Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR87150
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR87150/14
Regeling vervallen per 01-01-2012
Mandaatregeling gemeente Utrecht
Geldend van 21-04-2011 t/m 31-12-2011
Mandaatregeling gemeente Utrecht(inclusief addendum b. en w.-besluiten van 15 juli 2008, 26 augustus 2008, 7 oktober 2008, 17 september 2009, 2 maart 2010, 26 januari 2010, 6 juli 2010, 14 september 2010, 25 januari en 15 februari 2011)
Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Utrecht ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;
overwegende dat het wenselijk is een organisatiebreed mandaatregister vast te stellen;
gelet op de in acht te nemen artikelen 10.1 tot en met 10.12 van de Algemene wet bestuursrecht;
BESLUIT:
I.het krachtens mandaat nemen van de in het mandatenregister genoemde besluiten op te dragen aan de daarbij genoemde functionarissen
en
II.ten aanzien van de uitoefening van mandaten de navolgende regeling vast te stellen:
MANDAATREGELING gemeente Utrecht
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a.
mandaatgever het bestuursorgaan dat aan een functionaris de bevoegdheid geeft om in naam van het bestuursorgaan besluiten te nemen;
- b.
gemandateerde de functionaris, die van de mandaatgever de bevoegdheid heeft gekregen om in naam van de mandaatgever besluiten te nemen en te ondertekenen;
- c.
mandatenregister overzicht van door mandaatgever aan gemandateerde opgedragen bevoegdheden.
Artikel 2 Algemeen
-
1. De in het bij deze regeling behorende mandatenregister genoemde bevoegdheden worden namens en onder verantwoordelijkheid van het ter zake bevoegde bestuursorgaan uitgeoefend door de per bevoegdheid genoemde gemandateerde.
-
2. Bij afwezigheid van de functionarissen aan wie bij of krachtens dit besluit bevoegdheden zijn gemandateerd, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door hun aangewezen plaatsvervangers.
Artikel 3 Reikwijdte
-
1. De verlening van het mandaat geschiedt in de ruimste zin van het woord. Naast het nemen van positieve en negatieve besluiten omvat het mandaat tevens:
- -
het stellen van nadere voorwaarden;
- -
alle werkzaamheden ter voorbereidingen van het besluit;
- -
het uitreiken van bewijs van ontvangst van de aanvragen ed.;
- -
verdagen en of uitstellen van besluiten;
- -
het verzoeken om aanvullende informatie;
- -
het voeren van correspondentie, die direct te maken heeft met de opgedragen taak;
- -
het interpreteren van de regelgeving;
- -
het toekennen van bedragen in termijnen;
- -
het toekennen van voorschotten;
- -
het uitvoeren van selectie;
- -
het uitvoeren van gunning;
- -
het bekend maken van besluiten/beschikkingen, daar waar de verplichting daartoe in de wet is opgenomen;
- -
het toezenden van besluiten/beschikkingen aan instanties, daar waar de verplichting daartoe in de wet is opgenomen;
- -
de bevoegdheid tot bewaking van uitvoering van de rechtshandeling waartoe kan worden gerekend ingebrekestelling, ontbinding, vorderen van nakoming, opzegging van een overeenkomst en alle andere besluiten, die hiermee verband (kunnen) houden;
- -
alle andere besluiten die genomen moeten worden en alle andere handelingen die moeten worden verricht binnen het kader van de uitvoeringen van de verleende bevoegdheid;
- -
het ondertekenen van besluiten.
- -
-
2. Het verstrekken van ambtelijke informatie geschiedt niet krachtens mandaat en niet namens college of burgemeester, maar op eigen naam. Onder ambtelijke informatie dient te worden verstaan het verstrekken van inlichtingen over geldende regelingen of over bestaand beleid, door het verstrekken waarvan geen rechtsgevolgen ontstaan.
Artikel 4 Ondermandaat
-
1. Ondermandaat is toegestaan, indien dit in het mandatenregister is aangegeven.
-
2. Het verlenen van ondermandaat dient te geschieden bij schriftelijk besluit door de oorspronkelijke mandaathouder/mandataris.
-
3. Op verleende ondermandaten zijn deze bepalingen overeenkomstig van toepassing.
-
4. De functionaris aan wie middels ondermandaat bevoegdheden zijn gemandateerd mag deze bevoegdheid niet verder mandateren, tenzij sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 5 Ondertekening
1.In geval de in dit besluit bedoelde bevoegdheid wordt uitgeoefend onder verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders worden uitgaande stukken als volgt ondertekend:
“Burgemeester en wethouders van Utrecht,
Namens dezen:”
gevolgd door handtekening en functieaanduiding van de ondertekenaar
2.In geval de in dit besluit bedoelde bevoegdheid wordt uitgeoefend onder verantwoordelijkheid van de burgemeester worden uitgaande stukken als volgt ondertekend:
“De burgemeester van Utrecht,
Namens deze:”
gevolgd door handtekening en functieaanduiding van de ondertekenaar
3.De ondertekening van een ter uitvoering van het mandaat opgemaakt stuk geschiedt schriftelijk en niet door het plaatsen van een handtekeningstempel of elektronische handtekening.
Artikel 6 Datum inwerkingtreding
- 1.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de openbare bekendmaking.
- 2.
Met ingang van de in het eerste lid bedoelde datum van inwerkingtreding, vervallen alle eerdere mandaatbesluiten van het college en de burgemeester voor zover dit mandaten aan functionarissen binnen de ambtelijke organisatie betreffen met uitzondering van de mandaten zoals die op grond van de Arbeidsvoorwaardenregeling Utrecht zijn verleend.
Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht op 15 juli 2008.
De secretaris, De burgemeester,
Drs. J. Schuilenburg Mr. A. Wolfsen
Bekendmaking is geschied op 6 augustus 2008.
Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 14 augustus 2008.
BIJLAGE BEHOREND BIJ GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2008, NR. 42
Inhoudsopgave mandaatregister
Hoofdstuk 1 Portefeuillehoudersmandaten
Hoofdstuk 2.1 Algemene mandaten aan alle directeuren
Hoofdstuk 2.2 Mandaten aan de algemeen directeur
Hoofdstuk 3.1 Mandaten aan directieteam BCD
Hoofdstuk 3.2 Mandaten aan directeur StadsOntwikkeling
Hoofdstuk 3.3 Mandaten aan directeur Dienst Ondersteuning
Hoofdstuk 3.4 Mandaten aan directeur Stadswerken
Hoofdstuk 3.5 Mandaten aan directeur Wijken
Hoofdstuk 3.6 Mandaten aan directeur GG&GD
Hoofdstuk 3.7 Mandaten aan directeur Dienst Maatschappelijke Ondersteuning
Hoofdstuk 3.8 Mandaten aan directeur Brandweer
Hoofdstuk 3.9 Mandaten aan directeur Muziekcentrum Vredenburg
Hoofdstuk 3.10 Mandaten aan directeur Dienst Gemeentelijke Musea
Hoofdstuk 3.11 Mandaten aan directeur Gemeentebibliotheek Utrecht
Hoofdstuk 3.12 Mandaten aan directeur Burgerzaken en Gemeentebelastingen
Hoofdstuk 3.13 Mandaten aan directeur Stadsschouwburg
Hoofdstuk 3.14 Mandaten aan directeur Projectorganisatie Stationsgebied
Hoofdstuk 3.15 Mandaten aan directeur Dienst Projectbureau Leidsche Rijn
Paragraaf 1: Portefeuillehoudermandaat
Dit hoofdstuk bevat door het College van B&W gemandateerde bevoegdheden aan een of meer leden van het college, tenzij de regeling waarop de bevoegdheid steunt zich daartegen verzet ( Art. 168 Gemeentewet). Indien een bevoegdheid aan meerdere wethouders is gemandateerd, wordt hiermee bedoeld dat beide wethouders moeten instemmen met het besluit om rechtskracht te verkrijgen.
Omschrijving bevoegdheden |
Regeling waarop mandaat is gebaseerd |
Voorwaarde voor gebruik mandaat |
Ondermandaat toegestaan (incl. eventuele voorwaarden) |
|
1.1 |
Het beslissen op verzoeken om ereprijzen |
Nee |
||
1.2 |
Vaststelling kwartaal overzichten Personeel |
Nee |
||
1.3 |
Besluiten tot het voeren van rechtsgedingen in verzekeringszaken |
Nee |
||
1.4 |
Toekenning studiebeurzen en -toelagen |
Nee |
||
1.5 |
Ontbinding huurovereenkomsten gemeentelijke woningen |
Nee |
||
1.6 |
Administratieve overboekingen terreinen en opstallen |
Wethouder Wonen en Wethouder Financiën. Info aan cie |
Nee |
|
1.7 |
Brandschade ten laste van brandschadefonds brengen |
Nee |
||
1.8 |
Beslissingen op bezwaarschriften van personeelsleden n.a.v. een door het diensthoofd in mandaat genomen besluit i.h.k.v. rechtspositie |
Nee |
||
1.9 |
Het aangaan van persoonlijke regelingen |
Richtlijn persoonlijke regelingen vastgesteld door het college d.d. 15/5/07 |
Wethouder Personeelszaken met inachtneming van de door het college vastgestelde richtlijn |
Nee |
1.10 |
Niet aan directeuren gemandateerde verzoeken met betrekking tot rechtspositieregelingen w.o. toepassing hardheidsclausule |
Diverse artikelen uit Rechtspositieregeling Gemeente Utrecht |
Wethouder Personeelszaken |
Nee |
1.11 |
Vaststellen waarderingsniveau diverse functies in de schalen 1 t/m 12 |
Art. 3:2 ARU en artt. 3b en 3c URU |
Wethouder Personeelszaken en functionele portefeuillehouder |
Nee |
1.12 |
Verlenen van buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging langer dan 3 maanden |
Art. 6:7, 2e lid ARU jo. art. 2.3.4 URU 6b |
Wethouder Personeelszaken |
Nee |
1.13 |
Vaststellen van wijzigingen in de rechtspositieregeling die het gevolg zijn van voor de gemeente bindende CAO's gemeentepersoneel en het informeren van de Commissie van Overleg hierover |
Wethouder Personeelszaken |
Nee |
|
1.14 |
Het toetsen -aan de hand van een vastgesteld toetsingskader- of in bepaalde gevallen een nieuwe medewerker toch kan worden aangesteld indien een verklaring omtrent het gedrag is geweigerd |
Wethouder Personeelszaken |
Nee |
|
1.15 |
Besluiten tot overdracht van de juridische eigendom van schoolgebouwen |
Art. 103 Wet op het primair onderwijs, art. 101 Wet op de expertisecentra, art. 76n Wet op het voortgezet onderwijs |
Wethouder Onderwijs |
Nee |
1.16 |
Besluiten tot het onttrekken van schoolgebouwen aan de onderwijsbestemming |
Art. 110 Wet op het primair onderwijs, art. 108 Wet op de expertisecentra, art. 76u Wet op het voortgezet onderwijs |
Wethouder Onderwijs |
Nee |
nr. |
Omschrijving bevoegdheden |
Regeling waarop mandaat is gebaseerd |
Mandaatgever |
Voorwaarde voor gebruik mandaat |
Ondermandaat toegestaan ? |
|
college |
burgemeester |
|||||
1.17 |
Het nemen van beslissingen op bezwaar vanwege besluiten als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht. Dit mandaat geldt inclusief het toekennen van vergoedingen als bedoeld in artikel 7: 15 van de Algemeen wet bestuursrecht. Uitgezonderd zijn belastingzaken, personeelsaangelegenheden en zaken op het terrein van sociale zaken en werkgelegenheid. Voor deze zaken gelden aparte mandaatregimes.Het hoofd van de afdeling Juridische zaken van de Bestuurs –en Concerndienst is bevoegd de beslissingen op bezwaar te ondertekenen na besluitvorming door de portefeuillehouder. |
Algemene wet bestuursrecht |
X |
Nee |
Paragraaf 2.1 Algemene Mandaten aan alle directeuren van de diensten
Dit hoofdstuk bevat door het college van burgemeester en wethouders gemandateerde bevoegdheden aan de directeuren van alle diensten, mits passend binnen de dagelijkse bedrijfsvoering van de dienst (art. 10:1 t/m 10:12 AWB). Artikel 1.2, achtste lid van de Organisatieregeling is van overeenkomstige toepassing.
Omschrijving bevoegdheden |
Regeling waarop mandaat is gebaseerd |
Mandaatgever |
Voorwaarde voor gebruik mandaat |
Ondermandaat toegestaan (incl. event. voorwaarden) |
||
college |
burgemeester |
|||||
2.1.1 |
Besluiten op verzoeken om informatie en het verstrekken van informatie uit eigen beweging krachtens de Wet openbaarheid van bestuur |
Wet openbaarheid van bestuur |
X |
X |
Ja |
|
2.1.2 |
Besluiten in het kader van de Inspraakverordening |
Algemene inspraakverordening Utrecht |
X |
Ja |
||
2.1.3 |
Verplichtingen aangaan op grond van dat deel van de begroting waarvoor het diensthoofd verantwoordelijk is. Indien het betreft verplichtingen waar financiën mee gemoeid zijn, dan moet in de begroting zelf of bij afzonderlijk raadsbesluit middelenautorisatie hebben plaats gevonden. Van de bevoegdheid tot het aangaan van verplichtingen is uitgezonderd het verstrekken en aangaan van leningen en de verlening van garanties met betrekking tot de nakoming van verplichtingen door derden. De Directeur van de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling is in het kader van de kredietbank wel bevoegd tot het verstrekken van leningen met betrekking tot de schuldhulpverlening. |
Gemeentewet |
X |
Over de aangegane verplichtingen wordt jaarlijks verantwoording afgelegd. M.b.t. het aangaan of verlengen van een contract voor externe inhuur tegen een tarief van EUR 75,00 of meer per uur, geldt het vereiste van voorafgaande goedkeuring door de wethouder Personeelszaken. De geldende regels met betrekking tot aanbestedingen moeten in acht worden genomen. |
Ja |
|
2.1.4 |
Het treffen van dadingen en het opdragen van geschillen aan de beslissingen van scheidsmannen |
X |
Nee |
|||
2.1.5 |
Het besluiten tot het maken van bezwaar, het instellen van beroep, het verzoek om schorsing of het verzoeken van een voorlopige voorziening, indien aan de gemeente als rechtspersoon daartoe het recht is toegekend. Dit mandaat is niet bedoeld voor die situaties waarin een bestuursorgaan van de gemeente optreedt. |
Art. 160 Gemeentewet |
X |
Geldt alleen voor eigen dienst |
Nee |
|
2.1.6 |
Het besluiten tot het voeren van rechtsgedingen, het instellen van hoger beroep en het voeren van verweer met betrekking tot eigen werknemers |
X |
Geldt alleen voor eigen P&O dienst |
Nee |
2.1.7 |
Het entameren en het voeren van alle rechtsgedingen, het voeren van bezwaar- en beroepsprocedures en het indienen van verzoekschriften, ter nakoming, handhaving en uitvoering van o.a. overeenkomsten, incl. nevenvordeningen en de ten uitvoerlegging van vonnissen/beschikkingen. Dit mandaat is niet bedoeld voor die situaties waarin een bestuursorgaan van de gemeente optreedt |
Art. 160 onder f Gemeentewet |
X |
Mits spoedeisend, daarna voorleggen aan college |
Nee |
|
2.1.8 |
Het voeren van verzetprocedures in het kader van dwangbevelen |
X |
Nee |
|||
2.1.9 |
Het voeren van bezwaar- en beroepsprocedures tegen besluiten van UWV- USZO inzake WAO |
X |
Nee |
|||
2.1.10 |
Het voeren van bezwaar- en beroepsprocedures tegen besluiten van UWV-USZO inzake WW |
X |
Nee |
|||
2.1.11 |
Procesmachtiging voor de onder 2.5 t/m 2.10 genoemde rechtzaken |
Art. 171 Gemeentewet |
X |
Nee |
||
2.1.12 |
Toepassing geven aan uitzondering op het vereiste van verklaring van goed gedrag |
Art. 13 ASV |
X |
Ja |
||
2.1.13 |
Verlenen van toestemming tot het toestaan van een voorziening of bestemmingsreserve |
Art. 22, 4e lid ASV |
X |
Ja |
||
2.1.14 |
Toestaan van kortere termijn voor indienen van aanvraag projectsubsidie en gemeentegarantie |
Art. 7, 8e lid ASV |
X |
Ja |
||
2.1.15 |
Aanwijzingen geven en modellen voorschrijven met betrekking tot de bij de aanvraag van een subsidie in te dienen bescheiden |
Art. 8, 2e lid ASV |
X |
Ja |
||
2.1.16 |
Bepalen dat andere dan de in artikel 8 ASV bedoelde gegevens en bescheiden, die voor het beoordelen van de aanvraag van belang worden geacht, worden overgelegd |
Art. 8, 3e lid ASV |
X |
Ja |
||
2.1.17 |
Verdagen beslistermijn op aanvraag + stellen van nieuwe termijn |
Art. 11, 3e lid jo 4e lid ASV |
X |
Ja |
2.1.18 |
Beschikken tot gehele of gedeeltelijke weigering of verlening, alsmede daaraan verbinden van kwalitatieve criteria en voorwaarden. Dit mandaat geldt niet voor het toepassen van artikel 9, tweede lid ASV en het op grond van artikel 3, zevende lid van de Wet Bibob verbinden van voorwaarden aan een besluit tot subsidieverlening |
Art. 7 en 9 en 12, 1e lid ASV 4: 25 en 4: 35 Awb |
X |
Ja |
||
2.1.19 |
Weigeren voortzetten subsidie na subsidiëring drie jaar of langer |
Art. 4: 51 Awb |
X |
Ja |
||
2.1.20 |
Sluiten van een uitvoeringsovereenkomst |
Art 15 ASV en 4: 36 Awb |
X |
Ja |
||
2.1.21 |
Intrekken of wijzigen van subsidie |
Art. 4: 48 e.v. Awb |
X |
Ja |
||
2.1.22 |
Verstrekken van voorschotten op subsidie |
Art. 4: 54 Awb; 29 ASV |
X |
Ja |
||
2.1.23 |
Verrekenen vordering(en) op voorschot |
Art. 29, 2e lid ASV |
X |
Ja |
||
2.1.24 |
Bepalen welke gegevens noodzakelijk zijn voor het houden van toezicht op naleving voorwaarden garantie |
Art. 34 ASV |
X |
Ja |
||
2.1.25 |
Instellen onderzoek |
Art. 21, 2e lid ASV |
X |
Ja |
||
2.1.26 |
Verlenen van ontheffing van verplichting accountantsverklaring |
Art. 25, 3e lid ASV |
X |
Ja |
||
2.1.27 |
Bepalen welke controle in de plaats mag komen van de accountantscontrole (i.g.v. begrote kosten minder dan EUR 50.000,00) |
Art. 25, 3e lid ASV |
X |
Ja |
||
2.1.28 |
Aanwijzingen geven en modellen voorschrijven met betrekking tot de bij het verzoek tot vaststelling in te dienen bescheiden |
Art. 24, 6e lid ASV |
X |
Ja |
||
2.1.29 |
Bepalen dat andere dan de in artikel 24 ASV bedoelde gegevens en bescheiden, die voor de vaststelling van belang worden geacht, worden overgelegd. |
Art. 24, 6e lid ASV |
X |
Ja |
2.1.30 |
Stellen van aanvullende voorschriften met betrekking tot tussentijdse verslaglegging of verslaglegging na afloop van activiteit |
Art. 24, 6e lid ASV |
X |
Ja |
|||
2.1.31 |
Verdagen beslistermijn voor vaststelling + stellen van nieuwe termijn. |
Art. 26 ASV |
X |
Ja |
|||
2.1.32 |
Beschikking tot vaststellen al dan niet op een lager niveau |
Art. 4: 42 e.v. en 4: 73 e.v. Awb en art. 26 ASV |
X |
ja |
|||
2.1.33 |
Aanzeggen dat teveel ontvangen voorschot wordt teruggestort |
Art. 29, 3e lid ASV |
X |
Ja |
|||
2.1.34 |
Terugvordering (eventueel in rechte) |
Art. 4: 57 Awb en art. 29, 3e lid ASV |
X |
Ja |
|||
2.1.35 |
Nadere regels stellen met betrekking tot de inrichting van de administratieve organisatie |
Art. 21 ASV |
X |
Ja |
|||
2.1.36 |
Beslissen op verzoek om toestemming voor diverse vermogensrechtelijke handelingen |
Art. 4: 71 Awb en 16 ASV |
X |
Ja |
|||
2.1.37 |
Beslissen op een verzoek om toestemming inzake beschikbaar stellen van gelden aan derden/verbinden van voorwaarden aan toestemming |
Art. 18 ASV |
X |
Ja |
|||
2.1.38 |
Aanwijzen van gevallen waarin 19, 1e lid ASV niet geldt (verplichting inzake kostendekkende vergoedingen bij leveringen aan derden) |
Art. 19, 2e lid ASV |
X |
Ja |
|||
2.1.39 |
Goedkeuring bestemming eventueel batig liquidatiesaldo bij ontbinding; geven van aanwijzing van gewenste bestemming; opleggen verplichting tot storten in de gemeentekas |
Art. 20, 5e lid ASV |
X |
Ja |
|||
2.1.40 |
Aanvragen tot verlening en vaststelling van subsidies |
diverse |
X |
Ja |
|||
2.1.41 |
Aanvragen van vergunningen/ontheffingen |
diverse |
X |
X |
Ja |
||
2.1.42 |
Uitvoering van de Wet bescherming persoonsgegevens |
Wet bescherming persoonsgegevens |
X |
X |
Ja |
||
2.1.43 |
Het aanwijzen van toezichthouders als bedoeld in artikel 5:11 Algemene wet bestuursrecht |
diverse |
X |
X |
Aan de directeur van de dienst binnen wiens verantwoordelijkheid het toezicht op de betreffende regelgeving valt |
Nee |
|
2.1.44 |
Alle in titel 5.3 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde bevoegdheden met betrekking tot of verband houdend met bestuursdwang en dwangsom. |
Art. 125, 2e lid (college) en 3e lid (burgemeester) Gemeentewet en titel 5.3 Algemene wet bestuursrecht |
X |
X |
Aan de directeur van de dienst binnen wiens verantwoordelijkheid het toezicht en de handhaving op de betreffende regelgeving valt |
Ja |
|
2.1.45 |
Niet-ontvankelijk verklaren van aanvraag |
Art. 4: 5, 1e lid Awb |
X |
X |
Ja |
||
2.1.46 |
Vragen van zienswijze en horen belanghebbende bij voornemen tot het nemen van een onwelgevallige beschikking |
Art. 4: 7 en 4: 9 Awb |
X |
X |
Ja |
||
2.1.47 |
Het vervangen van archiefbescheiden door reproducties: 1.het vervangen van archiefbescheiden door reproducties, teneinde de aldus vervangen bescheiden te vernietigen, overeenkomstig artikel 7 van de Archiefwet 1995 en artikel 6, eerste en tweede lid, van het Archiefbesluit 1995; 2.2. het opmaken van een verklaring van vervanging van archiefbescheiden door reproducties, overeenkomstig artikel 8 van het Archiefbesluit 1995 |
Archiefwet 1995, Archiefbesluit 1995 en het Besluit Informatiebeheer gemeente Utrecht 2004 |
X |
Ja |
|||
2.1.48 |
Het vervreemden van archiefbescheiden: 1.het vervreemden van archiefbescheiden overeenkomstig artikel 8, eerste en tweede lid, van de Archiefwet 1995 en artikel 7, eerste en tweede lid, en artikel 8 van het Archiefbesluit 1995; 2.het opmaken van een verklaring van vervreemding van archiefbescheiden, overeenkomstig artikel 8 van het Archiefbesluit 1995. |
Archiefwet 1995, Archiefbesluit 1995 en het Besluit Informatiebeheer gemeente Utrecht 2005 |
X |
Ja |
|||
2.1.49 |
Het overbrengen van archiefbescheiden naar de archiefbewaarplaats: 1.het overbrengen van archiefbescheiden naar het Utrechts Archief overeenkomstig artikel 12, eerste lid van de Archiefwet 1995 en artikel 9, eerste, tweede en derde lid van het Archiefbesluit 1995; 2.het vervroegd overbrengen van archiefbescheiden naar het Utrechts Archief overeenkomstig artikel 13, eerste lid van de Archiefwet 1995; 3.het verzoeken om het verlenen van een machtiging door gedeputeerde staten van Utrecht tot opschorting van de overbrenging van archiefbescheiden naar het Utrechts Archief, overeeenkomstig artikel 13, derde en vierde lid, van de Archiefwet 1995; 4.het opmaken van een verklaring van overbrenging van archiefbescheiden naar het Utrechts Archief, overeenkomstig artikel 8 van het Archiefbesluit 1995. |
Archiefwet 1995, Archiefbesluit 1995 en het Besluit Informatiebeheer gemeente Utrecht 2006 |
X |
Ja |
|||
2.1.50 |
Het opmaken van een verklaring van vernietiging van archiefbescheiden, overeenkomstig artikel 8 van het Archiefbesluit 1995 |
Archiefwet 1995, Archiefbesluit 1995 en het Besluit Informatiebeheer gemeente Utrecht 2006 |
X |
Ja |
|||
2.1.51 |
Het stellen van beperkingen aan de openbaarheid van archiefbescheiden, overeenkomstig artikel 15, eerste en tweede lid, en artikel 16, tweede lid, van de Archiefwet 1995 en artikel 10 van het Archiefbesluit 1995 |
Archiefwet 1995, Archiefbesluit 1995 en het Besluit Informatiebeheer gemeente Utrecht 2007 |
X |
Ja |
|||
2.1.52 |
het goedkeuren van de overdracht van informatie in de zin van artikel 1, sub b, van het Besluit informatiebeheer 2002 van een beheerseenheid aan een andere beheerseenheid, overeenkomstig artikel 22 van het Besluit informatiebeheer |
Archiefwet 1995, Archiefbesluit 1995 en het Besluit Informatiebeheer gemeente Utrecht 2008 |
X |
Ja |
|||
2.1.53 |
Vaststellen verschuldigdheid en hoogte dwangsom bij niet tijdig beslissen |
Art. 4:18 Awb |
X |
X |
Conform modelbeschikking vaststellen verschuldigde dwangsom |
Ja |
|
2.1.54 |
Vaststellen verplichtheid tot betaling geldsom. |
Art. 4:86 Awb |
X |
Ja |
|||
2.1.54a |
Toepassen verrekening |
Art. 4:93 in combinatie met specifieke wettelijke bepaling |
X |
Ja |
|||
2.1.55 |
Verlenen van uitstel van betaling |
Art. 4:94 Awb |
X |
Ja |
|||
2.1.56 |
Verlenen voorschot vooruitlopend op vaststelling van een verplichting tot betaling |
Art. 4:95 Awb |
X |
Ja |
|||
2.1.57 |
Intrekken of wijzigen beschikking tot uitstel van betaling of verlening voorschot |
Art. 4:96 Awb |
X |
Ja |
|||
2.1.58 |
Vaststellen bedrag van verschuldigde rente |
Art. 4.99 Awb |
X |
Ja |
|||
2.1.59 |
Schriftelijke aanmaning of schriftelijke mededeling waarin ondubbel-zinnig het recht op betaling wordt voorbehouden |
Art. 4.107 Awb |
X |
Ja |
|||
2.1.60 |
Aanmaning tot betaling schuldenaar in verzuim |
Art. 4.112 Awb |
X |
Ja |
|||
2.1.61 |
Uitvaardigen dwangbevel |
Art. 4.117 Awb |
X |
Ja |
|||
2.1.62 |
Nemen van besluiten op schade- en nadeelcompensatieverzoeken tot een maximum van EUR 100.000,00 per besluit |
Art. 3:4 2e lid Awb |
X |
Ja |
Paragraaf 2.2 Mandaten aan de algemeen directeur
Dit hoofdstuk bevat door het College van B&W gemandateerde bevoegdheden aan de algemeen directeur.
Omschrijving bevoegdheden |
Regeling waarop mandaat is gebaseerd |
Mandaatgever |
Voorwaarde voor gebruik mandaat |
Ondermandaat toegestaan (incl. event. voorwaarden) |
||
college |
burgemeester |
|||||
Paragraaf 3.1 Bestuurs- en Concerndienst
Dit hoofdstuk bevat door het college van B&W of de burgemeester gemandateerde bevoegdheden aan de directeur van de betreffende dienst op grond van artikel 10:1 t/m 10:12 Awb. De directie van de BCD bestaat uit een directieteam samengesteld uit de sectordirecteuren. De mandaten in onderstaande tabel worden verleend aan de sectordirecteur tot wiens taakveld het mandaat behoort.
Omschrijving bevoegdheden |
Regeling waarop mandaat is gebaseerd |
Mandaatgever |
Voorwaarde voor gebruik mandaat |
Ondermandaat toegestaan (incl. event. voorwaarden) |
||
college |
burgemeester |
|||||
3.1.1 |
Het aanstellen van verkeersregelaars met beperkte bevoegdheid (zogenaamde “evenementenregelaars”) - uitsluitend ten behoeve evenementen, zijnde voetbal-wedstrijden als bedoeld in hoofdstuk 2, afdeling 2 of evenementen als bedoeld hoofdstuk 5, afdeling 6 van de Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht – alsmede het vervallen verklaren van dergelijke aanstellingsbesluiten uitsluitend voor zover dit vereist is op grond van de betreffende regelgeving (artikel 8 van de Regeling Verkeersregelaars) |
Art. 56, 1e lid, onder b van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) jo. artikel 82, 1e lid, onder c van het RVV 1990 |
X |
Het aanstellen van verkeersregelaars dient per evenement te geschieden waarbij de aanstelling zich in tijdsduur niet verder uitstrekt dan strikt nood-zakelijk voor het betreffende evenement. Het vervallen verklaren van bovengenoemde aanstellings-besluiten dient onverwijld te geschieden indien hiertoe redenen zijn als genoemd in artikel 8, 1e lid onder a of b van de Regeling Verkeersregelaars |
Ja. Ondermandaat aan de korpschef van de Politie Utrecht is toegestaan. Tevens is het de korpschef toegestaan verder te mandateren |
|
3.1.2 |
Het instellen van een onderzoek als bedoeld in artikel 4 van de Beleidsregel toepassing Wet Bibob en het inwinnen van informatie bij betrokkene |
Artikel 9 Wet Bibob en de Beleidsregel toepassing Wet Bibob (Gemeenteblad van Utrecht 2005, nr. 57) |
X |
X |
Dit mandaat dient uitsluitend om een besluit als genoemd in de Beleidsregel toepassing Wet Bibob voor te bereiden en strekt zich dan ook niet uit tot de bevoegdheid tot het nemen van het besluit zelf |
Ja |
3.1.3 |
Het inwinnen van een advies op grond van artikel 9 van de Wet Bibob bij het Landelijk Bureau Bibob van het Ministerie van Justitie |
Artikel 9 Wet Bibob en de Beleidsregel toepassing Wet Bibob (Gemeenteblad van Utrecht 2005, nr. 57) |
X |
X |
Dit mandaat dient uitsluitend om een besluit als genoemd in de Beleidsregel toepassing Wet Bibob voor te bereiden en strekt zich dan ook niet uit tot de bevoegdheid tot het nemen van het besluit zelf |
Ja |
3.1.4 |
Het inwinnen van informatie bij medeoverheden en het nemen van verdagingsbesluiten ter voorbereiding op besluiten inzake de Wet Bibob (besluiten als genoemd in de Beleidsregel toepassing Wet Bibob) |
Artikel 9 Wet Bibob en de Beleidsregel toepassing Wet Bibob (Gemeenteblad van Utrecht 2005, nr. 57) |
X |
X |
Dit mandaat dient uitsluitend om een besluit als genoemd in de Beleidsregel toepassing Wet Bibob voor te bereiden en strekt zich dan ook niet uit tot de bevoegdheid tot het nemen van het besluit zelf |
Ja |
3.1.5 |
Opleggen verblijfsontzeggingen als bedoeld in artikel 10a APV Utrecht en uitsluitend voor het bij dit mandaat bijbehorende uitvoeringsbesluit (nr 07.088640) |
Art. 172, 3e lid Gemeentewet, art. 10a APV Utrecht en bijbehorend uitvoeringsbesluit, art. 10:1 tot en met 10:12 van de Algemene Wet Bestuursrecht |
X |
Het mandaat dient te worden uitgevoerd conform de "instructie behorende bij mandaatbesluit verblijfsontzeggingen Stationsgebied e.o." nr. 07.088642 |
Ja. Ondermandaat aan de korpschef van de Politie Utrecht is toegestaan. Tevens is het de korps- chef toegestaan verder te mandateren |
|
Het mandaat geldt alleen voor verblijfsontzeggingen geredigeerd volgens standaard conceptbesluit. |
||||||
Het betreft een ondertekeningsmandaat |
||||||
3.1.6 |
Uitvoering en bestuurlijke handhaving van hoofdstuk 2, afdeling 2 van de APV Utrecht (orde in verband met voetbalwedstrijden) en hoofdstuk 5, afdeling 6, paragraaf 2 van de APV Utrecht ("binnenevenementen") alsmede de hierop gebaseerde voorschriften |
Hoofdstuk 2, afdeling 2 van de APV Utrecht en hoofdstuk 5 afdeling 6, paragraaf 2 van de APV Utrecht en de hierop gebaseerde voorschriften |
X |
Ja |
||
3.1.7 |
Bestuurlijke handhaving van art. 43 APV (Liggen of slapen op of aan de openbare weg) |
Art. 43 APV |
X |
X |
Ja |
|
3.1.8 |
Uitvoering en bestuurlijke handhaving van de art. 49 van de APV Utrecht en de daarop gebaseerde voorschriften |
Art. 47 APV Utrecht en de daarop gebaseerde voorschriften |
X |
Ja. Ondermandaat aan de korpschef van de Politie Utrecht is toegestaan. Tevens is het de korps- chef toegestaan verder te mandateren |
||
3.1.9 |
Het instellen van hoger beroep. Uitgezonderd zijn belastingzaken en personeelsaangelegenheden. Hiervoor geldt een apart mandaatregime |
Algemene wet bestuursrecht, Wet op de Raad van State en de Beroepswet |
X |
X |
Binnen twee weken na het instellen van hoger beroep wordt dit gemeld aan de betreffende verantwoordelijke portefeuillehouder |
Ja |
3.1.10 |
Het verzoeken om voorlopige voorziening. Uitgezonderd zijn belastingzaken en personeelsaangelegenheden. Hiervoor geldt een apart mandaatregime |
Algemene wet bestuursrecht, Wet op de Raad van State en de Beroepswet |
X |
X |
Het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening wordt onverwijld gemeld aan de betreffende portefeuillehouder |
Ja |
3.1.11 |
Het afsluiten van de aan het assurantiefonds gerelateerde verzekeringen waarvan de premie per jaar ten hoogste EUR 250.000,00 per verzekering bedraagt. |
Artikel 5.3 van de Organisatieregeling Utrecht |
X |
het mandaat wordt verleend aan de sectordirecteur Financiën en Personeel |
Ja, aan afdelingshoofd Risicobeheer tot een bedrag van EUR 50.000,00 |
|
Het ten laste van het assurantiefonds doen van schade-uitkeringen aan deelnemers en aan derden tegenover wie de gemeente krachtens aansprakelijkheid een verplichting heeft met een limiet van EUR 250.000,00. |
opdrachten dienen schriftelijk te worden bevestigd |
|||||
bij een verplichting die groter is dan EUR 12.500,00 is een 2e handtekening vereist van een bevoegde functionaris |
Paragraaf 3.1.A Bestuurs- en Concerndienst, Afdeling Juridische Zaken
Dit hoofdstuk bevat door het college van B&W of de burgemeester gemandateerde bevoegdheden aan het hoofd van de Afdeling Juridisch zaken
nr |
Omschrijving bevoegdheden |
Regeling waarop mandaat is gebaseerd |
mandaatgever |
Voorwaarde gebruik |
Ondermandaat toegestaan ? |
|
college |
burgemeester |
|||||
3.1A |
Het nemen van beslissingen op bezwaar vanwege besluiten als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht op het terrein van sociale zaken en werkgelegenheid. Dit mandaat geldt inclusief het toekennen van vergoedingen als bedoeld in artikel 7: 15 van de Algemeen wet bestuursrecht. In het bijzonder betreft dit met name de WWB, Langdurigheidstoeslag, Wij, WMO, Wet inburgering en KBU, IOAW en IOAZ.
|
Algemene wet bestuursrecht |
X |
|
Nee |
Paragraaf 3.2 StadsOntwikkeling
Dit hoofdstuk bevat door het College van B&W of burgemeester gemandateerde bevoegdheden aan de directeur van de betreffende dienst, mits passend binnen de dagelijkse bedrijfsvoering van de dienst. (Art. 10:1 t/m 10:12 AWB).
