Regeling vervallen per 15-12-2023

Nadere regel Subsidie amateurkunsteducatie gemeente Utrecht 2022-2024

Geldend van 02-02-2021 t/m 14-12-2023

Intitulé

Nadere regel Subsidie amateurkunsteducatie gemeente Utrecht 2022-2024

Het college van burgemeester en wethouders van Utrecht;

- gelet op artikel 156 lid 3 Gemeentewet juncto artikel 3 lid 2 van de Algemene Subsidieverordening Gemeente Utrecht;

- en gelet op Nota van Uitgangspunten ‘Op weg naar nieuw beleid amateurkunsteducatie voor de periode 2019-2021.

- en gelet op de door de raad vastgestelde nota Kunst kleurt de stad, Cultuurnota 2021-2024 en Cultuurvisie 2030.

Besluit vast te stellen de nadere regel Subsidie amateurkunsteducatie 2022-2024 gemeente Utrecht.

Artikel 1 Begripsbepalingen (reikwijdte en definities)

In deze nadere regel wordt verstaan onder:

  • Amateurkunst: kunstactiviteiten die niet beroepsmatig worden beoefend. De regeling heeft betrekking op de disciplines: muziek, muziektheater, dans, theater, beeldende kunst, audiovisueel en fotografie, nieuwe media, literatuur en mengvormen (interdisciplinaire cross-overs) van deze disciplines.

  • Amateurkunsteducatie: educatie van amateurkunstenaars die kunstactiviteiten niet beroepsmatig en in de vrije tijd beoefenen. De regeling heeft betrekking op de disciplines: muziek, muziektheater, dans, theater, beeldende kunst, audiovisueel en fotografie, nieuwe media, literatuur en mengvormen (interdisciplinaire cross overs) van deze disciplines.

  • Doorlopende leerlijn: een uitwerking van het beoogde leerproces waarbij wordt aangegeven hoe de beoefenaars van een beginnersniveau tot hogere niveaus komen.

  • Professionele docenten: docenten die een relevante kunstvakopleiding op mbo- of hbo-niveau hebben afgesloten of autodidacten die op basis van kennis en ervaring kunnen aantonen op professionele wijze les te kunnen geven.

  • Algemeen belang: kernactiviteiten (van een organisatie) die in het algemeen nuttig, gewenst of nodig worden geacht voor het welzijn van inwoners.

Artikel 2 Subsidiedoelstelling

De gemeente wil ervoor zorgen dat Utrecht een inclusieve en toegankelijke metropool is, waarin iedereen de kans krijgt zich artistiek te ontplooien. Een stevige keten van cultuureducatie, amateurkunst(educatie), talentontwikkeling en professionele praktijk past hierbij. Met deze nadere regel wil de gemeente een gevarieerd aanbod van amateurkunsteducatie stimuleren, verspreid over verschillende wijken in de stad, voor inwoners van de gemeente Utrecht.

Artikel 3 Eisen aan de aanvrager subsidie

Aanvragers dienen aan de volgende eisen te voldoen om in aanmerking te komen voor subsidie binnen deze regeling:

  • 1. De aanvrager is een rechtspersoon en dient met haar kernactiviteiten het algemeen belang;

  • 2. De aanvrager heeft geen winstoogmerk met het geheel van haar activiteiten die het algemeen belang dienen. Winst uit commerciële taken van de aanvrager komen ten goede aan de kernactiviteit.

  • 3. De aanvrager heeft aantoonbare kennis van en ervaring met amateurkunsteducatie;

  • 4. Bij de aanvrager zijn meerdere docenten op het gebied van amateurkunsteducatie betrokken. De aanvrager kan zorgdragen voor vervanging bij uitval en tijdelijke afwezigheid;

  • 5. De aanvrager werkt uitsluitend met professionele docenten die in het bezit zijn van een VOG. Bij voorkeur hebben de docenten drie jaar relevante praktijkervaring. Aanvullend kan er gewerkt worden met aan een kunstvakopleiding afgestudeerde docenten met minder dan drie jaar ervaring en/of stagiairs. Met ‘aanvullend’ wordt hier bedoeld: maximaal 20 % van de fte’s;

  • 6. De aanvrager kan aannemelijk maken dat gezorgd wordt voor scholing van docenten, intervisie met andere docenten en een veilige omgeving voor docenten en cursisten.

