Regeling vervallen per 06-12-2019

Aanwijzingsbesluit krachtens artikel 2:5 van de Algemene plaatselijke verordening Utrecht 2010 (Aanwijzingsbesluit flexibel cameratoezicht augustus 2019)

Geldend van 29-08-2019 t/m 05-12-2019

Intitulé

Aanwijzingsbesluit krachtens artikel 2:5 van de Algemene plaatselijke verordening Utrecht 2010 (Aanwijzingsbesluit flexibel cameratoezicht augustus 2019)

DE BURGEMEESTER VAN UTRECHT;

gehoord de beraadslaging met de driehoek;

overwegende dat:

• de burgemeester, indien dat in het belang van de handhaving van de openbare orde nodig is, bevoegd is om op basis van artikel 151c van de Gemeentewet en artikel 2:5 van de Algemene plaatselijke verordening Utrecht 2010 voor een bepaalde duur camera’s in te zetten ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats;

• het cameratoezicht in de hierna genoemde straten en gebieden voldoet aan de eisen die artikel 151c van de Gemeentewet stelt aan het instellen van cameratoezicht (zoals kenbaarheid van cameratoezicht, proportionaliteit, subsidiariteit);

• de belangen van openbare veiligheid, het voorkomen van wanordelijkheden en van strafbare feiten in het onderhavige geval zwaarder wegen dan het individuele belang van de burgers (bescherming van de persoonlijke levenssfeer);

• de duur van de aanwijzing en de omvang van de gebieden proportioneel zijn in relatie tot het beoogde legitieme doel;

• het uitoefenen van voornoemde controlebevoegdheden in de bewuste gebieden een onderdeel is van een breder pakket aan maatregelen ter vergroting van leefbaarheid en veiligheid;

• de effectiviteit van flexibel cameratoezicht in een aparte evaluatie van iedere inzet getoetst wordt.

BESLUIT het volgende:

Artikel I

Als gebied voor flexibel cameratoezicht wordt aangewezen:

het gebied Lombok, gelegen tussen de straten: Vleutenseweg, Balistraat, Ceramstraat, Van Riebeeckstraat, Pieter Bothstraat, Johannes Camphuysstraat.

Artikel II

Het besluit genoemd in artikel 1a treedt in werking op 29 augustus 2019 en geldt tot 6 december 2019.

Artikel III

Dit besluit wordt aangehaald als: Aanwijzingsbesluit flexibel cameratoezicht augustus 2019.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de burgemeester op 27 augustus 2019,

de burgemeester van Utrecht,

mr J.H.C. van Zanen

Bezwaarclausule

Vindt u het besluit om bepaalde reden onjuist?

Als u vindt dat het besluit onjuist is, dan kunt u bezwaar maken. U kunt uw bezwaar digitaal indienen. Daarvoor kunt u alleen gebruik maken van het door de gemeente beschikbaar gestelde digitale formulier. Dit vindt u op www.utrecht.nl/bezwaar. U kunt het bezwaar niet per e-mail insturen. Maakt u liever per brief bezwaar, dan kunt u uw bezwaarschrift sturen aan de burgemeester van Utrecht.

Het adres is:

Postbus 16200

3500 CE Utrecht

Zorg ervoor dat u het bezwaarschrift indient binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit. Daarmee voorkomt u dat wij uw bezwaarschrift niet meer kunnen behandelen.

In het bezwaarschrift neemt u in ieder geval op:

uw naam, adres, datum en handtekening; graag ook het telefoonnummer waarop u overdag te bereiken bent;

een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift is gericht; vermeld hierbij de verzenddatum en het kenmerk van dat besluit of stuur een kopie daarvan mee;

de reden waarom u vindt dat het besluit onjuist is;

een volmacht, indien het bezwaarschrift niet door belanghebbende, maar door een ander, namens hem of haar wordt ingediend.

De indiener van het bezwaarschrift kan, als onverwijlde spoed dat – gelet op de betrokken belangen – vereist, eveneens een voorlopige voorziening vragen aan de voorzieningenrechter van de rechtbank Utrecht, sector bestuursrecht, postbus 16005, 3500 DA Utrecht. Voor het in behandeling nemen van een dergelijk verzoek bent u griffierecht aan de rechtbank verschuldigd.

Toelichting

In dit besluit wordt een gebied aangewezen voor openbare orde- cameratoezicht. Het gaat in dit gebied om cameratoezicht als bedoeld in artikel 151c Gemeentewet en artikel 2:5 van de Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht.

Flexibele camera’s

De plaatsingsduur van flexibele camera’s wordt bepaald in dit aanwijzingsbesluit. Uitgegaan wordt van een operationele periode van maximaal drie maanden per locatie. De totale aanwijzingstijd is langer dan drie maanden omdat de camera’s geplaatst, getest en weggehaald moeten worden. De mogelijkheid bestaat om de operationele periode één maal te verlengen met drie maanden.

Iedere inzet van flexibel cameratoezicht wordt na afronding hiervan getoetst.

Aan de hand van de criteria uit het beleidskader 2019-2022 wordt een toetsing uitgevoerd waarbij de problemen in een gebied zo objectief mogelijk worden gewogen. Vooraf moet eerst het beoogde doel en effect zijn bepaald. Criteria verschillen per doel en niet bij alle problemen is cameratoezicht effectief. Op basis van deze beoordeling kan worden bepaald of een gebied in aanmerking komt voor cameratoezicht, of camera’s worden verplaatst of weggehaald.

Europese richtlijnen blijven doorslaggevende criteria voor cameratoezicht:

 Maatschappelijke behoefte: Er is sprake van een dringende maatschappelijke behoefte.

 Het proportionaliteitsbeginsel: Er is een evenwichtige verhouding tussen inzet van cameratoezicht in verhouding tot de geconstateerde criminaliteit en overlast.

 Het subsidiariteitsbeginsel: Het geformuleerde doel kan niet met alternatieve (minder ingrijpende) maatregelen worden behaald.

Naast de Europese richtlijnen zijn in Utrecht aanvullende criteria opgesteld:

 Pakket aan maatregelen: Cameratoezicht is altijd onderdeel van een pakket aan maatregelen en is hierbij een uiterst middel. Denk hierbij aan: - (verhoogde) inzet toezichthouders / politie / jongerenwerk / verslavingszorg; - persoonsgerichte aanpakken;

- fysieke maatregelen.

 Combinatie van problemen: Altijd spelen meerdere problemen, nooit is alléén sprake van overlast.

 Actuele analyse van problemen en incidenten: - Analyse van de problemen: verstoringen van de openbare orde, beeld van overlast en veiligheid, problemen door evenementen, demonstraties, voorzieningen (winkels, horeca, coffeeshops, daklozenopvang), grote stromen van bezoekers (crowd control). - Analyse van incidenten: (uitgaans)geweld, straatroof, mishandeling, bedreiging, intimidatie, autobrand, autokraken, woninginbraken, drugs-, jeugd- of supportersoverlast. Het aantal geregistreerde incidenten is in vergelijking tot andere gebieden en het stedelijk gemiddelde hoog.

 Opvolging: Afspraken zijn gemaakt over het uitkijken en de opvolging.

 Evaluatie: Afspraken zijn gemaakt over evaluatie: flexibel cameratoezicht wordt direct na de inzet geëvalueerd, in het uitvoeringsplan vindt voor alle camera’s ieder jaar een evaluatie plaats van de vooraf gestelde doelen.

Verder wordt gekeken naar de aard van het gebied om het subdoel te bepalen. Sommige gebieden hebben te maken met structurele problemen. Zo’n gebied is kwetsbaar voor overlast en criminaliteit, denk aan het uitgaans- en stationsgebied. Daarnaast zijn er gebieden waar problemen niet (uitsluitend) gerelateerd zijn aan de functies die daar gevestigd zijn, denk aan gebieden met jongerenoverlast, autokraken of autobranden. Deze gebieden kennen vaak pieken in de overlast en criminaliteit.

Criteria voor flexibel cameratoezicht zijn gelijk aan die voor het vaste toezicht, maar in de probleemanalyse verschilt bij ‘analyse van problemen’ de duur van de verstoring. Voor vast toezicht moet sprake zijn van ‘langdurige verstoring van de openbare orde’. Bij flexibel toezicht kan het gaan om een recente verstoring zoals in een inbraakgolf, of een te verwachten verstoring, zoals autobranden in de periode voor en rond oud en nieuw. Hierdoor zal vast toezicht veelal worden ingezet voor interventie en flexibel toezicht veelal voor preventie.

Door middel van bebording ter plaatse wordt aan het publiek duidelijk gemaakt dat men zich in een gebied bevindt waarin cameratoezicht wordt uitgeoefend.

Ook aan de eisen die aan de wijze waarop de beelden worden vastgelegd (afscherming van woningen), geregistreerd (op basis van de Wet Politiegegevens) en uitgekeken (eisen aan de ruimte en het personeel) wordt voldaan.