Regeling vervallen per 01-04-2022

Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 4 december 2012, nr. 80D1024B, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht (RAP)

Geldend van 22-12-2012 t/m 31-03-2022

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 4 december 2012, nr. 80D1024B, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht (RAP)(Uitvoeringsverordening subsidie Ruimtelijk Actieprogramma, provincie Utrecht)

Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 4 december 2012, nr. 80D1024B, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht

Gedeputeerde Staten van Utrecht;

Gelet op artikel 38 (Ruimtelijk Actieprogramma) en artikel 4 van de Algemene Subsidieverordening provincie Utrecht;

Overwegende dat het Ruimtelijk Actieprogramma leidt tot versnelling van de beleidsrealisatie en dat een sterke sturing vooraf gericht op een duurzame leefomgeving, vitale dorpen en steden, en versterking kwaliteit landelijk gebied, de hoofdpijlers van de Provinciale ruimtelijke structuurvisie, leidt tot grotere effectiviteit, is het wenselijk dat vanuit de provinciale rol een financiële bijdrage wordt geleverd aan de concretisering van het ruimtelijk beleid.

Besluiten de volgende uitvoeringsverordening vast te stellen: 

Paragraaf 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Asv: Algemene subsidieverordening provincie Utrecht;

  • b.

    College: College van Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht;

  • c.

    PRS: Provinciale ruimtelijke structuurvisie 2013-2028;

  • d.

    RAP: Ruimtelijk Actieprogramma 2 2012 -2015, behorende bij de Provinciale ruimtelijke structuurvisie, zoals vastgesteld door Provinciale Staten op 2 juli 2012;

  • e.

    Thema’s: operationele vertaling van beleidsdoelen uit de PRS in zestien projecten onderdeel uitmakend van het RAP.

Artikel 2 Criteria 

  • 1 Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken ten behoeve van activiteiten in de provincie Utrecht die gericht zijn op het realiseren van de thema's en actieprogramma zoals omschreven in het RAP en passen binnen de daarin gestelde randvoorwaarden.

  • 2 De activiteiten leveren een bijdrage aan één of meerdere van de volgende ambities:

    • a.

      duurzame leefomgeving;

    • b.

      vitale dorpen en steden;

    • c.

      versterking kwaliteit landelijk gebied.

  • 3 De activiteiten zijn specifiek gericht op de realisatie van een project zoals genoemd in de thema’s van het RAP waarbij in ieder geval aandacht wordt besteed aan het:

    • a.

      concretiseren van het ruimtelijk beleid;

    • b.

      versterken van de samenwerking met partijen in het ruimtelijk werkveld;

    • c.

      vernieuwen van het toepassen van het ruimtelijk instrumentarium;

    • d.

      vernieuwen van de aanpak van het ruimtelijk instrumentarium.

Artikel 3 Subsidieontvangers

Subsidie kan worden verstrekt aan:

  • a.

    privaatrechtelijke rechtspersonen;

  • b.

    publiekrechtelijke rechtspersonen;

  • c.

    maatschappelijke organisaties.

Artikel 4 Vorm

Subsidie kan worden verstrekt in de vorm van:

  • a.

    financiële bijdrage;

  • b.

    garantstelling;

  • c.

    een (renteloze) lening;

  • d.

    inzet van langdurige externe deskundigheid bij gemeenten (gedurende maximaal 12 maanden);

  • e.

    een storting in een door de provincie Utrecht of door derden op te richten fonds.

Artikel 5 Aanvraag

Aanvragen kunnen het gehele kalenderjaar worden ingediend, gedurende de looptijd van het RAP.

Artikel 6 Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 10 van de Asv kan subsidie geweigerd worden als de activiteit naar het oordeel van het college niet of onvoldoende bijdraagt aan de doelen en ambities zoals geformuleerd in RAP.

Artikel 7 Subsidieplafond

Het subsidieplafond bedraagt €2,2 miljoen voor de periode van de looptijd van het RAP.  

Artikel 8 Subsidieverlening 

  • 1 Wanneer de subsidie wordt verleend in de vorm van een geldlening of garantstelling, wordt deze verleend onder de voorwaarde dat tussen de subsidieontvanger en het provinciebestuur een overeenkomst ter uitvoering van de subsidiebeschikking tot stand komt.

  • 2 In de subsidiebeschikking en de overeenkomst, bedoeld in het eerste lid, wordt een regime voor betaling van rente en aflossing opgenomen.

Artikel 9 Verplichtingen subsidieontvanger

De subsidieontvanger dient:

  • a.

    de opgedane ervaringen en kennis op verzoek van de provincie Utrecht te delen, binnen de grenzen van het redelijke;

  • b.

    de provincie Utrecht toe te staan in overleg publicitair gebruik te maken van de met de activiteit behaalde resultaten.

Artikel 10 Europese regelgeving

Voor zover de activiteiten leiden tot voordeel voor een onderneming wordt de subsidie verstrekt met inachtneming van de Verordening (EG) 1998/2006, PbEU 2006, L379/5, betreffende de-minimissteun.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 12 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsverordening subsidie Ruimtelijk Actieprogramma, provincie Utrecht.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 4 december 2012. R.C. ROBBERTSEN, voorzitter. H. GOEDHART, secretaris Uitgegeven 21 december 2012 Gedeputeerde Staten van Utrecht, namens hen H. GOEDHART, secretaris  
 

Toelichting Algemeen

Met de Provinciale ruimtelijke structuurvisie (PRS) wil de provincie komen tot een meer integrale aanpak van beleidsvorming en beleidsrealisatie. De afgelopen jaren heeft de provincie Utrecht hier via het Ruimtelijk Actie Programma 2008-2011 al ervaring mee opgedaan. De ervaringen met RAP 2008-2011 zijn positief. Daarom is er voor gekozen hier een vervolg aan te geven waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen integrale beleidsontwikkeling (RAP.2) en integrale gebiedsontwikkeling (IGP). Het RAP operationaliseert het beleid; het IGP investeert in gebiedsontwikkeling. Deze uitvoeringsverordening vormt de juridische basis voor de uitvoering van het RAP.2 2012-2015. Artikelgewijs Artikel 3 Subsidieontvangers Zowel rijksoverheid als gemeenten en waterschappen kunnen subsidie ontvangen. Daarnaast kunnen ook maatschappelijke organisaties zoals de Natuur en  Milieufederatie Utrecht, Land en Tuinbouworganisatie Nederland, Kamer van Koophandel, Landschap Erfgoed Utrecht subsidie aanvragen. Artikel 5 Aanvraag Vanuit het oogpunt van flexibiliteit en maatwerk kunnen aanvragen gedurende het gehele kalenderjaar worden ingediend. Hierdoor kan een bijdrage worden toegekend op het moment dat dit het meest efficiënt is voor het project en het grootste effect wordt bereikt. Omdat de wijze van ondersteuning bepaald wordt op basis van een dialoog tussen aanvrager en provincie, kunnen schriftelijke aanvragen enkel worden ingediend na een mondelinge intake. Tijdens dit gesprek worden de doelstelling, het tijdspad en de te bereiken resultaten van het project besproken tussen potentiële aanvrager en de provincie Utrecht. Samen wordt bekeken in hoeverre de mogelijke aanvraag voldoet aan de criteria in artikel 2 en welke potentie een mogelijke aanvraag heeft. Na deze mondelinge intake heeft de potentiële aanvrager een helder beeld over de kansrijkheid van provinciale ondersteuning van het project, en kan desgewenst een officiële schriftelijke aanvraag indienen. Voor alle vormen van subsidie wordt per aanvraag op basis van maatwerk bekeken wat de maximale hoogte van het bedrag wordt. Artikel 7 Subsidieplafond Er is gekozen voor een programmabudget zonder specifieke verdeling over de verschillende ambities. Dit om te beschikken over maximale flexibiliteit om in te kunnen spelen op actuele situaties en om per project maatwerk te kunnen toepassen. Gedeputeerde Staten kunnen op een later tijdstip besluiten het budget, binnen de gestelde ambities van het RAP alsnog te verdelen in aparte deelplafonds voor de verschillende opgaven.