Regeling vervallen per 01-01-2017

Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 4 juni 2013, nr. 80E47E79, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht (Uitvoeringsverordening subsidie Asbest eraf, zonnepanelen erop Utrecht).

Geldend van 22-10-2015 t/m 31-12-2016 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2013

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 4 juni 2013, nr. 80E47E79, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht (Uitvoeringsverordening subsidie Asbest eraf, zonnepanelen erop Utrecht).

Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 4 juni 2013, nr. 80E47E79, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht (Uitvoeringsverordening subsidie Asbest eraf, zonnepanelen erop Utrecht).

Gedeputeerde Staten van Utrecht;

Ieder voor zover zij daartoe bevoegd zijn, Gelet op artikel 4, 6, 35 en 36 van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht; Overwegende dat op 17 oktober 2012 een convenant is gesloten tussen de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en de Colleges van Gedeputeerde Staten van de twaalf provincies waarin is afgesproken dat de provincies regelingen opstellen en uitvoeren om het verwijderen van asbestdaken en afvoeren van asbest bij agrarische ondernemers te subsidiëren in die gevallen waar ook zonnepanelen op de nieuwe daken worden geplaatst, teneinde de gezondheidsrisico’s binnen de landbouwsector te beperken en de landbouw te verduurzamen. De uitgangspunten van het convenant zijn vertaald in deze regeling;

Overwegende dat de te subsidiëren activiteiten dienen te voldoen aan de Verordening (EG) Nr. 1535/2007 van de Commissie van 20 december 2007 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op de-minimissteun in de landbouwproductiesector;

Besluiten vast te stellen de volgende regeling

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    agrarisch bouwblok: perceel met agrarische bestemming, bedoeld om te worden bebouwd engebruikt ten dienste van het agrarisch bedrijf;

  • b.

    agrarische onderneming: natuurlijke persoon of rechtspersoon die als economische activiteit gewassen, teelt of dieren houdt met als doel deze, of de producten die daaruit voortkomen, te verkopen;

  • c.

    asbest: vezelachtige silicaten zoals actinoliet (CAS-nummer 77536-66-4), amosiet (CASnummer 12172-73-5), anthofylliet (CAS-nummer 77536-67-5), chrysotiel (CAS-nummer 12001-29-5), crocidoliet (CAS-nummer 12001-28-4) en tremoliet (CAS-nummer 77536-68- 6);

  • d.

    asbestdak: dak, dakgoot of gevel dat asbest bevat;

  • e.

    de-minimissteun: steun die voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van aanmelding als opgenomen in Verordening(EG) Nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun inde landbouwsector PbEU L352/9 van 24 december 2013, met inbegrip van eventueel in de toekomst vast te stellen wijzigingen;

  • f.

    gecertificeerd bedrijf: bedrijf dat beschikt over de volgende certificering ten behoeve van het inventariseren of verwijderen van asbest:

    • 1°.

      SC 530: Asbestverwijdering;

    • 2°.

      SC 540: Asbestinventarisatie;

  • g.

    SO: Standaard Opbrengst zijnde de gestandaardiseerde opbrengst per ha of per dier die met het gewas of de diercategorie gemiddeld op jaarbasis wordt behaald;

  • h.

    zonnepanelen: photovoltaïsche panelen die zonne-energie omzetten in elektriciteit.

Artikel 2 Doelgroep

Subsidie kan worden aangevraagd door:

  • a.

    een agrarische onderneming;

  • b.

    een voormalig agrarische onderneming;

  • c.

    eigenaren van een voormalig agrarisch bouwblok.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor het verwijderen en afvoeren van asbestdaken.

Artikel 4 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    aan de aanvrager reeds op grond van deze regeling subsidie is verstrekt;

  • b.

    de subsidiabele activiteit reeds is uitgevoerd voor het indienen van de subsidieaanvraag.

Artikel 5 Subsidievereisten

  • 1 Om voor subsidie als bedoeld in artikel 3 in aanmerking te komen, voldoet de aanvrager aan de volgende vereisten:

    • a.

      indien sprake is van een aanvrager als bedoeld in artikel 2, onder a en onder b toont aanvrager aan dat:

      • 1°.

        sinds 1993 de landbouwtelling, bedoeld in artikel 24 van de Landbouwwet, tenminste een keer is ingevuld;

      • 2°.

        de onderneming op een agrarisch bouwblok wordt of werd uitgeoefend;

    • b.

      indien sprake is van een aanvrager als bedoeld in artikel 2, onder c toont aanvrager aan dat:

      • 1°.

        het te verwijderen en af te voeren asbestdak of asbestdaken is gelegen op het voormalig agrarisch bouwblok; en

      • 2°.

        het voormalig agrarisch bouwblok na 1 januari 1993 een agrarisch bestemming heeft gehad.

