Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR62256
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR62256/1
Regeling vervallen per 01-01-2012
Ondermandaatregeling Stadswerken
Geldend van 30-09-2010 t/m 31-12-2011
Ondermandaatregeling Stadswerken 2010(besluit van 14 september 2010)
De directeur Stadswerken;
Gelet op het besluit van burgemeester en wethouders van Utrecht (Gemeenteblad van Utrecht 2008 nr. 42), d.d. 15 juli 2008 en het besluit van de burgemeester d.d. 15 juli 2008 en wijzigingen nadien, tot vaststelling van de Concernmandaatregeling gemeente Utrecht;
BESLUIT:
vast te stellen
Ondermandaatregister Stadswerken 2010
(bijlage A)
onder intrekking van zijn besluit d.d. 23 juli 2008 (Gemeenteblad van Utrecht 2008, nr. 44), tot vaststelling van het vorige ondermandaatregister.
Dit besluit 1. nieuwe ondermandaatregister; 2. intrekken oude ondermandaatregister) treedt in werking op de dag na die van bekendmaking van het besluit.
Dit besluit kan worden aangehaald als: Ondermandaatregeling Stadswerken
Utrecht, 14 september 2010
Directeur Stadswerken,
G.C.F. de Wit
Bekendmaking is geschied op 29 september 2010.
Deze wijziging treedt in werking op 30 september 2010.
BIJLAGE A BEHOREND BIJ GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2010, NR. 77
Instructies behorend bij de ondermandaatregeling Stadswerken 2010
Artikel 1
Van het mandaat mag alleen gebruik worden gemaakt wanneer de uitoefening van de bevoegdheid geschiedt overeenkomstig ter zake geldende regelgeving en/of vastgesteld gemeentelijk beleid.
Artikel 2
Van het mandaat mag geen gebruik worden gemaakt wanneer:
- a.
bij betrokkenheid van meerdere diensten één van de diensten over het te nemen besluit een afwijkend of negatief advies heeft uitgebracht;
- b.
er sprake is of kan zijn van persoonlijke betrokkenheid van de mandaathouder/mandataris.
Artikel 3
Het mandaat is verleend in de ruimste zin des woord. Naast het nemen van besluiten in positieve of negatieve zin wordt hieronder mede verstaan:
- ▪
stellen van voorwaarden;
- ▪
alle werkzaamheden ter voorbereiding van de te nemen besluiten;
- ▪
uitreiken van bewijs van ontvangst aanvragen e.d.;
- ▪
verdagen, uitstellen, ontvankelijk of niet-ontvankelijk verklaren;
- ▪
verzoeken om aanvullende informatie;
- ▪
voeren van correspondentie, die direct te maken heeft met de opgedragen taken;
- ▪
toekennen van voorschotten;
- ▪
uitvoeren van selectie;
- ▪
uitvoeren van gunning;
- ▪
bekend maken van besluiten/beschikkingen, daar waar de verplichting daartoe in de wetgeving is opgenomen;
- ▪
toezenden van besluiten/beschikkingen aan instanties, daar waar de verplichting daartoe in de wetgeving is opgenomen;
- ▪
de bevoegdheid tot bewaking van uitvoering van de rechtshandeling, waartoe worden gerekend ingebrekestelling, ontbinding, vorderen van nakoming, opzegging van een overeenkomst en alle andere besluiten, die hiermee verband (kunnen) houden;
- ▪
handhavend optreden en toepassen van bestuursrechtelijke middelen
- ▪
alle andere besluiten die genomen moeten worden en alle andere handelingen die moeten worden verricht binnen het kader van de uitvoering van de verleende bevoegdheid.
Artikel 4
Onder-ondermandaat is niet toegestaan.
Artikel 5
De gemandateerde bevoegdheden komen toe aan de mandaathouder/mandataris en bij diens afwezigheid aan diens bevoegd aangewezen plaatsvervanger.
Artikel 6
-
1. Het mandaat wordt verleend met inbegrip van de ondertekening van stukken waarop de bevoegdheid betrekking heeft.
-
2. De als gevolg van de uitoefening van het mandaat uitgaande stukken worden als volgt ondertekend: “Burgemeester en wethouders van Utrecht, namens dezen, ”respectievelijk' de burgemeester van Utrecht, namens deze", met daaronder de vermelding van de functie en de naam van de mandaathouder/mandataris.