Omschrijving bevoegdheden |
Regeling waarop mandaat is gebaseerd |
Mandaatgever |
Voorwaarde voor gebruik mandaat |
Ondermandaat toegestaan (incl. event. voorwaarden) |
||
college |
burgemeester |
|||||
Privaatrechtelijke rechtshandelingen, algemeen |
||||||
3.2.1 |
Het doen van een aanbieding tot vervreemding/ verkrijging van een registergoed dan wel het doen van een aanbieding betreffende de vestiging van een zakelijk en/of persoonlijk recht met betrekking tot een registergoed. |
X |
Ja |
|||
3.2.2 |
Het aanbrengen van wijzigingen van ondergeschikte aard in overeenkomsten, waarover het college heeft besloten. |
X |
Ja |
|||
3.2.3 |
Het aangaan van vaststellingsovereenkomsten |
X |
Nee |
|||
3.2.4 |
Het participeren in de besluitvorming bij deelname in rechtspersonen in het kader van een publiek-private samenwerking. |
X |
Mits deelname in rechtspersoon voortvloeit uit een door SO gesloten (samenwerkings-)overeenkomst, waartoe het college heeft besloten. |
Ja |
||
3.2.5 |
Besluitvorming over statuten en lidmaatschap van, en privaatrechtelijke overeenkomsten met parkmanagementverenigingen alsmede de bevoegdheid tot besluitvorming bij gemeentelijke deelname in parkmanagementverenigingen. |
X |
Indien privaatrechtelijke overeenkomsten met parkmanagementverenigingen ook betrekking hebben op onderhoud van openbare ruimte, is instemming van directeur Stadswerken vereist. |
Nee |
||
3.2.6 |
De afgifte van hypotheekverklaringen. |
X |
Ja |
|||
Privaatrechtelijke rechtshandelingen, rechtsgedingen |
||||||
3.2.7 |
I.Het voeren van rechtsgedingen als verwerende partij en het entameren en voeren van rechtsgedingen: a.ter nakoming, handhaving en uitvoering van o.a. overeenkomsten waartoe het college heeft besloten inclusief nevenvordering b.ter zake van de inning van schuldvorderingen, achterstallige huurpenningen en erfpachtcanons inclusief eventuele nevenvorderingen zoals het ontbinden van de overeenkomst en de eis tot schadeloosstelling, de vervallenverklaring van het erfpachtrecht uitgezonderd c.terzake van het invorderen van verschuldigde reserveringsvergoedingen, canonbedragen en andere gebruiksvergoedingen d.terzake van ontruimingen van panden en gronden die bij StadsOntwikkeling in beheer zijn (zie voorwaarde) e.terzake van onverschuldigd betaalde bedragen, nakoming van contractuele afspraken, vorderingen tot voortzetting van onderhandelingen c.q. kosten en schadevergoeding ten gevolge van het f.afbreken van onderhandelingen dan wel op basis van onrechtmatige daad (zie voorwaarde) g.terzake van verweer in het kader van verzetsprocedures tegen dwangbevelen tot betaling van bestuursdwangkosten of verbeurde dwangsommen h.terzake van procedures tot het leggen van conservatoir beslag in het kader van het kostenverhaal bestuursdwang en/of inning van verbeurde dwangsommen. II.Het instellen van alle rechtsmiddelen in alle instanties, zowel eisend als verwerend alsmede de tenuitvoerlegging van vonnissen/beschikkingen in de procedures beschreven onder a tot en met g. III.Het verrichten van alle proceshandelingen. IV.IV. Het doen van aangiftes. |
X |
Ja |
|||
3.2.8 |
Het nemen van conservatoire maatregelen en het doen wat nodig is ter voorkoming van verjaring of verlies van recht of bezit, alvorens is besloten tot het voeren van een rechtsgeding. |
X |
Ja |
|||
3.2.9 |
Het voeren van (gerechtelijke) procedures inzake het invorderen van aan de gemeente verschuldigde betalingen. |
X |
Ja |
|||
Privaatrechtelijke rechtshandelingen, verkoop/koop/ruil/erfpacht e.a. zakelijke rechten |
||||||
3.2.10 |
Het ruilen, vervreemden en in erfpacht uitgeven van gemeentelijke eigendommen of het vestigen van andere beperkte rechten met betrekking tot onroerende zaken en roerende zaken. |
X |
1.Passend binnen het vastgestelde uitgiftebeleid en de jaarlijks vast te stellen grondprijzenbrief. 2.Passend binnen goedgekeurde grondexploitatie, indien en voorzover deze wordt opgesteld. |
Ja |
||
3.2.11 |
Het kopen, ruilen van de eigendom of andere rechten met betrekking tot onroerende en roerende zaken en het in dit kader toekennen van een koopsom en/of schadeloosstelling en huur- en pachtontbindingen en het in dit kader toekennen van schadeloosstellingen. |
X |
1.Voorzover passend binnen een door de raad vastgesteld krediet dan wel passend binnen de daarvoor gestelde budgetten en 2.de koopsom en/of schadeloosstelling niet hoger is dan EUR 5.000.000,00. |
Ja |
||
3.2.12 |
Het doen van strategische en anticiperende aankopen. |
X |
1.Voorzover passend binnen het budget dat hiervoor bij de begroting ter beschikking is/ wordt gesteld; 2.er voorafgaand afstemming met portefeuillewethouder heeft plaatsgevonden en 3.de aankoop geschiedt conform de vastgestelde Nota Grondbeleid (Raad). |
Ja |
||
3.2.13 |
Het doen van aankopen en toekennen van budgetten in het kader van het Holle Kiezenfonds. |
X |
Voor zover passend binnen het budget Holle Kiezenfonds. |
Ja |
||
3.2.14 |
Het kopen van eigendom of andere rechten met betrekking tot onroerende zaken op veilingen. |
X |
Voor zover de koopsom en/of de waarde per transactie niet meer bedraagt dan maximaal de getaxeerde waarde en maximaal EUR 2.000.000,00 |
Ja |
||
3.2.15 |
De bevoegdheid tot het splitsen in appartementsrechten van percelen grond, daar waar nodig ook vooruitlopend op de uitgifte in erfpacht. |
x |
Ja |
|||
3.2.16 |
De bevoegdheid om een splitsing in appartementsrechten op te heffen, zodra alle appartementsrechten in een appartementencomplex aan de gemeente toebehoren. |
X |
Ja |
|||
3.2.17 |
Het beslissen op een aanvraag om toestemming tot het voortijdig voor eigen verantwoordelijkheid, rekening en risico in gebruik nemen van onroerende zaken, vooruitlopend op een juridische eigendomsoverdracht c.q. de vestiging van een zakelijk recht. |
X |
Ja |
3.2.18 |
Het nakomen, handhaven en uitvoeren van alle bijzondere en algemene voorwaarden c.q. bepalingen voor verkoop- en uitgifte in erfpacht van gronden in de gemeente Utrecht, mede in verband met Nota Erfpachtbeleid (Raad 23 april 1998). |
X |
Ja |
|||
3.2.19 |
De bevoegdheid met betrekking tot conversie van erfpachtrechten naar de AV 1989 op basis van de Conversieregeling 1989 (Raad 22 juni 1989) en de Conversieregeling 2003 (Raad 13 februari 2003) en de bevoegdheid met betrekking tot de conversie- en de wijziging van gebruik en/of bestemming van erfpachtrechten op basis van de Nota Erfpachtbeleid (Raad 23 april 1998). |
X |
Ja |
|||
3.2.20 |
De uitvoering van en alle taken in verband met de overeenkomst inzake de erfpachtaangelegenheden met de STUW voor de duur van de overeenkomst alsmede in verband met de Raamovereenkomst DUO, het Mantelcontract tot uitwerking van de DUO-overeenkomst en het Addendum behorend bij de Raamovereenkomst. |
X |
Ja |
|||
3.2.21 |
De goedkeuring tot verkoop en overdracht van het recht van erfpacht. |
X |
Ja |
|||
3.2.22 |
Het uitoefenen van de bevoegdheden voortvloeiende uit het lidmaatschap van een VvE in die gevallen waarin de gemeente gerechtigde is van een appartementsrecht. |
X |
Ja |
|||
Privaatrechtelijke rechtshandelingen, huur/pacht/bruikleen |
||||||
3.2.23 |
Het huren van (incl. aanhuren ten behoeve van een andere dienst) of op enige andere wijze in gebruik nemen van eigendommen van derden. |
X |
Voor zover passend binnen een door de Raad vastgesteld krediet dan wel passend binnen de daarvoor beschikbaar gestelde budgetten. |
Ja |
3.2.24 |
Het verhuren, verpachten of op enige andere wijze in gebruik geven van gemeentelijke eigendommen dan wel door gemeente gehuurde onroerende en roerende zaken. |
X |
1.Mits passend binnen gemeentelijk verhuurbeleid. 2.Raad wordt achteraf geïnformeerd. Bij de jaarrekening dient een lijst van de in dat jaar afgesloten contracten te worden gevoegd. |
Ja |
||
3.2.25 |
Het verlenen van goedkeuring aan de overdracht van huur- en pachtrechten op basis van bestaande overeenkomsten. |
X |
Ja |
|||
3.2.26 |
Het beëindigen van overeenkomsten terzake van huur, pacht of op andere wijzen van ingebruikgeving van eigendommen of andere rechten, al dan niet tegen betaling van een schadeloosstelling. |
X |
1.Indien een schadeloosstelling wordt uitgekeerd, dient deze te passen binnen een door de Raad vastgesteld krediet dan wel te passen binnen de daarvoor beschikbaar gestelde budgetten. 2.Indien de koopsom en/of schadeloosstelling niet hoger is dan EUR 5.000.000,00. |
Ja |
||
3.2.27 |
De bevoegdheid tot het kwijtschelden van pacht-vergoedingen, huurpenningen, gebruiksvergoedingen en het aangaan van een betalingsregeling of het toepassen van schuldvergelijking terzake. |
X |
Kwijtschelden van huur-, pacht- en gebruiks-vergoedingen tot een bedrag van maximaal driemaal de maandvergoeding. |
Ja |
||
Privaatrechtelijke rechtshandelingen, Wet voorkeursrecht gemeenten/Onteigeningswet/ Wet op de ruimtelijke ordening |
||||||
3.2.28 |
Het entameren en voeren van rechtsgedingen zowel eisend als verwerend in het kader van de Onteigeningswet/Wet voorkeursrecht gemeenten. |
X |
Ja |
|||
Het instellen van alle rechtsmiddelen in alle instanties, zowel eisend als verwerend alsmede de tenuitvoerlegging van vonnissen /beschikkingen in de procedure zoals hiervoor beschreven. |
||||||
Het verrichten van alle proceshandelingen. |
3.2.29 |
Uitvoeringshandelingen Wvg: a.de bevoegdheden ex artikel 10 tot en met 17 Wvg (het berichten van de eigenaar, het voeren van onderhandelingen, het sluiten van overeenkomsten en de overige daaraan gerelateerde handelingen); b.het vervallen verklaren van de aanwijzing Wvg ex artikel 5, 7, 8 en 8a; c.het inroepen van de nietigheid van rechtshandelingen ex artikel 26 Wvg; d.het instemmen met de verkoop en overdracht van een met een voorkeursrecht als bedoeld in de Wvg belast registergoed aan één of meer derden. |
X |
Ja |
|||
3.2.30 |
Uitvoeringshandelingen Onteigeningswet. Als uitvoeringshandelingen zijn aan te merken: a.berichtgeving aan eigenaar/gerechtigde omtrent het voornemen tot onteigening; b.berichtgeving aan de eigenaar/gerechtigde dat er een onteigeningsbesluit is genomen; c.het voeren van onderhandelingen om te komen tot "minnelijke aankoop" als bedoeld in de Onteigeningswet en het sluiten van overeenkomsten in dat kader. |
X |
Ja |
|||
3.2.31 |
Het aangaan van overeenkomsten ingevolge de exploitatieverordening ex artikel 42 Wet op de Ruimtelijke Ordening. |
X |
Passend binnen de vigerende Exploitatieverordening. |
Ja |
||
3.2.32 |
Het aangaan van planschadeovereenkomsten ex artikel 49 en 49a Wet op de Ruimtelijke Ordening. |
X |
Ja |
|||
3.2.33 |
Uitvoeringshandelingen Wvg: a.de terinzagelegging van een aanwijzingsbesluit ex artikel 2 en 6 Wvg alsmede het bekend maken (publicatie) en kennis geven aan eigenaren en beperkt gerechtigden; b.het intrekken van een aanwijzingsbesluit ex artikel 8 Wvg; c.het beginselbesluit tot aankoop/niet aankoop (binnen 8 weken) alsmede het instemmen met verkoop en overdracht van een met voorkeursrecht belast registergoed aan één of meer derden. |
X |
Ja |
|||
3.2.34 |
Uitvoeringshandelingen Onteigeningswet: a.de terinzagelegging van een ontwerpbesluit respectievelijk het besluit tot onteigening alsmede het bekend maken (publicatie) en het kennis geven aan eigenaren, beperktgerechtigden en belanghebbenden. |
X |
Ja |
|||
3.2.35 |
Het verzoek aan de rechtbank tot het benoemen van deskundigen ex artikel 16 Wvg. |
X |
Ja |
|||
3.2.36 |
Het verzoek aan de rechtbank om een oordeel over de prijs, het instemmen met het advies over de prijs en het alsnog afzien van aankoop ex artikel 17 Wvg. |
X |
Ja |
|||
3.2.37 |
Het inroepen van de nietigheid van rechtshandelingen ex artikel 26 Wvg. |
X |
Ja |
|||
3.2.38 |
Het inschrijven van een (herzien) exploitatieplan in het gemeentelijke register van publiekrechtelijke beperkingen Wro/Wkpb. |
X |
Ja |
|||
3.2.39 |
Het aangaan van exploitatieovereenkomsten. |
Wro artikel 6.24, 1e lid |
X |
Ja |
||
3.2.40 |
Het aangaan van planschadeovereenkomsten. |
Wro artikel 6.4a jo 6.24, 1e lid Grondexploitatie |
X |
Ja |
||
3.2.41 |
Het kennis geven van gesloten exploitaite-overeenkomsten. |
Wro artikel 6.24, 3e lid |
X |
Ja |
||
3.2.42 |
Het verlenen van ontheffing van het verbod tot uitvoering van werken of werkzaamheden. |
Wro artikel 6.12 Grondexploitatie |
X |
Ja |
||
3.2.43 |
Het ter inzage leggen van een (herzien) exploitatieplan alsmede bekendmaking/publicatie en kennisgeving aan eigenaren en beperkt-gerechtigden. |
Wro artikel 6.14 Grondexploitatie |
X |
Ja |
3.2.44 |
Het afrekenen en herberekenen van een exploitatieplan respectievelijk de exploitatiebijdragen en het terugbetalen van teveel betaalde exploitatiebijdragen. |
Wro artikel 6.20 Grondexploitatie |
X |
Ja |
||
3.2.45 |
Het voorbereiden, uitvoeren en nemen van alle besluiten terzake van een exploitatieplan en grondexploitatieplan met inbegrip van het aangaan van overeenkomsten. |
Wro afdeling 6.4 Grondexploitatie |
X |
Mandaat geldt voor de bevoegdheid van het college die uit de bepalingen van de afdeling 6.4 Grondexploitatie volgt dan wel aan het college door de gemeenteraad is gedelegeerd; dit laatste met inachtneming van de daarbij (eventueel) gestelde regels. |
Ja |
|
Privaatrechtelijke rechtshandelingen, overig |
||||||
3.2.46 |
Het aangaan van optieovereenkomsten. |
X |
Ja |
|||
3.2.47 |
Het aangaan van grondreserveringsovereenkomsten. |
X |
Ja |
|||
3.2.48 |
Aangaan van bestuursovereenkomsten. |
X |
Bestuursovereenkomsten worden exclusief door het bestuur aangegaan. In bepaalde gevallen zijn ambtshalve aanvullingen nodig op gesloten bestuursovereenkomsten. |
Nee |
||
3.2.49 |
Het aangaan van samenwerkingsovereenkomsten. |
X |
Ja |
|||
3.2.50 |
Het aangaan van intentieovereenkomsten. |
X |
Ja |
|||
3.2.51 |
De bevoegdheid om deel te nemen in besluitvorming van een Algemene vergadering van Aandeelhouders. |
X |
Nee |
|||
3.2.52 |
Bevoegdheid tot het nemen van besluiten ter uitvoering van het bepaalde in de artikelen 12 en 13 (m.u.v. artikel 13.3) van SOK Vleuterweide. |
X |
Nee |
|||
Aanbesteding/opdracht en aanneming van werk |
||||||
3.2.53 |
Het aanbesteden van werken, diensten en leveringen. |
X |
1.Voor zover passend binnen de vigerende Nota aanbestedingsbeleid en 2.voor zover passend binnen een door de directeur SO vast te stellen regeling en -functionaris zoals vermeld in een door directeur SO vast te stellen regeling en 3.voor zover passend binnen begroting, grondexploitatie, vastgesteld budget. |
Ja |
||
3.2.54 |
Het uitbrengen van offertes, het verstrekken van opdrachten, het aangaan van overeenkomsten en het aannemen van opdrachten ten behoeve van werken, diensten en leveringen al dan niet voorafgegaan door een aanbesteding alsmede de beëindiging daarvan. |
X |
a.Voor zover passend binnen de vigerende Nota aanbestedingsbeleid en b.Voor zover passend binnen een door de directeur SO vast te stellen regeling en -functionaris zoals vermeld in een door directeur SO vast te stellen regeling c.Voor zover passend binnen begroting, grondexploitatie, vastgesteld budget. |
Ja |
||
Wet Kenbaarheid Publiekrechtelijke beperkingen |
||||||
3.2.55 |
Het toetsen van de brondocumenten aan vereisten voor inschrijving. |
Wet kenbaarheid publiek-rechtelijke beperkingen (Wkpb) |
X |
Ja |
||
3.2.56 |
Het uitgeven van inschrijfnummers en identificatienummers. |
Wkpb |
X |
Ja |
||
3.2.57 |
Het inschrijven van documenten in het register en het opnemen van gegevens daarover in de registratie. |
Wkpb |
X |
Ja |
||
3.2.58 |
Het plaatsen van aantekeningen op het brondocument. |
Wkpb |
X |
Ja |
||
3.2.59 |
Het verwerken van kadastrale mutaties in de administratie. |
Wkpb |
X |
Ja |
||
3.2.60 |
Het verstrekken van een bewijs van inschrijving. |
Wkpb |
X |
Ja |
||
3.2.61 |
Het waarmerken van afschriften van brondocumenten, waarbij publiekrechtelijke beperkingen zijn opgelegd. |
Wkpb |
X |
Ja |
||
3.2.62 |
Het op verzoek verstrekken van afschriften of uittreksels uit het register en registratie. |
Wkpb |
X |
Ja |
||
3.2.63 |
Het verstrekken van verklaringen, dat uit het register blijkt, dat op het betreffende aangevraagde perceel geen publiekrechtelijke beperkingen van toepassing zijn. |
Wkpb |
X |
Ja |
||
3.2.64 |
Het herstellen van fouten en doorvoeren van correcties. |
Wkpb |
X |
Ja |
||
3.2.65 |
Het (doen) verstrekken van berichten aan de landelijke voorziening. |
Wkpb |
X |
Ja |
||
Publiekrechtelijke bevoegdheden, algemeen |
||||||
3.2.66 |
Het doen van aanvragen om vergunning of subsidie, verzoeken om ontheffing, goedkeuring, vrijstelling en overige besluiten ten behoeve van vervanging, uitbreiding, aanpassing, vernieuwing en nieuw te realiseren openbare infrastructuur en bouwwerken. |
Gemeentewet |
X |
Ja |
||
3.2.67 |
Het onttrekken van een weg aan het openbaar verkeer binnen de gemeente welke niet door het Rijk, Provincie of Waterschap wordt onderhouden. |
Wegenwet (art. 9 ) |
X |
De Raad heeft zijn bevoegdheid d.d. 6 september 2007 gedelegeerd aan het college van B&W. Het primaire basismandaat berust bij de directeur Stadswerken. Gebruikmaking na afstemming met de directeur Stadswerken. |
Ja |
|
Publiekrechtelijke bevoegdheden, Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) |
||||||
3.2.68 |
Het starten van de vrijstellingsprocedure. |
Wro art. 15, 18, 19a, 2e lid |
X |
Ja |
||
3.2.69 |
Het starten van de vrijstellingsprocedure voor fietstrommels en buurtstallingen. |
Wro art.18, 19a, 2e lid |
X |
Ja |
||
3.2.70 |
Het uitvoeren van de vrijstellingsprocedure. |
Wro art. 15 18, 19a, 2e lid |
X |
Dit met inachtneming van de procedurele afspraken met de desbetreffende raadscommissie voor wat betreft artikel 19, 1e lid Wro vrijstellingen. |
Ja |
|
3.2.71 |
Het uitvoeren van de vrijstellingsprocedure voor fietstrommels en buurtstallingen. |
Wro art. 18, 19a, 2e lid |
X |
Ja |
||
3.2.72 |
Het (on)gegrond verklaren van de zienswijzen in het kader van de tervisielegging. |
Wro art. 15, 17, 19, 2e + 3e lid |
X |
Ja |
||
3.2.73 |
Het (on)gegrond verklaren van de zienswijzen in het kader van de tervisielegging van plannen voor fietstrommels en buurtstallingen. |
Wro 19, 3e lid |
X |
Ja |
||
3.2.74 |
Het uitvoeren van besluiten tot het (on)gegrond verklaren van de zienswijzen in het kader van de tervisielegging. |
Wro art. 15, 17, 19, 2e + 3e lid |
X |
Ja |
||
3.2.75 |
Het uitvoeren van besluiten tot het (on)gegrond verklaren van de zienswijzen in het kader van de tervisielegging van plannen voor fietstrommels en buurtstallingen. |
Wro 19, 3e lid |
X |
Ja |
||
3.2.76 |
Het besluiten tot het aanvragen van een verklaring van geen bezwaar. |
Wro art. 15, 2e lid, 19a, 5e lid |
X |
Ja |
||
3.2.77 |
Het besluiten tot het verlenen van vrijstelling binnen twee weken na inwerkingtreding van het besluit van gedeputeerde staten c.q. de verklaring van geen bezwaar. |
Wro art. 19a, 11e lid |
X |
Ja |
||
3.2.78 |
Het weigeren van vrijstelling en de betreffende bouwvergunning. |
Wro art. 15,17, 18 |
X |
Ja |
||
3.2.79 |
Het weigeren van vrijstelling en de betreffende bouwvergunning. |
Wro art. 19, 1e, 2e + 3e lid |
X |
Ja |
||
3.2.80 |
Het weigeren van vrijstelling en de betreffende bouwvergunning voor fietstrommels en buurtstallingen. |
Wro 19, 3e lid |
X |
Ja |
||
3.2.81 |
Het uitvoeren en ondertekenen van vrijstellingsbesluiten. |
Wro; Voorschriften voor de bebouwde kom 1958 |
X |
Ja |
||
3.2.82 |
Het uitvoeren en ondertekenen van vrijstellings- en weigeringsbesluiten voor fietstrommels en buurtstallingen. |
Wro |
X |
Ja |
||
3.2.83 |
Het waarmerken van bestemmings-, uitwerkings-, en wijzigingsplannen i.v.m. de vereiste goedkeuring door gedeputeerde staten en Raad van State. |
Wro en Bro |
X |
Ja |
||
3.2.84 |
Het verrichten van alle procedurele handelingen alsmede het afdoen en ondertekenen van de beschikkingen op verzoeken om toepassing van 49 WRO (planschade). |
Wro art. 49 Planschaderegeling en Planschadeverordening |
X |
Ja |
||
3.2.85 |
Het organiseren van het voeren van overleg ex artikel 10 Bro. |
Wro en Bro art. 10 |
X |
Ja |
||
3.2.86 |
Het voorontwerpbestemmingsplan voor advies toezenden aan de PPC. |
Wro en Bro |
X |
Ja |
3.2.87 |
Het ontwerpbestemmingsplan of ontwerpuitwerkings-/ wijzigingsplan ter inzage leggen, inclusief het verzorgen van de wettelijk voorgeschreven publicaties. |
Wro en Bro |
X |
Ja |
|||
3.2.88 |
Het vastgestelde of goedgekeurde bestemmingsplan en uitwerkings- of wijzigingsplan ter inzage leggen inclusief het verzorgen van de wettelijk voorgeschreven publicaties; het vastgestelde plan ter goedkeuring toezenden aan gedeputeerde staten. |
Wro en Bro |
X |
Ja |
|||
3.2.89 |
Het voeren van verweer in goedkeuringprocedures en/of beroeps-/schorsingszaken bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. |
Wro en Bro |
X |
Ja |
|||
3.2.90 |
Het voorbereiden van de procedure inzake voor-bereidingsbesluiten en de uitvoering hiervan (publicatie/ ter inzagelegging). |
Wro en Bro |
X |
Ja |
|||
Publiekrechtelijke bevoegdheden, Wet ruimtelijke ordening (Wro, nieuwe wet per 1 juli 2008) |
|||||||
3.2.91 |
Het verrichten van alle handelingen ter voorbereiding van de totstandkoming van een Structuurvisie. |
Wro/Structuurvisie |
X |
Ja |
|||
3.2.92 |
Het uitvoeren van alle handelingen in het kader van de bekendmaking en beschikbaarstelling van een vastgestelde Structuurvisie. |
Wro/Structuurvisie |
X |
Ja |
|||
3.2.93 |
Het verrichten van alle handelingen, waaronder het vooroverleg en voorbereidingsprocedure, gericht op de totstandkoming van bestemmingsplannen, uitwerkings-/ wijzigingsplannen hieronder mede inbegrepen. |
Wro/Bro/bestemmingsplannen |
X |
Ja |
|||
3.2.94 |
Het voeren van verweer in beroeps-/schorsingszaken bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State t.a.v. bestemmingsplannen. |
Wro/Bro/bestemmingsplannen |
X |
Ja |
3.2.95 |
Het voorbereiden en uitvoeren, bekendmaking van voorbereidingsbesluiten met inbegrip van een daarin eventueel opgenomen aanleg/sloopvergunningenstel. |
Wro/Bro |
X |
Ja |
||
3.2.96 |
De voorbereiding (w.o. het organiseren en uitvoeren van vooroverleg), behandeling en beslissing tot het nemen of het weigeren van een projectbesluit al dan niet in samenloop met een aanvraag om bouwvergunning. |
Wro/Bro/Projectbesluit |
X |
Mandaat geldt voor de bevoegdheid van het college die rechtstreeks uit de bepalingen van de afdeling 3.3 Wro volgt dan wel aan het college is gedelegeerd door de gemeenteraad; dit laatste met inachtneming van de daarbij (eventueel) gestelde regels. |
Ja |
|
3.2.97 |
Het ontwerpprojectbesluit -en bij samenloop met een bouwplan- de ontwerpbouwvergunning en -voorzover van toepassing- het exploitatieplan ter inzage te leggen, inclusief het verzorgen van de wettelijk voorgeschreven publicaties en bekendmakingen. |
Wro/Bro/Projectbesluit |
X |
Ja |
||
3.2.98 |
Het uitvoeren van besluiten tot het (on)gegrond verklaren van de zienswijzen in het kader van de tervisielegging. |
Wro/Projectbesluit |
X |
Ja |
||
3.2.99 |
Het voorbereiden en opstellen van een ontwerp voor een bestemmingsplan volgend op een projectbesluit. |
Wro/Projectbesluit |
X |
Ja |
||
3.2.100 |
Het voorbereiden, toepassen en besluiten tot het verlenen van de binnenplanse vrijstelling/ontheffing, buitenplanse kruimelontheffing, tijdelijke ontheffing, het stellen van nadere eisen en -voorzover van toepassing- tevens van de bouwvergunning. |
Wro/Bro/Vrijstellingen/ Ontheffingen art. 3.22, 3.23 en 3.6 Wro |
X |
Ja |
||
3.2.101 |
Het tervisie leggen van het vrijstellings-/ ontheffingsverzoek -en bij samenloop met een bouwplan- van de ontwerpbouwvergunning voor het inwinnen van zienswijzen. |
Wro/Bro Binnenplanse vrijstellingen Ontheffingen |
X |
Ja |
3.2.102 |
Het besluiten tot het (on)gegrond verklaren van de ingediende zienswijzen in het kader van de procedure t.b.v. de binnenplanse vrijstelling/ontheffing, buitenplanse kruimelontheffing, tijdelijke ontheffing en -voorzover van toepassing- tevens de bouwvergunning. |
Wro/Bro Binnenplanse vrijstellingen Ontheffingen Buitenplanse/tijdelijke ontheffingen |
X |
Ja |
||||||||
3.2.103 |
Het voorbereiden, toepassen en besluiten tot het verlenen of weigeren van vrijstellingsbesluiten. |
Voorschriften voor de bebouwde kom 1958 |
X |
Ja |
||||||||
3.2.104 |
Het weigeren van de binnenplanse vrijstelling/ ontheffing, buitenplanse kruimelontheffing, tijdelijke ontheffing en -voorzover van toepassing- tevens van de bouwvergunning. |
Wro/Bro Binnenplanse vrijstellingen Ontheffingen art. 3.22, 3.23 en 3.6 Wro |
X |
Ja |
||||||||
3.2.105 |
Het voorbereiden, nemen en uitvoeren van besluiten op aanvraag om aanlegvergunning (aanlegvergunningstelsel opgenomen in bestemmingsplannen). |
Wro |
X |
Ja |
||||||||
3.2.106 |
Het verrichten van alle handelingen ter voorbereiding van een beheersverordening met inbegrip van de mogelijkheid van buitentoepassingverklaring t.b.v. een project. |
Wro, Beheersverordening en afwijking hiervan t.b.v. een project |
X |
Ja |
||||||||
3.2.107 |
Het voorbereiden uitvoeren en besluiten tot ontheffing en vergunningen (aanleg/sloopvergunning) –al dan niet onder voorwaarden- op grond van de Beheersverordening. |
Wro/Bro; Beheersverordening |
X |
Ja |
||||||||
3.2.108 |
Het voorbereiden, reageren en uitvoeren van gemeentelijke besluitvorming t.a.v. (voorgenomen) inpassingsplannen, algemene regels en aanwijzingen van provincie of het rijk. |
Wro/Bro; Algemene regels en specifieke aanwijzingen |
X |
Ja |
||||||||
3.2.109 |
Het verbinden van voorschriften aan een bouw-vergunning terzake van een exploitatieplan. |
Wro artikel 6.17 |
X |
Ja |
3.2.110 |
Het voorbereiden, toepassen en beslissen tot een bouwverbod bij niet voldoen aan de betalingsverplichtingen en tot invordering van de verschuldigde exploitatiebijdrage. |
Wro artikel 6.21 |
X |
Ja |
||||||||
3.2.111 |
Het voorbereiden en uitvoeren van beslissingen op verzoeken om tegemoetkoming in de schade. |
Wro Afdeling 6.1 Tegemoetkoming in de schade |
X |
Ja |
||||||||
3.2.112 |
Het verbinden van voorschriften, stellen van een termijn en het opnemen van een betalingsregeling in een bouwvergunning alsmede het stellen van eisen van aanvullende zekerheden terzake van een exploitatie-bijdrage. |
Wro artikel 6.17, 1e + 2e lid |
X |
Ja |
||||||||
3.2.113 |
Het verlenen van ontheffing van het verbod in een exploitatieplan om bepaalde werken of werkzaamheden uit te voeren. |
Wro artikel 6.12, 6e lid |
X |
Ja |
||||||||
Publiekrechtelijke bevoegdheden, Woningwet (WW) |
||||||||||||
3.2.114 |
Het beslissen en uitvoeren van besluiten op grond van alle artikelen en het anderszins toepassen ervan. Dit mandaat geldt niet voor het toepassing geven aan artikel 44a en artikel 59, eerste lid onder f van de Woningwet en het op grond van artikel 3, zevende lid, Wet Bibob verbinden van voorschriften aan een besluit op grond van de Woningwet. |
WW hoofdstukken I, II, III en IV (art. 2 t/m 61 + art. 88), VI |
X |
Ja |
||||||||
3.2.115 |
Het ondertekenen van verklaringen van eensluidendheid en het verrichten van overige handelen welke noodzakelijk zijn om handhavingbesluiten en vervallenverklaringen bij het kadaster dan wel het gemeentelijke beperkingenregister in te schrijven resp. door te halen. |
WW artikel 100 e |
X |
Ja |
3.2.116 |
Het weigeren van een reguliere en lichte bouw-vergunning en de bouwvergunning eerste fase wegens strijd met redelijke eisen van welstand. |
WW art. 44, 1e lid, sub d. |
X |
Ja |
||
3.2.117 |
Het ondertekenen en uitvoeren van een besluit tot weigering van een bouwvergunning. |
WW art. 44 e.v. |
X |
Ja |
||
3.2.118 |
Het aanhouden van de beslissing op aanvragen om bouwvergunning in alle daartoe in de wet genoemde gevallen. |
WW art. 50 e.v. inclusief 50a |
X |
Ja |
||
3.2.119 |
Woonsubsidies: -het uitvoeren van de Verordening Woning-gebonden subsidies 1992; -het toepassen/uitvoeren van het Verdeelbesluit 1992 i.h.k.v. Woninggebonden subsidies 1992. |
X |
Ja |
|||
3.2.120 |
Het uitvoeren van besluiten aangaande verzoeken van Toegelaten instellingen tot statuswijziging i.v.m. uitbreiding van het werkgebied binnen de regio BRU. |
X |
Ja |
|||
3.2.121 |
Het verstrekken van garanties inzake het her-financieren van reeds gegarandeerde leningen aan woningbouwverenigingen in de gemeente Utrecht |
X |
Ja |
|||
3.2.122 |
Het uitvoering van de regeling voor het verstrekken van geldelijke steun uit het Utrechts Revolverend Fonds Woningrenovatie (leningen) met inachtneming van de vastgestelde beleidsregels. |
X |
Mandaat geldt niet voor het aanwijzen van de gemeentelijke renovatieprojecten. Bevoegdheid hiervoor ligt bij de portefeuillehouder Wonen. |
Ja |
||
Publiekrechtelijke bevoegdheden, Monumentenwet |
||||||
3.2.123 |
Het verlenen of weigeren van monumenten-vergunningen op basis van de Monumenten-verordening. |
Gemeentelijke Monumentenverordening |
X |
Behoudens situaties waar bij verlening of weigering van een monumentenvergunning sprake is van fundamentele afwijking van het advies van de Cie Welstand & Monumenten. |
Ja |
|
3.2.124 |
Het nemen van besluiten over wijziging, afbraak of verwijdering van rijksmonumenten op basis van de Monumentenwet en Monumentenverordening. |
Monumentenwet en Gem. Monumentenverordening |
X |
Behoudens situaties waar bij verlening of weigering van een monumentenvergunning sprake is van fundamentele afwijking van het advies van de Cie Welstand & Monumenten of de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten. |
Ja |
|
3.2.125 |
Het adviseren ingevolge de artikelen 14 en 15 van de Monumentenwet. |
Monumentenwet |
X |
Ja |
||
3.2.126 |
Het adviseren over restauratiesubsidies op basis van het Besluit Rijkssubsidiëring Restauratie Monumenten (BRRM). |
BRRM |
X |
Ja |
||
3.2.127 |
Uitvoering van de ‘Samenwerkingsovereenkomst gemeente Utrecht – Nationaal Restauratiefonds’. |
X |
Ja |
|||
3.2.128 |
Het besluiten op basis van uitvoeringsregeling onderhoud monumentale kerkgebouwen. |
X |
Ja |
|||
3.2.129 |
Het afgeven van financieringsbeschikkingen die betrekking hebben op het verstrekken van leningen uit het Utrechts Restauratiefonds voor Monumenten (URF). |
Awb (Titel 4:2 en art. 10:1 t/m 10:12) en Beleidsregel financiering restauratie monumenten URF |
X |
Bevoegdheid strekt tot het in de Beleidsregel financiering restauratie monumenten URF vermelde maximum. Bij een negatief advies van het Bemiddelend Orgaan kan uitsluitend een lening worden verstrekt na een exclusief besluit van het college zelve; het mandaat is in die gevallen niet van toepassing e.e.a. conform het gestelde in de gememoreerde beleidsregel. |
Ja |
|
Publiekrechtelijke bevoegdheden, Huisvestingswet & Huisvestingsverordening |
||||||
3.2.130 |
Het voorbereiden, verlenen, weigeren alsmede het intrekken van vergunningen op basis van hoofdstuk 3 van de Huisvestingsverordening "Wijziging samenstelling van de woonruimtevoorraad" (Onttrekking, samenvoeging, omzetting en splitsing). |
Huisvestingswet & Huisvestingsverordening |
X |
Ja |
||
3.2.131 |
Het voorbereiden, beslissen en uitvoeren van besluiten op grond van de regeling omtrent de huisvestingsvergunning. |
Huisvestingswet & Huisvestingsverordening |
X |
Voor zover en voor zolang het een binding heeft met de aanpak van onrechtmatige bewoningsituaties. |
Ja |
nr |
Omschrijving bevoegdheden |
Regeling waarop mandaat is gebaseerd |
Mandaatregeling |
Voorwaarde gebruik |
Ondermandaat toegestaan ? |
||
college |
burg. |
||||||
3.2.132 |
Het voorbereiden, beslissen en uitvoeren van besluiten op grond van het bepaalde ten aanzien van het vorderen en toewijzen van woonruimte, het wijzigen van de vorderingsvergoeding, alsmede het beëindigen van de vordering van woonruimte. |
Huisvestingswet & Huisvestingsverordening |
X |
Ja |
|||
nader te bepalen 3.2.132a |
Het besluiten tot het opleggen van een bestuurlijke boete tot een bedrag van EUR 340,00 |
Huisvestingswet (art. 85a) en Huisvestingsverordening BRU (art. 4.2) |
X |
Mandaat geldt ten behoeve van: Het opleggen van een bestuurlijke boete op grond van artikel 85a Huisvestingswet juncto artikel 4.2 Huisvestingsverordening BRU bij overtreding van artikel 7 eerste lid Huisvestingswet juncto artikel 2.2.1 eerste lid en artikel 4.2 sub a Huisvestingsverordening BRU (het in gebruik nemen van een woonruimte zonder huisvestingsvergunning). |
Ja |
||
nader te bepalen 3.2.132b |
Het besluiten tot het opleggen van een bestuurlijke boete tot een bedrag van EUR 18.500,00. |
Huisvestingswet (art. 85a) en Huisvestingsverordening BRU (art. 4.2) |
X |
Mandaat geldt ten behoeve van:Het opleggen van een bestuurlijke boete op grond van artikel 85a Huisvestingswet juncto artikel 4.2 Huisvestingsverordening BRU bij overtreding van artikel 7 tweede lid en artikel 30 eerste lid Huisvestingswet juncto artikel 2.2.1 tweede lid, artikel 3.1.2 en artikel 4.2 sub b Huisvestingsverordening BRU (het in gebruik geven van een woonruimte aan een huishouden zonder huisvestingsvergunning; Het zonder vergunning onttrekken van woon-ruimte aan de woonbestemming, samen-voegen van woonruimte of omzetten van zelfstandige in onzelfstandige woonruimte). |
Ja |
||
Publiekrechtelijke bevoegdheden, Wet op de Stads- en Dorpsvernieuwing (WSDV) Deze wet komt bij inwerkingtreding van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) te vervallen. In dit verband is ook de Invoeringswet Wro van belang en het daarin geregelde overgangsrecht. In verband met dit overgangsrecht blijft mandaatverlening nodig. |
|||||||
3.2.133 |
Het weigeren van een sloopvergunning alsmede het uitvoeren van dit besluit. Het aanhouden van beslissingen op aanvraag om bouwvergunning, alsmede doorbreking ervan en uitvoering van dit besluit. Bevoegdheid tot het stellen van voorwaarden aan bouwvergunning, bankgarantie en intrekking. |
WDSV art. 18 20 22 27, 28 & 36 |
X |
Ja |
|||
3.2.134 |
Het voorbereiden, nemen en uitvoeren van alle besluiten op grond van de leefmilieuverordening. |
X |
Ja |
||||
3.2.135 |
Zie voor inspraak en overleg inzake stads-vernieuwingsplannen en leefmilieuverordeningen bij onderdeel Wro. |
X |
Ja |
||||
Algemene wet bestuursrecht (Awb) |
|||||||
3.2.136 |
Het voorbereiden, toepassen en uitvoeren van bestuursdwang en/of het opleggen van een dwangsom, het wijzigen en/of intrekken van vergunningen (bestuursrechterlijke handhaving). |
Awb, Gemeentewet, WRO, Wro (nieuw), Woningwet, Monumentenwet, Huisvestingswet & Huisvestingsverordening, Wet op de Stads- en Dorpsvernieuwing, APV, Reclameverordening, Huisnummerverordening, Drank- en Horecawet, Horecaexploitatieverordening, Wet op de Kansspelen, Verordening op de Speelautomatenhallen, Wet milieubeheer, Wet bodembescherming, Winkeltijdenwet en Winkeltijdenverordening 1996, Gebruiksbesluit, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Besluit omgevingsrecht en Ministeriële regeling omgevingsrecht |
X |
Mandaat geldt ten behoeve van:
Algemene wet bestuursrecht/Gemeentewet: Toepassing en uitvoering van bestuursrechtelijke handhaving op grond van artikel 125 van de Gemeentewet en/of afdeling 5.3 en 5.4 van de Awb met inbegrip van het uitvaardigen en ondertekenen van een dwangbevel tot betaling ter invordering van bestuursdwang-kosten en/of verbeurde dwangsommen.
Wet op de Ruimtelijke Ordening (oud): a. Handhaving aanlegvergunningstelsel b. Handhavingsregelgeving gegeven in bestemmingsplannen Wet ruimtelijke ordening (nieuw):Toepassen en uitvoeren van bestuursrechtelijke handhaving op grond van artikel 6.21 Wro (bouwverbod/staken/inning exploitatiebijdrage per dwangbevel/intrekken bouwvergunning).Toepassing en uitvoering van bestuursrechtelijke handhaving op grond van artikel 7.1 en artikel 7.10 Wro.Handhaving aanleg- en sloopvergunningstelsel.Handhaving bestemmingsplannen, beheersverordening, projectbesluiten Woningwet a. Handhaving Woningwet Hoofdstuk 1; artikel 1 a.e.v. handhavingsbesluiten zorgplicht. b. Handhaving Bouwbesluit en Bouwverordening betreffende "Voorschriften betreffende het bouwen, de staat van bestaande bouwwerken en standplaatsen, het gebruik, het slopen en de welstand". c. Handhaving bijzondere verplichtingen betreffende "Toezicht op bouwwerken, open erven en terreinen". d. Handhavingsbesluiten, opleggen van verplichtingen, in gebruik en beheer geven, vaststellen beheersvergoeding. e. Besluiten tot toepassen van bestuursdwang, aanschrijven tot het aanbrengen van verbeteringen/bouwkundige of woontechnische ingrepen. f. Handhaving van vergunningen betreffende "Bouwvergunning , woonvergunning. g. Het bepaalde in artikel 100 en 100d. Monumentenwet: a. Handhaving van beschermde monumenten betreffende "vergunningen tot wijziging. afbraak of verwijdering". b. Handhaving betreffende "slopen in beschermde stadsgezichten". Huisvestingswet & Huisvestingsverordening: Handhaving van wijzigingen in de woonruimtevoorraad of bedoeld als onder "Onttrekking samenvoeging en omzetting, splitsing en vergunningverlening" alsmede de handhaving van alle overige gemandateerde onderdelen van de huisvestingswet en -verordening. Huisvestingswet & Huisvestingsverordening: Handhaving van wijzigingen in de woonruimtevoorraad of bedoeld als onder "Onttrekking samenvoeging en omzetting, splitsing en vergunningverlening" alsmede de handhaving van alle overige gemandateerde onderdelen van de huisvestingswet en -verordening.
Wet op de Stads- en Dorpsvernieuwing: (Deze wet is vervallen bij inwerkingtreding van de nieuwe Wro; i.v.m. overgangsrecht blijft mandaat nog nodig). Handhaven van de wet alsmede de gemeentelijke stadsvernieuwingen zoals de Algemene Leefmilieuverordening en stadsvernieuwingsplan.
Wet milieubeheer en Wet Bodembescherming Bestuurlijke handhaving bij of krachtens de Wet milieubeheer en de Wet bodembescherming. Monumentenverordening: a. Handhaving van beschermde monumenten betreffende "vergunningen tot wijziging, afbraak of verwijdering". b. Handhaving betreffende " slopen in gemeentelijk beschemde stadsgezichten" Algemene Plaatselijke Verordening (APV): a. Handhaving van gebruik van de openbarwe weg voor wat betreft bouwterreinen, steigers, uithangborden, containers e.d. alsmede het plakverbod en voorwerpen of stoffen aan, op, in of boven de weg die in strijd met de verordening zijn geplaatst, aangebracht, gestort of worden gehouden. b. Bestuurlijke handhaving van Hoofdstuk 2 (openbare orde), afdeling 6:Vuurwerk. c. Bestuurlijke Handhaving Hoofdstuk 3 van de APV (seksinrichtingen) en de daarop gebaseerde voorschriften voor zover dit tot de bevoegdheid van het college behoort met uitzondering van artikel 73 (straatprostitutie). d. Handhaving Wet op Kansspelen en de daarop gebaseerde voorschriften (AMVB's) alsmede Afdeling 3 van Hoofdstuk 2 (Openbare orde): Toezicht op openbare inrichtingen voor zover dit tot de bevoegdheid van het college behoort. e. Handhaving artikel 74 (bepaling geluidhinder). Reclameverordening: Bestuurlijke handhaving m.b.t. het bepaalde t.a.v. handelsreclame aan (on)roerend goed en particuliere terreinen.
Huisnummerverordening Bestuurlijke handhaving van deze verordening.
Winkeltijdenwet en Winkeltijdenverordening 1996 Betreft het handhaven van de winkeltijden.
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht/Bor en Mor Bestuursrechtelijke handhaving in zijn algemeenheid en hoofdstuk 5 in het bijzonder.
GebruiksbesluitBestuursrechtelijke handhaving en uitvoering. |
Ja |
||
3.2.137 |
Het voorbereiden, toepassen en uitvoeren van bestuursdwang en/of het opleggen van een dwangsom. |
Gemeentewet/APV Drank- en Horecawet en de hierop gebaseerde voorschriften (AMVB’s), Horecaverordening Utrecht 2004, Terassenreglement, Wet op de Kansspelen, Verordening op de speelautomatenhallen, Vrijstellingsverordening Horeca |
X |
Algemene wet bestuursrecht/Gemeentewet: Toepassing en uitvoering van bestuursrechtelijke handhaving op grond van artikel 125 Gemeentewet en/of afdeling 5.3 en 5.4 van de Awb met inbegrip van het uitvaardigen en ondertekenen van een dwangbevel tot betaling ter invordering van bestuursdwangkosten en/of verbeurde dwangsommen. APV -Bestuurlijke handhaving van hoofdstuk 3 van de APV Utrecht (Seksinrichtingen) en de hierop gebaseerde voorschriften voor zover dit tot de bevoegdheid van de burgemeester behoort met uitzondering van artikel 73 APV. -Bestuurlijke handhaving van Hoofdstuk 2 (openbare orde), afdeling 3: Toezicht op openbare inrichtingen (speelgelegenheden). Horecaverordening Utrecht 2004: Bestuurlijke handhaving van de Horecaverordening Utrecht 2004 en het Terrassenreglement. Drank- en Horecawet: Bestuurlijke handhaving van de Drank- en Horecawet en de daarop gebaseerde nadere regelgeving voor zover dit tot de bevoegdheid van de burgemeester behoort. Wet op de Kansspelen en APV: Bestuurlijke handhaving van de Wet op de Kansspelen en de daarop gebaseerde nadere regelgeving voor zover dit tot de bevoegdheid van de burgemeester behoort. In relatie hiermee: zie hierboven het mandaat Hoofdstuk 2, afdeling 3 APV Utrecht. Verordening op de speelautomatenhallen: Bestuurlijke handhaving van deze verordening. Vrijstellingsverordening Horeca: Bestuurlijke handhaving van deze verordening en de hierop gebaseerde besluitvorming. |
Ja |
||
3.2.138 |
Het uitvaardigen van een dwangbevel tot betaling in verband met de verbeuring van dwangsommen en/of bestuursdwangkosten uit hoofde van aanschrijvingen met betrekking tot het werkterrein van de Sector Publieke Diensten. |
Awb |
X |
Ja |
|||
3.2.139 |
Het voeren van verweer in procedures waarin verzet is aangetekend bij de rechtbank dan wel beroep is ingesteld bij het gerechtshof tegen dwangbevelen ter invordering van kosten verbeurde dwangsommen en/of bestuursdwangkosten uit hoofde van aan-schrijvingen met betrekking tot het werkterrein van de Sector Publieke Diensten. |
Awb + wetboek Burgerlijke Rechtsvordering |
X |
Ja |
|||
3.2.140 |
Het afhandelen van klachten. |
Awb, Hfd. 9, afdelingen 9.1 t/m 9.3 |
X |
Zowel interne klachten als externe klachten bij de Ombudsman. |
Ja |
||
Publiekrechtelijke bevoegdheden, Wet milieubeheer, Wet Bodembescherming en de Wet Geluidhinder |
|||||||
3.2.141 |
Het afhandelen van alle administratiefrechtelijke beroepszaken ingesteld tegen beschikkingen. |
Wet milieubeheer en Awb |
X |
Ja |
|||
3.2.142 |
Het voorbereiden, beslissen en uitvoeren van alle besluiten bij of krachtens de Wet milieubeheer, de Wet geluidhinder en de Wet bodembescherming, m.u.v. het toepassing geven aan: a.artikel 8.10, derde lid Wet milieubeheer; b.artikel 8.25, eerste lid, aanhef en onder f, van de Wet milieubeheer en c.het verbinden van voorschriften aan een besluit bij of krachtens de Wet milieubeheer op grond van artikel 3, zevende lid, Wet Bibob. |
Wet milieubeheer en Wet geluidhinder, Wet bodembescherming |
X |
Ja |
|||
3.2.143 |
Het besluiten tot toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht volgens art 3:10 van die wet. |
Wet Milieubeheer en Awb |
X |
Ja |
|||
Publiekrechtelijke bevoegdheden, Wegenverkeerswet 1994, Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, Besluit Administratieve Bepalingen |
|||||||
3.2.144 |
Alle bevoegdheden die aan de gemeente toekomen in en krachtens de Wegenverkeerswet 1994, het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 en het Besluit Administratieve Bepalingen met inbegrip van de bestuursrechtelijke handhaving daarvan. |
Wegenverkeerswet 1994, Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, Besluit Administratieve Bepalingen |
X |
Portefeuillehouder Verkeer informeren over zienswijzen. |
Ja |
||
3.2.145 |
De bevoegdheid tot het nemen van verkeersbesluiten betreffende aanvragen om individuele gehandicapten parkeerplaatsen. |
Idem + Nota Gehandicapten-parkeerbeleid 1999 |
X |
Portefeuillehouder Verkeer informeren over zienswijzen. |
Ja |
||
3.2.146 |
Het nemen van verkeersbesluiten voor algemene gehandicapten parkeerplaatsen. Toelichting: Het betreft standaardbesluiten waar geen of nauwelijks verkeersbelangen in het geding zijn. |
Idem + Nota Gehandicapten-parkeerbeleid 1999 |
X |
Portefeuillehouder Verkeer informeren over zienswijzen. |
Ja |
Publiekrechtelijke bevoegdheden, Bouwbesluit |
||||||
3.2.147 |
Het voorbereiden, beslissen en uitvoeren van besluiten op grond van alle bepalingen en het anderszins toepassen daarvan. |
Bouwbesluit |
X |
Ja |
||
Publiekrechtelijke bevoegdheden, Bouwverordening |
||||||
3.2.148 |
Het voorbereiden, beslissen en uitvoeren van besluiten op grond van alle bepalingen alsmede het interpreteren van deze bepalingen (voor zover in deze regeling ten aanzien van het onderwerp "Bouwverordening" niet anders is bepaald). |
Bouwverordening & art. 352 |
X |
Met uitzondering van: -De beoordeling aan welstandscriteria. -Hoofdstuk 6 (gebruiksvergunning). |
Ja |
|
3.2.149 |
Het uitvoeren van besluiten tot het verlenen of weigeren van een sloopvergunning. |
Bouwverordening, hoofdstuk 8 |
X |
Ja |
||
3.2.150 |
Het (on)gegrond verklaren van de zienswijzen in het kader van de tervisielegging. |
Bouwverordening artt. 2.5.29 , 352 |
X |
Ja |
||
3.2.151 |
Het uitvoeren van besluiten tot het (on)gegrond verklaren van de inspraakreacties en/of het (on)gegrond verklaren van de zienswijzen in het kader van de tervisielegging. |
Bouwverordening artt. 2.5.29 , 352 |
X |
Ja |
||
Publiekrechtelijke bevoegdheden, Algemene Plaatselijke Verordening (APV) |
||||||
3.2.152 |
Het voorbereiden, nemen (beslissen), uitvoeren en bestuursrechtelijke handhaving van besluiten met betrekking tot de vergunning voor voorwerpen of stoffen aan, op, in, of boven de weg te plaatsen, aan te brengen, te hebben of te storten alsmede het gebruik van de openbare weg voor bouwterreinen, steigers, uithangborden, containers ed. en het plakken. |
APV artikel 17 |
X |
Ja |
||
3.2.153 |
Het uitoefenen van bevoegdheden die nodig zijn ter handhaving van het gestelde in artikel 44 en 45a APV (gevaarlijk en hinderlijk neerzetten van fietsen), daaronder begrepen de bevoegdheid tot het toepassen van bestuursdwang. |
APV artt 44 en 45 a |
X |
Ja |
||
3.2.154 |
Het uitoefenen van de bevoegdheid tot het plaatsen en/of verwijderen van fietsklemmen (straatmeubilair) ter regulering van het fietsparkeren in de openbare ruimte. |
APV artikel 17 |
X |
Stadswerken heeft algeheel basismandaat, derhalve ook voor straatmeubilair als fietsklemmen. |
Ja |
|
3.2.155 |
Het uitoefenen van onderstaande bevoegdheden en bestuursrechtelijke handhaving van onderstaande bepalingen uit de APV: -verbod vallen voorwerpen van een bouwwerk (artikel 26) -objecten onder hoogspanningslijn (artikel 29); -vergunning benzinepomp (artikel 31); -vergunning alarminstallatie (artikel 50); -ontheffing geluidhinder (artikel 74); -kennisgeving gedoogplicht aanduidingen (artikel 119). |
X |
Ja |
|||
3.2.156 |
Het voorbereiden, beslissen, uitvoeren en bestuursrechtelijke handhaving van de regelgeving met betrekking tot het afleveren van vuurwerk voorzover dit tot de bevoegdheid van het college behoort. |
APV artikel 65 |
X |
Ja |
||
3.2.157 |
Het voorbereiden, beslissen, uitvoeren en bestuursrechtelijke handhaving van de regelgeving met betrekking tot seksinrichtingen voorzover dit tot de bevoegdheid van het college behoort. Dit mandaat geldt niet voor het toepassing geven aan artikel 3, eerste en zevende lid van de Wet BIBOB. |
APV artikel 70 |
X |
Ja |
||
3.2.158 |
Voorbereiden, nemen en uitvoeren van beslissingen voorzover dit tot de bevoegdheid van de burgemeester behoort. Dit mandaat geldt niet voor het toepassing geven aan artikel 3, eerste en zevende lid van de Wet BIBOB. |
Artikel 65 en 70 APV |
X |
Ja |
Publiekrechtelijke bevoegdheden, Reclameverordening Utrecht |
||||||
3.2.159 |
Het voorbereiden, nemen (beslissen), uitvoeren en handhaven van besluiten met betrekking tot de vergunning voor reclame op of aan bouwwerken en buitenreclame niet aan bouwwerken. |
Reclameverordening |
X |
Voorzover bouwgebonden en op particulier grondgebied. |
Ja |
|
Publiekrechtelijke bevoegdheden, Algemene Leefmilieuverordening (ALMV) Op grond van het overgangsrecht zoals geregeld in de Invoeringswet ruimtelijke ordening - waarbij de WSDV wordt ingetrokken - blijft de leefmilieuverordening van kracht voor de duur waarvoor zij is vastgesteld. |
||||||
3.2.160 |
Het voorbereiden, beslissen op een aanvraag, uitvoeren en handhaven van alle vergunningen. |
X |
Ja |
|||
3.2.161 |
Het (on)gegrond verklaren van de zienswijzen in het kader van de tervisielegging. |
ALMV art. 10 |
X |
Ja |
||
3.2.162 |
Het uitvoeren van besluiten tot het (on)gegrond verklaren van de inspraakreacties en/of het (on)gegrond verklaren van de zienswijzen in het kader van de tervisielegging. |
ALMV art. 10 |
X |
Ja |
||
Publiekrechtelijke bevoegdheden, Huisnummerverordening |
||||||
3.2.163 |
Het toekennen van een (huis)nummering aan objecten of gedeelten daarvan alsmede het wijzigen of vernummeren en het voeren van alle hieruit voortvloeiende correspondentie. |
Huisnummerverordening |
X |
-Het uitvoeren van de Huisnummer-verordening dient conform de UAU plaats te vinden -Met betrekking tot Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern kan, bij wijze van uitzondering -in verband met afstemming op de huisnummering van Vleuten-De Meern- van de UAU worden afgeweken. |
Ja |
|
Gebruiksbesluit |
||||||
3.2.164 |
Interpreteren, toepassen, voorbereiden, nemen en uitvoeren van alle besluiten en meldingen op grond van het Gebruiksbesluit. |
Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Gebruiksbesluit) |
X |
Ja |
Publiekrechtelijke bevoegdheden, Parkeerplaatsenverordening |
||||||
3.2.165 |
De bevoegdheid om: -parkeervergunningen te verlenen en aan deze vergunningen voorschriften te verbinden (artikel 3 en 5 Parkeerplaatsenverordening); -regels te geven voor het aanvragen en verlenen van vergunningen; -parkeervergunningen in te trekken of te wijzigen (artikel 7, 1e lid); -ontheffing te verlenen van het verbod om een voorwerp, niet zijnde voertuig, te plaatsen of te laten staan op een parkeerapparatuurplaats of belanghebbendenplaats (artikel 5, 8e lid). |
Parkeerplaatsenverordening 2005 |
X |
Ja |
||
Publiekrechtelijke bevoegdheden, Wegsleepverordening |
||||||
3.2.166 |
Het feitelijk uitvoeren van de Wegsleepverordening gemeente Utrecht, waaronder het coördineren en afstemmen van de feitelijke uitvoering met Justitie, Politie en het takelbedrijf met inbegrip van de financiële afhandeling van de wegsleepkosten alsmede het verstrekken van aanwijzingen aan de Politie Regio Utrecht en het gemandateerde takelbedrijf. |
Wegsleepverordening 2002 + Wegenverkeerswet 1994 |
X |
In het kader van de Wegsleepverordening Gem. Utrecht zijn tevens mandaten verleend met bijbehorende instructie (conform art. 6 ABW) aan de Korpschef van Politie Regio Utrecht en takelbedrijf Collewijn. |
Ja |
Publiekrechtelijke bevoegdheden, Winkeltijdenwet en Winkeltijdenverordening 1996 |
||||||
3.2.167 |
Het verlenen van vrijstellingen van de verboden in artikel 2 van de Winkeltijdenwet ingevolge het bepaalde in artikel 3 Winkeltijdenverordening 1996(zon- en feestdagen). |
Winkeltijdenverordening artikel 3 |
X |
Ja |
||
3.2.168 |
Het verlenen of weigeren van ontheffingen van de verboden in artikel 2 van de Winkeltijdenwet ingevolge het bepaalde in artikel 6 Winkeltijdenverordening 1996 (avondzondags-winkels). |
Winkeltijdenverordening artikel 6 leden 1 t/m 6 |
X |
Ja |
||
Publiekrechtelijke bevoegdheden, Wet op de Kansspelen & Verordening op de speelautomatenhallen |
||||||
3.2.169 |
Het voorbereiden, beslissen en uitvoeren van alle besluiten van de Wet op de Kansspelen en de daarop gebaseerde uitvoeringsbesluiten en nadere regelgeving voorzover het college van burgemeester en wethouders bevoegd is. Op grond van de Wet op de Kansspelen gebaseerde voorschriften zijn bijvoorbeeld AMVB's zoals het Speelautomatenbesluit. |
Wet op de Kansspelen + Verordening op de Speel-automatenhallen |
X |
Ja |
||
3.2.170 |
Het voorbereiden, nemen en uitvoeren van alle besluiten op grond van de Wet op de Kansspelen en de hierop gebaseerde uitvoeringsbesluiten/nadere regelgeving voorzover de burgemeester daartoe bevoegd is. |
Wet op de Kansspelen en de hierop gebaseerde voorschriften, zoals AMVB’s |
X |
Ja |
||
3.2.171 |
Het voorbereiden, nemen en uitvoeren van alle besluiten op grond van de Verordening op de speelautomatenhallen. Dit mandaat geldt niet voor het toepassing geven aan artikel 3, eerste en zevende lid van de Wet BIBOB. |
Verordening op de Speel- automatenhallen |
X |
Ja |
Publiekrechtelijke bevoegdheden, Drank en Horecawet, Horecaverordening Utrecht 2004 en Vrijstellingsverordening Horeca |
||||||
3.2.172 |
Het voorbereiden, nemen en uitvoeren van alle besluiten op grond van de Drank- en Horecawet -en de hierop gebaseerde uitvoeringsbesluiten /nadere regelgeving- voorzover het college van burgemeester en wethouders bevoegd is, met uitzondering van: -het toepassing geven aan artikel 27, derde lid van de Drank- en Horecawet -het toepassing geven aan artikel 31, tweede lid onder d van de Drank- en Horecawet -en het op grond van artikel 3, zevende lid van de Wet Bibob verbinden van voorschriften aan een besluit op grond van de Drank- en Horecawet. |
Drank- en Horecawet en de hierop gebaseerde regelgeving |
X |
Ja |
||
3.2.173 |
Het voorbereiden, nemen en uitvoeren van alle besluiten op grond van de Horecaverordening Utrecht 2004 voorzover het college van burgemeester en wethouders bevoegd is. |
Horecaverordening Utrecht 2004 |
X |
Ja |
||
3.2.174 |
Het voorbereiden, nemen en uitvoeren van alle besluiten op grond van de Drank- en Horecawet -en de hierop gebaseerde uitvoeringsbesluiten /nadere regelgeving- voorzover de burgemeester daartoe bevoegd is met uitzondering van artikel 35 van deze wet. |
Drank- en Horecawet en de hierop gebaseerde regelgeving |
X |
Ja |
||
3.2.175 |
Het voorbereiden, nemen en uitvoeren van alle besluiten op grond van de Horecaverordening Utrecht 2004 voorzover de burgemeester daartoe bevoegd is. Dit mandaat geldt niet voor het toepassing geven aan artikel 3, eerste en zevende lid van de Wet BIBOB. |
Horecaverordening Utrecht 2004 |
X |
Ja |
||
3.2.176 |
Het voorbereiden, nemen en uitvoeren van het Terrassenreglement. |
Terrassenreglement |
X |
Ja |
3.2.177 |
Het voorbereiden, nemen en uitvoeren van alle besluiten op grond van de Vrijstellings-verordening Horeca. |
Vrijstellingsverordening Horeca |
X |
Ja |
||
Publiekrechtelijke bevoegdheden, Straatnaambesluiten |
||||||
3.2.178 |
Autorisatie tot het tekenen van bestuursadviezen in het kader van straatnaamgeving; het betreft adviezen tot het geven van straatnamen en/of het laten vervallen van straatnamen. |
Gemeentewet |
X |
Mits de commissie voor straatnamen een positief standpunt terzake heeft ingenomen. |
||
3.2.179 |
Het langs elektronische weg beschikbaar stellen van ruimtelijke visies, plannen, besluiten en verordeningen zoals bedoeld in artikel 1.2.1, 1e lid Bro en van het manifest als bedoeld in artikel 1.2.2 2e lid Bro alsmede het waarmerken en publiceren van alle genoemde stukken |
artikel 1.2.1., 1e lid Bro, artikel 1.2.2., 2e lid Bro en de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2008 |
X |
Ja |
Wet algemene bepalingen omgevingsrechtBesluit omgevingsrecht Ministeriële regeling omgevingrecht |
||||||
3.2.180 |
Alle bevoegdheden op grond van de hoofdstukken 2, 3 en 4 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) wordt gemandateerd. Het mandaat geldt met inachtneming van voorwaarden/restricties voor de toepassing en uitvoering van de wetsartikelen uit de hierboven aangegeven hoofdstukken van de Wabo met inbegrip van het hierop gebaseerde Besluit omgevingsrecht (Bor) en de Ministeriele regeling omgevingsrecht (Mor). Het betreft besluitvorming in het kader van de voorbereiding, het buiten behandeling laten, verlenen, weigeren, wijzigen, intrekken en aanhouden van beslissingen -al dan niet- op aanvraag- alsmede alle aan het college toekomende adviesbevoegdheden met uitzondering van die betrekking hebbende op bestuursrechtelijke handhaving. |
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hfd. 2, 3 en 4), Besluit omgevingsrecht en Ministeriële regeling omgevingrecht |
X |
Geen gebruik van dit mandaat wordt gemaakt voor besluiten waarvoor op grond van de Wet Bibob tot weigering, het stellen van voorwaarden of intrekking van de omgevingsvergunning wordt overgegaan. |
Ja |
|
3.2.181 |
Het besluiten omtrent een omgevingsvergunning en planologisch afwijkingsbesluit (voormalige projectbesluit) inzake het gebruik van gronden in strijd met bestemmingsplan |
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (art. 2.1. eerste lid onder c/art. 2.12 eerste lid onder a, onder 3) |
X |
In het geval toepassing wordt gegeven art. 2.12 eerste lid onder a, onder 3 Wabo (voormalig projectbesluit Wro): dienen eventuele zienswijzen te worden voorgelegd aan de portefeuillewethouder RO; Hierbij geldt verder dat er een verklaring van geen bedenking noodzakelijk is van de gemeenteraad, tenzij het project valt binnen de door de gemeenteraad aangewezen categorie gevallen als bedoeld in artikel 6.5, 3e lid van het Besluit omgevingsrecht (Bor). |
3 |
|
3.2.182 |
Het besluiten omtrent een omgevingsvergunning in de situatie dat het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk in strijd is met redelijke eisen van welstand, beoordeeld naar de criteria, bedoeld in artikel 12a, eerste lid, onder a, van de Woningwet. |
X |
Besluitvorming waarbij in afwijking van een negatief advies van de commissie Welstand en Monumenten tot vergunningverlening wordt overgegaan vindt plaats na voorafgaande afstemming met portefeuillewethouder RO. |
|||
3.2.183 |
Het besluiten omtrent een omgevingsvergunning, voor het slopen, verstoren en wijzigen van een beschermd monument |
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (art. 2.4. juncto art. 2.1. eerste lid onder f) |
X |
Mandaat geldt niet voor situaties waarin bij verlening of weigering sprake is van een fundamentele afwijking van het advies van de commissie Welstand & Monumenten en/of de commissie voor de Rijksdienst voor Archeologie Cultuurlandschap en Monumenten |
Ja |
|
3.2.184 |
Het besluiten omtrent een omgevingsvergunning voor het slopen in beschermd stads of dorpsgezicht. |
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (art. 2.4. juncto art. 2.1. eerste lid onder h) |
X |
Mandaat geldt niet voor situaties waarbij bij verlening of weigering sprake is van een fundamentele afwijking van het advies van de commissie Welstand & Monumenten en/of de commissie voor de Rijksdienst voor Archeologie Cultuurlandschap en Monumenten. |
Ja |
Paragraaf 3.3 Dienst Ondersteuning
Dit hoofdstuk bevat door het College van B&W gemandateerde bevoegdheden aan de directeur van de betreffende dienst, mits passend binnen de dagelijkse bedrijfsvoering van de dienst. (Art. 10:1 t/m 10:12 AWB).
Omschrijving bevoegdheden |
Regeling waarop mandaat is gebaseerd |
Mandaatgever |
Voorwaarde voor gebruik mandaat |
Ondermandaat toegestaan (incl. event. voorwaarden) |
||
college |
burgemeester |
|||||
3.3.1 |
Het besluiten tot het aanbesteden en aangaan, verlengen of vernieuwen van gemeentebrede (raam)overeenkomsten, welke voor alle of meerdere diensten worden aangegaan ten behoeve van het faciliteren van de gemeentelijke organisatie. |
art. 160, 1e lid, sub e Gemeentewet |
X |
Ja |
||
3.3.2 |
Het vertegenwoordigen van de gemeente bij het aangaan, verlengen of vernieuwen van gemeentebrede (raam)overeenkomsten, welke voor alle of meerdere diensten worden aangegaan ten behoeve van het faciliteren van de gemeentelijke organisatie. |
art. 171 Gemeentewet |
X |
Ja |
Paragraaf 3.4 Stadswerken
Dit hoofdstuk bevat door het College van B&W of de burgemeester gemandateerde bevoegdheden aan de directeur van de betreffende dienst, mits passend binnen de dagelijkse bedrijfsvoering van de dienst. (Art. 10:1 t/m 10:12 AWB).
Omschrijving bevoegdheden |
Regeling waarop mandaat is gebaseerd |
Mandaatgever |
Voorwaarde voor gebruik mandaat |
Ondermandaat toegestaan (incl. event. voorwaarden) |
||
college |
burgemeester |
|||||
3.4.1 |
Uitoefening van de bevoegdheden als omschreven in de inspraakverordening. |
Inspraakverordening |
X |
Ja |
||
3.4.2 |
Besluiten bezwaar te maken, dan wel zienswijzen in te brengen, besluiten tot het voeren van rechtsgedingen in alle instanties zowel eisend als verwerend en het verlenen van medewerking aan het uitvoeren van vonnissen (procesbesluiten), het aangaan van schikkingen resp. vaststellingsovereenkomst. |
X |
Nee |
|||
3.4.3 |
Het aangaan van schikkingen in civiele procedures inclusief schikkingen in het kader van surseance van betaling en faillissementen, besluit tot kwijtschelding. |
X |
Ja, mits het hoofd FEZ over de ondermandaat- verlening wordt gehoord. |
|||
3.4.4 |
Het aanwijzen van ambtenaren die de gemeente vertegenwoordigen in bezwaar, of beroeps- en civiele procedures en het treffen van voorlopige voorziening. |
X |
Nee |
|||
3.4.5 |
Aanwijzen van ambtenaren die zijn belast met het leiden van zittingen, waarin gelegenheid wordt gegeven om van gedachte te wisselen over het ontwerp van besluiten en waarin gelegenheid bestaat om daartegen mondeling zienswijzen in te brengen. |
Awb |
X |
Ja |
||
3.4.6 |
Beslissen of een openbare voorbereidingsprocedure wordt toegepast. |
Awb |
X |
Ja |
3.4.7 |
Het verstrekken van legitimatiebewijzen aan de medewerkers van zijn dienst ten behoeve van de uitvoering van de aan zijn dienst opgedragen wet- en regelgeving. |
Awb |
X |
Nee |
||
3.4.8 |
Uitoefenen van bestuursdwang spoedeisend daaronder begrepen, of het opleggen van een dwangsom inclusief bijbehorende maatregelen en verhaal van kosten als bedoeld t.a.v. de in deze paragraaf van de mandaatregeling genoemde wetten en verordeningen. |
Art. 125 Gemeentewet, afdelingen 5.3 en 5.4 Awb |
X |
Ja |
||
3.4.9 |
Het treffen van tijdelijke maatregelen en verkeersmaatregelen. |
Hoofdstuk 2 paragraaf 8 van het besluit administratieve bepaling inzake het wegverkeer |
X |
Ja |
||
3.4.10 |
Doen van aangifte bij de politie wegens vernieling of vermissing van gemeente-eigendom in de openbare ruimte en voegen in strafzaken. |
Art. 51 WvSV |
X |
Ja |
||
3.4.11 |
Toekennen van schadevergoedingen uit hoofde van toerekenbare tekortkoming of onrechtmatige daad tot een bedrag van ten hoogste EUR 50.000,00 per geval, voor zover geen vergoeding door de verzekering plaatsvindt. |
X |
Ja |
|||
3.4.12 |
Het overboeken, terugboeken of in beheer geven van een onroerende zaak van en naar gemeentelijke diensten. |
X |
Ja |
|||
3.4.13 |
Het aanvragen van vergunningen, ontheffingen e.d. en het doen van meldingen binnen het taakveld van de dienst stadswerken, als beheerder van de openbare ruimte bij het bevoegd gezag. |
X |
Ja |
|||
3.4.14 |
Het verrichten van diensten aan derden. |
X |
Ja |
3.4.15 |
Vaststellen van bestekken, het aanbesteden en gunnen van werken, leveringen en diensten. |
X |
Ja, mits de dienst-controller het ondermandaat heeft goedgekeurd. |
|||
3.4.16 |
Verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen: |
X |
Ja |
|||
Voor zover deze tot de bevoegdheid van het college behoren en behoren tot het taakveld van de dienst Stadswerken. |
||||||
Voor zover de raad bij begroting(swijziging) de aanwending van de middelen specifiek heeft aangewezen (met uitzondering van het gunnen van werken). |
||||||
3.4.17 |
Aanwijzen van bijzondere opsporingsambtenaren. |
Diverse verordeningen |
X |
Ja |
||
3.4.18 |
Aanwijzen van toezichthouders. |
Art. 5:11 Awb |
X |
Ja |
||
3.4.19 |
Het beslissen en uitvoeren van besluiten op grond van alsmede het interpreteren van de volgende artikelen uit de APV: |
X |
Ja |
|||
a |
Straatartiesten e.d. |
Art.16 APV |
X |
Ja |
||
b |
Voorwerpen of stoffen, aan, op, in of boven de openbaren weg( voor zover niet bouw gerelateerd) |
Art. 17 APV |
X |
Ja |
||
c |
Aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg |
Art. 19 APV |
X |
Ja |
||
d |
Maken en veranderen van een uitweg |
Art. 20 APV |
X |
Ja |
||
e |
Uitzicht belemmerende beplanting of voorwerp |
Art. 21 APV |
X |
Ja |
||
f |
Openen Straatkolken, e.d. |
Ar. 22 APV |
X |
Ja |
||
g |
Kelderingangen, koekoeken |
Art. 23 APV |
X |
Ja |
||
h |
Gevaarlijk of hinderlijk voorwerp |
Art. 25 APV |
X |
Ja |
||
i |
Voorzieningen voor verkeer en verlichting |
Art. 27 APV |
X |
Ja |
||
j |
Verwijderen e.d. van voorzieningen |
Art. 28 APV |
X |
Ja |
||
k |
Betreden van plantsoenen e.d. |
Art. 38 APV |
X |
Ja |
||
l |
Loslopende honden, verboden plaatsen, identificatieplicht |
Art. 51 APV |
X |
Ja |
||
m |
Verontreiniging door honden |
Art. 52 APV |
X |
Ja |
||
n |
Gevaarlijke honden |
Art. 53 APV |
X |
Ja |
||
o |
Gevaarlijk ras of type hond |
Art. 54 APV |
X |
Ja |
||
p |
Verbod voeren van dieren |
Art. 55a APV |
X |
Ja |
||
q |
Vellen of doen vellen van houtopstanden, inclusief vaststelling van de boomwaarde |
Artt. 85,88,89 APV |
X |
Ja |
||
r |
Herbeplanting |
Art. 91APV |
X |
Ja |
||
s |
Beslissen op een verzoek om schadevergoeding op grond van artikel 17 APV jo. artikel 13, 4e lid Boswet |
Art. 92 APV |
X |
Ja |
||
t |
Bescherming groenvoorziening |
Art. 94 APV |
X |
Ja |
||
u |
Verbod om gevelde iepen of delen daarvan voorhanden of in voorraad te hebben of te vervoeren |
Art. 93, 3e lid, sub c APV |
X |
Ja |
||
v |
Verlichtingselementen aanbrengen in bomen op de openbare weg |
Art. 95a APV |
X |
Ja |
||
w |
Beschermde planten |
Art. 95 APV |
X |
Ja |
||
x |
Parkeren van voertuigen van autobedrijf en gebruik weg als werkplaats |
Art. 101 APV |
X |
Ja |
||
y |
Te koop aanbieden van voertuigen |
Art. 102 APV |
X |
Ja |
||
z |
Defecte voertuigen |
Art. 103 APV |
X |
Ja |
aa |
Voertuigwrakken |
Art. 104 APV |
X |
Ja |
||
ab |
Caravans e.d. |
Art. 105 APV |
X |
Ja |
||
ac |
Parkeren van grote voertuigen |
Art. 107 APV |
X |
Ja |
||
ad |
Parkeren van uitzicht belemmerende voertuigen |
Art. 108 APV |
X |
Ja |
||
ae |
Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen |
Art. 110 APV |
X |
Ja |
||
af |
Het inzamelen van geld of goederen |
Art. 111 APV |
X |
Ja |
||
ag |
In de uitoefening van straathandel, te koop aanbieden verkopen of af te leveren van goederen op of aan weg of op of aan een openbaar water, venten en standplaatsen voor de verkoop van zelfgemaakte producten. |
Art. 112 APV |
X |
Ja |
||
ah |
Innemen van een standplaats op of aan de weg of aan openbaar water, voor een ander doel dan straathandel |
Art. 113 APV |
X |
Ja |
||
ai |
Verkoopbijeenkomsten e.d. |
Art. 114 APV |
X |
Ja |
||
aj |
Buitenevenement |
Art. 121 k t/m u APV |
X |
Ja |
||
ak |
Plakken |
Art. 122 APV |
X |
Ja |
||
3.4.20 |
Ontheffing Drank- en Horecawet |
Art. 35 DHW |
X |
Ja |
||
3.4.21 |
Het beslissen en uitvoeren van besluiten op grond van de Reclameverordening alsmede het interpreteren van deze verordening, voor zover voor de reclamedrager geen bouwvergunning nodig is. |
Reclameverordening Utrecht 2004 |
X |
Ja |
||
3.4.22 |
Het beslissen en uitvoeren van besluiten op grond van de Uitstalverordening alsmede het interpreteren van deze verordening. |
Uitstalverordening 2001 |
X |
Ja |
||
3.4.23 |
Het beslissen en uitvoeren van besluiten op grond van de Standplaatsverordening, alsmede het interpreteren van deze verordening. |
Standplaatsverordening 2001 |
X |
Ja |
||
3.4.24 |
Verklaring van geen bezwaar voor het gebruik van een terrein voor het opstijgen en landen van hefschroefvliegtuigen. |
Art. 5, 6e lid Besluit inrichting en gebruik van niet aangewezen luchtvaartterreinen |
X |
Ja |
||
3.4.25 |
Verklaring van geen bezwaar voor het opstijgen en landen van kabelballonnen. |
Art. 9, 2e lid Besluit inrichting en gebruik van niet aangewezen luchtvaartterreinen |
X |
Ja |
||
3.4.26 |
Verklaring van geen bezwaar voor het opstijgen en landen van vrije ballonnen. |
Art. 10, 2e lid Besluit inrichting en gebruik van niet aangewezen luchtvaartterreinen |
X |
Ja |
||
3.4.27 |
Het beslissen en uitvoeren van besluiten op grond van de Marktverordening alsmede het interpreteren van deze verordening. |
Marktverordening Utrecht 1997 |
X |
Ja |
||
3.4.28 |
Aangaan van de in de voorwaarden bedoelde overeenkomsten. |
Art. 7, 2e lid Voorwaarden gebruik automarkt 1998 |
X |
Ja |
||
3.4.29 |
Het wijzigen van tarieven |
Art. 3 Tarievenbesluit automarkt 1998 |
X |
Ja, met mededeling aan het college t.b.v. het informeren van de raadscommissie en de Adviescommissie voor de Automarkt Utrecht |
||
3.4.30 |
Het wijzigen van tarieven |
Art. 3 Tarievenbesluit veemarkt |
X |
Ja, met mededeling aan het college t.b.v. het informeren van de raadscommissie en de Adviescommissie voor de veemarkt Utrecht |
||
3.4.31 |
Het beslissen en uitvoeren van besluiten op grond van de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen, alsmede het interpreteren van deze verordening |
Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Utrecht 1997 |
X |
Ja |
||
3.4.32 |
Verlenen van toestemming voor opgraving van een stoffelijk overschot |
Art. 29 Wet op de lijkbezorging |
X |
Ja |
||
3.4.33 |
Verstrooien van as buiten de gemeentelijke begraafplaatsen |
Wet op de lijkbezorging |
X |
Ja |
||
3.4.34 |
Het beslissen en uitvoeren van besluiten op grond van de telecommunicatieverordening alsmede het interpreteren van deze verordening |
Telecommunicatieverordening Utrecht 2000 |
X |
Ja |
||
3.4.35 |
Het beslissen en uitvoeren van besluiten op grond van de aansluitverordening riolering alsmede het interpreteren van deze verordening |
Aansluitverordening Riolering Utrecht 2001 |
X |
Ja |
||
3.4.36 |
Het beslissen en uitvoeren van besluiten op grond van de provinciale distelverordening alsmede het interpreteren van deze verordening. Beide voor zover het de bevoegdheden van het college betreft. |
Provinciale Distelverordening |
X |
Ja |
||
3.4.37 |
Verlenen van ontheffingen |
Art. 87 Rvv 1990 |
X |
Ja |
||
3.4.38 |
Het beslissen en uitvoeren van besluiten op grond van de Havenverordening alsmede het interpreteren van deze verordening |
Havenverordening Utrecht 2006 |
X |
Ja |
||
3.4.39 |
Het beslissen en uitvoeren van besluiten op grond van de afvalstoffenverordening alsmede het interpreteren van deze verordening |
Afvalstoffenverordening 2004 |
X |
Ja |
||
3.4.40 |
Het beslissen en uitvoeren van besluiten op grond van de verordening tot stimulering oud papierinzameling door vrijwilligersorganisaties alsmede het interpreteren van deze verordening |
Verordening tot stimulering oud papierinzameling door vrijwilligers organisaties 2007 |
X |
Ja |
||
3.4.41 |
Het beslissen en uitvoeren van besluiten op grond van de wegsleepverordening alsmede het interpreteren van deze verordening |
Wegsleepverordening gemeente Utrecht |
X |
Ja |
||
3.4.42 |
Het onttrekken aan het openbaar verkeer van een weg binnen de gemeente welke niet door het Rijk, Provincie of Waterschap wordt onderhouden |
Wegenwet artikel 9 |
X |
De Raad heeft zijn bevoegdheid d.d. 6 september 2007 gedelegeerd aan het college van B&W. |
Ja |
Paragraaf 3.5 Dienst Wijken
Dit hoofdstuk bevat door het College van B&W of de burgemeester gemandateerde bevoegdheden aan de directeur van de betreffende dienst, mits passend binnen de dagelijkse bedrijfsvoering van de dienst. (Art. 10:1 t/m 10:12 AWB).
Omschrijving bevoegdheden |
Regeling waarop mandaat is gebaseerd |
Mandaatgever |
Voorwaarde voor gebruik mandaat |
Ondermandaat toegestaan (incl. event. voorwaarden) |
||
college |
burgemeester |
Paragraaf 3.6 GG&GD
Dit hoofdstuk bevat door het College van B&W of de burgemeester gemandateerde bevoegdheden aan de directeur van de betreffende dienst, mits passend binnen de dagelijkse bedrijfsvoering van de dienst. (Art. 10:1 t/m 10:12 AWB).
Omschrijving bevoegdheden |
Regeling waarop mandaat is gebaseerd |
Mandaatgever |
Voorwaarde voor gebruik mandaat |
Ondermandaat toegestaan (incl. event. voorwaarden) |
||
college |
burgemeester |
|||||
3.6.1 |
Taken verband houdend met het inrichten en het in stand houden van een register voor melding en registratie. |
artt. 45/46 Wet kinderopvang |
X |
Ja |
||
3.6.2 |
Het geven van een schriftelijke aanwijzing. |
art. 65, 1e lid Wet kinderopvang |
X |
Ja |
||
3.6.3 |
Het verlengen van de geldigheidsduur van het door de toezichthouder gegeven schriftelijk bevel. |
art. 65, 3e lid Wet kinderopvang |
X |
Ja |
||
3.6.4 |
De houder verbieden de exploitatie van een kindercentrum of gastouderbureau voort te zetten. |
art. 66, 1e lid Wet kinderopvang |
X |
Ja |
||
3.6.5 |
De houder verbieden het kindercentrum in exploitatie te nemen. |
art. 66, 2e lid Wet kinderopvang |
X |
Ja |
||
3.6.6 |
Het opleggen van bestuurlijke boete. |
art. 72 e.v. Wet kinderopvang |
X |
Ja |
||
3.6.7 |
De beslissing de verschuldigde bestuurlijke boete bij dwangbevel in te vorderen. |
art. 83 Wet kinderopvang |
X |
Ja |
||
3.6.8 |
Aanvraag röntgenvergunning. |
Kernenergiewet dossier |
X |
Ja |
||
3.6.9 |
Het nemen van besluiten tot het verlenen, weigeren of intrekken van vergunningen als bedoeld in artikel 73, tweede lid, APV. |
APV |
X |
Ja |
||
3.6.10 |
Het nemen van besluiten tot toepassing van bestuursdwang of het opleggen van een dwangsom ter handhaving van het bepaalde in artikel 73 APV. |
APV |
X |
Ja |
||
3.6.11 |
Het nemen van besluiten tot het in behandeling nemen van of buiten behandeling laten van aanvragen om vergunningen als bedoeld in artikel 73, tweede lid APV. |
APV |
X |
Ja |
||
3.6.12 |
Het voeren van correspondentie en gesprekken en verstrekken van informatie betreffende de uitvoering van artikel 73 APV. |
APV |
X |
Ja |
||
3.6.13 |
Het persoonlijk in ontvangst nemen van een aanvraag conform artikel 73, derde lid onder b APV. |
APV |
X |
Ja |
||
3.6.14 |
Benoemen gemeentelijk lijkschouwer. |
art. 4 Wet op de Lijkbezorging |
X |
Nee |
||
3.6.15 |
Het beslissen op een verzoek tot het stellen van een andere termijn voor begraving of verbranding. |
art. 17, 1e lid Wet op de lijkbezorging |
X |
Deze bevoegdheid dient uitgevoerd te worden onder de voorwaarde dat: |
Ja |
|
a.hij, alvorens de toestemming te verlenen, zich ervan heeft verzekerd dat het onderzoek naar de mogelijke aanwezigheid en bereikbaarheid van de in art. 72 bedoelde personen met uiterste zorgvuldigheid is verricht; |
||||||
b.is vastgesteld dat de in artikel 72 van de wet genoemde personen afwezig zijn dan wel binnen de voor deze beslissing beschikbare tijd niet kunnen worden bereikt; |
||||||
c.de overledene geen enkel blijk van bezwaar heeft gegeven tegen sectie en/of verwijderen van zijn organen ten behoeve van transplantatie. |
||||||
Paragraaf 3.7 Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling
Dit hoofdstuk bevat door het College van B&W of de burgemeester gemandateerde bevoegdheden aan de directeur van de betreffende dienst, mits passend binnen de dagelijkse bedrijfsvoering van de dienst. (Art. 10:1 t/m 10:12 AWB).
|
Omschrijving bevoegdheden |
Regeling waarop mandaat is gebaseerd |
Mandaatgever |
Voorwaarde voor gebruik mandaat |
Ondermandaat toegestaan (incl. event. voorwaarden) |
|
college |
burgemeester |
|||||
3.7.1. |
Procesmachtiging (het verschijnen voor de rechtbank) openbaarheid van bestuur |
Art. 171 Gemeentewet |
X |
Nee |
||
3.7.2. |
Uitvoering van de wet |
Wet educatie en beroepsonderwijs |
X |
Ja |
||
3.7.3. |
Al datgene te doen en na te laten, dat noodzakelijk is voor een goede uitvoering van de wet of regeling |
IOAZ |
X |
Ja |
||
Besluiten nemen en ondertekenen ter uitvoering van de wet of regeling |
X |
|||||
Namens het college aanvragen van subsidies t.b.v. de uitvoering van de wet of regeling |
X |
|||||
3.7.4. |
Al datgene te doen en na te laten, dat noodzakelijk is voor een goede uitvoering van de wet of regeling |
IOAW |
X |
Ja |
||
Besluiten nemen en ondertekenen ter uitvoering van de wet of regeling |
X |
|||||
Namens het college aanvragen van subsidies t.b.v. de uitvoering van de wet of regeling |
X |
|||||
3.7.5. |
Uitvoering van de wet. |
Wet op de expertisecentra |
X |
Ja |
||
3.7.6. |
Zorgdragen voor de lijkbezorging en besluiten nemen tot verhaal van de kosten op de nalatenschap, bloed- en aanverwanten. |
Artt. 21 en 22 Wet op de lijkbezorging |
X |
Ja |
||
3.7.7. |
Uitvoering van de wet. |
Wet op het primair onderwijs |
X |
Ja |
||
3.7.8. |
Uitvoering van de wet. |
Wet op het voortgezet onderwijs |
X |
Ja |
||
3.7.9. |
Het nemen van besluiten op basis van en uitvoeren van de wet. |
Wet sociale werkvoorziening |
X |
Ja |
||
3.7.10. |
Al datgene te doen en na te laten, dat noodzakelijk is voor een goede uitvoering van de wet of regeling. |
WWB |
X |
Ja |
||
Besluiten nemen en ondertekenen ter uitvoering van de wet of regeling |
X |
|||||
Namens het college aanvragen van subsidies t.b.v. de uitvoering van de wet of regeling |
X |
|||||
Besluiten nemen en ondertekenen ter uitvoering van de wet of regeling |
X |
|||||
Namens het college aanvragen van subsidies t.b.v. de uitvoering van de wet of regeling |
X |
|||||
3.7.11. |
Uitvoeren van de wet voor zover het de bevoegdheden van het college betreft. |
Leerplichtwet |
X |
Ja |
||
3.7.12. |
Uitvoeren van de verordening. |
Verordening Leerlingenvervoer |
X |
Ja |
||
3.7.13 |
Advies bevoegdheid voor het totale beleidsproces |
Verordening op de advies-commissie voor het ouderenbeleid |
X |
Betreft het advies toekennen van een subsidie dan is de ASV van toepassing en moet het subsidie proces gevolgd worden |
Ja |
|
Volgen/controleren van uitvoering beleid |
X |
|||||
3.7.14. |
Uitvoeren van de verordening. |
Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs gemeente Utrecht |
X |
Ja |
||
3.7.15. |
Uitvoeren van de verordening en de daarop gebaseerde regelgeving |
Wet maatschappelijke ondersteuning, Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Utrecht 2007 |
X |
Ja |
||
3.7.16. |
Het nemen van besluiten betreffende het voeren van rechtsgedingen over vorderingen van de gemeente op huurders van sportlocaties, die betrekking hebben op de betaling van huurpenningen en waarmee maximaal een bedrag van EUR 25.000,00 gemoeid is. |
X |
Nee |
|||
3.7.17. |
Oproepen ter vaststelling inburgeringsplicht, vaststelling van de inburgeringsplicht, ontheffing van de inburgeringsplicht, vaststelling inhoud inburgeringsprogramma, aanbieden van een inburgeringsprogramma, inning van de eigen bijdrage, vaststellen en opleggen van de bestuurlijke boete. |
Wet inburgering en Verordening wet inburgering |
X |
Ja |
||
3.7.18. |
Trajectplannen, beschikkingen, certificaten en overeenkomsten (in het kader van de Regeling vrijwillige inburgering) |
Wet inburgering en Verordening wet inburgering en Regeling vrijwillige inburgering |
X |
Ja |
||
3.7.19. |
Uitvoeren van de Verordening Kinderopvang en aanverwante wetgeving |
Wet Kinderopvang en Verordening Kinderopvang |
X |
Ja |
||
3.7.20. |
Uitvoeren van de Verordening U-pas |
Verordening U-pas |
X |
Ja |
||
3.7.21 |
Het nemen van besluiten op basis van en uitvoeren van de wet |
Wet Werk en Inkomen Kunstenaar (Wwik) |
X |
Ja |
||
3.7.22 |
Uitvoeren van de noodfondsregeling |
Noodfonds ter voorkoming huisuitzetting |
X |
Ja |
||
3.7.23 |
Uitvoering van het Besluit |
Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 |
X |
Ja |
||
3.7.24 |
Aanvragen respectievelijk ontvangen van specifieke rapportages van het BKWI inzake het gebruik van Suwinet-Inkijk |
Wet SUWI en bijbehorende regelgeving |
X |
Ja |
||
3.7.25 |
Het nemen van besluiten op basis van en uitvoeren van de wet |
Wet WIJ |
X |
Ja |
||
3.7.26 |
Uitvoering van het reglement |
Reglement voor de Kredietbank Utrecht |
X |
Ja |
Paragraaf 3.8 Brandweer
Dit hoofdstuk bevat door het College van B&W of de burgemeester gemandateerde bevoegdheden aan de directeur van de betreffende dienst, mits passend binnen de dagelijkse bedrijfsvoering van de dienst. (Art. 10:1 t/m 10:12 AWB).
Omschrijving bevoegdheden |
Regeling waarop mandaat is gebaseerd |
Mandaatgever |
Voorwaarde voor gebruik mandaat |
Ondermandaat toegestaan (incl. event. voorwaarden) |
||
college |
burgemeester |
|||||
3.8.1 |
Het aanwijzen van toezichthouders als bedoeld in artikel 5:11 Awb en 5.10 lid 3 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht belast met het toezicht op de naleving van de volgende voorschriften:de Woningwet (Bouwverordening, Bouwbesluit, Besluit brandveilig gebruik bouwwerken en ministeriële regelingen voor zover betrekking hebbend op de brandveiligheid) de Brandbeveiligingsverordening;de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor zover deze betrekking heeft op brandveiligheid en voor zover deze betrekking heeft op de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder d., van die wet. |
Artikelen 5.10, derde lid en 5.13 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht |
X |
|||
3.8.2 |
Het aanschrijven ter naleving van de brandveiligheidseisen genoemd in hoofdstuk 2 van het Bouwbesluit |
Artikelen 1a, 1b, 7b,8,13 en 15 Woningwet en artikelen 5.17 en 5.18 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht |
X |
Vervalt per 1 januari 2012 |
Ja, aan afdelingshoofd preventie district Utrecht |
|
3.8.3 |
Het verrichten van alle handelingen en het nemen van besluiten ter uitvoering van en in het kader van het toezicht op de naleving van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken de Brandbeveiligings-verordening en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor zover deze betrekking heeft op de omgevingsvergunning met beperkte geldingstermijn als bedoeld in de artikelen 2.1, eerste lid, aanhef en onder d. en 2.23, eerste lid van die wet |
Besluit brandveilig gebruik bouwwerken Brandbeveiligingsverordening Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. |
X |
Ja, aan afdelingshoofd preventie district Utrecht |
||
3.8.4 |
Alle in titel 5.3 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde bevoegdheden met betrekking tot of verband houdend met bestuursdwang en dwangsom, ter handhaving van het bepaalde in het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken, de Brandbeveiligingsverordening, Hoofdstuk 2 van het Bouwbesluit 2003 en de artikelen: 2.1, eerste lid, aanhef en onder d.;2.3, aanhef en onder b;2.31, tweede lid, aanhef en onder a;2.33, tweede lid en5.19, eerste lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht |
Afdelingen 5.3 en 5.4 Awb, artikel 125 Gemeentewet, Besluit brandveilig gebruik bouwwerken, Brandbeveiligingsverordening en artikelen 1a, 1b 7b,8,13 en 15 Woningwet en artikelen 5.17 en 5.18 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht |
X |
Vervalt per 1 januari 2012 |
Ja, aan afdelingshoofd preventie district Utrecht |
|
3.8.5 |
Het verplichten tot het treffen van een voorziening ten dienste van het brandveilig gebruik van bouwwerken en ter handhaving hiervan de uitoefening van alle in titel 5.3 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde bevoegdheden met betrekking tot of verband houdend met bestuursdwang en dwangsom. |
Afdeling 5.3 Awb, artikel 125 Gemeentewet, Besluit brandveilig gebruik bouwwerken Brandbeveiligingsverordening en artikelen 13 en 15 Woningwet |
X |
Ja, aan afdelingshoofd preventie |
||
3.8.6 |
Het in verband met brandveiligheid sluiten van een gebouw, open erf of terrein ex artikel 17 van de Woningwet en de uitoefening van alle in titel 5.3 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde bevoegdheden met betrekking tot of verband houdend met bestuursdwang en dwangsom, ter handhaving van die sluiting. |
Artikel 17 Woningwet; afdeling 5.3 Awb, artikel 125 Gemeentewet. |
X |
Afstemming vooraf met portefeuillehouder. Vervalt per 1 januari 2012 |
Ja, aan afdelingshoofd preventie district Utrecht |
|
3.8.7 |
Het afhandelen van klachten over het gebruik van de bevoegdheden in §3.8 zowel interne klachten als externe klachten bij de Ombudsman." |
Afdelingen 9.1.2 t/m 9.2.3. Awb |
X |
Jaarlijks rapporteren over behandelde klachten |
Ja |
|
3.8.8 |
Vaststellen verschuldigdheid en hoogte dwangsom bij niet tijdig beslissen |
Art. 4:18 Awb |
X |
Ja |
||
3.8.9 |
Vaststellen verschuldigdheid tot betaling geldsom |
Art. 4:86 |
X |
Ja |
||
3.8.10 |
Toepassen verrekening |
Art. 4:93 in combinatie met specifieke wettelijke bepaling |
X |
Ja |
||
3.8.11 |
Verlenen van uitstel van betaling |
Art. 4:94 Awb |
X |
Ja |
||
3.8.12 |
Verlenen voorschot vooruitlopend op vaststelling van een verplichting tot betaling |
Art. 4:95 Awb |
X |
Ja |
||
3.8.13 |
Intrekken of wijzigen beschikking tot uitstel van betaling of verlening voorschot |
Art. 4:96 Awb |
X |
Ja |
||
3.8.14 |
Vaststellen bedrag van verschuldigde wettelijke rente |
Art. 4:99 Awb |
X |
Ja |
||
3.8.15 |
Schriftelijke aanmaning of schriftelijke mededeling waarin ondubbelzinnig het recht op betaling wordt voorbehouden |
Art. 4.107 Awb |
X |
Ja |
||
3.8.16 |
Aanmaning tot betaling schuldenaar in verzuim |
Art. 4.112 Awb |
X |
Ja |
||
3.8.17 |
Uitvaardigen dwangbevel |
Art. 4.117 Awb |
X |
Ja |
Paragraaf 3.9 Muziekcentrum Vredenburg
Dit hoofdstuk bevat door het College van B&W of de burgemeester gemandateerde bevoegdheden aan de directeur van de betreffende dienst, mits passend binnen de dagelijkse bedrijfsvoering van de dienst. (Art. 10:1 t/m 10:12 AWB).
Omschrijving bevoegdheden |
Regeling waarop mandaat is gebaseerd |
Mandaatgever |
Voorwaarde voor gebruik mandaat |
Ondermandaat toegestaan (incl. event. voorwaarden) |
||
college |
burgemeester |
Paragraaf 3.10 Dienst Gemeentelijke Musea
Dit hoofdstuk bevat door het College van B&W of de burgemeester gemandateerde bevoegdheden aan de directeur van de betreffende dienst, mits passend binnen de dagelijkse bedrijfsvoering van de dienst. (Art. 10:1 t/m 10:12 AWB).
Omschrijving bevoegdheden |
Regeling waarop mandaat is gebaseerd |
Mandaatgever |
Voorwaarde voor gebruik mandaat |
Ondermandaat toegestaan (incl. event. voorwaarden) |
||
college |
burgemeester |
|||||
3.10.1 |
Het doen bewaren, uitbreiden, rangschikken, aan het publiek tonen, in goede staat houden, inventariseren, controleren en beschrijven van de verzameling, die door eigendom of door verkrijging in bruikleen tot het bezit van de Dienst Gemeentelijke Musea behoren. |
Het is de directeur niet geoorloofd handel te drijven of geldelijke betrekkingen te onderhouden met handelaren in kunstvoorwerpen, die een relatie onderhouden met de Dienst Gemeentelijke Musea, tenzij het museum hierdoor niet wordt geschaad. |
Nee |
|||
3.10.2 |
Het zorgen voor opmaken en het geregeld bijhouden van een overzichtelijke registratie zowel van alle in het museum in eigendom behorende als van in bruikleen ontvangen voorwerpen. Tijdelijke afwezigheid van enig voorwerp moet blijken uit een bewijs, waarop is aangegeven waar het voorwerp zich bevindt. |
Het is de directeur niet geoorloofd handel te drijven of geldelijke betrekkingen te onderhouden met handelaren in kunstvoorwerpen, die een relatie onderhouden met de Dienst Gemeentelijke Musea, tenzij het museum hierdoor niet wordt geschaad. |
Nee |
|||
3.10.3 |
Het tijdelijk in gebruik geven van voorwerpen uit de gemeentelijke verzameling van het museum, mits hij voldoende waarborg aanwezig acht voor de veiligheid van de voorwerpen. |
Het is de directeur niet geoorloofd handel te drijven of geldelijke betrekkingen te onderhouden met handelaren in kunstvoorwerpen, die een relatie onderhouden met de Dienst Gemeentelijke Musea, tenzij het museum hierdoor niet wordt geschaad. |
Nee |
|||
3.10.4 |
De directeur is binnen het beschikbare budget bevoegd om aankopen te doen voor de collectie tot een bedrag van maximaal €100.000 per aankoop. Over de voorgenomen aankoop wordt de Museumcommissie om advies gevraagd. De directeur informeert de wethouder over de voorgenomen aankoop.Voor aankopen die volledig worden gesubsidieerd door derden gelden deze beperkingen niet. |
Gemeentewet |
X |
Het is de directeur niet geoorloofd handel te drijven of geldelijke betrekkingen te onderhouden met handelaren in kunstvoorwerpen, die een relatie onderhouden met de Dienst Gemeentelijke Musea, tenzij het museum hierdoor niet wordt geschaad. |
Nee |
|
3.10.5 |
Het aanvaarden van geschenken aan de gemeente en het ondertekenen van akten daaromtrent |
Nee |
||||
3.10.6 |
Het afstoten van voorwerpen uit de verzamelingen in overeenstemming met de uitgangspunten en procedures daaromtrent in het Collectieplan dat is goedgekeurd door b. en w. Overeenkomstig deze procedure is de directeur bevoegd voorwerpen van gering belang c.q. voorwerpen met een financiële waarde van EUR 15.000,00 of minder af te stoten zonder overleg met het college. |
Het is de directeur niet geoorloofd handel te drijven of geldelijke betrekkingen te onderhouden met handelaren in kunstvoorwerpen, die een relatie onderhouden met de Dienst Gemeentelijke Musea, tenzij het museum hierdoor niet wordt geschaad. |
Nee |
Paragraaf 3.11 Gemeentebibliotheek Utrecht
Dit hoofdstuk bevat door het College van B&W of de burgemeester gemandateerde bevoegdheden aan de directeur van de betreffende dienst, mits passend binnen de dagelijkse bedrijfsvoering van de dienst. (Art. 10:1 t/m 10:12 AWB).
Omschrijving bevoegdheden |
Regeling waarop mandaat is gebaseerd |
Mandaatgever |
Voorwaarde voor gebruik mandaat |
Ondermandaat toegestaan (incl. event. voorwaarden) |
Paragraaf 3.12 Dienst Burgerzaken en Gemeentebelastingen
Dit hoofdstuk bevat door het College van B&W of de burgemeester gemandateerde bevoegdheden aan de directeur van de betreffende dienst, mits passend binnen de dagelijkse bedrijfsvoering van de dienst. (Art. 10:1 t/m 10:12 AWB).
Omschrijving bevoegdheden |
Regeling waarop mandaat is gebaseerd |
Mandaatgever |
Voorwaarde voor gebruik mandaat |
Ondermandaat toegestaan (incl. event. voorwaarden) |
||
college |
burgemeester |
|||||
3.12.1 |
Toepassen van de hardheidsclausule. |
Art. 63 Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) |
Ja |
|||
3.12.2 |
Verlenen van kwijtschelding bij beschikking opgelegde boete. |
Art. 66 AWR |
Ja |
|||
3.12.3 |
Instellen van cassatie en voeren van verweer bij de Hoge Raad inzake de gemeentelijke belastingen en de Wet waardering onroerende zaken (WOZ). |
Art. 28 AWR, art. 30 WOZ |
Ja |
|||
3.12.4 |
Oninbaar verklaren van gemeentelijke belastingen. |
Art. 255, 5e lid Gemeentewet |
Ja |
|||
3.12.5 |
Aanspreekpunt voor de waarderingkamer. |
Artt. 10,15,21 WOZ |
Ja |
|||
3.12.6 |
Voorleggen van geschillen aan waarderingskamer. |
Art. 11, 1e lid WOZ |
Ja |
|||
3.12.7 |
Verdagen termijn tot het doen van uitspraak op bezwaar tegen beschikking inzake gemeentelijke belasting. |
Art. 25, 2e lid AWR |
Nee |
|||
3.12.8 |
Verdagen termijn tot het doen van uitspraak op bezwaar tegen WOZ-beschikkingen. |
Art. 30 WOZ, art. 25, 2e lid AWR |
Nee |
|||
3.12.9 |
Het aanwijzen van ambtenaren als bedoeld in artikel 36, 2e lid onder e, van de Wet-GBA. |
Art. 36, 2e lid onder e, van de Wet-GBA |
X |
Ja |
||
3.12.10 |
Het verstrekken van gegevens aan andere gemeentebesturen. |
X |
Ja |
|||
3.12.11 |
Het vragen van inlichtingen en/of geschriften aan burgers. |
X |
Ja |
|||
3.12.12 |
Het oproepen van burgers tot het verstrekken van gegevens. |
X |
Ja |
|||
3.12.13 |
Het aanwijzen van instellingen als bedoeld in artikel 67, 4e lid van de Wet GBA. |
Art. 67, 4e lid Wet GBA |
X |
Ja |
||
3.12.14 |
De uitvoering van artikel 75 van de Wet GBA. |
Art. 75 Wet GBA |
X |
Ja |
||
3.12.15 |
Het vragen van inlichtingen die nodig zijn voor het bijhouden van de basisadministratie persoonsgegevens aan binnenlandse en buitenlandse instanties. |
X |
Ja |
|||
3.12.16 |
De uitvoering van afdeling 4 van hoofdstuk 2 en afdeling 3 van hoofdstuk 3 van de Wet GBA inzake de rechten van de burger. |
Afd. 4 van hfdst. 2 en afd. 3 van hfdst. 3 Wet GBA |
X |
Ja |
||
3.12.17 |
Het in- en uitschrijven van personen uit de basisregistratie persoonsgegevens. |
X |
Ja |
|||
3.12.18 |
Het geven van beschikkingen (ambtshalve of op verzoek) m.b.t. het aanbrengen van wijzigingen in de basisadministratie persoonsgegevens. |
X |
Ja |
|||
3.12.19 |
Het voeren van correspondentie m.b.t. de naleving van de Wet GBA. |
X |
Ja |
|||
3.12.20 |
Het ondertekenen van gewaarmerkte afschriften en verklaringen o.g.v. de Wet GBA. |
X |
Ja |
3.12.21 |
Het geven van beschikkingen m.b.t. verzoeken tot selecties uit de basisadministratie persoonsgegevens. |
X |
Ja |
|||
3.12.22 |
Het geven van beschikkingen tot het verstrekken respectievelijk het weigeren van inlichtingen uit de basisadministratie persoonsgegevens. |
X |
Ja |
|||
3.12.23 |
De uitvoering van de Verordening voor de gemeentelijke bevolkingsadministratie. |
X |
Ja |
|||
3.12.24 |
De vertegenwoordiging in rechte betreffende zaken die uit de Wet GBA voortvloeien. |
X |
Ja |
|||
3.12.25 |
De benoeming van stembureauleden. |
X |
Ja |
|||
3.12.26 |
Het aanwijzen van stemlokaliteiten. |
X |
Ja |
|||
3.12.27 |
Het verstrekken van inlichtingen omtrent registratie als kiezer en het beslissen op verzoek herziening registratie van kiezer. |
X |
Ja |
|||
3.12.28 |
De uitvoering van de Wet bescherming persoonsgegevens, voor zover de directeur van de Dienst Burgerzaken en Gemeentebelastingen is aangewezen als beheerder van de persoonsregistraties. |
X |
Ja |
|||
3.12.29 |
De benoeming, de schorsing of het ontslag van buitengewoon ambtenaren van de burgerlijke stand ten behoeve van het voltrekken van een enkel huwelijk of het registreren van een enkel partnerschap een en ander met inachtneming van besluiten die een politieke gevoeligheid met zich brengen. |
X |
Ja |
|||
3.12.30 |
Het op verzoek van de burger onder de voorwaarden zoals genoemd in de wet- en regelgeving aanwijzen van een locatie als huis der gemeente ten behoeve van het sluiten van één huwelijk of het registreren van één partnerschap. |
X |
Ja |
|||
3.12.31 |
Beslissingen te nemen, stukken af te doen, uitgaande brieven te ondertekenen en overige handelingen te verrichten ten aanzien van aangelegenheden die verband houden met de aan de burgemeester bij of krachtens de Rijkswet op het Nederlanderschap en de daarbij behorende Ministeriele besluiten verleende bevoegdheden en opgedragen taken. |
X |
Ja |
|||
3.12.32 |
Aanvragen om afgifte van en Verklaring omtrent het Gedrag van een natuurlijke persoon in ontvangst te nemen en verder te behandelen conform de daartoe vastgestelde regels. |
X |
Ja |
|||
3.12.33 |
Uittreksels uit strafregisters en politieregisters aan te vragen ten behoeve van onderzoeken voor de beoordeling van aanvragen voor Koninklijke onderscheidingen. |
X |
Ja |
|||
3.12.34 |
Een verlof tot lijkbezorging af te geven ingevolge een verzoek tot lijkbezorging na de vijfde dag na overlijden. |
Art. 16 Wet op de lijkbezorging |
Ja |
|||
3.12.35 |
De uitvoering van de paspoortwetgeving voor zover het betreft de aan de burgemeester opgelegde taken en bevoegdheden, inclusief het nemen van beschikkingen m.b.t. weigering tot afgifte en intrekking van reisdocumenten |
X |
Ja |
|||
3.12.36 |
Het in rechte vertegenwoordigen van zaken betreffende verklaringen omtrent het gedrag. |
X |
Ja |
|||
3.12.37 |
Het legaliseren van handtekeningen. |
X |
Ja |
|||
3.12.38 |
Afgifte van een verlof tot begraving of verbranding van een lijk na vijfde dag van overlijden. |
X |
Ja |
|||
3.12.39 |
Afgifte van een laisez-passer voor het vervoer van een overledene naar het buitenland. |
X |
Ja |
|||
3.12.40 |
Afgifte van een verlof tot ontleding van een stoffelijk overschot. |
X |
Ja |
|||
3.12.41 |
Beschikkingen m.b.t. uitbetaling van kostwinners- en inkomstenvergoedingen. |
X |
Ja |
|||
3.12.42 |
Het indienen van declaraties bij het rijk aangaande inkomsten en kostwinnersdeclaraties. |
X |
Ja |
|||
3.12.43 |
Afgifte van getuigschriften omtrent inkomsten en vermogen. |
X |
Ja |
|||
3.12.44 |
De uitvoering van de rijbewijswetgeving voor zover het betreft de aan de burgemeester opgelegde taken en bevoegdheden, inclusief het nemen van beschikkingen m.b.t. opgelegde taken en bevoegdheden, inclusief het nemen van beschikkingen m.b.t. weigering van de afgifte en ongeldheidsverklaring van rijbewijzen. |
X |
Ja |
|||
3.12.45 |
Het legaliseren van kopieën van rijbewijzen. |
X |
Ja |
|||
3.12.46 |
Afgifte of de weigering van afgifte van kiezerspassen en volmachtbewijzen om aan verkiezingen deel te kunnen nemen. |
X |
Ja |
|||
3.12.47 |
Het machtigen van ambtenaren tot het in ontvangst nemen van kandidatenlijsten op de dag van kandidaat-stelling in het kader van verkiezingen c.a. |
X |
Ja |
|||
3.12.48 |
Het machtigen van ambtenaren tot het in ontvangst nemen van processen verbaal van Utrechtse stembureaus en van gemeenten behorende tot de kieskring Utrecht. |
X |
Ja |
|||
3.12.49 |
Het ingevolge artikel H 4 van de Kieswet aanwezig zijn bij het afleggen van de ondersteuningsverklaringen en hierop een aantekening plaatsen als de ondertekenaar in Utrecht als kiezer is geregistreerd. |
X |
Ja |
|||
3.12.50 |
Om namens de burgemeester in rechte op te treden in zaken die voortvloeien uit het gestelde in dit mandaatbesluit, tenzij bij wet anders is bepaald. |
X |
Ja |
Paragraaf 3.13 Dienst Stadsschouwburg
Dit hoofdstuk bevat door het College van B&W of de burgemeester gemandateerde bevoegdheden aan de directeur van de betreffende dienst, mits passend binnen de dagelijkse bedrijfsvoering van de dienst. (Art. 10:1 t/m 10:12 AWB).
Omschrijving bevoegdheden |
Regeling waarop mandaat is gebaseerd |
Mandaatgever |
Voorwaarde voor gebruik mandaat |
Ondermandaat toegestaan (incl. event. voorwaarden) |
Paragraaf 3.14 Projectorganisatie Stationsgebied
Dit hoofdstuk bevat door het College van B&W of de burgemeester gemandateerde bevoegdheden aan de directeur van de betreffende dienst, mits passend binnen de dagelijkse bedrijfsvoering van de dienst. (Art. 10:1 t/m 10:12 AWB).
Omschrijving bevoegdheden |
Regeling waarop mandaat is gebaseerd |
Mandaatgever |
Voorwaarde voor gebruik mandaat |
Ondermandaat toegestaan (incl. event. voorwaarden) |
Paragraaf 3.15 Dienst Projectbureau Leidsche Rijn
Dit hoofdstuk bevat door het College van B&W of de burgemeester gemandateerde bevoegdheden aan de directeur van de betreffende dienst, mits passend binnen de dagelijkse bedrijfsvoering van de dienst. (Art. 10:1 t/m 10:12 AWB).
Omschrijving bevoegdheden |
Regeling waarop mandaat is gebaseerd |
Mandaatgever |
Voorwaarde voor gebruik mandaat |
Ondermandaat toegestaan (incl. event. voorwaarden) |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl