Nadere regels subsidie Sterk Utrechts mbo

Geldend van 05-02-2020 t/m heden

Intitulé

Nadere regels subsidie Sterk Utrechts mbo

Het college van burgemeester en wethouders van Utrecht;

- gelet op artikel 3 lid 2 van de Algemene Subsidieverordening Gemeente Utrecht;

- gelet op het Ambitiedocument Sterk Utrechts mbo: Mbo-actieplan voor Utrecht stad: 2019-2022;

- gelet op het Mbo uitvoeringsplan 2020-2022 Sterk Utrechts mbo;

- het coalitieakkoord Ruimte voor iedereen;

Besluit vast te stellen de nadere regels subsidie Sterk Utrechts mbo

Artikel 1 Begripsbepalingen (reikwijdte en definities)

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    mbo: het middelbaar beroepsonderwijs

  • b.

    Utrechtse mbo besturen: ROC Midden Nederland (locaties Utrecht), MBO Utrecht, Nimeto Utrecht en Grafisch Lyceum Utrecht.

Artikel 2 Beleidsdoelstelling

Met deze subsidieregeling geeft het college invulling aan het coalitieakkoord om alle Utrechters gelijke kansen te bieden en het onderwijs en hun talenten te ontwikkelen. De gemeente wil het mbo in Utrecht in de schijnwerpers zetten, zodat iedereen ziet en ervaart hoe belangrijk het mbo is voor onze stad. Talenten op het mbo krijgen zo de mogelijkheid zich optimaal te ontwikkelen voor de arbeidsmarkt van morgen.

In het Uitvoeringsplan ‘Sterk Utrechts mbo 2020-2022’ zijn de volgende vier ambities gesteld die elkaar onderling versterken:

  • 1.

    podium bieden voor het Utrechts mbo;

  • 2.

    gelijke kansen in het onderwijs;

  • 3.

    gelijke kansen op de arbeidsmarkt;

  • 4.

    voorbereid op de toekomst.

De gemeente investeert samen met haar subsidieontvangers in de sociale infrastructuur van gemeente en regio. Een van de instrumenten om dit te doen is social return. Social return maakt het mogelijk dat investeringen die de gemeente doet naast het ‘gewone’ rendement, ook een concrete sociale winst opleveren. Social return sluit aan bij aan de doelstellingen, waarvoor met deze nadere regels subsidie kan worden aangevraagd.

Artikel 3 Eisen aan de aanvrager subsidie

De subsidie kan worden aangevraagd door de Utrechtse mbo besturen. Zij mogen ook een gezamenlijke aanvraag indienen, waarbij één bestuur penvoerder is.

Artikel 4 Vaststelling subsidieplafond

Het college stelt jaarlijks het subsidieplafond vast door middel van de subsidiestaat.

Artikel 5 Subsidiabele activiteiten

In het kader van de nadere regels subsidie Sterk Utrechts mbo subsidieert de gemeente Utrecht activiteiten die bijdragen aan de ambities en doelstellingen die staan beschreven in het Mbo uitvoeringsplan 2020-2022 ‘Sterk Utrechts mbo’.

Per ambitie zijn de volgende activiteiten subsidiabel:

1. Ambitie 1:

Activiteiten die bijdragen aan het podium bieden aan het mbo talent ofwel het vergroten van de zichtbaarheid van het mbo in Utrecht; het imago van mbo 030 en het stimuleren van deelname van mbo-studenten aan het Utrechts studentenleven.

2. Ambitie 2:

Activiteiten die bijdragen aan het ondersteunen van studenten in een succesvolle route van onderwijs naar duurzaam werk: van passend mbo naar passend werk.

3. Ambitie 3 en 4:

Activiteiten gericht op de marktgroepen zorg en gezondheid, ICT, Bouw en Techniek en de horeca.

Die bijdragen aan de versterking van de aansluiting op de arbeidsmarkt. het stimuleren van innovatie, vergroten van instroom en behoud van studenten en leven lang ontwikkelen.

Artikel 6 Eisen aan de subsidieaanvraag

Aan de subsidieaanvraag wordt een aantal eisen gesteld. De subsidieaanvraag bestaat in elk geval uit:

  • a.

    Een overzicht van de activiteiten (activiteitenplan) met daarbij een omschrijving waarvoor subsidie wordt gevraagd en de doelen uit het Mbo uitvoeringsplan 2020-2022 ‘Sterk Utrechts mbo’ waaraan die activiteiten een bijdrage aan leveren. Uit het activiteitenplan moet ook blijken hoe deze subsidie zich verhoudt tot de reguliere activiteiten en plannen (zoals de kwaliteitsagenda’s en vsv-aanpak) van de mbo-instelling(en).

