Beleidsregel Koningsdag gemeente Utrecht 2020

Ondertekening

Bijlage 1: vrijmarktgebied

Het gebied in de binnenstad binnen de lijn begrensd door de Wittevrouwenstraat, Voorstraat, Potterstraat, Lange Viestraat, Vredenburg, Catharijnekade, Paardenveld, Kroonstraat, Pastoor van Nuenenstraat. Kroonstraat, Nieuwekade, Oudenoord, Raamstraat, Bemuurde Weerd Westzijde, Bemuurde Weerd Oostzijde, Weerdsingel Oostzijde, Hopakker, Weerdsingel Oostzijde, Noorderbrug, Stadsbuitengracht. Per straat is aangegeven waar vrijmarkt is toegestaan. Daarnaast worden borden met de tekst: begin vrijmarkt en einde vrijmarkt geplaatst. In bepaalde straten is alleen aan één zijde vrijmarkt toegestaan. Dit wordt aangegeven met borden: aan deze zijde geen vrijmarkt.

Bijlage 2: vaarrichting Koningsdag

Toelichting

Algemeen

De burgemeester stelt deze beleidsregel op voor een goed verloop van de viering van Koningsdag en –nacht en de vrijmarkt in de binnenstad van Utrecht. Grondslag van deze aanvullende regels ligt in de artikelen 5:13, 5:13a, 5:14 en 5:31 van de Algemene plaatselijke verordening Utrecht 2010 (hierna: de APV). Daarnaast neemt de burgemeester een aanwijzingsbesluit voor het vrijmarktgebied als benoemd is artikel 1. Dit aanwijzingsbesluit regelt voornamelijk de tijden en inrichting van de vrijmarkt, de verkoop van goederen, en het verbod om voertuigen te parkeren in het vrijmarktgebied.

Door de jaren heen is het noodzakelijk gebleken om aanvullende regels te stellen vanwege de grote toestroom van bezoekers in de binnenstad van Utrecht en de vele evenementen en activiteiten die plaatsvinden tijdens Koningsdag en –nacht. De meeste nadere voorschriften en regels zien toe op een veilig verloop van evenementen en activiteiten en stellen zo nodig beperkingen om de veiligheid voor bezoekers zoveel als mogelijk in goede banen te leiden. Dit gaat in overleg en samenwerking met de hulpdiensten zoals de politie, de Veiligheidsregio Utrecht (brandweer), de Geneeskundige hulpverleningsorganisaties in de regio (de GHOR) en andere betrokken partners.

De vrijmarkt is traditiegetrouw het gebied waar inwoners van Utrecht hun persoonlijke en gebruikte goederen kunnen verkopen, al dan niet ter ondersteuning van een goed doel. De vrijmarkt is nadrukkelijk niet de plaats om commerciële handel te drijven. Overigens geldt dat niet voor de in het vrijmarktgebied of op andere locaties in de binnenstad gevestigde bedrijven. Zij mogen goederen en etenswaren verkopen voor hun bedrijf, mits die goederen of etenswaren tot de normale bedrijfsvoering van het bedrijf horen, uitgezonderd alcoholhoudende dranken.

Artikel 1

Onder binnenstad wordt verstaan het gebied binnen de stadsbuitengracht, samen met Hoog Catharijne, Station Utrecht Centraal met passage en Jaarbeursplein. Deze laatste gebieden zijn dermate verweven met de binnenstad dat ze niet los van elkaar gezien kunnen worden. Het gebied van gemeente Utrecht buiten de binnenstad wordt ‘buitenstad’ genoemd. Op deze wijze kan een duidelijk onderscheid worden gemaakt waar bepaalde activiteiten wel en niet zijn toegestaan en welke voorwaarden gelden voor evenementenvergunningen en tapontheffingen.

Artikel 2

Alle evenementen en vrijmarkten mogen op 26 april om 18.00 uur beginnen. De evenementen eindigen uiterlijk om 01.00 uur vanwege de stille periode in de nacht. Als een evenement alleen op 27 april plaatsvindt dan mag deze om 11.00 uur starten. Voor vrijmarkten geldt een begintijd van 08.30 uur. In alle gevallen geldt (de tijd van) de stille periode dat geen ontoelaatbare overlast mag worden veroorzaakt, al dan niet door gebruik te maken van muziekinstrumenten, installaties of andere voorwerpen.

Lid 2

In de loop der jaren zijn verschillende eindtijden van evenementen gehanteerd/ontstaan in de buitenstad. Deze eindtijden blijven bestaan, tenzij een organisator zijn evenement een jaar niet organiseert of er een nieuwe organisator komt. Dan geldt een (nieuwe) eindtijd van 18.00 uur.

Nieuwe activiteiten moeten aan de eindtijd van 18.00 uur voldoen. Om activiteiten meer op elkaar af te stemmen, en een gelijk speelveld te hanteren, wordt bekeken of de eindtijd in de binnenstad en de buitenstad gelijk getrokken moet worden. Als daartoe wordt overgegaan dan zal een overgangsregeling worden opgenomen in deze beleidsregel.

