Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand

Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand (raadsbesluit van 14 oktober 2004)

De raad der gemeente Utrecht, gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 september 2004

Besluit

vast te stellen de volgende

VERORDENING cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2004 Nr. 34

Artikel 1 Definities

  • a. de wet: de Wet werk en bijstand

  • b. het college: het college van burgemeester en wethouders van Utrecht

  • c. de gemeente: de gemeente Utrecht

  • d. cliënten: personen, zoals bedoeld in artikel 7, eerste lid van de wet.

Artikel 2 Opdracht aan het college

Het college bevordert het instellen van een orgaan, bestaande uit cliënten, of hun vertegenwoordigers wanneer deze blijkens hun statuten zijn gericht op behartiging van de belangen van cliënten, hierna te noemen: cliëntenraad, met als doel deze te betrekken bij de uitvoering van de wet, zoals beschreven in deze verordening.

Artikel 3 Samenstelling cliëntenraad

  • 1. De cliëntenraad is een rechtspersoon zonder winstoogmerk.

  • 2. De werkzaamheden van de cliëntenraad zijn blijkens zijn statuten gericht op behartiging van de belangen van cliënten.

  • 3. De cliëntenraad bestaat merendeels uit cliënten, of hun vertegenwoordigers, wanneer deze blijkens hun statuten zijn gericht op behartiging van de belangen van cliënten.

  • 4. De cliëntenraad streeft ernaar dat de samenstelling van haar leden zoveel mogelijk een representatieve afspiegeling is van de groep van cliënten.

Artikel 4 Faciliteiten

  • 1. De cliëntenraad zorgt voor toegankelijke vergaderruimte voor de leden en ontmoetingsruimte voor de cliënten.

  • 2. De cliëntenraad is schriftelijk, telefonisch, per fax en digitaal bereikbaar voor leden, cliënten en de gemeente.

Artikel 5 Periodiek overleg cliëntenraad

De cliëntenraad komt minimaal eenmaal per maand bijeen voor periodiek overleg over de uitvoering van de wet door de gemeente.

Artikel 6 Spreekuur

De cliëntenraad houdt op werkdagen spreekuur, waar de cliënten informatie of advies kunnen krijgen of gehoord worden.

Artikel 7 Standpunten cliëntenraad

De cliëntenraad kan aan het college gevraagd en ongevraagd zijn standpunten kenbaar maken over de uitvoering van de wet.

Artikel 8 Periodiek overleg met de gemeente

  • 1. De cliëntenraad overlegt in beginsel eenmaal per maand met het hoofd van de afdeling Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling van de gemeente, of diens vertegenwoordiger.

  • 2. De cliëntenraad overlegt in beginsel tweemaal per jaar met de relevante wethouder van de gemeente.

  • 3. De cliëntenraad kan agendapunten aandragen voor de overleggen zoals bedoeld in het eerste en tweede lid van dit artikel.

  • 4. Door of namens het college worden nadere regels gesteld over de wijze van agendering van de overleggen zoals bedoeld in het eerste en tweede lid van dit artikel.

Artikel 9 Incidenteel overleg met de gemeente

De cliëntenraad kan incidenteel overleggen met beleidsambtenaren van de gemeente over voor de cliëntenraad relevante beleidsonderwerpen.

Artikel 10 Geheimhoudingsplicht

De cliëntenraad neemt kennis van het bepaalde in artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht en zorgt dat zijn leden ook worden geïnformeerd over de hiervoor bedoelde geheimhoudingsplicht. Behalve na voorafgaande schriftelijke toestemming van de gemeente, zal de cliëntenraad informatie en gegevensdragers die hem ter beschikking staan niet aan derden kenbaar maken.

Artikel 11 Informatievoorziening door de gemeente

Door of namens het college wordt de cliëntenraad voorzien van de voor de uitvoering van zijn taak relevante informatie.

Artikel 12 Gemeentelijk subsidie

Door of namens het college wordt subsidie verstrekt ter tegemoetkoming in de kosten voor facilitering van de cliëntenraad. Op deze subsidie is de geldende Algemene Subsidieverordening van de gemeente van toepassing.

Artikel 13 Citeerwijze en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: de Verordening cliëntenparticipatie WWB.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2005.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 14 oktober 2004

De griffier, De burgemeester,

Drs. A.A.H. Smits Mr. A.H. Brouwer-Korf

Bekendmaking is geschied op 27 oktober 2004.

Deze verordening is in werking getreden op 1 januari 2005

BIJLAGE BEHOREND BIJ GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2004, NR. 34

Toelichting bij de Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand

Algemeen

Bij de behandeling van de Wet werk en bijstand is naar aanleiding van een amendement van het Tweede-Kamerlid Bakker een artikel ingevoegd over cliëntenparticipatie. Doel van dit amendement is dat de cliëntenparticipatie bij de gemeenten op een lijn wordt gebracht met de Wet SUWI. Daarin wordt gesteld dat cliëntenparticipatie onmisbaar is in een uitvoeringsstructuur waarin de cliënt centraal staat.

Artikel 47 van de Wet werk en bijstand schrijft voor dat gemeenten bij verordening regels opstellen voor cliëntenparticipatie.

De gemeente Utrecht hecht grote waarde aan cliëntenparticipatie. Dit vindt al sinds 1986 plaats door communicatie en overleg tussen de afdeling Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling en de Kliëntenraad.

Met deze verordening wordt in feite geregeld wat de gemeente Utrecht al jaren doet, namelijk dat het college zich inspant voor het bestaan van een orgaan dat zich richt op de belangenbehartiging van bijstandsgerechtigden, mensen met een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet en andere werkloze werkzoekenden zonder uitkering die onder de werking van de WWB vallen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Definities

Dit artikel bevat enkele begripsomschrijvingen.

Artikel 2 Opdracht aan het college

Het college spant zich in voor cliëntenparticipatie. Zij doet dit door het bestaan van een cliëntenraad te bevorderen. De rechten en plichten die voortvloeien uit deze verordening zijn van toepassing op de cliëntenraad waarmee het college afspraken maakt om de belangenbehartiging voor een bepaalde periode uit te voeren.

De cliëntenraad kan zijn standpunten over de uitvoering van de wet aan het college kenbaar maken. Het gaat daarbij om een breed scala van onderwerpen die de cliënten raken, zoals inkomensverstrekking, arbeidsre-integratie en fraudebestrijding.

De wijze waarop de cliëntenraad betrokken wordt, is beschreven in de rest van de verordening.

Artikel 3 Samenstelling cliëntenraad

De cliëntenraad moet een rechtspersoon zijn zonder winstoogmerk. De doelstellingen moeten vastgelegd zijn en er mag geen winst behaald worden met de activiteiten die voor de cliënten worden verricht.

De werkzaamheden van de cliëntenraad moeten gericht zijn op belangenbehartiging van cliënten. Dit moet blijken uit de statuten.

Omdat het hier gaat om belangenbehartiging van cliënten, is het wenselijk, en zelfs noodzakelijk, dat de cliëntenraad voor het grootste deel bestaat uit leden van de doelgroep zelf en dat hij een representatieve afspiegeling is van de doelgroep. Uiteraard mag de doelgroep zich laten vertegenwoordigen. De werkzaamheden van deze vertegenwoordigers moeten ook gericht zijn op belangenbehartiging van cliënten met betrekking tot de uitvoering van de wet door de gemeente. Ook hier moet dit blijken uit de statuten.

Het kan ook nuttig zijn input vanuit andere expertises bij de belangenbehartiging te betrekken. Zo kunnen bijvoorbeeld (vertegenwoordigers van) mensen met een WAO-uitkering een belangrijke bijdrage leveren.

SoZaWe ziet toe of de samenstelling van de cliëntenraad in overeenstemming is met de eisen van dit artikel.

Artikel 4 Faciliteiten

De cliëntenraad moet zorgen voor afdoende faciliteiten, zowel voor de leden als voor de cliënten. De leden moeten kunnen vergaderen en de nodige informatie verzamelen. Voor de cliënten moet een ontmoetingsruimte bestaan, die voor alle cliënten toegankelijk is.

Daarnaast moet de cliëntenraad zowel schriftelijk, telefonisch, per fax als digitaal bereikbaar zijn voor leden, cliënten en de gemeente.

Artikel 5 Periodiek overleg cliëntenraad

Om hun taak goed uit te kunnen oefenen, moeten de leden van de cliëntenraad periodiek bij elkaar komen voor overleg. Omdat in beginsel eenmaal per maand overleg plaatsvindt tussen de cliëntenraad en de gemeente, is het van belang dat de leden ook minimaal zo vaak bij elkaar komen om de overleggen met de gemeente goed voor te bereiden.

Artikel 6 Spreekuur

Omdat niet alle cliënten lid zijn van de cliëntenraad, en ook niet alle cliënten zijn aangesloten bij andere belangenbehartigers, moeten zij de mogelijkheid krijgen op individuele basis contact te hebben met de cliëntenraad. Daarom moet de cliëntenraad voor hen op een gebruikelijk tijdstip (werkdagen) spreekuur houden waar zij informatie of advies kunnen krijgen, of gehoord worden.

Artikel 7 Standpunten cliëntenraad

De cliëntenraad heeft de bevoegdheid aan het college, gevraagd en ongevraagd, zijn standpunten over de uitvoering van de Wet werk en bijstand kenbaar te maken.

Wanneer de gemeente nieuwe plannen maakt, of veranderingen wil aanbrengen in de dienstverlening, en deze de belangen van cliënten raken, kan het college de cliëntenraad vragen om zijn mening. In ieder geval vraagt het college de cliëntenraad zijn mening over het beleidsplan ter uitvoering van de Wet werk en bijstand en de verantwoording daarvan.

Andersom kan de cliëntenraad zijn standpunten aan het college kenbaar maken, wanneer hij van mening is dat de belangen van cliënten geraakt worden door plannen van of uitvoering door de gemeente. Het college betrekt de standpunten van de cliëntenraad in haar overwegingen, maar is er niet aan gehouden.

Artikel 8 Periodiek overleg met de gemeente

In dit artikel is geregeld dat de cliëntenraad periodiek overleg heeft met de gemeente. Op deze wijze wordt gewaarborgd dat de cliëntenraad en de gemeente, de laatste zowel op bestuurlijk als ambtelijk niveau, in ieder geval een bepaald aantal malen per jaar bijeen komen voor het voeren van overleg over de uitvoering van de wet door de gemeente.

Wanneer het duidelijk is dat bijeenkomen niet zinvol is, bijvoorbeeld in vakantietijd, kunnen partijen in gezamenlijk overleg besluiten dat het overleg niet plaatsvindt.

In beginsel voert de cliëntenraad tweemaal per jaar overleg met de wethouder. Het betreft hier de wethouder die sociale zaken en werkgelegenheid in portefeuille heeft.

Zowel de gemeente als de cliëntenraad kunnen agendapunten inbrengen. Hierover worden nadere afspraken gemaakt in de subsidiebeschikking, zoals bedoeld in artikel 13.

Artikel 9 Incidenteel overleg met de gemeente

Het kan voorkomen dat de periodieke overleggen, zoals beschreven in artikel 8, niet afdoende of geschikt zijn om alle voor de cliëntenraad relevante onderwerpen aan de orde te stellen.

De periodieke overleggen zijn niet van dien aard dat daar alles tot in detail besproken kan worden. De cliëntenraad kan dan nader overleg plegen met de betrokken beleidsambtenaar.

Daarnaast is het mogelijk dat dringende beleidskeuzes gemaakt moeten worden in de periode tussen twee periodieke overleggen. Ook in dat geval kan de cliëntenraad de betrokken beleidsambtenaar tussentijds benaderen voor overleg.

Artikel 10 Geheimhoudingsplicht

Om een goed advies uit te kunnen brengen, neemt de cliëntenraad vaak in een vroeg stadium kennis van beleidsvoornemens. Daarvoor zullen vaak conceptbeleidsstukken overgelegd worden. Omdat beleid pas openbaar wordt na besluitvorming door het college, geldt tot dat moment voor de cliëntenraad de geheimhoudingsplicht.

Dit houdt onder andere in dat de cliëntenraad (de inhoud van) nog niet vastgestelde beleidsplannen niet verspreidt onder anderen dan zijn leden, en ook zijn leden zich aan de geheimhoudingsplicht houden. Voor specifiek deskundig advies kan de cliëntenraad een accountant of juridisch adviseur raadplegen. Deze dient zich dan ook aan de geheimhoudingsplicht te houden.

Na schriftelijke toestemming van de gemeente mag de cliëntenraad (de inhoud) van beleidsplannen openbaar maken. Een openbaar besluit van het college van burgemeester en wethouders mag beschouwd worden als schriftelijke goedkeuring van de gemeente.

Artikel 11 Informatievoorziening door de gemeente

Om zijn taak goed te kunnen uitvoeren, heeft de cliëntenraad informatie van de gemeente nodig. In ieder geval geeft het college de cliëntenraad het voorlichtingsmateriaal voor cliënten en relevante conceptbeleidsstukken. Het gaat daarbij om conceptbeleidsstukken over de uitvoering van de wet, zoals het beleidsplan ter uitvoering van de Wet werk en bijstand en de verantwoording daarvan.

In de subsidiebeschikking, zoals bedoeld in artikel 12, worden nadere afspraken gemaakt over welke informatie wordt verstrekt en wanneer en hoe deze wordt verstrekt.

Artikel 12 Gemeentelijke subsidie

Het college verstrekt subsidie ter tegemoetkoming in de kosten voor facilitering van de cliëntenraad. Hierbij moet gedacht worden aan een tegemoetkoming in de kosten voor huisvesting, faciliteiten, presentiegelden en secretariële ondersteuning.

Op deze subsidie is de geldende Algemene Subsidieverordening van de gemeente van toepassing. Dit betekent onder andere dat de cliëntenraad na afloop van ieder boekjaar een jaarverslag opstelt, voorzien van een accountantsverklaring.

Artikel 13 Citeerwijze en inwerkingtreding

Hier worden de naam van de verordening en de datum van inwerkingtreding geregeld.