-
3. Ondertekening geschiedt schriftelijk en niet door het plaatsen van een paraaf of een handtekeningstempel.
Artikel 7
Ten aanzien van bevoegdheden die financiële consequenties hebben, geldt dat hierin in de begroting van Stadswerken moet zijn voorzien.
Artikel 8
-
1. De gemandateerde legt de zaak vooraf aan de betrokken portefeuillehouder respectievelijk de burgemeester voor wanneer:
- a.
de portefeuillehouder respectievelijk de burgemeester dit kenbaar heeft gemaakt;
- b.
het voornemen bestaat tot aanvulling of afwijking van het tot dan toe gevoerde beleid;
- c.
uit het te nemen besluit niet voorziene financiële consequenties kunnen voortvloeien;
- a.
-
2. Indien de portefeuillehouder respectievelijk de burgemeester het nodig acht, wordt de zaak ter besluitvorming aan het college of de burgemeester voorgelegd.
Artikel 9
De door het college respectievelijk de burgemeester aan de directeur Stadswerken toegekende bevoegdheden kunnen bij diens afwezigheid worden uitgeoefend door de plaatsvervangend directeur Stadswerken/hoofd Wijkonderhoud & Service.
Indien beiden afwezig zijn, zijn in deze volgorde bevoegd:
- -
het hoofd Bedrijfsvoering en bij diens afwezigheid;
- -
het hoofd Personeel en Organisatie en bij diens afwezigheid;
- -
het hoofd Inzamelen, Markten en Havens;
Artikel 10
Waar in de Ondermandaatregeling mandaat is verleend aan onderstaande functionarissen mag bij hun afwezigheid dat mandaat worden uitgeoefend door:
Ondermandaat is verleend aan: Bij afwezigheid aangewezen:
Afdelingshoofd Bedrijfsvoering Hoofd Planning & Control
Afdelingshoofd Personeel & Organisatie Coördinator P&O
Afdelingshoofd IBU Hoofd Projectmanagement
Afdelingshoofd SB Hoofd stafgroep, plaatsvervangend afdelingshoofd
Afdelingshoofd IMH Hoofd Bedrijfsbureau IMH
Afdelingshoofd Vergunning & Handhaving Hoofd Vergunningen
Afdelingshoofd Wijkonderhoud & Service Gebiedsmanager Zuid/Zuidwest
Artikel 11
Waar in de Ondermandaatregeling mandaat is verleend aan groepshoofden of teamleiders, wordt bij hun afwezigheid dat mandaat uitgeoefend door het desbetreffende afdelingshoofd.
BIJLAGE B BIJ GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2010, NR. 77
Vastgesteld op: 14 september 2010
Privaatrechtelijke bevoegdheden
Omschrijving bevoegdheden |
Regeling waarop het ondermandaat is gebaseerd |
Mandaatgever |
Onder mandaat gever |
Ondermandaat is verleend aan de volgende functionarissen |
Voorwaarde voor gebruik ondermandaat |
|
Financieel plafond ¹ |
||||||
2.1.3.1 |
Besluit tot het aangaan van overeenkomsten³ tot -het leveren van zaken/goederen aan of door of namens de gemeente Utrecht, - tot het verrichten van diensten ten behoeve van of door of namens de gemeente Utrecht, -uitvoering van werken in opdracht van of tot het uitvoeren van werken door of namens de gemeente Utrecht, -overige privaatrechtelijke rechtshandelingen, met uitzondering van overeenkomsten waarmee een afwijking van het Utrechts aanbestedingsbeleid wordt beoogd of bereikt, en het verrichten van de daarmee gepaard gaande rechtshandelingen |
art. 160, eerste lid onder e) Gemeentewet en vigerende ondermandaatbesluit SW onder 2.1.3 art. 171 Gemeentewet en volmacht burgemeester Utrecht d.d. 6 juli 2010 |
college van B & W burgemeester |
directeur zie boven-staande |