  • 7. De aanvrager past de Code Cultural Governance, de Code Diversiteit & Inclusie en de Fair Practice Code toe.

Artikel 4 Vaststelling subsidieplafond

Voor de looptijd van deze nadere regel is een budget voor de beleidsdoelstelling Amateurkunsteducatie beschikbaar van € 1.004.000 per jaar.

Artikel 5 Subsidiabele activiteiten

In het kader van Subsidie Amateurkunsteducatie subsidieert de gemeente Utrecht de volgende activiteiten:

  • 1. Het ontwikkelen, realiseren en uitvoeren van aanbod op het gebied van amateurkunsteducatie, verzorgd door professionele docenten in één van de kunstdisciplines: muziek, muziektheater, dans, theater, beeldende kunst, audiovisueel en fotografie, nieuwe media, literatuur en mengvormen (interdisciplinaire cross overs) van deze disciplines; gericht op de periode 2022 - 2024 en bij voorkeur op verschillende locaties in de stad. De activiteiten beogen creativiteitsontwikkeling van amateurkunstbeoefenaars en stimulering van (jong) talent. Er wordt met de activiteiten bijgedragen aan een doorlopende leerlijn binnen het aanbod, waardoor amateurkunstbeoefenaars zich kunnen (blijven) ontwikkelen. Deze leerlijn komt tot stand binnen het aanbod van de aanvrager zelf en/of door middel van samenwerking met partners in het veld.

  • 2. Het huren van ruimte voor amateurkunsteducatie-activiteiten in groepsverband, onder leiding van professionele docenten in de hierboven genoemde kunstdisciplines, gericht op de periode 2022 - 2024.

  • 3. Activiteiten die zich richten op afstemming en samenwerking binnen het werkveld, zoals intervisie, het gezamenlijk ontwikkelen van doorlopende leerlijnen en/of gezamenlijke publiciteit, gericht op de periode 2022 - 2024. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van een door de sector gedragen samenwerkingsverband zoals een netwerkorganisatie of een gezamenlijk communicatieplatform.

Artikel 6 Eisen aan de subsidieaanvraag

Om in aanmerking te komen voor de subsidie amateurkunsteducatie, dient te worden voldaan aan alle onderstaande eisen:

  • 1. De activiteiten waarvoor de aanvrager subsidie aanvraagt zijn primair gericht op inwoners van Utrecht en vinden plaats in de gemeente Utrecht.

  • 2. De activiteiten waarvoor de aanvrager subsidie aanvraagt vinden plaats in de periode 2022 – 2024. De uitvoering van de amateurkunsteducatie-activiteiten start uiterlijk op 1 januari 2022. De aanvrager neemt de startdatum voor activiteiten voor amateurkunsteducatie op in zijn aanvraag.

  • 3. De behoefte aan subsidiëring en de hoogte van de gevraagde subsidie kan aannemelijk gemaakt worden. Daarbij wordt uitgelegd waarom er sprake is van een onrendabele top (hogere kosten dan opbrengsten). De onrendabele top kan incidenteel (eenmalige opstartkosten/investeringen) en/of structureel zijn.

  • 4. Een aanvraag moet bestaan uit een sluitende begroting en een compleet activiteitenplan waarin een omschrijving van de activiteiten aan de hand van de beoordelingscriteria uit artikel 9 is opgenomen.

Artikel 7 Indieningstermijn subsidieaanvraag

Een aanvraag voor de subsidie Amateurkunsteducatie wordt alleen in behandeling genomen als deze:

  • tijdig is ingediend. Aanvragen kunnen worden ingediend tot 1 april 202112.00 uur;

  • gericht is op de uitvoeringsperiode 1 januari 2022 tot en met 31 december 2024;

  • compleet en door middel van een volledig ingevuld en ondertekend digitaal aanvraagformulier is ingediend via www.utrecht.nl/subsidie.