Artikel 3

Lid 1

Voor de binnenstad en buitenstad zijn specifieke pleinen en locaties benoemd waar evenementen georganiseerd kunnen worden. Dit is vooral gedaan om een wildgroei aan verschillende evenementen tegen te gaan en een onevenredige belasting en verspreiding van inzet van de hulpdiensten en de gemeente te voorkomen. Voor de buitenstad zijn locaties opgenomen waar in 2019 een activiteit heeft plaatsgevonden met een evenementenvergunning. Nieuwe locaties zijn mogelijk als aan deze beleidsregel wordt voldaan en de hulpdiensten een positief advies uitbrengen op de aanvraag. Zie ook lid 5.

De Wittevrouwenkade is opgenomen als goede doelen locatie. Hiermee wordt een plek gecreëerd waar verschillende activiteiten zijn toegestaan die allemaal het goede doel ten goede komen. Dat kunnen ook commerciële activiteiten zijn. Het gaat er om dat geld gegeven kan worden, goederen gekocht kunnen worden of aan een activiteit kan worden deelgenomen, zoals een rad van fortuin of andere behendigheidsspellen waarvan de opbrengst ten goede komt aan een goed doel. Commerciële handel die niet aantoonbaar een goed doel ten goede komt is niet toegestaan. Om enige ordening aan te brengen in het aantal en soort goede doelen is een evenementenvergunning nodig voor het totaal van deze activiteiten. De aanvrager/houder van de vergunning bepaalt, de deelname van, de goede doelen, waarbij de bezoeker kan beoordelen of hij iets wil kopen of aan de activiteit wil deelnemen.

Lid 2

Voor de vergunningverlening van evenementen is het van belang om een duidelijk kader te hebben wanneer een aanvraag ingediend moet zijn. Dit wijkt ten dele af van de reguliere beslistermijn van twaalf weken voor evenementen. De langere termijn van zestien weken wordt gehanteerd, omdat op Koningsdag en koningsnacht veel evenementen plaatsvinden in de binnenstad van Utrecht, daar veel bezoekers op afkomen en het noodzakelijk is om al deze (aanvragen voor) evenementen en ontheffingen integraal te beoordelen. Veel evenementen zijn jaarlijks terugkerend met eenzelfde of vergelijkbare opzet. Om die reden kan een aanvraag op eenvoudige wijze tijdig worden ingediend. Een voordeel is dat de evenementenvergunningen en ontheffingen vroegtijdig verleend kunnen worden zodat de aanvrager, de gemeente en de hulpdiensten hun inzet daarop kunnen organiseren.

Lid 3

De viering van Koningsdag is een feest voor en door de stad. Om die reden is ervoor gekozen om de horeca (cafés en restaurants) in de binnenstad die aan locaties en pleinen zijn gelegen met voorrang de gelegenheid te geven om een evenement te organiseren bij hun horecabedrijf. Daarmee wordt ook voorkomen dat verschillende activiteiten elkaar doorkruisen, zoals een evenement en (een) tapontheffing(en). Om anderen de gelegenheid te bieden om een evenement te organiseren, als de aanliggende horecabedrijven geen evenement organiseren, is ervoor gekozen om, als niet tijdig een aanvraag wordt ingediend door aanliggende horeca, andere organisatoren de gelegenheid te bieden om tijdig een aanvraag in te dienen, zie ook lid 4.

Lid 4

Als niet tijdig een aanvraag wordt ingediend voor een evenement door een aan het plein of de evenementenlocatie gevestigd horecabedrijf, dan kan een andere organisator uiterlijk twaalf weken voor Koningsdag een aanvraag indienen. Deze mogelijkheid wordt geboden om te zorgen voor een spreiding van de evenementen in de binnenstad. Een aanvraag dient zo compleet mogelijk te worden ingediend, om tijdig een vergunning te kunnen verlenen. Het ligt bij de aanvrager om hier zorg voor te dragen. Een incomplete aanvraag, die niet tijdig binnen de gestelde termijn volledig wordt aangevuld, kan buiten behandeling worden gesteld. In de regel zal dat ook gebeuren, omdat niet duidelijk is wat de invloed is van het evenement op de omgeving. Er kan dan geen volledig beeld worden gevormd van het evenement en of aanvullende voorschriften aan de vergunning verbonden moeten worden voor het evenement.

Lid 5

In beginsel worden voor nieuwe locaties alleen vergunningen verleend voor vrijmarkten en kinderactiviteiten. Of een vergunning wordt verleend hangt af van de concrete omstandigheden van het geval. Voor nieuwe (grote) muziekevenementen op andere locaties dan in lid 1, die buiten worden gehouden, worden geen evenementenvergunningen verleend. Nieuwe evenementen moeten binnen eenzelfde termijn worden aangevraagd als evenementen die plaatsvinden op de bekende evenementenlocaties en pleinen. Afhankelijk van het soort evenement kan de invloed van nieuwe evenementen op de omgeving, mede in combinatie met bestaande evenementen, groot zijn. Om plannen tijdig daarop te kunnen aanpassen is eenzelfde termijn gesteld. De toetsing van de aanvraag heeft daarom veelal een lange voorbereidingstijd nodig, omdat de aanvraag integraal bekeken moet worden samen met alle andere activiteiten die gaan plaatsvinden. Zo wordt onder andere de invloed op de toestroom van bezoekers in kaart gebracht.