Plaatsvervanger directeur² Afdelingshoofd Ingenieurs Bureau Utrecht (IBU), Stedelijk Beheer (SB) Afdelingshoofd Inzamelen Markten Havens (IMH) Wijkonderhoud & Service (W&S), Vergunning & Handhaving (V&H) Groepshoofd Ontw openb. ruimte IBU, Bouwwerken en constr. IBU Verharding, riolering en elektra IBU Cultuur en Milieutechniek IBU Projectmanagement Projecten SB Afdelingshoofd Personeel Zaken (PZ), Bedrijfsvoering (BV) Groepshoofd Hoofd Stafgroep SB Beheer en Programmeren SB Cultuurtechniek SB Civiel Technisch Onderhoud SB Wegen SB Facilitaire Zaken FZ, Ondersteuning IBU, Ontw.& Relatiebeheer IMH, Staf W&S Gebiedsmanager W&S Natuur en Milieucomm. W&S Groepshoofd Bedrijfsbureau IMH, Inzamelteams IMH Transportdienst IMH Gescheiden inzamelen IMH Havens IMH Markten IMH Vergunningen V&H, Teamleider begr.pl SB Groepshoofd Planning Control 5 Informatievoorziening Directiezaken Fac. Service Team Cartesiusweg Fac. Service Team Tractieweg Hoofd technische dienst zie bovenstaande |
geen bijzondere voorwaarden, ongelimiteerd overeenkomsten met een waarde < EUR 500.000,00 overeenkomsten met een waarde < EUR 193.000,00 overeenkomsten met een waarde < EUR 91.000,00 overeenkomsten met een waarde < EUR 50.000,00 overeenkomsten met een waarde < EUR 10.000,00 overeenkomsten met een waarde |< EUR 5.000,00 zie bovenstaande |
2.1.3.2 |
Besluit tot het aangaan van overeenkomsten3 tot -het leveren van zaken/goederen aan of door of namens de gemeente Utrecht, - tot het verrichten van diensten ten behoeve van of door of namens de gemeente Utrecht, -uitvoering van werken in opdracht van of tot het uitvoeren van werken door of namens de gemeente Utrecht, -overige privaatrechtelijke rechtshandelingen, waarmee een afwijking van het Utrechts aanbestedingsbeleid wordt beoogd of bereikt, en het verrichten van de daarmee gepaard gaande rechtshandelingen |
art. 160, eerste lid onder e) Gemeentewet en vigerende ondermandaatbesluit Sw onder 2.1.3 art. 171 Gemeentewet en volmacht burgemeester Utrecht d.d. 6 juli 2010 |
college van B & W burgemeester |
directeur zie boven-staande |
plaatsvervanger directeur2 zie bovenstaande |
geen bijzondere voorwaarden, ongelimiteerd zie bovenstaande |
- 1.
Boven het financieel plafond geldt het vier ogen principe. De budgethouder dient de offerte of het contract voor te leggen aan de direct leidinggevende.
- 2.
Plaatsvervanger directeur is afdelingshoofd W&S. Bij afwezigheid van afdelingshoofd W&S kan de directeur een van de (andere) afdelingshoofden als zijn/haar plaatsvervanger aanwijzen (artikel 9 bijlage B).
- 3.
Onder 'overeenkomsten' vallen ook deelovereenkomsten onder de vigeur van een reeds door of namens de gemeente Utrecht gesloten raam- of mantelovereenkomst, tenzij in een specifieke raam- of mantelovereenkomst andersluidende afspraken zijn gemaakt, c.q. specifieke volmachten en mandaten zijn verstrekt.
- 4.
Afdelingshoofd IMH is tevens budgethouder Ontmanteling Veemarkt
- 5.
Groepshoofd planning & control tevens budgethouder voor de kosten van communicatie
BIJLAGE C BEHOREND BIJ GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2010, NR. 77
Instructies behorend bij de ondermandaatregeling Stadswerken 2010
Artikel 1
Van het mandaat mag alleen gebruik worden gemaakt wanneer de uitoefening van de bevoegdheid geschiedt overeenkomstig ter zake geldende regelgeving en/of vastgesteld gemeentelijk beleid.
Artikel 2
Van het mandaat mag geen gebruik worden gemaakt wanneer:
- a.
bij betrokkenheid van meerdere diensten één van de diensten over het te nemen besluit een afwijkend of negatief advies heeft uitgebracht;
- b.
er sprake is of kan zijn van persoonlijke betrokkenheid van de mandaathouder/mandataris.
Artikel 3
Het mandaat is verleend in de ruimste zin des woord. Naast het nemen van besluiten in positieve of negatieve zin wordt hieronder mede verstaan:
- ▪
stellen van voorwaarden;
- ▪
alle werkzaamheden ter voorbereiding van de te nemen besluiten;
- ▪
uitreiken van bewijs van ontvangst aanvragen e.d.;
- ▪
verdagen, uitstellen, ontvankelijk of niet-ontvankelijk verklaren;
- ▪
verzoeken om aanvullende informatie;
- ▪
voeren van correspondentie, die direct te maken heeft met de opgedragen taken;
- ▪
toekennen van voorschotten;
- ▪
uitvoeren van selectie;
- ▪
uitvoeren van gunning;
- ▪
bekend maken van besluiten/beschikkingen, daar waar de verplichting daartoe in de wetgeving is opgenomen;
- ▪
toezenden van besluiten/beschikkingen aan instanties, daar waar de verplichting daartoe in de wetgeving is opgenomen;
- ▪
de bevoegdheid tot bewaking van uitvoering van de rechtshandeling, waartoe worden gerekend ingebrekestelling, ontbinding, vorderen van nakoming, opzegging van een overeenkomst en alle andere besluiten, die hiermee verband (kunnen) houden;
- ▪
handhavend optreden en toepassen van bestuursrechtelijke middelen
- ▪
alle andere besluiten die genomen moeten worden en alle andere handelingen die moeten worden verricht binnen het kader van de uitvoering van de verleende bevoegdheid.
Artikel 4
Onder-ondermandaat is niet toegestaan.
Artikel 5
De gemandateerde bevoegdheden komen toe aan de mandaathouder/mandataris en bij diens afwezigheid aan diens bevoegd aangewezen plaatsvervanger.
Artikel 6
- 1.
Het mandaat wordt verleend met inbegrip van de ondertekening van stukken waarop de bevoegdheid betrekking heeft.
- 2.
De als gevolg van de uitoefening van het mandaat uitgaande stukken worden als volgt ondertekend: “Burgemeester en wethouders van Utrecht, namens dezen, ”respectievelijk' de burgemeester van Utrecht, namens deze", met daaronder de vermelding van de functie en de naam van de mandaathouder/mandataris.
- 3.
Ondertekening geschiedt schriftelijk en niet door het plaatsen van een paraaf of een handtekeningstempel.
Artikel 7
Ten aanzien van bevoegdheden die financiële consequenties hebben, geldt dat hierin in de begroting van Stadswerken moet zijn voorzien.
Artikel 8
- 1.
De gemandateerde legt de zaak vooraf aan de betrokken portefeuillehouder respectievelijk de burgemeester voor wanneer:
- a.
de portefeuillehouder respectievelijk de burgemeester dit kenbaar heeft gemaakt;
- b.
het voornemen bestaat tot aanvulling of afwijking van het tot dan toe gevoerde beleid;
- c.
uit het te nemen besluit niet voorziene financiële consequenties kunnen voortvloeien;
- a.
- 2.
Indien de portefeuillehouder respectievelijk de burgemeester het nodig acht, wordt de zaak ter besluitvorming aan het college of de burgemeester voorgelegd.
Artikel 9
De door het college respectievelijk de burgemeester aan de directeur Stadswerken toegekende bevoegdheden kunnen bij diens afwezigheid worden uitgeoefend door de plaatsvervangend directeur Stadswerken/hoofd Wijkonderhoud & Service.
Indien beiden afwezig zijn, zijn in deze volgorde bevoegd:
- -
het hoofd Bedrijfsvoering en bij diens afwezigheid;
- -
het hoofd Personeel en Organisatie en bij diens afwezigheid;
- -
het hoofd Inzamelen, Markten en Havens;
Artikel 10
Waar in de Ondermandaatregeling mandaat is verleend aan onderstaande functionarissen mag bij hun afwezigheid dat mandaat worden uitgeoefend door:
Ondermandaat is verleend aan: Bij afwezigheid aangewezen:
Afdelingshoofd Bedrijfsvoering Hoofd Planning & Control
Afdelingshoofd Personeel & Organisatie Coördinator P&O
Afdelingshoofd IBU Hoofd Projectmanagement
Afdelingshoofd SB Hoofd stafgroep, plaatsvervangend afdelingshoofd
Afdelingshoofd IMH Hoofd Bedrijfsbureau IMH
Afdelingshoofd Vergunning & Handhaving Hoofd Vergunningen
Afdelingshoofd Wijkonderhoud & Service Gebiedsmanager Zuid/Zuidwest
Artikel 11
Waar in de Ondermandaatregeling mandaat is verleend aan groepshoofden of teamleiders, wordt bij hun afwezigheid dat mandaat uitgeoefend door het desbetreffende afdelingshoofd.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl