Regeling vervallen per 01-04-2022

Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 22 januari 2013, nr. 80DBC6BB, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht (Uitvoeringsverordening subsidie snellaadinfrastructuur)

Geldend van 26-01-2013 t/m 31-03-2022

Intitulé

Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 22 januari 2013, nr. 80DBC6BB, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht (Uitvoeringsverordening subsidie snellaadinfrastructuur)

Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 22 januari 2013, nr. 80DBC6BB, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht

Gedeputeerde staten van Utrecht:

Gelet op artikel 4, artikel 6 en artikel 36 van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht

Overwegende dat de provincie Utrecht:

- zich met het Provinciaal Programma Luchtkwaliteit heeft verplicht tot het uitvoeren van maatregelen die de luchtkwaliteit bevorderen;

- infrastructurele randvoorwaarden wil creëren waardoor elektrisch rijden gestimuleerd wordt;

- de markt in vernieuwende technieken en innovaties op het gebied van schoon vervoer verder in beweging wil brengen;

- snelheid nastreeft in het ontstaan van een netwerk van snelladers; en

- streeft naar het naar Utrecht halen van investeringen Besluiten de volgende uitvoeringsverordening vast te stellen:

Paragraaf 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze uitvoeringsverordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Asv: Algemene subsidieverordening provincie Utrecht;

  • b.

    Aanvrager: onderneming;

  • c.

    Rentekorting: een geldbedrag dat kan worden verstrekt in de vorm van een subsidie voor een door de aanvrager bij een financiële instelling of anderszins aan te trekken geldlening;

  • d.

    Snellader: openbaar toegankelijke voorziening voor het opladen van een elektrisch aangedreven voertuig dat in maximaal 30 minuten de accu van het voertuig voor minimaal 50% heeft opgeladen. De snellader biedt de mogelijkheid om met een oplaadvermogen van 20kW of meer met hetzij gelijkstroom, hetzij wisselstroom, de accu op te laden, of met een combinatie van snellaadtechnieken;

  • e.

    Gelijkstroom: elektrische stroom met constante stroomrichting en –sterkte;

  • f.

    Wisselstroom; elektrische stroom met periodiek wisselende stroomrichting;

  • g.

    Aansluiting: de leiding die een snellader met de hoofdelektriciteitsleiding verbindt en alle door of namens de aanvrager aan die leiding aangebrachte apparatuur;

  • h.

    Elektrisch voertuig: een voertuig als bedoeld in artikel 1, eerste lid, sub c, van de Wegenverkeerswet 1994, welk voertuig is geregistreerd bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer en geheel of gedeeltelijk door een elektromotor wordt aangedreven, waarvoor de elektrische energie geleverd wordt door een batterij en waarvan deze batterij wordt opgeladen door middel van een voorziening buiten het voertuig;

  • i.

    Gebruiker: een natuurlijk of rechtspersoon die een elektrisch voertuig oplaadt bij een snellader;

  • j.

    Verblijfskwaliteit: de mate waarin een snellaadlocatie voorziet in faciliteiten die het de gebruiker mogelijk maken zijn tijd nuttig of aangenaam door te brengen terwijl het voertuig laadt; voorbeelden van dergelijke faciliteiten zijn de aanwezigheid van wifi, een wacht- of werkruimte of een horecavoorziening.

Artikel 2 Criteria

1. Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten als bedoeld in artikel 36 van de Asv die gericht zijn op het terugdringen van verstoring op het terrein van lucht, licht, geur en geluid.

  • 2.

    De activiteit moet in ieder geval voldoen aan de volgende criteria:

    • a.

      De activiteit bestaat uit het aanschaffen, installeren en exploiteren van een snellader, met instandhouding van de exploitatie voor minimaal 3 jaar;

    • b.

      De snellader is 24 uur per etmaal publiek toegankelijk;

    • c.

      De snellader is gelegen op het grondgebied van de provincie Utrecht;

    • d.

      De snellader is veilig en voldoet aan alle benodigde keurmerken;

    • e.

      De exploitant maakt voor de levering van elektriciteit gebruik van groene stroom;

    • f.

      De snellader is goed te vinden door markering ter plaatse, bewegwijzering en vermelding in (online) databases;

    • g.

      De prijsstelling van de af te nemen dienst is marktconform;

  • 3.

    Als de subsidieaanvragen het subsidieplafond overschrijden, krijgen bij de verdeling van het beschikbare bedrag die activiteiten voorrang die, onverminderd het tweede lid, het meeste voldoen aan de volgende aanvullende criteria:

    • a.

      De fysieke omgeving van de snellader heeft verblijfskwaliteit en is sociaal veilig;

    • b.

      De snellader is voor zoveel mogelijk, maar gemiddeld over de drie jaren na toekenning van de subsidie in ieder geval voor 50% van de gebruikers van elektrisch vervoer toegankelijk;

    • c.

      Er is sprake van inbedding in een groter project dat leidt tot daadwerkelijk gebruik van de snellader;

    • d.

      De snellader is aan te passen op toekomstige standaarden in techniek, interoperabiliteit, toegankelijkheid en veiligheid;

    • e.

      De snellader is op korte termijn, maar in ieder geval binnen zes maanden na toekenning van de subsidie realiseerbaar en operationeel;

    • f.

      De gevraagde subsidie per snellaadlocatie is relatief laag;

    • g.

      De snellader is en blijft geschikt voor reguliere en gangbare betaalmethoden;

Artikel 3 Subsidieontvangers / Doelgroepen

Subsidie kan worden verstrekt aan ondernemers die investeren in laadinfrastructuur.

Artikel 4 Vorm

Subsidie wordt verstrekt in de vorm van een rentekorting.

Artikel 5 Aanvraag (Tender)

Aanvragen kunnen worden ingediend voor 15 april 2013.

Artikel 6 Adviescommissie

Aanvragen om subsidie zullen voor advies worden voorgelegd aan een deskundigencommissie indien het subsidieplafond wordt overschreden en een afweging plaatsvindt volgens artikel 2.3.

Artikel 7 Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 10 van de Asv kan subsidie worden geweigerd indien de activiteit naar het oordeel van Gedeputeerde Staten niet of onvoldoende bijdraagt aan de (beleids) doelen zoals geformuleerd in het Provinciaal Programma Luchtkwaliteit of het Regionaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit.

Artikel 8 Hoogte van de subsidie 

  • 1 Beneden de € 5000,- wordt geen subsidie verstrekt.

  • 2 Subsidiabel zijn de rentelasten die gepaard gaan met:

    • a.

      de aanschaf van de snellader;

    • b.

      installatie- en aansluitkosten van de snellader;

    • c.

      (project)management- en administratiekosten in de realisatiefase.

  • 3 Tot de subsidiabele kosten behoren in ieder geval niet:

    • a.

      kosten van de inrichting van de dienstverleningsorganisatie;

    • b.

      exploitatiekosten;

    • c.

      elektriciteitskosten;

    • b.

      beheer- en onderhoudskosten;

    • c.

      management- en administratiekosten in de exploitatiefase.

  • 4 Voor iedere locatie moet een aparte aanvraag worden ingediend, met een maximum van € 25.000 per locatie, en een maximum van 4 locaties per aanvrager.

Artikel 9 subsidieplafond

Het subsidieplafond bedraagt € 350.000,00.

Artikel 10 Europese regelgeving

Voor zover subsidie wordt verstrekt aan een onderneming gebeurt dit met inachtneming van de Algemene groepsvrijstellingsverordening (EG) nr. 800/2008, Pb EU2008, L214/3, dan wel met inachtneming van de doelstellingen van de Omnibus Decentraal zoals goedgekeurd door de Europese Commissie bij beschikkingen N726/2007 en N726/B/2007. Voor zover subsidie wordt verstrekt aan kleine en middelgrote landbouwbedrijven die actief zijn in de primaire landbouwproducten gebeurt dit met inachtneming van de Verordening (EG) 1857/2006, Pb EU2006, L385/3.

Paragraaf 2 Slotbepalingen

Artikel 11 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 12 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsverordening subsidie snellaadinfrastructuur.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van Utrecht van 22 januari 2013. R.C. ROBBERTSEN, voorzitter. H. GOEDHART, secretaris. Uitgegeven 25 januari 2013 Gedeputeerde staten van Utrecht, namens hen H. GOEDHART, secretaris  

Provinciaal blad, 2013, 3

Toelichting Algemeen

Het stimuleren van het gebruik van elektrisch vervoer is niet alleen wenselijk voor een betere luchtkwaliteit (onder andere zal de uitstoot van fijn stof afnemen) maar draagt ook bij aan vermindering van CO2-uitstoot en een betere volksgezondheid. De overheid stimuleert daarom elektrisch vervoer. Om de uitrol van elektrisch vervoer te versnellen is het voorzien in laadinfrastructuur essentieel. Het realiseren van enkele snelladers is één van de mogelijkheden die op korte termijn benut kan worden. Met het realiseren van een zinvolle geografische spreiding van snelladers, wordt de ‘range-anxiety’, - de angst dat het voertuig het volgende oplaadpunt niet haalt - , verminderd. Deze ‘range-anxiety’ is één van de belemmeringen van een succesvolle uitrol van elektrisch vervoer. Artikelgewijs Artikel 1 Begripsbepalingen 1.b. Aanvragers zijn beperkt tot ondernemingen. Het begrip onderneming heeft een zeer ruime betekenis: iedere eenheid, ongeacht haar rechtsvorm en ongeacht de wijze waarop zij wordt gefinancierd, die een economische activiteit uitoefent. Decentrale overheden en andere publiekrechtelijke instellingen en organisaties kunnen ook onderneming in deze zin zijn, voor zover zij een economische activiteit uitoefenen. Zij kunnen een aanvraag indienen indien zij optreden als marktpartijen. Particulieren, dat wil zeggen natuurlijke personen die niet als onderneming handelen, kunnen geen aanvraag indienen en zijn van subsidieverlening uitgesloten. Hiermee wordt beoogd niet-professionele entiteiten uit te sluiten. Opgemerkt zij dat eenmanszaken of vennootschappen onder firma wel een aanvraag kunnen indienen, omdat zij onder de begripsomschrijving van ondernemingen vallen. Overheidsgefinancierde partijen of ondernemingen met een gereguleerde publieke taak zijn uitgesloten van subsidieverlening. 1.c. Het begrip ‘rentekorting’ kan betrekking hebben op een te betalen virtuele rente in het geval dat er een formele lening was betrokken voor het gehele te investeren bedrag. Artikel 2 Criteria 2.1 De provincie Utrecht zet vanuit haar luchtkwaliteitsprogramma in op het stimuleren van rijden op groen gas en elektrisch rijden. Met groen gas en elektrisch rijden daalt de uitstoot van fijn stof, waardoor de luchtkwaliteit verbetert. Oplaadinfrastructuur is een vereiste om elektrisch rijden te stimuleren. Snellaadinfrastructuur heeft een functie op bovenlokale schaal en is daarmee een logisch werkterrein voor de provincie. Het provinciaal programma Luchtkwaliteit biedt de mogelijkheid om een aanjagende rol te spelen bij het realiseren van enkele snelladers. Een GS-besluit hierover is genomen eind 2011. Deze regeling heeft tot doel op korte termijn en met een serieuze inzet van eigen middelen door de markt verschillende snelladers te doen realiseren in de provincie. De snelladers moeten worden geplaatst in 2013. Door middel van het voorzien in snellaadmogelijkheden wil de provincie een bijdrage leveren aan het terugdringen van de mate van ‘bereikbezorgdheid’ bij elektrische rijders. Zaak is dan dat elektrische rijders de accu van hun elektrische voertuig binnen 15 tot 30 minuten minimaal 50% kunnen bijladen met als resultaat een toename van de actieradius van 80 à 100 km. 2.2 a. De provincie wil de markt stimuleren in het aanschaffen, installeren en exploiteren van snelladers. Vanwege de hoge kosten van de initiële investering in de installatie en het operationeel maken van een snellader is een rendabele exploitatie vanaf inwerkingtreding vaak niet mogelijk. Daarnaast is er onzekerheid over de te gebruiken techniek en of snelladen het antwoord zal zijn op de bereikbezorgdheid van elektrisch rijders. Investeerders – zowel banken als verstrekkers van risicokapitaal – zijn daardoor terughoudend in het verstrekken van krediet aan partijen om snelladers te plaatsen. De provincie wil – tijdelijk – in deze rol de markt faciliteren. 2.2 b. Bij het investeren van publieke gelden in infrastructuur past een maximale publieke toegankelijkheid van deze voorzieningen. Dit betekent niet dat de snellader perse op openbare grond moet staan, maar dat de snellader ten allen tijde te gebruiken is door passanten. Dit stelt in elk geval eisen aan de toegankelijkheid van het terrein waar de snellader wordt gerealiseerd. 2.2 e. De provincie Utrecht stimuleert duurzaamheid over de gehele keten. Hierbij past het uitgangspunt dat de voertuigen niet alleen lokaal geen uitstoot genereren, maar dat ook de opwekking van de energie duurzaam is. Vandaar wordt het gebruik van groene stroom bij de door de provincie mede te financieren snelladers verplicht gesteld. 2.2 f. De provincie wil geen strikte eisen stellen aan de locatie waar de snellader wordt geplaatst. Wel is het noodzakelijk dat de snellaadlocatie duidelijk zichtbaar is vanaf de openbare weg en zo mogelijk wordt bewegwijzerd. Ook de zichtbaarheid van de lader op het terrein waar deze wordt geïnstalleerd is belangrijk. Op het internet is op verschillende plekken informatie te vinden over de locatie en beschikbaarheid van snelladers; de in het kader van deze regeling geïnstalleerde snelladers moeten hierin worden opgenomen. De beschikbare middelen voor de rentekorting zijn beperkt. Daarom is de keuze gemaakt om de regeling getrapt uit te voeren. Indien de optelsom van aangevraagde bedragen onder het subsidieplafond blijft, wordt aan alle aanvragers die voldoen aan bovenstaande criteria uit artikel 2.2 rentekorting toegekend. Als de optelsom van totaal aangevraagde bedragen het plafond van de beschikbare middelen overschrijdt, zal worden overgegaan tot het opstellen van een rangschikking op basis van de aanvullende criteria uit artikel 2.3. Ieder van deze criteria krijgt een gelijke weging in de beoordeling van de aanvragen die leidt tot het opstellen van een rangschikking. Een door de provincie in te stellen onafhankelijke beoordelingscommissie (bestaande uit een voorzitter en twee leden, met een secretaris vanuit de provincie) zal ieder van de aanvragen die voldoen aan de basiscriteria uit artikel 2.2 en 2.3 beoordelen en een score toekennen op de aanvullende criteria. Ieder van de leden van de beoordelingscommissie zal alle projecten die voldoen aan de basiscriteria onafhankelijk en individueel beoordelen en op de zes onderdelen een score toekennen. De secretaris zal de beoordelingen bij elkaar optellen en zo een concept rangschikking opstellen, die door de beoordelingscommissie wordt besproken. Bij gelijke score geeft de stem van de voorzitter de doorslag. Aldus wordt een definitieve rangschikking opgesteld. De rentekorting wordt vervolgens toegekend vanaf de top van de rangschikking, tot en met de laatste aanvraag die cumulatief binnen de beschikbare middelen valt. 2.3 a. Fysieke omgeving van de snellader De fysieke omgeving van de snellader wordt door de beoordelingscommissie beoordeeld, waarbij rekening wordt gehouden met de in het project geplande voorzieningen. Met verblijfskwaliteit worden zaken als horecavoorzieningen, internettoegang en dergelijke bedoeld. Met sociale veiligheid worden zichtbaarheid, toezicht, verlichting en dergelijke bedoeld. 2.3.c. Inbedding in een groter project Als een snellader onderdeel is van een groter netwerk van snelladers en/of bij de realisatie al een gebruikersgroep kent, is de kans groter dat deze vaker wordt gebruikt. De beoordelingscommissie beoordeelt de inbedding in een groter project en kent daarvoor punten toe. 2.3 d. Toekomstige standaarden De technologie voor snelladers ontwikkelt zich snel. De beoordelingscommissie kent punten toe voor de mate waarin in het project rekening is gehouden met veranderende technologische standaarden. 2.3 e. Realisatietermijn Snelle realisatie van de snellader draagt bij aan de stimulering van elektrisch rijden in Utrecht. Voor iedere maand dat de snellader eerder operationeel wordt dan de maximale realisatietermijn van een jaar, wordt een punt toegekend, met een maximum van tien punten. De beoordelingscommissie beoordeelt in hoeverre daarbij in de aanvraag een onderbouwde en realistische planning wordt gehanteerd. 2.3 g. Om de elektrisch rijder maximaal van dienst te zijn moet hij terecht kunnen met gangbare betaalmethoden om te kunnen laden. Dit betekent dat minimaal lokaal afgerekend kan worden met geld, een pinpas, creditcard of iets vergelijkbaars. De noodzaak tot een lidmaatschap of een abonnement van een specifieke organisatie beperkt de gebruiksvriendelijkheid en kan daarom alleen als aanvullend op reguliere betaalmethoden worden toegestaan. Artikel 4 De berekening van de rentekorting wordt geïllustreerd aan de hand van het volgende rekenvoorbeeld:  

Tabel Rekenvoorbeeld rentekorting

Kosten onder Artikel 7.1a/b/c

60000 kleiner dan hier bedrag invullen

 

 

 

(interne) rentevoet

4,5%  

 

 

 

looptijd in jaren

10

 

 

 

Aflossing in x jaar

5

 

 

 

aflossing per jaar

12000

 

 

 

Jaar

Hoofdsom restant

Aflossing

Rente

 

 1

60000

 

2700

 

 2

60000

 

2700

 

 3

60000

 

2700

 

 4

60000

 

2700

 

 5

60000

 

2700

 

 6

60000

12000

2700

 

 7

48000

12000

2160

 

 8

36000

12000

1620

 

 9

24000

12000

1080

 

 10

12000

12000

540

 

Totaal

 

60000

21600

 

De eerste 5 jaar kan geen aflossing worden betaald ivm negatieve business case  

Artikel 10 De Europese regelgeving inzake staatssteun dient in acht te worden genomen. Toetsing dient plaats te vinden aan artikel 107 eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).