De locaties Hoog Catharijne, Station Utrecht Centraal met passage en Jaarbeursplein vallen vanwege de verwevenheid met de binnenstad binnen deze beleidsregel. Deze locaties zijn bewust niet opgenomen in artikel 3, eerste lid, van de beleidsregel. Het is dan ook niet toegestaan op Koningsdag of –nacht om daar een evenement te organiseren. Voornaamste redenen zijn gelegen in de handhaving van de openbare orde, veiligheidsvraagstukken en verspreiding van inzet van hulpdiensten en gemeente. Het is zeer onwenselijk dat het gebied waar nu evenementen plaatsvinden (de binnenstad) wordt vergroot met een daaraan gelegen gebied waartussen een barrière zit (Station Utrecht Centraal) waar zeer veel bezoekers samenkomen.

Artikel 4

Lid 1 en 2

Binnen het vrijmarktgebied of op de aangewezen evenementenpleinen en –locaties kan elk horecabedrijf een tapontheffing aanvragen. Als een evenement en een tapontheffing voor een ander horecabedrijf op een evenementenplein of –locatie elkaar ‘bijten’ dan gaat de tapontheffing voor het evenement voor.

Buiten deze gebieden dient de aanvrager/het horecabedrijf te beschikken over een vergunning voor een terras, waar hij zijn tap kan plaatsen. Beschikt de ondernemer niet over een vergunning voor een terras dan wordt op Koningsdag en –nacht geen tapontheffing verleend.

Lid 3

Vanwege de bezoekersstromen wordt bij elke aanvraag om een tapontheffing gekeken naar de vrije loopstroom voor bezoekers en vrije doorgang voor de hulpdiensten. De vrije doorgang is in ieder geval 4 meter. Per geval wordt beoordeeld of een ruimere maat moet worden gehanteerd. Dit geldt voor de gehele binnenstad. Om die reden wordt bij de aanvraag gevraagd om een overzichtstekening in te dienen.

Per situatie kunnen voorschriften gesteld worden aan de locatie waar de tap wordt geplaatst, bijvoorbeeld aan de gevel van het horecabedrijf. Als bij het horecabedrijf een terras aanwezig is dan wordt in de regel de tap op het terras geplaatst. Ook dan wordt per geval gekeken naar mogelijke belemmeringen van de loopstromen, en de veiligheid, voor bezoekers. Om een vrije loopstroom te garanderen kan als voorschrift aan de ontheffing gesteld worden dat de tap op een bepaalde plaats moet staan of dat het terras geheel of gedeeltelijk moet worden verwijderd.

Lid 5

In de binnenstad is de termijn voor het indienen van een aanvraag om een tapontheffing twaalf weken. Vanwege de loopstromen in de binnenstad is het nodig om vroegtijdig aanvragen in beeld te hebben en af te stemmen, in samenhang met de evenementen. In de buitenstad is de noodzaak veel minder groot, vandaar een kortere termijn van zes weken om een aanvraag in te dienen.

Artikel 5

Lid 1

Straatartiesten leveren een bijdrage aan de levendigheid en feestelijkheid tijdens Koningsdag en -nacht. Aan de andere kant kunnen optredens de doorstroom van bezoekers op een zodanige wijze beperken dat dit ten koste gaat van de veiligheid van de bezoekers. Om die reden is het aantal straatartiesten dat mag optreden tijdens Koningsdag en –nacht beperkt, naar een evenredige verdeling op beide dagen. In het vrijmarktgebied is het vanwege de drukte, en beperkte doorstroom in straten in dat gebied, niet toegestaan om als straatartiest(en) op te treden.

Aan de ontheffing voor straatartiesten op Koningsdag en –nacht kunnen aanvullende voorschriften worden verbonden. Dat kan bijvoorbeeld gaan over de grootte van het gezelschap, de plekken waar opgetreden mag worden, tijdstippen en looproutes.

Lid 2

Er vindt voortijdig overleg plaats met de gezelschappen die willen optreden op één van beide dagen om te kijken of tot een goede verdeling over beide dagen kan worden gekomen. Lukt die verdeling niet dan wordt geloot tussen de aanvragen. De loting vindt plaats tussen de tijdig aangevraagde ontheffingen.

Artikel 6

Lid 2

De markten in de binnenstad gaan niet door op de dag van Koningsdag. De markten veroorzaken opstoppingen in de loopstromen waardoor de stroom van bezoekers niet goed te reguleren is. Ook zijn de verkeersstromen die gepaard gaan met de op- en afbouw van de markten ongewenst voor de veiligheid van de in- en uitstroom van de vele bezoekers in de binnenstad. Daarnaast conflicteren de markten qua locatie met activiteiten voor de viering van Koningsdag.