de Binnenvaartwet;

c. ton: een massa van 1000 kilogram;

d. reis: een ononderbroken verblijf van een vaartuig binnen de grenzen van de gemeente

Utrecht alsmede een verplaatsing van een vaartuig, waarbij zowel het punt van

vertrek als het punt van aankomst binnen de grenzen van de gemeente Utrecht zijn

gelegen;

e. vrachtschip: een schip dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor het vervoer van goederen;

f. sleepboot: een schip dat blijkens bouw en inrichting is bestemd of wordt gebruikt voor het

slepen of duwen van andere schepen;

g. passagiersschip: een schip dat hoofdzakelijk wordt gebruikt en ingericht is voor het bedrijfsmatig vervoer van meer dan twaalf personen, de bemanning daaronder niet begrepen;

h. recreatievaartuig: een schip, gebruikt of bestemd voor recreatief gebruik danwel voor het

beoefenen van de watersport;

i. verhuurboot: vaartuig voor maximaal 12 personen, dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor bedrijfsmatige verhuur zonder bemanning, aan wisselende personen gedurende korte perioden

j. woonschip: een vaartuig dat aan romp en opbouw herkenbaar is als schip en dat hoofdzakelijk

wordt gebruikt voor of is bestemd tot woon- en nachtverblijf;

k. bedrijfsvaartuig: een schip gebruikt of bestemd als opslagruimte en/of voor de uitoefening van

enig beroep, anders dan het vervoer van goederen; onder schip wordt hiermee

verstaan een vaartuig dat feitelijk niet geschikt is om te worden gebruikt als middel tot verplaatsing te water;

l. laadvermogen: het in tonnen uitgedrukte verschil tussen de zoetwaterverplaatsing van een

vrachtschip bij de grootst toegelaten diepgang en die van het ledige schip;

m. capaciteit: het aantal personen, de bemanning daaronder niet begrepen, dat een

passagiersschip kan vervoeren;

n. haven: alle wateren binnen de gemeente die voor vaartuigen openstaan en bij de gemeente in beheer of eigendom zijn, loswallen, kaden en oevers daaronder begrepen;

o. diensturen: de in de bij deze verordening behorende diensturentabel vermelde tijden,

waarbinnen bruggen en de sluis worden bediend;

p. dag: een aaneengesloten tijdvak van 24 uren;

q. week: een aaneengesloten tijdvak van zeven dagen;

r. kwartjaar: een aaneengesloten tijdvak van 90 dagen;

s. jaar: een kalenderjaar;

t. overnachting: een verblijf in de haven tussen 18.00 uur en 8.00 uur daaropvolgend;

u. move: het plaatsen van een container op een vrachtschip dan wel het halen van

een container van een vrachtschip door middel van een containerkraan;

v. vrachtschip met green awardcertificaat: vrachtschip met milieukeur voor de binnenvaart

w. rondvaartboot: vaartuig dat is ingericht en hoofdzakelijk wordt gebruikt voor het bedrijfsmatige vervoer van maximaal twaalf personen, de bemanning daaronder niet begrepen.

x: emissieloos vaartuig: vaartuig dat alleen elektrisch of met spierkacht kan worden voortbewogen

Artikel 2 Belastbaar feit

1. Onder de naam bruggeld wordt een recht geheven voor het buiten diensturen openen van bruggen, die in beheer of onderhoud zijn bij de gemeente.

2. Onder de naam schutgeld wordt een recht geheven voor het gebruik van de sluis, die in beheer

of onderhoud is bij de gemeente.

3. Onder de naam havengeld wordt een recht geheven voor het gebruik van de haven voor:

a. het laden en lossen of overnachten van vrachtschepen;

b. het opnemen of uitlaten van passagiers door of het overnachten van passagiersschepen;

c. het innemen van een ligplaats met een verhuurboot,rondvaartboot, woonschip of recreatie-vaartuig;

d. het overnachten van overige vaartuigen.

Artikel 3 Belastingplicht

1. Belastingplichtig is naar omstandigheden beoordeeld de schipper, de reder, de eigenaar van het

vaartuig, de vergunninghouder, degene aan wie het vaartuig in gebruik is gegeven of degene die als vertegenwoordiger voor één van deze personen optreedt.

2. Tenzij het tegendeel blijkt, wordt met betrekking tot het havengeld bij voortgezet gebruik van

de haven voor de belastingplichtige gehouden, degene die de aangifte voor de onmiddellijk

voorafgaande periode heeft gedaan.

