Regeling vervallen per 04-06-2016

Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 2 april 2013, nr. 80DE63B6, tot vaststelling van de Uitvoeringsverordening subsidie Kunsten, media en erfgoed provincie Utrecht

Geldend van 03-06-2016 t/m 03-06-2016

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 2 april 2013, nr. 80DE63B6, tot vaststelling van de Uitvoeringsverordening subsidie Kunsten, media en erfgoed provincie Utrecht

Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 2 april 2013, nr. 80DE63B6, tot vaststelling van de Uitvoeringsverordening subsidie Kunsten, media en erfgoed provincie Utrecht Gedeputeerde Staten van Utrecht; Gelet op artikel 4:25 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 4, 6 en 33 van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht; Overwegende dat Provinciale Staten op 10 december 2012 hebben besloten de beleidsdoelen op het gebied van cultuur aan te passen (provinciaal blad 2012, 62); Overwegende dat de provincie Utrecht zich wil inzetten voor de volgende onderwerpen:

Overwegende dat het nodig is de Uitvoeringsverordening subsidie Kunsten, media en erfgoed provincie Utrecht aan te passen; Besluiten:

PARAGRAAF 1 ALGEMEEN

ARTIKEL 1 BEGRIPSBEPALINGEN

  • In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      Asv: Algemene subsidieverordening provincie Utrecht;

    • b.

      BiSC: Stichting Bibliotheek Servicecentrum.

ARTIKEL 2 CRITERIA

  • 1 Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten als bedoeld in artikel 33 van de Asv die gericht zijn op:

    • a.

      cultuureducatie;

    • b.

      het versterken van de culturele sector;

    • c.

      bibliotheekvernieuwing, herstructurering en inhoudelijke vernieuwing in het kader van bibliotheekbeleid;

    • d.

      het ondersteunen en stimuleren van ondernemerschap van culturele instellingen in generieke zin;

    • e.

      het ondersteunen en stimuleren van aanbod en afname op het gebied van cultuur;

    • f.

      het toegankelijk maken van het Utrechts erfgoed, zowel op locatie als digitaal, voor een groot en breed publiek;

    • g.

      het behouden en ontwikkelen van samenhangende, cultuurhistorisch waardevolle ruimtelijke structuren van historische buitenplaatszones, militair erfgoed, agrarisch cultuurlandschap en archeologische vindplaatsen;

    • h.

      het leveren van een bijdrage aan meer samenhang tussen het beleefbare erfgoed;

    • i.

      het stimuleren van erfgoedtoerisme waardoor verdienkansen van erfgoedpartners vergroot worden;

  • 2 Subsidie als bedoeld in het eerste lid, onder h en i, wordt slechts verstrekt als de activiteit bijdraagt aan een vergroting van het publieksbereik.

ARTIKEL 3 SUBSIDIEONTVANGERS / DOELGROEPEN

  • 1 Subsidie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a en c, kan worden verstrekt aan:

    • a.

      Stichting Kunst Centraal te Bunnik;

    • b.

       BiSC en bibliotheken in de provincie Utrecht;

    • c.

      Landschap Erfgoed Utrecht.

  • 2   Subsidie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder d, kan uitsluitend worden verstrekt aan de culturele instellingen met wie de provincie Utrecht een subsidierelatie heeft of had en die behoren tot een van de volgende categorieën:

    • a.

      kunstproducenten, podia en festivals;

    • b.

      bibliotheken;

    • c.

      musea;

    • d.

      onroerend erfgoed (buitenplaatsen);

    • e.

      provinciale ondersteuningsinstellingen;

    • f.

      cultuurhuizen;

    • g.

      creatief ondernemers;

    • h.

      gemeenten in de provincie Utrecht.

  • 3 Subsidie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder b, e, f en g, h en i kan uitsluitend worden verstrekt aan:

    • a.

      non-profit organisaties;

    • b.

      gemeenten in de provincie Utrecht;

    • c.

      samenwerkingsverbanden tussen erfgoedinstellingen;

    • d.

      samenwerkingsverbanden tussen erfgoedinstellingen en SUB.

ARTIKEL 4 AANVRAAG

  •   Voor de indiening van een aanvraag geldt de volgende termijn:

    • a.

      aanvragen van stichting Kunst Centraal in het kader van cultuureducatie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, worden ingediend voor 1 oktober voor het daarop volgende jaar.

    • b.

      aanvragen voor activiteiten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder b, c, d en e, kunnen gedurende het gehele kalenderjaar worden ingediend, na voorafgaande afstemming met een beleidsmedewerker van het beleidscluster Kunsten en Media van de provincie Utrecht.

    • c.

      aanvragen voor activiteiten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder f en g, kunnen  worden ingediend voor 1 oktober, na voorafgaande afstemming met een beleidsmedewerker van het beleidscluster Erfgoed van de provincie Utrecht;

ARTIKEL 5 ADVIESCOMMISSIE

Aanvragen om subsidie kunnen voor advies voorgelegd worden aan de adviescommissie Cultuur provincie Utrecht.

ARTIKEL 6 HOOGTE VAN DE SUBSIDIE

  • 1 Voor activiteiten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder f, g, h en i bedraagt de subsidie ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten tot maximaal het tekort op de begroting;

  • 2 De subsidie, bedoeld in dit artikel, bedraagt maximaal € 100.000,- per activiteit of project.

ARTIKEL 7 SUBSIDIEPLAFOND

  • 1 Het subsidieplafond voor activiteiten als bedoeld in:

    • a.

      artikel 2, eerste lid, onder d, bedraagt  maximaal € 256.000;

    • b.

      artikel 2, eerste lid, onder f, bedraagt maximaal € 100.000;

    • c.

      artikel 2, eerste lid, onder g, bedraagt maximaal € 100.000;

    • d.

      artikel 2, eerste lid, onder h en i, bedraagt  € 0.

  • 2 Bij de verdeling van het beschikbare bedrag vindt de beslissing op de aanvragen plaats in volgorde van binnenkomst. Als datum van binnenkomst geldt de datum waarop een volledige aanvraag is ingediend. Bij gelijktijdige indiening krijgen die activiteiten voorrang die Gedeputeerde Staten het meest geschikt achten voor het doel waarvoor dat bedrag ter beschikking is gesteld.

PARAGRAAF 2 SLOTBEPALINGEN

ARTIKEL 8 INTREKKING

Ingetrokken wordt de Uitvoeringsverordening subsidie Kunsten, media en erfgoed provincie Utrecht van 26 oktober 2010, nummer 2010INT264161, met de daarbij behorende wijzigingsbesluiten.

ARTIKEL 9 INWERKINGTREDING

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van het provinciaal blad waarin het wordt geplaatst.

ARTIKEL 10 CITEERTITEL

Dit besluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsverordening subsidie Kunsten, media en erfgoed provincie Utrecht.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van 2 april 2013.
Gedeputeerde Staten van Utrecht, R.C. ROBBERTSEN, voorzitter. H. GOEDHART, secretaris Uitgegeven 17 april 2013 Gedeputeerde Staten van Utrecht, namens hen H. GOEDHART, secretaris  
 

Toelichting Artikel 2, lid f en lid g: Subsidies zoals bedoeld in artikel 2, onder f en g, van de uitvoeringsverordening dienen aan te sluiten bij de provinciale beleidsprioriteiten op het gebied van publieksbereik cultureel erfgoed en ruimtelijk erfgoedbeleid, zoals deze staan verwoord in de cultuurnota. Subsidies voor het vergroten van het publieksbereik van Utrechts erfgoed worden met name verstrekt voor de ontwikkeling van digitale middelen die de beleefbaarheid van erfgoed versterken en locatiegebonden historische informatie ter plekke beschikbaar maken, en voor samenwerkingsprojecten van erfgoedinstellingen bij het ontwikkelen van fysieke en digitale publieksvoorzieningen. Subsidies in het kader van het ruimtelijk erfgoedbeleid worden met name verstrekt voor projecten en onderzoeken die bijdragen aan het behouden en ontwikkelen van cultuurhistorisch waardevolle ruimtelijke structuren van provinciaal belang, zoals opgenomen in de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie.