Regeling vervallen per 01-10-2018

Beleidsnotitie invoering bestuurlijke boete in de handhaving op de huisvestingsregelgeving

Geldend van 01-05-2011 t/m 30-09-2018

Intitulé

Beleidsnotitie invoering bestuurlijke boete in de handhaving op de huisvestingsregelgeving

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2011 Nr. 18

Beleidsnotitie invoering bestuurlijke boete in de handhaving op de huisvestingsregelgeving

(besluit van 15 februari 2011)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;

gelet op:

-de bevoegdheid van het college tot het opleggen van bestuurlijke boetes voor overtredingen van de Huisvestingswet en de Huisvestingsverordening BRU

BESLUIT

vast te stellen de

BELEIDSNOTITIE invoering bestuurlijke boete in de handhaving op de huisvestingsregelgeving

Zoals opgenomen in bijlage A.

Utrecht, 15 februari 2011

Burgemeester en wethouder van Utrecht,

De secretaris, De burgemeester,

Drs. M.R. Schurink Mr. A. Wolfsen

Bekendmaking is geschied op 30 maart 2011.

Deze beleidsnotitie is in werking getreden op 1 mei 2011.

Beleidsnotitie invoering bestuurlijke boete in de handhaving op de huisvestingsregelgeving

Februari 2011

Inhoudsopgave

1. Inleiding

1.1 Aanleiding

1.2 Nieuw instrument: bestuurlijke boete

1.3 Opzet beleidsnotitie

2 Omgevingsanalyse

2.1 Beschrijving handhavingsveld

2.2 Overtredingen Huisvestingsregelgeving

2.3 Prioriteiten en doelen

3 Wijze van toezicht

3.1 Passief en actief toezicht

3.2 Keuze handhavinginstrumenten

4 Wijze van sanctioneren

4.1 Nieuw instrument: de bestuurlijke boete

4.2 Hoogte bestuurlijke boetes

4.3 Wijze van toepassing sanctiemiddelen algemeen

4.4 Wijze van toepassing sanctiemiddelen per overtreding

4.4.1. In gebruik geven van (sociale) woonruimte zonder vergunning

4.4.2. In gebruik nemen van (sociale) woonruimte zonder vergunning

4.4.3 Omzetten van zelfstandige in onzelfstandige woonruimte zonder vergunning

4.4.4 Onttrekken en samenvoegen van woonruimte zonder vergunning

5. Communicatie en samenwerking

6. Organisatie

7. Evaluatie en verslaglegging

Bijlage I Werkprocessen (invoegen schema's even vragen)

1. Inleiding

  • 1.1 Aanleiding

    De Huisvestingswet geeft de gemeente de verantwoordelijkheid en een aantal instrumenten om zorg te dragen voor een evenwichtige en rechtvaardige verdeling van woonruimte. De gemeente kan daartoe in de Huisvestingsverordening regels stellen met betrekking tot het in gebruik nemen of geven van woonruimte en met betrekking tot wijzigingen in de samenstelling van de woningvoorraad. Voor de gemeente Utrecht zijn deze regels neergelegd in de Regionale Huisvestingsverordening BRU.

    Woonfraude vormt in veel gemeenten een toenemend probleem. Onrechtmatige bewoning, onrechtmatige doorverhuur en onrechtmatig gebruik zorgen ervoor dat de doorstroming in de huursector belemmerd wordt en leiden tot voordringen op de woningmarkt. Bovendien heeft het illegale en anonieme karakter van woonfraude een negatieve invloed op de leefbaarheid in een wijk.

    De bestrijding van woonfraude is van groot belang voor het behoud van voldoende goede woningen en een goede verdeling van de woningvoorraad.

  • 1.2 Nieuw instrument: bestuurlijke boete

    Tot nu toe maken wij voor de handhaving van de huisvestingsregelgeving gebruik van de sanctiemiddelen zoals beschreven in de sanctiestrategie openbare en bebouwde ruimte.

    Wij maken gebruik van de sancties 'last onder dwangsom' of 'last onder bestuursdwang' om ervoor te zorgen dat de onrechtmatige situatie wordt hersteld.

    In G4 verband is vanaf 2006 met de Ministers van VROM (nu Ministerie van Infrastructuur en Milieu), BZK en Justitie overlegd over het opnemen van de bestuurlijke boete in de Huisvestingswet. De bestuurlijke boete heeft als instrument een toegevoegde waarde bij de bestrijding van woonfraude. De bestuurlijke boete kan direct worden opgelegd op het moment dat de overtreding wordt geconstateerd. Deze snelheid maakt een lik-op-stuk beleid mogelijk. Daarnaast zijn de boetes dermate hoog dat hier ook een afschrikwekkende werking vanuit gaat.

    De Huisvestingswet bepaalt de maximale hoogte van de op te leggen bestuurlijke boetes. Verder bepaalt de gemeente in de huisvestingsverordening voor welke overtredingen de boetes worden opgelegd. De Regionale Huisvestingsverordening BRU is per 1 november 2010 op dit onderdeel gewijzigd vastgesteld, waarmee de gemeente Utrecht van start kan gaan met het opleggen van de bestuurlijke boete.

    In deze beleidsnotitie beschrijven wij de invoering van het instrument bestuurlijke boete in de handhaving op overtredingen van de Huisvestingswet en de Regionale Huisvestingsverordening BRU. Wij zullen de implementatie van het nieuwe instrument bestuurlijke boete daarbij uitgebreid toelichten.

    Wij zullen de resultaten van de invoering van de bestuurlijke boete (aantal boetes, effecten op gedrag, kosten en opbrengsten) monitoren. Wij nemen deze resultaten mee bij het opstellen van de domeinspecifieke handhavingstrategie Huisvesting.

    Wij handhaven de wet- en regelgeving middels een handhavingsprogramma. Dit is vastgelegd in onze visie op handhaving, zoals beschreven in de notitie "Keuzes in de handhaving". De handhaving op overtredingen van de huisvestingregelgeving zijn opgenomen in het jaarlijkse 'Handhavingsprogramma Openbare en Bebouwde ruimte'.

  • 1.3 Opzet beleidsnotitie

    Om het nieuwe instrument bestuurlijke boete effectief in te kunnen zetten, is ten eerste inzicht nodig in de problemen en risico's die zich in de gemeente Utrecht op het gebied van huisvesting voordoen. In hoofdstuk 2 geven wij een beschrijving hiervan in de omgevingsanalyse. In hoofdstuk 3 geven wij aan op welke wijze wij toezien op naleving van de regelgeving. In hoofdstuk 4 geven wij aan op welke wijze wij de bestuurlijke boete inzetten naast de andere handhavinginstrumenten. In dit hoofdstuk lichten wij het instrument bestuurlijke boete en onze keuze voor de boetebedragen per soort overtreding toe. In de hoofdstukken 5, 6 en 7 belichten wij achtereenvolgens de aspecten communicatie, organisatie & financiën en de evaluatie van de invoering van de bestuurlijke boete.

2. Omgevingsanalyse

  • 2.1 Beschrijving handhavingsveld

    Woonfraude kent vele verschijningsvormen en betreft onder andere onrechtmatige bewoning, onrechtmatige doorverhuur, onrechtmatig gebruik en overbewoning. Ook worden veel zelfstandige woonruimten zonder vergunning omgezet in onzelfstandige woonruimten.

    Bij onrechtmatige bewoning gaat het om een woning, die buiten de toewijzingsregels van de gemeente om, aan iemand wordt verhuurd die hiervoor volgens de regels niet in aanmerking zou komen.

    Hiervan is vaak sprake bij het onderverhuren van een gehuurde woning zonder medeweten van de verhuurder (onrechtmatige doorverhuur).

    Onrechtmatig gebruik is aan de orde wanneer wonen niet de hoofdactiviteit is en de woning voor andere doelen dan reguliere huisvesting wordt gebruikt.

    Het zonder vergunning omzetten van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte, leidt tot onttrekking van zelfstandige woonruimte aan de woningvoorraad. Dit is beleidsmatig ongewenst en bovendien leidt bedrijfsmatig gebruik van deze illegale omzettingen ook vaak tot klachten over overlast.

    Over woonfraude zijn verschillende cijfers beschikbaar. Een goede schatting is moeilijk, maar aangenomen wordt dat er landelijk bij ongeveer 7% van alle sociale huurwoningen sprake is van onrechtmatige bewoning.

    Wanneer geen handhaving plaats zou vinden op deze overtredingen, leidt dit onherroepelijk tot verstoring van de verdeling van de sociale woningvoorraad en tot verlies van meerdere woningen of wooneenheden.

    Daarnaast leiden onrechtmatige bewoning en onrechtmatig gebruik van de woning regelmatig tot overlast voor de buurt. Het grote aantal meldingen en klachten over overlast en verloedering van de buurt door uitgewoonde panden, onrechtmatige doorverhuur etc. vraagt om optreden.

    Binnen de gemeente Utrecht is het Team Bijzondere Handhaving van Afdeling Toezicht en Handhaving (sector Publieke Diensten SO) belast met het opsporen van woonfraude. Zij maken hierbij gebruik van gegevens van andere afdelingen en Diensten, zoals de afdeling Gemeentelijke Basisadministratie en het team Handhaving van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (DMO).

    Daarnaast zijn ook de woningbouwcorporaties actief in het opsporen van woonfraude.

    Op jaarbasis onderzoekt het Team Bijzondere Handhaving circa 900 zaken op onrechtmatige bewoning en ongeveer 150 zaken op het onrechtmatig omzetten van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte. Deze zaken zijn met name afkomstig van meldingen en klachten en worden daarnaast opgestart op basis van adresonderzoeken van de afdeling Gemeentelijke Basisadministratie, onderzoeken van Sociale Zaken (ruim 200 van de 600 onderzoeken van Sociale Zaken leiden tot het opsporen van woonfraude) en onderzoeken van de woningbouwcorporaties; Portaal voert jaarlijks ongeveer 250-300 onderzoeken uit en Bo-Ex ongeveer 100.

  • 2.2 Overtredingen Huisvestingsregelgeving

    Er zijn verschillende overtredingen van de Huisvestingswet en de Regionale Huisvestingsverordening BRU, waarvoor een bestuurlijke boete kan worden opgelegd:

    • ·

      Het in gebruik nemen van woningen zonder huisvestingsvergunning (bij categorieën woningen waarvoor deze vergunning verplicht is gesteld).

    • ·

      Het in gebruik geven van woningen zonder huisvestingsvergunning (bij categorieën woningen waarvoor deze vergunning verplicht is gesteld).

    • ·

      Het omzetten van zelfstandige woonruimte naar onzelfstandige woonruimte zonder vergunning;

    • ·

      Het onttrekken van woningen aan de woningvoorraad zonder vergunning;

    • ·

      Het samenvoegen van woningen zonder vergunning;

  • 2.3 Prioriteiten en doelen

    In principe wordt op alle overtredingen gehandhaafd met de middelen zoals beschreven in de sanctiestrategie openbare en bebouwde ruimte. De bestuurlijke boete willen wij inzetten voor de volgende prioriteiten:

    Rechtvaardige verdeling van sociale woonruimte

    De utrechtse woningmarkt staat onder druk. Mensen die in aanmerking willen komen voor een (sociale) huurwoning, staan soms jaren op de wachtlijst. Wij vinden het belangrijk om goed toe te zien op een rechtvaardige verdeling van deze woonruimte. Om deze reden treden wij krachtig op tegen het verhuren van sociale woonruimte zonder huisvestingsvergunning. Het verhuren van woningen zonder vereiste huisvestingsvergunning raakt immers de mensen, die het meest behoefte hebben aan een woning tegen een betaalbare prijs. Ook woningzoekenden met een hoger opgebouwde wachttijd, en dus meer recht op een woning, worden gedupeerd door deze overtreding.

    Wij richten ons bij de handhaving op de verhuurder van woonruimte en minder op de huurder. Een huurder die sociale woonruimte huurt zonder huisvestingsvergunning is natuurlijk ook in overtreding, maar het is de verhuurder die de situatie heeft laten onstaan en laat voortduren. Het is ook de verhuurder die profiteert van de krapte op de woningmarkt door het vragen van hoge huren.

    Evenwichtige verdeling van zelfstandige en onzelfstandige woonruimte.

    Wij willen voorkomen dat door middel van onrechtmatige omzettingen van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte de betaalbare woningvoorraad voor starters en doorstromers in bepaalde wijken, verder onder druk komt te staan.

    Verminderen van de druk op de leefbaarheid

    Omzettingen van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte zorgt in sommige wijken voor problemen met betrekking tot de leefbaarheid in de buurt. Om deze reden is vanaf 2 april 2008 het leefbaarheidscriterium als extra criterium bij de vergunningverlening opgenomen en worden daarnaasts in de Utrechtse krachtwijken (Ondiep, Zuilen, Overvecht, Hoograven, Kanaleneiland/Transwijk) in beginsel geen omzettingsvergunningen meer verleend voor nieuwe situaties van kamerbewoning. De leefbaarheid in deze gebieden staat al te veel onder druk.

    Op basis van bovengenoemde prioriteiten kiezen wij ervoor de handhaving met name te richten op de volgende overtredingen:

    • 1.

      Het in gebruik geven van sociale woonruimte zonder vergunning.

    • 2.

      Het omzetten van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte zonder vergunning.

      Daarnaast is het ons beleid om meldingen van overtredingen van de huisvestingregelgeving altijd in

      behandeling te nemen. Deze meldingen kunnen natuurlijk alle verschillende overtredingen bestrijken.

    De daadwerkelijke inzet van toezicht en handhaving op overtredingen van de Huisvestingswet zullen wij jaarlijks aangeven in het 'Handhavingsprogramma openbare en bebouwde ruimte'. Deze inzet is afhankelijk van het effect dat handhaving in de praktijk heeft op het gedrag van burgers en van de gewenste beleidswijzigingen.

3. Wijze van toezicht

  • Toezichthouders van het team Bijzonder Handhaving van de Afdeling Toezicht en Handhaving zijn bevoegd om op de naleving van regels toe te zien en rapportages op te maken.

    De toezichthouders worden daarnaast gemandateerd voor het opleggen van de bestuurlijke boetes tot een bedrag van EUR 340,00. Over de wijze waarop wij hogere bestuurlijke boetes ambtelijk laten voorbereiden volgt in het volgende hoofdstuk meer.

    De toezichthouders van het team Bijzonder Handhaving zijn overigens bijna allemaal ook benoemd als Bijzondere Opsporings Ambtenaar (BOA). In de praktijk zullen het met name de BOA's zijn, die de werkzaamheden met betrekking tot de bestuurlijke boete uitvoeren.

  • 3.1 Passief en actief toezicht

    Wij houden zowel actief als passief toezicht. Bij actief toezicht ligt het initiatief bij de gemeente of de woningbouwcorporaties. Veelal gaat het hier om een gebiedsgerichte of bloksgewijze aanpak.

    De gemeenten en corporaties maken daarbij afspraken over de samenwerking in de aanpak.

    Het passieve toezicht betreft de controle op basis van meldingen. Deze controle bestaat uit controle van gemeentelijke bestanden en daarnaast het ter plekke onderzoeken van de woonsituatie.

    De wijze waarop wij in de praktijk toezicht houden zullen wij beschrijven in de handhavingsstratgie huisvesting, die wij dit jaar opstellen.

  • 3.2 Keuze handhavinginstrumenten

    Wij hebben in onze visie 'Keuzes in de Handhaving' beschreven hoe wij de handhavingprioriteiten vaststellen. De Utrechtse handhavingmix bestaat uit de middelen 'verleiden, informeren, afspreken en sanctioneren'. Wij gebruiken daarbij met name de handhavingsinstrumenten 'informeren' en 'sanctioneren'.

    Informeren

    Om naleving te bevorderen, spannen wij ons in om de burgers van Utrecht in kennis te stellen van dit beleid. Het is onze bedoeling om de inzet van de bestuurlijke boete stadsbreed te communiceren en daarnaast enkele belanghebbenden/organisaties gericht te informeren over het beleid (bewonersorganisatie de Bundeling, de wijkbureaus / wijkraden, de woningcorporaties, WoningNet, Het vierde huis, de vereniging Vastgoedbelang). In de communicatie zullen wij de doelen, prioriteiten, aanpak en consequenties van het nieuwe handhavingsinstrument uitleggen.

    Duidelijke informatie over de bestuurlijke boete is met name ook van belang om de preventieve werking van dit instrument te vergroten. In hoofdstuk 6 lichten wij ons communicatieplan verder toe.

    Sanctioneren

    Voor het sanctioneren zullen wij de bestuurlijke boete inzetten naast de bestaande instrumenten; last onder dwangsom en last onder bestuursdwang. Wij denken dat de bestuurlijke boete een afschrikwekkend effect zal hebben en daarmee een effectief middel is om naleving van de regelgeving te bevorderen. Wij vinden de toepassing van dit instrument bij de overspannen woningmarkt in Utrecht zeer wenselijk.

    Zoals uit het volgende hoofdstuk zal blijken, kunnen de boetes oplopen. Wij geven er de voorkeur aan de overtreder in de gelegenheid te stellen om na vaststelling en bekendmaking van dit beleid de illegale situatie zelf te beëindigen. Om deze reden zal een overgangsperiode worden gehanteerd. Pas na een periode van drie maanden na vaststelling van dit beleid zullen wij op basis van de eerste constateringen de bestuurlijke boetes ook daadwerkelijk opleggen.

4. Wijze van sanctioneren

  • Dit hoofdstuk beschrijft welke sanctiemiddelen wij willen gebruiken. Ook beschrijven wij op welke manier wij de gekozen sanctiemiddelen toepassen.

  • 4.1 Nieuw instrument: de bestuurlijke boete

    Een bestuurlijke boete is een boete die het bestuursorgaan zonder tussenkomst van een rechter aan een overtreder kan opleggen als deze een bepaalde overtreding begaat. De boete is vooral een middel om overtredingen te voorkomen door zijn afschrikwekkende werking.

    De bestuurlijke boete is een bestraffende sanctie en daarmee wezenlijk anders dan een last onder dwangsom of bestuursdwang. De instrumenten last onder bestuursdwang of last onder dwangsom zijn bedoeld om de illegale situatie weer te herstellen en de geconstateerde overtreding te beëindigen.

    Als de overtreder binnen de daartoe gestelde termijn de overtreding ongedaan maakt, wordt de dwangsom niet opgelegd/wordt de bestuursdwang niet toegepast.

    De bestuurlijk boete is niet gericht op herstel van de overtreding maar op het bestraffen en daarmee voorkomen van een (volgende) overtreding. Zodra de overtreding geconstateerd is, kan de boete worden opgelegd. Daarbij is van belang dat wij slechts eenmaal per overtreding een bestuurlijke boete mogen opleggen.

    Afwijkend van de boete uit het strafrecht wordt de bestuurlijke boete via de bestuurlijke weg afgehandeld. Dat betekent dat toezichthouders van de gemeente de overtreding constateren en het college van burgemeester en wethouders zelf de boete oplegt. De bezwaar- en beroepsprocedure is gelijk aan de normale overheidsbesluiten zoals geregeld in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Politie en Openbaar Ministerie spelen hierin geen rol.

    De toetsing door de rechter van de bestuurlijke boete moet op grond van artikel 6 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens volledig zijn. De Nederlandse jurisprudentie laat zien dat bij bestraffende sancties de rechter indringend toetst op evenredigheid: de zwaarte (hoogte) van de sanctie moet zijn afgestemd op de ernst van de gedraging. Naast de hoogte van de boete toetst de rechter ook het bewijs volledig.

    Een ander bijzonder aspect van de rol van de rechter is dat hij, indien hij een boetebesluit vernietigt, de zaak zoveel mogelijk zelf afdoet. Indien de rechter constateert dat de hoogte van een bestuurlijke boete onevenredig hoog is, kan hij op grond van art. 8:72a Awb zelf in de zaak voorzien en een lagere boete opleggen.

  • 4.2 Hoogte bestuurlijke boetes

    De bestuurlijke boete is ingevoerd voor overtredingen van de artikelen 7, eerste en tweede lid, en 30, eerste lid van de Huisvestingswet:

    • a.

      het in gebruik nemen van (sociale) woonruimte zonder huisvestingsvergunning;

    • b.

      het in gebruik geven van (sociale) woonruimte zonder huisvestingsvergunning;

    • c.

      het onttrekken van woonruimte aan de woningmarkt, het samenvoegen van woonruimte en het omzetten van zelfstandige in onzelfstandige woonruimte zonder vergunning.

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot opleggen van de bestuurlijke boetes.

    In de Huisvestingswet zijn de maximale bedragen aangegeven die voor bovenstaande overtredingen kunnen worden opgelegd. Voor het in gebruik nemen van woonruimte zonder vergunning geldt een maximumbedrag van EUR 340,00. Voor de andere overtredingen is het maximum bedrag op EUR 18.500,00 vastgesteld.

    De wetgever heeft de volgende argumentatie voor de hoogte van de boetes: 'Het financieel voordeel van degene die zonder vergunning woonruimte in gebruik geeft en van degene die woonruimte onttrekt aan de woningmarkt, samenvoegt of omzet van zelfstandige in onzelfstandige woonruimte kan aanzienlijk zijn. Vandaar dat de regering heeft gekozen voor een hoge boete die daadwerkelijk een afschrikwekkend effect kan hebben op mogelijke overtreders.'

    Gemeenten kunnen zelf de hoogte van de boetes (per overtreding) vaststellen, zoals die in hun gemeente gelden, tot het wettelijke maximum per overtreding. Gemeenten kunnen daarbij een specifiek boetebeleid hanteren, waarin zij rekening kunnen houden met een aantal lokale factoren, zoals de lokale krapte op de woningmarkt en samenstelling van de woningmarkt, de ernst van de gedraging, stelselmatigheid van de gedraging, recidive etcetera.

    Wij hanteren voor de gemeente Utrecht de boetebedragen, zoals weergegeven in onderstaande tabel. Gezien de druk op de Utrechtse woningmarkt vinden wij naleving van de huisvestingsregelgeving zeer belangrijk. Wij willen met het vaststellen van deze boetebedragen dan ook een krachtig signaal afgeven en zijn van mening dat de hoogte van de boetes recht doet aan de noodzaak en ernst om deze overtredingen te voorkomen of te beperken.

    Het verkrijgen van inkomsten is voor ons uitdrukkelijk geen doel van het invoeren van de bestuurlijke boete (zie voor een kostenoverzicht hoofdstuk 7).

    Hogere boete bij bedrijfsmatige verhuur

    Wij maken in ons beleid een onderscheid tussen normale of bedrijfsmatige verhuurders en eigenaars. De verwijtbaarheid van de overtreder is hierbij in het geding. Is er sprake van een bedrijfsmatig karakter dan mag van de verhuurder en eigenaar verwacht worden dat deze meer rekenschap houdt met de omgeving en de regelgeving. Huurders, die in dergelijke woonruimtes gaan wonen, behoren erop te mogen vertrouwen dat de bedrijfsmatige verhuurder of eigenaar de regelgeving naleeft.

    Wij achten een hogere boete bij een bedrijfsmatig karakter van de overtreding gerechtvaardigd. Wij vinden dat op deze wijze misbruik wordt gemaakt van de afhankelijke positie van de woningzoekende. Dit vinden wij een verzwarende omstandigheid.

    Er is sprake van een bedrijfsmatig karakter indien de verhuurder of eigenaar de woonruimte in gebruik geeft, onttrekt, samenvoegt of omzet met het oogmerk om winst te halen. Hiervan kan sprake zijn als een verhuurder een woonruimte onderverhuurt voor een prijs hoger dan de marktconforme huurprijs. Hierdoor maakt de onderverhuurder winst. Daarnaast gaan wij uit van een winstoogmerk indien één verhuurder of eigenaar meerdere panden in bezit heeft en deze gebruikt om inkomsten te verwerven.

    Hogere boete bij recidive

    Verder maken wij een onderscheid tussen personen die de wet voor de eerste keer overtreden of personen die dat voor de tweede en volgende keren doen (recidive). De boetes bij recidive hebben wij gemaximeerd. Wij gaan ervan uit dat bij recidive de overtreder willens en wetens de wet overtreedt. Alleen een maximale boete geeft dan nog een afdoende prikkel om de overtreding te beëindigen en toekomstige overtredingen te voorkomen. Bij recidive hanteren wij dezelfde hoogtes van boetes, ongeacht of de eigenaar of verhuurder bij de eerste overtreding als bedrijfsmatig werd aangemerkt.

    Van recidive is sprake wanneer er binnen drie jaar dezelfde overtreding wordt geconstateerd. Daarbij moet de eerste overtreding beëindigd te zijn en dient er sprake te zijn van een nieuwe overtreding van hetzelfde verbodsartikel.

    Bestuurlijke boete: Boetebedragen per soort overtreding

    Overtreding*

    Artikel in de Huisvestingwet

    Max. Boete

    1e keer

    Recidive

    In gebruik nemen van (sociale) woonruimte zonder vergunning

    Art. 7, 1e lid

    EUR 340,-

    EUR 340,-

    EUR 340,-

    In gebruik geven van (sociale) woonruimte zonder vergunning

    Art. 7, 2e lid

    - verhuurder

    - bedrijfsmatige verhuurder

    EUR 18.500,-

    EUR 18.500,-

    EUR 5.000,-

    EUR 7.500,-

    EUR 18.500,-

    EUR 18.500,-

    Onttrekken en samenvoegen van woonruimte en het omzetten van zelfstandige in onzelfstandige woonruimte zonder vergunning

    Art. 30, 1e lid

    - eigenaar

    - bedrijfsmatige eigenaar

    EUR 18.500,-

    EUR 18.500,-

    EUR 7.500,-

    EUR 12.500,-

    EUR 18.500,-

    EUR 18.500,-

    * Voor artikel 7 geldt dat de boete alleen kan worden opgelegd als de overtreding een woning betreft die tot de vergunningplichtige voorraad behoort. Artikel 30 geldt voor de hele voorraad.

  • 4.3 Wijze van toepassing sanctiemiddelen algemeen

    Zoals gezegd passen wij zowel de bestuurlijke boete als de last onder dwangsom/last onder bestuursdwang naast elkaar toe.

    Werkwijze in de praktijk algemeen

    Na (de eerste) constatering van de overtreding verzenden wij eerst een voornemen tot het opleggen van een bestuurlijke boete en een voornemen tot het opleggen van een last onder dwangsom of bestuursdwang.

    Vervolgens heeft de overtreder de mogelijkheid om zijn zienswijze(n) in te dienen.

    Hierop stellen wij een besluit bestuurlijke boete en/of een besluit last onder dwangsom/bestuursdwang op. In het besluit last onder dwangsom/bestuursdwang wordt de overtreder een termijn gesteld waarbinnen hij dient te zorgen voor het herstellen van de overtreding.

    Door middel van een volgende controle constateren wij of de overtreding is beëindigd binnen de gestelde termijn. Is dat niet het geval dan kan de dwangsom worden geïnd of gaan wij over tot toepassing van bestuursdwang (bijvoorbeeld ontruimen van het pand).

    In het besluit bestuurlijke boete wordt geen termijn gesteld. De boete is direct invorderbaar.

    Tegen beide besluiten staan de normale bezwaar-en beroepsprocedures open, zoals geregeld in de Algemene wet bestuursrecht. Het indienen van bezwaar heeft geen opschortende werking voor de betaling van de boete.

  • 4.4 Wijze van toepassing sanctiemiddelen per overtreding

    In gebruik geven van (sociale) woonruimte zonder vergunning

    4.4.1. In gebruik geven van (sociale) woonruimte zonder vergunning

    Een toezichthouder kan een situatie aantreffen, waarin de rechthebbende een woonruimte in gebruik geeft zonder hiervoor een vergunning te hebben. Veelal is hier sprake van een huurder van een woningcorporatie, die illegaal onderverhuurt. De betreffende inspecteur stelt een boeterapport op en vervolgens een brief met daarin het voornemen om een bestuurlijke boete op te leggen.

     

    Verder staat in de brief dat, indien de illegale situatie voortduurt, wij voornemens zijn om een last onder dwangsom of last onder bestuursdwang op te leggen. De keuze voor bestuursdwang of een dwangsom hangt af van het meest geschikte en proportionele dwangmiddel. Na deze brief kan de overtreder zijn/haar zienswijze hierop geven.

     

    Blijft de illegale situatie in stand dan zijn wij genoodzaakt om naast een bestuurlijke boete een last onder dwangsom of bestuursdwang op te leggen. Het besluit bestuurlijke boete wordt daarbij, zoals de wet vereist, door een andere ambtenaar genomen dan de ambtenaar die het besluit heeft voorbereid.

    Beëindigt de illegale onderverhuurder de overtreding niet binnen de gestelde termijn dan zal het college de bestuursdwang of dwangsom effectueren (bijvoorbeeld overgaan tot ontruiming van het pand).

     

    Beëindigt de overtreder de overtreding na de constatering dan ontvangt deze alleen een bestuurlijke boete. Verdere maatregelen zijn hierna niet meer nodig.

     

    4.4.2.  In gebruik nemen van (sociale) woonruimte zonder vergunning

    Het handhavingsproces van een ingebruiknemer (onderhuurder) zonder een woonvergunning is eenvoudiger. Vaak betreft het hier een onderhuurder van een woning van een woningcorporatie. De inspecteur stelt een brief op, waarin het college besluit een bestuurlijke boete op te leggen. Verder spreekt het college in deze brief het voornemen uit om een last onder dwangsom of bestuursdwang op te leggen indien de overtreding niet eindigt. Bij beëindiging van de overtreding stopt het handhavingsproces. Bij voortduring van de overtreding legt het college een last onder dwangsom of last onder bestuursdwang op.

    4.4.3   Omzetten van zelfstandige in onzelfstandige woonruimte zonder vergunning

    Wanneer wij constateren dat een zelfstandige woning ten behoeve van bewoning door één huishouden zonder vergunning is omgezet in onzelfstandige woonruimten ten behoeve van kamerbewoning, starten wij een handhavingsactie. De opbouw van dit handhavingsproces is gelijk aan het proces bij het in gebruik geven van (sociale) woonruimte zonder een vergunning. Wij verwijzen hiervoor naar de tekst in paragraaf 4.4.1.

    Om de illegale situatie bij voortduring van de overtreding uiteindelijk te kunnen beëindigen, zetten wij  in het geval van omzettingen van woonruimte meestal het instrument van de dwangsom in (naast de bestuurlijke boete, die wij dus al in een eerdere fase opleggen). Het instrument bestuursdwang is voor dit soort situaties minder geschikt.

    4.4.4   Onttrekken en samenvoegen van woonruimte zonder vergunning

    De opbouw van dit handhavingsproces is gelijk aan het in gebruik geven van (sociale) woonruimte zonder een vergunning. Wij verwijzen hiervoor naar de tekst in paragraaf 4.4.1

5. Communicatie en samenwerking

  • Het is van groot belang dat wij duidelijk communiceren over de invoering van de bestuurlijke boete.

    De bedragen van de boetes zijn immers behoorlijk hoog en bovendien kunnen wij de bestuurlijke boete direct opleggen, zodra de overtreding wordt geconstateerd. Bovendien is de boete puur bedoeld om overtreders te straffen en worden naast de bestuurlijke boete ook nog andere dwangmiddelen ingezet (bestuursdwang of dwangsom).

    De consequenties van de inzet van de bestuurlijke boete zijn dus behoorlijk ingrijpend van aard.

    De wet vereist dan ook een zorgvuldige procedure. Goede informatie over het handhavingsbeleid en het nieuwe instrument van de bestuurlijke boete is daarin essentieel. De gemeente wil burgers stadsbreed informeren over de bestuurlijke boete als nieuw instrument in het handhavingsbeleid:

    Inwoners en ondernemers van Utrecht geven we pro-actief antwoord op de volgende vragen:

    - Wat is het doel van de handhaving?

    - Welke gedragingen zijn strafbaar/leveren een overtreding op?

    - Op welke overtredingen handhaaft de gemeente?

    - Welke instrumenten zet zij daarbij in?

    - Wat betekent dit voor de burgers?

    - Per wanneer wordt het nieuwe handhavingsbeleid (met bestuurlijke boete) daadwerkelijk ingevoerd? (overgangstermijn van drie maanden)

    Een stadsbrede communicatie over de bestuurlijke boete kan daarnaast de preventieve werking van dit instrument vergroten. Ook als de bestuurlijke boete al ingevoerd is, blijft een goede communicatie van belang. De afschrikwekkende werking heeft namelijk meer effect wanneer wij regelmatig openbaar maken hoeveel boetes zijn opgelegd en hoe hoog de boetes zijn.

    Communicatiemiddelen

    Na besluitvorming zal een persbericht uitgaan over het nieuwe instrument bestuurlijke boete. Ook plaatsen wij het nieuwe beleid op de gemeentelijke website.

    Aanvullend starten wij een communicatiecampagne, waarbij we de introductie van de bestuurlijke boete onder andere door middel van city-displays (posters) in de stad onder de aandacht zullen brengen.

    Daarnaast maken wij een folder met uitleg over het beleid en de bestuurlijke boete. Deze folder verspreiden wij over diverse gemeentelijke afdelingen (wijkbureaus, balies Burgerzaken en Bouwen en Wonen) en andere organisaties (wijkbureaus, WoningNet etc.). Ook kunnen de inspecteurs van het team Bijzondere Handhaving (PD, SO) deze folders uitdelen tijdens hun werkzaamheden. Tenslotte zullen wij de interne organisatie informeren door middel van een intranetbericht.

    Gerichte communicatie en samenwerking met organisaties.

    Zoals gezegd werken wij met een aantal organisaties (nauw) samen om woonfraude te bestrijden.

    Dit betreft onder andere : Bewonersorganisatie de Bundeling, de wijkbureaus/wijkraden, de woningbouwcorporaties, WoningNet, Het vierde huis, de vereniging Vastgoedbelang, Sociale Zaken (DMO), Belastingdienst, Sociale Verzekeringsbank. Deze organisaties willen wij gericht informeren over de bestuurlijke boete.

    De invoering van de bestuurlijke boete heeft gevolgen voor de werkwijze bij toezicht en handhaving en dient dus goed te worden afgestemd met deze organisaties. Daarnaast hebben met name deze organisaties veel contacten met de doelgroep (eigenaren, verhuurders en huurders van woningen) en is het van belang dat zij de juiste informatie verstrekken over de bestuurlijke boete.

    Voor de corporaties is er een belangrijke rol om overtredingen te signaleren en deze door te geven.

    Een en ander moet in goed overleg gebeuren, zodat de handhaving door de gemeente die van de corporaties niet doorkruist. Zo is het bijvoorbeeld onhandig als een gemeente een bestuurlijke boete traject start op het moment dat een corporatie net probeert om in overleg met de onderhuurder tot een oplossing te komen. Bijvoorbeeld door het meewerken aan het opsporen van de doorverhuurder, op wie het gemeentelijk handhavingsbeleid met name gericht is. Doel is immers om illegale huur en verhuur tegen te gaan (dit komt ook tot uiting in de hoogtes van de boetes: maximaal EUR 18.500,00 voor degene die onrechtmatig doorverhuurt en een lage boete van EUR 340,00 voor degene die onrechtmatig huurt). Voor wat betreft de samenwerking met de corporaties zullen wij de conclusies en aanbevelingen uit de 'Pilot Integrale gebiedsgerichte aanpak woonfraude in Overvecht ' overnemen. Dat betekent dat wij goede afspraken maken over het uitwisselen van informatie tussen diverse betrokken organisaties en het opstellen van randvoorwaarden voor een goede samenwerking. De regie hierop ligt bij de afdeling Wonen van StadsOntwikkeling.

6. Organisatie

  • De invoering van het nieuwe instrument van de bestuurlijke boete heeft een aantal organisatorische concequenties. Wij zijn als Burgemeester en wethouders bevoegd tot het opleggen van de bestuurlijke boete. Wij stellen voor deze bevoegdheid te mandateren aan de directeur StadsOntwikkeling, die op zijn beurt de bevoegdheid ondermandateert aan een aantal ambtenaren binnen de sector Publieke Diensten van StadsOntwikkeling. Deze wijze van mandatering wordt ook toegepast bij de andere sanctiebeschikkingen.

    Voor het opleggen van bestuurlijke boetes boven de EUR 340,00 zijn wij verplicht om de constatering van de overtreding én de voorbereiding tot het daadwerkelijk opleggen van het besluit bestuurlijke boete in de ambtelijke organisatie te scheiden. Wij komen deze verplichting na door het toezicht op naleving van de regelgeving op te dragen aan toezichthouders en Buitengewone Opsporingsambtenaren (BOA's) van het team Bijzondere Handhaving van de afdeling Toezicht en Handhaving, sector Publieke Diensten Wij dragen juristen van een andere afdeling vervolgens op om de concept boetebesluiten op te stellen voor de bestuurlijke boetes boven de EUR 340,00. In bijlage I zijn de bijbehorende procedures per soort overtreding opgenomen.

    Zoals gezegd willen wij het instrument van de bestuurlijke boete met name inzetten bij het sanctioneren van twee overtredingen van de Huisvestingswet. Dit betreft enerzijds het in gebruik geven van (sociale) woonruimte zonder vergunning en anderzijds het omzetten van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte. Wij hebben voor de komende drie jaar een inschatting gemaakt van het aantal boetes dat wij opleggen. In onderstaande tabel zijn deze aantallen weergegeven.

    2011

    2012

    2013

    Aantal op te leggen boetes voor in gebruik geven woonruimte zonder vergunning

    60

    100

    100

    Aantal op te leggen boetes voor het omzetten van zelfstandige in onzelfstandige woonruimte

    60

    100

    100

    Het jaar 2011 geldt als aanloopjaar. Vanwege het feit dat wij een zogenaamde 'gewenningstermijn' van drie maanden na besluitvorming hanteren, zullen pas vanaf mei 2011 de eerste boetes opgelegd worden. Voor wat betreft de illegale omzettingen van zelfstandige woonruimte naar onzelfstandige woonruimte, verwachten wij dat de bestuurlijke boete uiteindelijk effect zal hebben in die zin dat er vaker vergunningen worden aangevraagd. Het aantal bestuurlijk boetes voor deze overtreding zal naar verwachting uiteindelijk dalen. Het is echter lastig te voorspellen wanneer dit effect optreedt. Vooralsnog hebben we de aantallen om die reden gelijk gehouden.

    Wij verwachten dat de kosten van de bestuurlijke boete (interne uren inspecteurs en juristen, kosten bezwaar en beroep) gedekt kunnen worden uit de opbrengsten van de boetes.

    Alleen voor het jaar 2011 verwachten wij een tekort op de uitvoering omdat we pas vanaf de maand mei bestuurlijke boetes zullen opleggen. Een incassotraject duurt gemiddeld negen maanden. De opbrengsten van de boetes die vanaf mei worden uitgeschreven zullen dus pas in 2012 werkelijk ontvangen worden door de gemeente. Daarnaast betalen wij een bedrag aan organisatorische aanloopkosten en communicatiekosten in 2011.

    De kosten zullen in 2011 zoveel mogelijk worden betaald uit de handhavingsreserve en de opbrengsten van de dwangsommen. Het is niet zeker dat deze middelen voldoende dekking bieden voor het verwachte negatieve resultaat over dit jaar.

    Eventuele positieve resultaten over de jaren na 2011 zetten wij in ten behoeve van toezicht en handhaving voor woonfraudezaken.

7. Evaluatie en verslaglegging

  • Het toepassen van bestuurlijke boetes bij overtredingen van de Huisvestingsregels is een nieuwe bevoegdheid en werkwijze. Wij zullen in onze reguliere bestuursrapportages en in het jaarverslag Toezicht en Handhaving Publieke Diensten StadsOntwikkeling inzicht geven over:

    • -

      de algehele voortgang van de invoering/uitvoering van de bestuurlijke boete uitvoering van deze handhavingstrategie;

    • -

      het aantal geconstateerde overtredingen (ingedeeld naar categorie);

    • -

      het aantal opgelegde bestuurlijke boetes en aanschrijvingen dwangsom en bestuursdwang;

    • -

      de effecten van bestuurlijke boetes op het naleefgedrag.

    Bijlage I Werkprocessen

    Werkprocessen