3 Belastingplichtig voor woonschepen is degene op wiens naam de ligplaatsvergunning is gesteld

Artikel 4 Ontstaan van de belastingschuld

1. Het bruggeld is verschuldigd bij aanvang van het openen van de brug.

2. Het schutgeld is verschuldigd bij aanvang van het gebruik van de sluis.

3. Het havengeld voor vrachtschepen is verschuldigd zodra een aanvang wordt gemaakt met het

laden of lossen van goederen, dan wel bij de aanvang van een overnachting al naar gelang wat

het eerst geschiedt.

4. Havengeld voor woonschepen is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar

5. Het havengeld voor passagiersschepen is verschuldigd bij de aanvang van een overnachting dan wel zodra het vervoer van personen van uit de gemeente aanvangt, al naar gelang wat het eerst

geschiedt.

6. Het havengeld voor de overige vaartuigen is verschuldigd bij de aanvang van een overnachting.

Artikel 5 Tarief, tijdvak en maatstaf van heffing

1. Het tarief, het tijdvak en de maatstaf van heffing zijn vermeld in de bij deze verordening

behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

2. Voor de toepassing van de tarieven wordt:

a. een gedeelte van een eenheid van laadvermogen, van oppervlakte of van lengte gerekend

voor een volle eenheid;

b. als laadvermogen in tonnen van een vaartuig aangemerkt, het aantal tonnen zoals dat

blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

c. de oppervlakte van een vaartuig gesteld op het product van de lengte over alles en de

grootste breedte, zoals deze blijken uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

d. de lengte of breedte van een vaartuig gesteld op de lengte over alles resp de breedte over alles zoals die blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

e. de termijn voor zover het havengeld betreft, gesteld op de kortste van de in de

tarieventabel voor het desbetreffende soort vaartuig genoemde termijn, tenzij voor een

langere termijn aangifte is gedaan.

3. Indien geen meetbrief wordt overgelegd wordt bij de toepassing van de tarieven het

laadvermogen, de oppervlakte, breedte of de lengte ambtshalve bepaald.

Artikel 6 Wijze van heffing

1. Het bruggeld wordt geheven door middel van een schriftelijke gedagtekende kennisgeving,

waaronder mede wordt begrepen een gedagtekende kwitantie.

2. Het schutgeld wordt geheven door middel van een schriftelijke gedagtekende kennisgeving,

waaronder mede wordt begrepen een gedagtekende kwitantie.

3. Het havengeld wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. De aangifte dient plaats te

vinden bij aanvang van de periode waarop de aangifte betrekking heeft.

Artikel 7 Termijn van betaling

1. Bij aanvang van de bediening van de brug moet het bruggeld tot het bedrag dat blijkens de kwitantie verschuldigd is, worden voldaan met pin-betaling.

2. Bij aanvang van de bediening van de sluis moet het schutgeld tot het bedrag dat blijkens de kwitantie verschuldigd is, worden voldaan, met pin-betaling.

3. Het havengeld moet worden voldaan gelijktijdig met het doen van de aangifte waarna een

gedagtekende kwitantie wordt verstrekt.

4. Een naheffingsaanslag dient terstond te worden betaald.

Artikel 8 Vrijstelling

1. Geen bruggeld wordt geheven voor de bediening van de Industriehavenbrug voor een sleepboot,

die in de Industriehaven een sleep moet brengen of moet halen.

2. Geen havengeld wordt geheven voor sleepboten voor zover het verblijf is beperkt tot het afleveren of ophalen van een sleep

3. Geen brug-, schut- en havengeld wordt geheven voor een patrouille- of controlevaartuig in

gebruik bij publiekrechtelijke lichamen.

3. Geen havengeld wordt geheven voor:

a. een hospitaalschip;

b. een woonschip indien daarvoor liggeld of een daarmee gelijk te stellen vergoeding is ver-schuldigd aan het de Rijksvastgoedbedrijf, Waternet of Amstel, Gooi en Vecht

c. een vrachtschip dat niet in de haven heeft geladen of gelost en waarbij het verblijf

beperkt is tot een zondag, algemeen erkende feestdag of een aaneengesloten combinatie

van deze dagen met inbegrip van de zes uren onmiddellijk daaraan voorafgaand en de

eerste zes uren direct daaropvolgend.

d. een recreatievaartuig met een maximale lengte van vier meter, dat uitsluitend door

spierkracht wordt voortbewogen.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van deze rechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels met betrekking tot heffing en invordering

Het bestuur van de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 11 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

1. De “Verordening brug- en havengeld 2017 inclusief de bijbehorende tarieventabel 2017",

vastgesteld bij raadsbesluit van 10 november 2016 (Gemeenteblad van Utrecht 2016, nr. 161966 )

wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de

heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die

datum hebben voorgedaan.

2 Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.

3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

4. Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening brug-, schut- en havengelden 2018 gemeente Utrecht”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 9 november 2017,

De griffier,

mr. M. van Hall CMC

De plv. voorzitter gemeenteraad

M.A. Koning MSc

Tarieventabel (A) en diensturentabel (B) behorende bij de Verordening op de heffing en invordering van brug-, schut- en havengelden 2018, zoals vastgesteld bij raadsbesluit nummer 92 van 9 november 2017

A: Tarieventabel brug-, schut- en havengelden 2018

Bruggeld

Per opening, per brug, per vaartuig (buiten diensturen) EUR 69,95

Schutgeld

Buiten diensturen per vaartuig: EUR 105,50

Binnen diensturen voor:

Emissieloze vaartuigen EUR 3,50

Overige vaartuigen EUR 5,00

Havengeld

Tarief 1: Vrachtschepen per ton laadvermogen exclusief BTW

Per week per reis EUR 0,10

Per kwartjaar EUR 1,10

Per jaar EUR 3,82

Tarief 1a: Vrachtschepen met green awardcertificaat per ton laadvermogen exclusief BTW

Per week per reis EUR 0,06

Per kwartjaar EUR 0,80

Per jaar EUR 2,69

Tarief 2 Vrachtschepen per move exclusief BTW: EUR 0,41

Tarief 3 Passagiersschepen per persoon capaciteit exclusief BTW

Per week per reis: EUR 0,33

Per kwartjaar: EUR 2,85

Per jaar: EUR 10,65

Tarief 4 Recreatievaartuigen, per vaartuig

Per dag per reis: EUR 0,33

Per kwartjaar: EUR 38,40

Per jaar: EUR 153,45

Tarief 5 Per verhuurboot, per vaartuig exclusief BTW

Per kwartjaar: EUR 43,40

Per jaar: EUR 139,75

Tarief 5a Per rondvaartboot, per vaartuig exclusief BTW

Per kwartjaar: EUR 43,40

Per jaar: EUR 139,75

Tarief 6 Woonschepen per m2 oppervlakte per jaar: EUR 7,96

Tarief 7 Andere vaartuigen, niet vallende onder de tarieven 1 tot en met 6, waaronder sleepboten, per m2 oppervlakte exclusief BTW

Per week, per reis: EUR 0,10

Per kwartjaar: EUR 1,12

Per jaar: EUR 3,82

De tarieven 1, 1a, 2, 3, 5, 5A en 7 zijn exclusief BTW om te voorkomen dat veranderingen in het BTW-percentage de tarieven onvergelijkbaar maken. De overige tarieven zijn vrijgesteld van BTW.

Voor tarieven 2 t/m 7 wordt een korting van 30% verleend indien het vaartuig emissieloos is)

Indien eenzelfde vaartuig afwisselend verhuurboot (tarief 5) of rondvaartboot (tarief 5a) is, wordt slechts eenmaal een tarief in rekening gebracht

B: Diensturentabel

A. Tasmanbrug, JP Coenbrug en Oudenrijnbrug

Van 1/1-31/12

Maandag tot en met vrijdag: 09.00-16.30 uur

Zaterdag: 09.00-12.00 uur

Zondag: gesloten

Buiten diensturen: op aanvraag, 24 uur van tevoren, 030-2866800

Rodebrug, D. van Mollembrug, Oranjebrug, Stenenbrug, Vaaltbrug, Vondelbrug, Weerdbrug, Zuiderbrug en Liesboschbrug

Van 1/4 -15/04

Maandag t/m zondag: 09.00 – 16.30 uur

Van 16/04-15/10

Maandag t/m zondag: 09.00 – 20.00 uur

Van 16/10-31/10

Maandag t/m zondag: 09.00 – 16.30 uur

Van 01/11 – 31/03

Maandag tot en met vrijdag: 09.00-16.30 uur

Zaterdag: 09.00-12.00 uur

Zondag: gesloten

Buiten diensturen: op aanvraag, 24 uur van tevoren, 030-2866800

Balijebrug, Socratesbrug, Mandelabrug en Spinozabrug

Van 1/1 – 31./12

Maandag tot en met vrijdag: 09.00-12.00 uur + 13.00-16.30 uur

Zaterdag: 9.00-12.00 uur

Zondag: gesloten

Buiten diensturen: op aanvraag, 24 uur van tevoren, 030-2866800

Industriehavenbrug en Werkspoorhavenbrug

Van 01/01 – 31/12

Maandag tot en met vrijdag: 06.30-16.30 uur

Zaterdag: 09.00-12.00 uur.

Zondag: gesloten.

Op afroep, 24 uur van tevoren: 030-2866800

Ondertekening