Artikel 8 Beoordeling subsidieaanvraag

De individuele aanvragen worden door de Adviescommissie Amateurkunsteducatie beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

  • a.

    Kwaliteit

  • De basis voor de beoordeling op kwaliteit is de door de aanvrager verstrekte informatie van het activiteitenplan. De aanvraag wordt binnen dit criterium beoordeeld op:

  • Een duidelijk ambitie en uitgewerkte visie op het gebied van amateurkunsteducatie en samenwerking met partners.

  • Een uitgewerkte visie op en plan van aanpak rondom diversiteit en inclusie.

  • Vakmanschap en professionaliteit, mede door toevoeging van korte bio’s.

  • Mate waarin er sprake is van samenwerking met andere aanbieders ten behoeve van de doorlopende leerlijn en gezamenlijke promotie.

  • Mate waarin er samenhang is in het aanbod (doorlopende leerlijn met mogelijkheden voor doorontwikkeling).

  • Beschrijving van het aanbod:

    • Aantal contacturen tussen docent en cursist(en)/deelnemer(s).

    • Type en vorm van de activiteit(en).

    • Discipline(s), interdisciplinair, cross over.

    • De structuur en opbouw van het aanbod, met aandacht voor receptieve, actieve en reflectieve aspecten.

    • De toegepaste leerstrategie(ën).

    • Wijze waarop het creatieve vermogen van cursisten/deelnemers gestimuleerd wordt en feedback wordt gegeven op de cursisten/deelnemers.Wijze waarop de activiteiten inhoudelijk aansluiten op de behoefte van de cursisten/deelnemers.

  • b.

    Betekenis voor de stad

  • De basis voor de beoordeling op ‘betekenis voor de stad’ is de door de aanvrager verstrekte informatie van het activiteitenplan. De aanvraag wordt beoordeeld op:

  • Beschrijving van relatie met overig gemeentelijk beleid.

  • Beschrijving van samenwerking met partners (op welk gebied, vorm en intensiviteit).

  • Motivatie keuze voor wijk en/of centrum.

  • Toelichting op wijze waarop de aanvrager betaalbaarheid van het aanbod voor doelgroepen waarborgt.

  • Motivatie keuze voor locatie (in verband met fysieke toegankelijkheid).

  • Onderscheidenheid (is het te subsidiëren totaalaanbod onderscheidend ten opzichte van hetgeen reeds binnen de gemeente Utrecht wordt aangeboden op het gebied van amateurkunsteducatie?)

  • c.

    Cultureel ondernemerschap

  • Hierbij gaat het om het vermogen om de voorgestelde plannen professioneel uit te voeren. De basis voor de beoordeling op ‘cultureel ondernemerschap’ is de door de aanvrager verstrekte informatie in het activiteitenplan. Er is coulance voor organisaties die in de periode 2019-2021 in dit kader activiteiten hebben uitgevoerd. Vanwege corona wordt in de beoordeling met coulance met de geleverde prestaties omgegaan. De aanvraag wordt beoordeeld op:

  • Beschrijving van het cultureel ondernemerschap.

  • Beschrijving van de opbouw van de organisatie, de bedrijfsvoering, de verdeling van taken en de gehanteerde governance structuur.

  • Beschrijving van de doelgroep en het gewenste aantal deelnemers.

  • Prijs van het aanbod.

  • Planning van de activiteiten, inclusief startdatum activiteiten.

  • Beschrijving van de wijze waarop de aanvrager zich ervan heeft vergewist dat er voldoende vraag naar de activiteiten is bij de beoogde doelgroep.

  • Beschrijving van werving van en communicatie met cursisten/deelnemers.

  • Binnen het criterium ‘cultureel ondernemerschap’ zullen ook de ingediende begroting, dekkingsplan en toelichting daarop worden beoordeeld:

    • Is de begroting realistisch?