  • b.

    Een financiële onderbouwing van de aanvraag aansluitend op het overzicht van de activiteiten. In deze onderbouwing staat per activiteit opgenomen welke personele en materiele middelen nodig zijn voor de activiteiten. Tevens is het gevraagde subsidiebedrag helder onderbouwd met daarbij - indien van toepassing - een sluitende begroting met daarin alle (overige) inkomsten. Als meerdere partners een gezamenlijke aanvraag doen willen we graag een overzicht van de financiële verdeling tussen partijen.

In uw aanvraag dient u aan te geven welke inzet u gaat realiseren voor social return. De nadere detaillering hiervan kan samen met de gemeente later worden ingevuld na het besluit tot verlening. De richtlijn voor de inzet voor social return is 5% van het aangevraagde subsidiebedrag, maar u mag dit beperken tot 2% van uw totale inkomsten als dit lager is dan de genoemde 5% van de subsidie. Indien de gemeente u op jaarbasis minder dan € 100.000 subsidie heeft verleend of als uw totale inkomsten op jaarbasis lager zijn dan € 500.000, vervalt de verplichting om een deel van de subsidie in te zetten voor social return.

Artikel 7 Indieningstermijn subsidieaanvraag

Er vinden twee subsidieronden plaats. De deadlines zijn;

  • 1 april 2020 voor activiteiten die starten in 2020

  • 1 april 2021 voor activiteiten die starten in 2021 of 2022

De aanvragen worden ingediend bij het college van b en w ,bij voorkeur wordt hiervoor gebruik gemaakt van het daarvoor bestemde digitale aanvraagformulier. Dit formulier is te vinden op www.utrecht.nl/subsidie.

Artikel 8 Maximaal subsidiebedrag per aanvraag/aanvrager

De aan te vragen subsidie bedraagt maximaal € 450.000,- per jaar. De subsidie wordt voor een periode van een jaar verleend. Hiervan kan worden afgeweken als de subsidieaanvrager kan aantonen dat er meerjarig kosten worden gemaakt om de activiteiten uit te voeren in de periode 2020-2022.

Artikel 9 Beoordeling subsidieaanvraag

Aanvragen die niet voldoen aan de eisen in artikel 3 en 6 worden niet in behandeling genomen.

  • 1. De aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen worden gerangschikt op basis van de criteria genoemd in lid 2 van dit artikel.

  • 2. De rangschikking wordt gemaakt aan de hand van de volgende zes criteria:

    • de mate waarin de activiteiten bijdragen aan de ambities en doelstellingen die staan beschreven in het Mbo uitvoeringsplan 2020-2022 ‘Sterk Utrechts Mbo’ (25).

    • de mate waarin de activiteiten zich spreiden over de ambities uit het plan (25).

    • de mate waarin de activiteiten zich spreiden over de verschillende mbo-instellingen (20).

    • de mate waarin de mbo-instellingen samenwerken bij de realisatie van de activiteiten (10).

    • de mate waarin werkgevers en andere externe partners betrokken zijn (10).

    • de verhouding tussen besteding van de middelen en het doel (10).

  • 3. Per criterium kunnen maximaal de punten worden gehaald die tussen haakjes genoemd zijn bij de criteria.

Artikel 10 Besluitvorming

Bij de besluitvorming wordt de volgende procedure gehanteerd: de tijdig en volledig ontvangen aanvragen worden op basis van de in artikel 9 benoemde criteria beoordeeld en gerangschikt. Over de rangschikking en de hoogte van de te verlenen subsidie laat het college zich adviseren door het bestuurlijk overleg mbo. De aanvragen worden gehonoreerd naar de volgorde op de prioriteitenlijst. Op basis van deze beoordeling besluit het college van b en w binnen 13 weken over de aanvraag.

Artikel 11 Monitoring en evaluatie

Het beleid in welk kader de subsidie Sterk Utrechts mbo wordt ingezet, wordt tussentijds minstens jaarlijks geëvalueerd gedurende de uitvoering van het plan in de periode 2020-2022. De evaluatie kan leiden tot aanpassing van de subsidieregeling en deze nadere regels. Na afloop van de periode wordt het beleid bestuurlijk geëvalueerd.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze regeling treedt in werking op de dag van het bekendmaken van deze nadere regels en vervalt na afloop en vaststelling van de gesubsidieerde activiteiten. Er kan naar deze nadere regels worden verwezen als ‘Nadere regels subsidie Sterk Utrechts mbo’.

Ondertekening

Aldus is vastgesteld door burgemeesters en wethouders van Utrecht in hun vergadering van 28 januari 2020.

De secretaris, De burgemeester,

Drs. G.G.H.M. Haanen Mr. J.H.C. van Zanen