    • Is de begroting sluitend

    • Is er een goed onderbouwde toelichting op de subsidiebehoefte? En, indien van toepassing, is dit goed afgezet tegen de hoogte van de subsidie uit 2019-2021?

    • Kan de aanvrager aantonen dat er – naast de gevraagde subsidie – voldoende middelen zijn om de aangegeven activiteiten uit te voeren?

Na de individuele beoordeling van de aanvragen op bovenstaande drie criteria, zal de adviescommissie een integrale afweging maken om te komen tot een divers, samenhangend en pluriform aanbod in de stad dat een meerwaarde heeft ten opzichte van hetgeen reeds in Utrecht aangeboden wordt op het gebied van amateurkunsteducatie. Deze integrale beoordeling geschiedt op basis van de volgende criteria:

  • d.

    Bereik en/of toegankelijkheid voor een brede groep inwoners.

  • e.

    Differentiatie en pluriformiteit (verdeling over disciplines en interdisciplinair aanbod, aandacht voor talentontwikkeling).

  • f.

    Geografische spreiding van het verschillende aanbod over de stad. Het gaat om een gevarieerd en over verschillende wijken gespreid amateurkunsteducatie-aanbod.

Artikel 9 Besluitvorming

Bij de besluitvorming wordt de volgende procedure gehanteerd:

  • 1. De aanvrager krijgt een schriftelijke bevestiging van de ontvangst van uw subsidieaanvraag.

  • 2. Alle aanvragen worden getoetst aan de formele vereisten en voorwaarden zoals deze zijn opgenomen in de ASV en in de nadere regel Subsidie Amateurkunsteducatie.

  • 3. Als de aanvraag voldoet aan de formele voorwaarden wordt deze ter beoordeling voorgelegd aan de Adviescommissie Amateurkunsteducatie. Bij het instellen van deze adviescommissie zal de gemeente zorgdragen voor een diverse samenstelling.

  • 4. Tijdens de behandeling van de aanvraag wordt geen informatie gegeven over de voortgang.

  • 5. De aanvragen scoren voor de criteria een cijfer tussen 1 en 10 en het gemiddelde van deze cijfers voor de criteria a, b en c is het eindcijfer. Bij een cijfer lager dan een 6 voor een van de individuele criteria, volgt een weigering van de subsidie. Indien het budget wordt overvraagd zal op basis van de score worden bepaald welke aanvragen kunnen worden gehonoreerd.

  • 6. De Adviescommissie Amateurkunsteducatie presenteert haar advies aan het college van burgemeester en wethouders. Voorafgaand ontvangt de aanvrager een afschrift van het advies en wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld om te reageren op feitelijke onjuistheden.

  • 7. De commissie zal op basis van consensus en binnen de kaders tot een eindadvies voor de subsidieaanvragen komen en aangeven of zij de aanvraag op basis van het subsidieplafond ‘subsidiabel’ of ‘niet subsidiabel’ acht. Onderdeel van dit eindadvies is een advies over de hoogte van de subsidie.

  • 8. Op basis van het advies van de Adviescommissie Amateurkunsteducatie neemt het college van burgemeester en wethouders een besluit over de subsidieverleningen.

  • 9. De gemeente houdt een beslistermijn van 13 weken aan.

Artikel 10 Evaluatie

Tijdens de looptijd van deze nadere regel zal onderzocht worden of, en zo ja in hoeverre, amateurkunsteducatie vanaf 2025 verder geïntegreerd kan worden in de Cultuurnota. Tijdens de uitvoering zal deze regeling geëvalueerd worden in samenspraak met de sector.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze regeling treedt in werking 1 dag na bekendmaking.

  • 2. Deze subsidieregel wordt aangehaald als ‘Nadere regel Subsidie Amateurkunsteducatie 2022-2024 gemeente Utrecht’.

Ondertekening

Aldus is vastgesteld door burgemeesters en wethouders van Utrecht in hun vergadering van 19 januari 2021.

De secretaris, De burgemeester,

Gabrielle G. H.M. Haanen Sharon A. M. Dijksma