  • 2 Onverminderd het eerste lid, wordt om voor subsidie als bedoeld in artikel 3, in aanmerking te komen, voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      de aanvrager is eigenaar, erfpachter of pachter van het asbestdak of asbestdaken die worden verwijderd en afgevoerd;

    • b.

      het asbestdak of asbestdaken die worden verwijderd en afgevoerd, zijn gelegen op een agrarisch of voormalig agrarisch bouwblok in de provincie Utrecht;

    • c.

      het te verwijderen en af te voeren asbestdak of asbestdaken heeft een oppervlakte van tenminste 250m2;

    • d.

      de inventarisatie van het te verwijderen asbestdak of asbestdaken is uitgevoerd door een daartoe gecertificeerd bedrijf;

    • e.

      het verwijderen en afvoeren van het asbestdak of asbestdaken wordt uitgevoerd door een daartoe gecertificeerd bedrijf;

    • f.

      de aanvrager plaatst zonnepanelen;

    • g.

      de te plaatsen zonnepanelen worden geplaatst op een asbestvrij dak;

    • h.

      de te plaatsen zonnepanelen hebben een capaciteit van tenminste 5 kiloWatt-piek;

    • i.

      de te plaatsen zonnepanelen worden geplaatst op een dak van een gebouw dat gelegen is in hetzelfde agrarisch bouwblok als het te verwijderen en af te voeren asbestdak of asbestdaken;

    • j.

      de aanvrager is eigenaar, erfpachter of pachter van het dak waarop de zonnepanelen worden geplaatst;

    • k.

      de zonnepanelen worden geplaatst na of gelijktijdig met het verwijderen van asbest;

    • l.

      de aanvrager beschikt over de noodzakelijke vergunningen en voldoet ook overigens aan de geldende procedurevoorschriften voor het uitvoeren van de subsidiabele activiteit en het plaatsen van zonnepanelen;

    • m.

      de aanvrager voldoet aan de meldings- en informatieverplichtingen op grond van het Asbestverwijderingsbesluit 2005;

    • n.

      de aanvrager geeft goedkeuring aan Gedeputeerde Staten tot inzage in de gegevens van het Landelijk Asbestvolgsysteem zodra deze in werking is getreden.

  • 3 Om aan te tonen dat de subsidiabele activiteit voldoet aan de vereisten in het vorige lid, ligt aan de subsidiabele activiteit tenminste het volgende ten grondslag:

    • a.

      indien sprake is van een aanvrager als bedoeld in artikel 2, onder a of b, de gegevens van de meest recente landbouwtelling, bedoeld in artikel 24 van de Landbouwwet;

    • b.

      indien sprake is van een aanvrager als bedoeld in artikel 2, onder b, de gegevens van een Landbouwtelling, bedoeld in artikel 24 van de Landbouwwet, in enig jaar na 1993;

    • c.

      een asbestinventarisatierapportage conform certificering SC-540 uit het Asbestverwijderingsbesluit 2005;

    • d.

      een getekende offerte of overeenkomst ter zake de verwijdering van asbest;

    • e.

      een getekende offerte of overeenkomst ter zake de zonnepanelen;

    • f.

      noodzakelijke vergunningen of verrichte meldingen. 

Artikel 6 Vereisten subsidieaanvraag

Een subsidieaanvraag voldoet in ieder geval aan de volgende vereisten:

  • a.

    subsidieaanvragen worden ingediend bij Gedeputeerde Staten of een uitvoeringsorganisatie die daarvoor door Gedeputeerde Staten gemandateerd is;

  • b.

    subsidieaanvragen worden ingediend met gebruikmaking van het daartoe door Gedeputeerde Staten vastgestelde aanvraagformulier;

  • c.

    een subsidieaanvraag bevat tenminste het volledig ingevulde aanvraagformulier en de daarin voorgeschreven bewijsstukken.

Artikel 7 Subsidieplafond

  • 1 Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 3, voor de periode 1 juli 2013 tot en met 1 september 2015., vast op € 756.740.

  • 2 Van het subsidieplafond, bedoeld in het eerste lid, is maximaal € 226.827 beschikbaar voor subsidies als bedoeld in artikel 2, onder c.

Artikel 8 Subsidiehoogte

  • 1 De hoogte van de subsidie bedraagt € 4,50 per m2 asbestdak dat gesaneerd wordt, tot een maximum van € 15.000.

  • 2 De totaal verstrekte subsidie aan een subsidieaanvrager over een periode van drie belastingjaren bedraagt maximaal € 15.000.

Artikel 9 Verdeelcriteria

  • 1 Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2 Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van ontvangst.

Artikel 10 Subsidievaststelling en betaling

  • 1 Gedeputeerde Staten stellen de subsidiedirect vast.

  • 2 Bij een beschikking als bedoeld in het vorige lid, vindt de betaling van het subsidiebedrag in een keer plaats.

Artikel 11 Verplichtingen van de subsidieontvanger

De subsidieontvanger heeft in ieder geval de volgende verplichtingen:

  • a.

    de subsidiabele activiteit is uiterlijk op 31 oktober 2015 afgerond;

  • b.

    de zonnepanelen zijn uiterlijk op 31 oktober 2015 geplaatst.

Artikel 12 Prestatieverantwoording

De subsidieontvanger toont desgevraagd aan dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan op de in de beschikking opgenomen wijze.

Artikel 13 Inwerkingtreding en vervaldatum

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2013 en vervalt met ingang van 1 januari 2017.

Artikel 14 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsverordening subsidie Asbest eraf, zonnepanelen erop Utrecht.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van Utrecht van dinsdag 4 juni 2013.
R.C. ROBB ERTSEN, voorzitter. H. GOEDHAR T, secretaris Uitgegeven 1 juli 2013 Gedeputeerde Staten van Utrecht, namens hen H. GOEDHAR T, secretaris

Toelichting

Algemeen

In oktober 2012 is een convenant gesloten tussen de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en de gezamenlijke provincies waarin is overeengekomen dat in de periode 2012- 2014 door provincies, met rijksmiddelen, een regeling wordt opgesteld en uitgevoerd om het verwijderen van asbestdaken en afvoeren van asbest bij agrarische ondernemers te subsidiëren in die gevallen waar ook zonnepanelen op de nieuwe daken worden geplaatst. De provincies hebben op grond van dit convenant een inspanningsverplichting om te streven naar een extra sanering van 4 miljoen vierkante meter asbestdak voor 31 december 2016. Hiervoor stelt het ministerie van Infrastructuur en Milieu totaal 20 miljoen euro beschikbaar via het provinciefonds. Deze 20 miljoen euro is als volgt verdeeld over de provincies:

 Drenthe 1.044

Flevoland 523

Friesland 1590

Gelderland 3418

Groningen 928

Limburg 1365

Noord-Brabant 3568

Noord-Holland 1387

Overrijssel 2464

Utrecht 813

Zeeland 896

Zuid-Holland 2004Iedere provincie stelt in de subsidieregeling of een apart besluit een subsidieplafond vast afgeleid van bovenstaande verdeling.

De provincies zijn gezamenlijk opgetrokken in het opstellen van een subsidieregeling en het inrichten van de uitvoering. De uitvoering wordt verricht door stichting Meer met Minder (de stichting Bespaar Lokaal). Iedere provincie stelt voor zich de subsidieregeling vast en mandateert de stichting Meer met Minder (de stichting Bespaar Lokaal) als uitvoeringsorganisatie. De uitvoering omvat het:

- vaststellen of weigeren van de subsidie;

- schriftelijk bevestigen van de ontvangst van de aanvraag;

- het nemen van besluiten op grond van de artikelen 4:5 en 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht;

- alle overige ter zake van de subsidiering wettelijke verplichtingen en te nemen besluiten.

Juridisch kader

De regels van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht zijn op deze subsidieregeling van toepassing. De Asv is een kaderverordening. De verordening beschrijft op hoofdlijnen voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt en bevat verder delegatie- en bevoegdheidsbepalingen. Daarnaast geeft de Asv algemene procedureregels voor subsidieverstrekking. Onderwerpen die geregeld zijn in de Awb en de Asv worden niet herhaald in de regeling. Zo mogelijk is in de toelichting gewezen op de bepalingen uit de Awb en de Asv. Deze onderwerpen zijn onder andere subsidievaststelling, de beslistermijn en de aanvraag.

De beslistermijn opgenomen in de Asv is een uiterste beslistermijn. Dit betekent dat de bevoegdheid bestaat om binnen een kortere termijn de aanvraag te behandelen. Gezien de gezamenlijke uitvoering, hanteert de uitvoeringsorganisatie de kortste termijn die bij een van de provincies is opgenomen.

In de Asv is het Kader financieel beheer rijkssubsidies(1) (hierna RSK) overgenomen. Dit betekent onder andere dat subsidies tot € 25.000 direct worden vastgesteld en uitbetaald. De regeling bevat derhalve geen bepalingen over verlening en bevoorschotting De Asv verplicht Gedeputeerde Staten om de inhoudelijk en beleidsmatige aspecten van het subsidiebeleid nader uit te werken in subsidieregelingen.

(1) Kader financieel beheer rijkssubsidies is vastgesteld op 24 april 2009.

Artikelsgewijs

Artikel 1 Begripsbepalingen

Conform Aanwijzingen voor de (provinciale)regelgeving/ regelgevingstechniek zijn die begrippen gedefinieerd die een van het dagelijks spraakgebruik afwijkende betekenis hebben dan wel geen eenduidige betekenis hebben in het dagelijks spraakgebruik. 

Onderdeel

Het begrip agrarisch bouwblok ziet op alle bouwblokken met agrarische bestemming ongeacht of deze zijn gelegen in een bestemmingsplan buitengebied of een bestemmingsplan dat betrekking heeft op een kern.

Het begrip agrarisch bouwblok is ingevoegd naast het reeds gebruikte begrip ‘bedrijfslocatie’. Het gebruik van het begrip agrarisch bouwblok is nodig vanwege het verruimen van de doelgroep naar eigenaren van een perceel waarop voorheen een agrarische bestemming rustte. Om te voorkomen dat ook landbouwpercelen onder het begrip vallen, is bewust gekozen voor het begrip agrarisch bouwblok in plaats van perceel met agrarische bestemming

Onderdeel f

Het Asbestverwijderingsbesluit bevat specifieke voorschriften voor inventarisatie en verwijdering van asbest, waaronder het vereiste van certificering voor asbestverwijdering en asbestinventarisatie. Het Asbestverwijderingsbesluit valt onder de reikwijdte van de Dienstenwet en is genotificeerd.

Artikel 2

Het verruimen van het bereik van de subsidieregeling wordt bereikt door het verbreden van de doelgroep. In onderdeel b wordt de doelgroep uitgebreid met agrarische ondernemers die hun bedrijf beëindigen of agrarische ondernemers die al eerder zijn gestopt. Niet zichtbaar in dit artikel, maar zichtbaar in het vernieuwde artikel 5, is dat ook de doelgroep van agrarische ondernemingen zelf is uitgebreid, te weten tot agrarische ondernemers die hun bedrijf hebben verbreed en de agrarische activiteit is geminimaliseerd. Voor deze uitbreiding is het minimumvereisten van 25.000 SO in de landbouwtelling, vervallen.

De tweede uitbreiding is niet gericht op de persoon van aanvrager maar de voormalige bestemming van het perceel dat de aanvrager in eigendom heeft. Dit betekent dat ook een particulier, niet agrarisch ondernemer, een aanvraag in kan dienen als hij eigenaar is van een voormalig agrarisch bouwblok. In artikel 5 worden eisen gesteld aan deze voormalige bestemming.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

In het model zijn haakjes geplaatst vanwege het optionele karakter van dat zinsdeel, het ligt geheel aan de opbouw van de Asv of dit zinsdeel noodzakelijk is.

Artikel 4 Weigeringsgronden

In artikel 4:25 en 4:35 van de Awb zijn weigeringsgronden voor het weigeren van subsidie opgenomen. Deze zijn aangevuld in artikel 10van de Asv. De weigeringsgronden van artikel 4 gelden naast deze in de Awb en de Asv. De toets aan de weigeringsgronden vindt grotendeels reeds plaats voordat inhoudelijk wordt onderzocht of de aanvraag aan de vereisten genoemd in artikel 5 voldoet.

Onderdeel a

Een aanvrager kan slechts een keer subsidie aanvragen in een provincie op grond van deze regeling. Wel kan een aanvrager tegelijk voor meerdere bouwlokaties of bouwblokken subsidie vragen mits hij voor iedere verwijdering van een asbestdak aan de vereisten voldoet. Niet wordt uitgesloten dat de aanvrager op grond van andere regelingen subsidie ontvangt voor dezelfde subsidiabele activiteit danwel voor het plaatsen van zonnepanelen. Deze regeling beperkt derhalve niet de toegang tot bijvoorbeeld de regeling Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE+) of de fiscale mogelijkheden middels de MIA (Milieu Investeringsaftrek) en Vamil (willekeurige afschrijving milieu-investeringen).

Onderdeel b

De asbest mag niet reeds verwijderd en afgevoerd zijn voordat de aanvraag om subsidie wordt ingediend. De voorfase waarin offertes worden gevraagd en overeenkomsten ten behoeve van de uitvoering tot stand komen, dient wel doorlopen te zijn voordat subsidie kan worden aangevraagd. Anders kan immers niet worden aangetoond dat aan de subsidievereisten wordt voldaan.

Artikel 5 Subsidievereisten

Om aan te tonen dat een aanvrager tot de nieuwe verruimde doelgroep behoort, zijn de vereisten uitgebreid. Het aantal wijzigingen in artikel 5 was dusdanig dat overgegaan is tot een geheel nieuwe bepaling.

Eerste lid onder a

Dit lid ziet zowel op de doelgroep agrarische ondernemers als voormalig agrarisch ondernemers.

Een voormalig agrarisch ondernemer is een agrarisch ondernemer die zijn bedrijf is gestopt of andere activiteiten verricht waardoor de agrarische activiteit is geminimaliseerd. Van belang is dat de aanvrager aantoont dat hij agrarisch ondernemer is geweest of dat het bouwblok een agrarische bestemming heeft. Dit kan de aanvrager bijvoorbeeld aantonen met een extract uit het vigerend bestemmingsplan of een gewaarmerkte verklaring van de gemeente. 

Eerste lid onder b

Een eigenaar van een voormalig agrarisch bouwblok dient aan te tonen dat het bouwblok een agrarische bestemming heeft gehad. Vanwege alle verplichtingen uit het ruimtelijk ordeningsrecht ten aanzien van het periodiek aanpassen van het bestemmingsplan, is gekozen voor het jaar 1993 als moment waarop het bouwblok tenminste een agrarische bestemming moet hebben gehad. Het bouwblok moet tussen 1 januari 1993 en het moment van aanvraag, op enig moment een agrarische bestemming hebben gehad.

Tweede lid onder c

Het oppervlakte van het te verwijderen en af te voeren asbestdak of asbestdaken is teruggebracht van 400m2 naar 250m2.

Tweede lid onder h

De minimale capaciteit van de te plaatsen zonnepanelen is teruggebracht van 15 kWp naar 5 kWp.

Tweede lid onder i

Voorheen werd gesproken over bedrijfslocatie, dit is gewijzigd in agrarisch bouwblok.

Derde lid, onder a

Dit onderdeel ziet zowel op de doelgroep agrarische ondernemers als voormalig agrarisch ondernemers.

Met de laatst ingevulde landbouwtelling kan worden aangetoond of sprake is van een agrarisch ondernemer (dan wordt immers de meest recente landbouwtelling ingevuld), een voormalig agrarisch ondernemer of een agrarisch ondernemer waarbij de agrarische activiteiten geminimaliseerd zijn vanwege andere activiteiten.

Artikel 6 Vereisten subsidieaanvraag

Het uitgangspunt van dit artikel is dat subsidie wordt aangevraagd door middel van een speciaal daartoe door Gedeputeerde Staten vastgesteld aanvraagformulier. Het vaststellen van een aanvraagformulier door Gedeputeerde Staten dient het ordelijke verloop van de behandeling van de aanvragen.

Artikel 7 Subsidieplafond

Het subsidieplafond wordt een jaar langer opengesteld. Om te  bewerkstelligen dat de subsidie primair wordt gebruikt voor agrariërs, is van het totale plafond maximaal 30% beschikbaar voor eigenaren van een voormalig agrarisch bouwblok. Door deze wijze van formuleren blijft het totale plafond beschikbaar voor alle doelgroepen en is er geen verplichting 30% voor eigenaren van een voormalig agrarisch bouwblok te reserveren. Gezien de verdeling op volgorde van binnenkomst is, is het mogelijk dat het gehele plafond toekomt aan de agrarische en voormalig agrarische ondernemers. 

Artikel 8 Subsidiehoogte

De subsidie wordt berekend over het aantal vierkante meters dak dat asbest bevat. Het betreft nadrukkelijk niet het aantal vierkante meters asbest dat gestort wordt. Bij de bepaling van de hoeveelheid vierkante meters asbest van het dak wordt als leidraad genomen het aantal vierkante meters asbestdak zoals genoemd in het asbestinventarisatierapport.

Op 1 januari 2014 is de nieuwe landbouw de-minimisverordening (No. 1998/2006) in werking getreden. Hierin is het steunplafond verhoogd naar € 15.000,- Deze verordening kan vanaf      1 januari 2014 worden toegepast.

Artikel 9 Verdeelcriteria

Ten behoeve van de eenvoud van de regeling is gekozen voor een behandeling op volgorde van binnenkomst. Hierdoor kan direct bij ontvangst van volledige aanvragen worden gestart met de behandeling en subsidieverstrekking.

Tweede lid

Op grond van artikel 4:5 Awb bestaat de mogelijkheid dat onvolledige aanvragen meetellen voor het subsidieplafond. Derhalve is in het tweede lid bepaald dat een aanvraag pas meetelt als deze volledig is.

Artikel 10 Subsidievaststelling en betaling

Vaststelling en betaling van subsidieaanvragen zal in één keer gebeuren ter uitvoering van artikel 13 in de Asv waarin is bepaald dat subsidies tot 25.000 euro direct worden vastgesteld danwel ambtshalve worden vastgesteld.  

Artikel 11 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Met een verruiming van de periode van openstelling van het subsidieplafond, kan ook de periode waarin de aanvrager de activiteit moet uitvoeren en aan de verplichtingen moet voldoen om in aanmerking te komen voor subsidie, worden verruimd.

Aanvragen moeten voor 1 november 2016 zijn ingediend.

  

Toelichting

Provinciaal blad, 1137 van 2014

Algemeen Op 1 juli 2013 is de subsidieregeling asbest eraf zonnepanelen erop Utrecht in werking getreden. In het convenant dat ten grondslag ligt aan de regeling is bepaald dat begin 2014 zou worden bezien of bijstelling van de regeling nodig is. Uit een hiertoe verrichte evaluatie komt naar voren dat het subsidieplafond gezien het huidige tempo van aanvragen, niet wordt bereikt voor de afloop van de regeling.De oorzaken hiervan zijn niet eenduidig te achterhalen. Duidelijk is wel geworden dat deze niet gelegen zijn in communicatie en bekendheid met de regeling.

Met een doelstelling om zoveel mogelijk asbest op agrarische bestemmingen te verwijderen, is gezocht naar mogelijkheden om tussentijds het effect van de regeling te vergroten. Tevens is onderzocht wat de effecten zijn van het tussentijds, gedurende de openstelling van het subsidieplafond, wijzigen vande regeling op reeds lopende aanvragen en reeds afgeronde aanvragen.

Gekozen is voor de volgende aanpassingen:- verruiming van de doelgroep naar voormalig agrariërs en eigenaren van een voormalig agrarisch bouwblok;- verlagen van de ondergrens van het aantal m2-asbestdak dat minimaal verwijderd dient te worden;- generieke verhoging van het subsidiebedrag per m2 te saneren asbestdak, zonder dat de ambitie in het convenant om tenminste 4.000.000 m2 te saneren in gevaar komt;- verlagen van de minimum capaciteit van de zonnepanelen;- verlengen van de looptijd van het subsidieplafond. Daarnaast zal een nieuwe slag in de communicatie worden gemaakt.

Artikelsgewijs

Artikel I Wijzigingen

A. Het begrip agrarisch bouwblok ziet op alle bouwblokken met agrarische bestemming ongeacht of deze zijn gelegen in een bestemmingsplan buitengebied of een bestemmingsplan dat betrekking heeft op een kern. Het begrip agrarisch bouwblok is ingevoegd naast het reeds gebruikte begrip ‘bedrijfslocatie’. Het gebruik van het begrip agrarisch bouwblok is nodig vanwege het verruimen van de doelgroep naar eigenaren van een perceel waarop voorheen een agrarische bestemming rustte. Om te voorkomen dat ook landbouwpercelen onder het begrip vallen, is bewust gekozen voor het begrip agrarisch bouwblok in plaats van perceel met agrarische bestemming

B. Het verruimen van het bereik van de subsidieregeling wordt bereikt door het verbreden van de doelgroep. In onderdeel b wordt de doelgroep uitgebreid met agrarische ondernemers die hun bedrijf beëindigen of agrarische ondernemers die al eerder zijn gestopt. Niet zichtbaar in dit artikel, maar zichtbaar in het vernieuwde artikel 5, is dat ook de doelgroep van agrarische ondernemingen zelf is uitgebreid, te weten tot agrarische ondernemers die hun bedrijf hebben verbreed en de agrarische activiteit zelf is geminimaliseerd. Voor deze uitbreiding is het minimumvereisten van 25.000 SO in de landbouwtelling, vervallen. De tweede uitbreiding is niet gericht op de persoon van aanvrager maar de voormalige bestemming van het perceel dat de aanvrager in eigendom heeft. Dit betekent dat ook een particulier, niet agrarisch ondernemer, een aanvraag in kan dienen als hij eigenaar is van een voormalig agrarisch bouwblok. In artikel 5 worden eisen gesteld aan deze voormalige bestemming.

C. Om aan te tonen dat een aanvrager tot de nieuwe verruimde doelgroep behoort, zijn de vereisten uitgebreid. Het aantal wijzigingen in artikel 5 was dusdanig dat overgegaan is tot een geheel nieuwe bepaling. Eerste lid onder a Dit lid ziet zowel op de doelgroep agrarische ondernemers als voormalig agrarisch ondernemers. Een voormalig agrarisch ondernemer is een agrarisch ondernemer die zijn bedrijf is gestopt of andere activiteiten verrichten waardoor de agrarische activiteit is geminimaliseerd. Van belang is dat de aanvrager aantoont dat hij agrarisch ondernemer is geweest of dat het bouwblok een agrarische bestemming heeft. Dit kan de aanvrager bijvoorbeeld aantonen met een extract uit het vigerend bestemmingsplan of een gewaarmerkte verklaring van de gemeente. Eerste lid onder b Een eigenaar van een voormalig agrarisch bouwblok dient aan te tonen dat het bouwblok een agrarische bestemming heeft gehad. Vanwege alle verplichtingen uit het ruimtelijk ordeningsrecht ten aanzien van het periodiek aanpassen van het bestemmingsplan, is gekozen voor het jaar 1993 als moment waarop het bouwblok tenminste een agrarische bestemming moet hebben gehad. Het bouwblok moet tussen 1 januari 1993 en het moment van aanvraag, op enig moment een agrarische bestemming hebben gehad. Tweede lid onder c Het oppervlakte van het te verwijderen en af te voeren asbestdak of asbestdaken is teruggebracht van400m2 naar 250m2. Tweede lid onder h De minimale capaciteit van de te plaatsen zonnepanelen is teruggebracht van 15 kWp naar 5 kWp. Tweede lid onder i Voorheen werd gesproken over bedrijfslocatie, dit is gewijzigd in agrarisch bouwblok. Derde lid, onder a Dit onderdeel ziet zowel op de doelgroep agrarische ondernemers als voormalig agrarisch ondernemers. Met de laatst ingevulde landbouwtelling kan worden aangetoond of sprake is van een agrarisch ondernemer (dan wordt immers de meest recente landbouwtelling ingevuld), een voormalig agrarisch ondernemer of een agrarisch ondernemer waarbij de agrarische activiteiten geminimaliseerd zijn vanwegeandere activiteiten.

D. Het subsidieplafond wordt een jaar langer opengesteld. Om te bewerkstelligen dat de subsidie primair wordt gebruikt voor agrariërs, is van het totale plafond maximaal 30% beschikbaar voor eigenaren van een voormalig agrarisch bouwblok. Door deze wijze van formuleren blijft het totale plafond beschikbaar voor alle doelgroepen en is er geen verplichting 30% voor eigenaren van een voormalig agrarisch bouwblok te reserveren. Gezien de verdeling op volgorde van binnenkomst is, is het mogelijk dat het gehele plafond toekomt aan de agrarische en voormalig agrarische ondernemers.

E. Op 1 januari 2014 is de nieuwe landbouw de-minimisverordening (No. 1998/2006) in werking getreden. Hierin is het steunplafond verhoogd naar € 15.000,- Deze verordening kan vanaf 1 januari 2014 worden toegepast.

F. Met een verruiming van de periode van openstelling van het subsidieplafond, kan ook de periode waarin de aanvrager de activiteit moet uitvoeren en aan de verplichtingen moet voldoen om in aanmerking te komen voor subsidie, worden verruimd.

G. Vanwege de verruiming van de openstelling van het subsidieplafond, is de looptijd van de regeling met dezelfde periode verruimd.

Artikel II Inwerkingtreding De regeling wordt ten voordele van aanvragers gewijzigd vanwege nieuwe inzichten ten aanzien van de reikwijdte en bereik van de regeling. Derhalve is nadrukkelijk gekozen om aan de wijzigingen exclusieve werking – onmiddellijke werking- toe te kennen met uitzondering van de verhoging van het subsidiebedrag per m2 asbestdak opgenomen in artikel 8, eerste lid. Deze bepaling werkt terug tot aan het moment dat de regeling voor het eerst in werking trad op 1 juli 2013 en is beoogd te gelden voor alleverstrekte subsidies. Dit leidt tot ambtshalve aanpassing van alle verstrekte subsidies. De verhogingvan het subsidiebedrag per m2 asbestdak is immers niet voortgekomen uit nieuwe inzichten ten aanzien van verruiming van de doelgroep.

 

Toelichting versie 1

Provinciaal blad 24 van 2013

Algemeen In oktober 2012 is een convenant gesloten tussen de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en de gezamenlijke provincies waarin is overeengekomen dat in de periode 2012- 2014 door provincies, met rijksmiddelen, een regeling wordt opgesteld en uitgevoerd om het verwijderen van asbestdaken en afvoeren van asbest bij agrarische ondernemers te subsidiëren in die gevallen waar ook zonnepanelen op de nieuwe daken worden geplaatst. De provincies hebben op grond van dit convenant een inspanningsverplichting om te streven naar een extra sanering van 4 miljoen vierkante meter asbestdak voor 31 december 2014. Hiervoor stelt het ministerie van Infrastructuur en Milieu totaal 20 miljoen euro beschikbaar via het provinciefonds. Deze 20 miljoen euro is als volgt verdeeld over de provincies:

Drenthe 1.044 Flevoland 523 Friesland 1590 Gelderland 3418 Groningen 928 Limburg 1365 Noord-Brabant 3568 Noord-Holland 1387 Overrijssel 2464 Utrecht 813 Zeeland 896 Zuid-Holland 2004

Iedere provincie stelt in de subsidieregeling of een apart besluit een subsidieplafond vast afgeleid van bovenstaande verdeling.

De provincies zijn gezamenlijk opgetrokken in het opstellen van een subsidieregeling en het inrichten van de uitvoering. De uitvoering wordt verricht door stichting Meer met Minder. Iedere provincie stelt voor zich de subsidieregeling vast en mandateert de stichting Meer met Minder als uitvoeringsorganisatie. De uitvoering omvat het:- vaststellen of weigeren van de subsidie;- schriftelijk bevestigen van de ontvangst van de aanvraag;- het nemen van besluiten op grond van de artikelen 4:5 en 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht;- alle overige ter zake van de subsidiering wettelijke verplichtingen en te nemen besluiten.

Juridisch kader De regels van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht zijn op deze subsidieregeling van toepassing. De Asv is een kaderverordening. De verordening beschrijft op hoofdlijnen voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt en bevat verder delegatie- en bevoegdheidsbepalingen. Daarnaast geeft de Asv algemene procedureregels voor subsidieverstrekking. Onderwerpen die geregeld zijn in de Awb en de Asv worden niet herhaald in de regeling. Zo mogelijk is in de toelichting gewezen op de bepalingen uit de Awb en de Asv. Deze onderwerpen zijn onder andere subsidievaststelling, de beslistermijn en de aanvraag.

De beslistermijn opgenomen in de Asv is een uiterste beslistermijn. Dit betekent dat de bevoegdheid bestaat om binnen een kortere termijn de aanvraag te behandelen. Gezien de gezamenlijke uitvoering, hanteert de uitvoeringsorganisatie de kortste termijn die bij een van de provincies is opgenomen.

In de Asv is het Kader financieel beheer rijkssubsidies (1) (hierna RSK) overgenomen. Dit betekent onder andere dat subsidies tot € 25.000 direct worden vastgesteld en uitbetaald. De regeling bevat derhalve geen bepalingen over verlening en bevoorschotting. De Asv verplicht Gedeputeerde Staten om de inhoudelijk en beleidsmatige aspecten van het subsidiebeleid nader uit te werken in subsidieregelingen.

(1) Kader financieel beheer rijkssubsidies is vastgesteld op 24 april 2009.

Artikelsgewijs

Artikel 1 Begripsbepalingen

Conform Aanwijzingen voor de (provinciale)regelgeving/ regelgevingstechniek zijn die begrippen gedefinieerd die een van het dagelijks spraakgebruik afwijkende betekenis hebben dan wel geen eenduidige betekenis hebben in het dagelijks spraakgebruik.

Onderdeel f Het Asbestverwijderingsbesluit bevat specifieke voorschriften voor inventarisatie en verwijdering van asbest, waaronder het vereiste van certificering voor asbestverwijdering en asbestinventarisatie. Het Asbestverwijderingsbesluit valt onder de reikwijdte van de Dienstenwet en is genotificeerd.

Artikel 2

Vereisten aan de agrarische onderneming zijn opgenomen in artikel 5 waarin alle toetsingscriteria voor de subsidie zijn opgenomen.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

In het model zijn haakjes geplaatst vanwege het optionele karakter van dat zinsdeel, het ligt geheel aan de opbouw van de Asv of dit zinsdeel noodzakelijk is.

Artikel 4 Weigeringsgronden

In artikel 4:25 en 4:35 van de Awb zijn weigeringsgronden voor het weigeren van subsidie opgenomen. Deze zijn aangevuld in artikel 10van de Asv. De weigeringsgronden van artikel 4 gelden naast deze in de Awb en de Asv. De toets aan de weigeringsgronden vindt grotendeels reeds plaats voordat inhoudelijk wordt onderzocht of de aanvraag aan de vereisten genoemd in artikel 5 voldoet.

Onderdeel a Een aanvrager kan slechts een keer subsidie aanvragen in een provincie op grond van deze regeling. Wel kan een aanvrager tegelijk voor meerdere bouwlokaties of bouwblokken subsidie vragen mits hij voor iedere verwijdering van een asbestdak aan de vereisten voldoet.

Niet wordt uitgesloten dat de aanvrager op grond van andere regelingen subsidie ontvangt voor dezelfde subsidiabele activiteit danwel voor het plaatsen van zonnepanelen. Deze regeling beperkt derhalve niet de toegang tot bijvoorbeeld de regeling Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE+) of de fiscale mogelijkheden middels de MIA (Milieu Investeringsaftrek) en Vamil (willekeurige afschrijving milieu-investeringen).

Onderdeel b De asbest mag niet reeds verwijderd en afgevoerd zijn voordat de aanvraag om subsidie wordt ingediend. De voorfase waarin offertes worden gevraagd en overeenkomsten ten behoeve van de uitvoering tot stand komen, dient wel doorlopen te zijn voordat subsidie kan worden aangevraagd. Anders kan immers niet worden aangetoond dat aan de subsidievereisten wordt voldaan.

Artikel 5 Subsidievereisten

Dit artikel geeft de toetsingscriteria om voor de subsidie in aanmerking te komen, mits ook aan overige wettelijke vereisten (Algemene subsidieverordening, Algemene wet bestuursrecht, Europese regelgeving) is voldaan.

In dit artikel, noch elders in de verordening, zijn vereisten opgenomen ten aanzien van deminimissteun. Deze vereisten uit de betreffende verordening gelden rechtstreeks en vormen rechtstreeks onderdeel van het toetsingskader. In het aanvraagformulier worden derhalve wel gegevens gevraagd om aan deze vereisten te kunnen toetsen: De belangrijkste criteria daarvan zijn de volgende:

  • het maximum voor de-minimissteun aan een onderneming bedraagt € 7.500 gerekend over de twee voorafgaande belastingjaren en het lopende belastingjaar;

  • het maximum geldt voor alle overheidssteun die als de-minimissteun kan worden aangemerkt. Het doet echter niet af aan de mogelijkheid voor de begunstigde om andere overheidssteun te ontvangen uit hoofde van door de Europese Commissie goedgekeurde regelingen;

  • het maximum geldt voor alle categorieën steun, in welke vorm en met welk doel dan ook verleend.

Bij de beoordeling van de de-minimissteun wordt in principe van het maximaal verleende steunbedrag uitgegaan. Het moment van de feitelijke uitbetaling is daarbij niet van belang.

Onderdeel a De bedrijfsomvang wordt bepaald op basis van de totale standaardopbrengst van het bedrijf. De standaardopbrengst wordt vastgesteld middels de gegevens die bij de Landbouwtelling 2012 zijn opgegeven.

Onderdeel b Het kan voorkomen dat de aanvragende agrarische onderneming zelf geen eigenaar is van een bedrijfsgebouw maar deze gebruikt via een pachtconstructie. In deze situatie kan er subsidie worden aangevraagd door de agrarische onderneming met een instemmingsverklaring van de eigenaar van het bedrijfsgebouw, mits de agrarische onderneming de kosten voor het project draagt.

Onderdeel d Het gaat om de sanering van het ‘buitenasbest’, oftewel de daken, goten en buitenbeplating van schuren en loodsen. Verwijdering van afdichting met asbesthoudend materiaal van bijvoorbeeld tuinbouwkassen (zoals voegkit) valt buiten de reikwijdte van deze regeling. Het gaat om asbestverwijdering van de buitenkant van het gebouw, maar geen asbest afkomstig van de inrichting van een gebouw.

Met het stellen van een minimumoppervlakte is direct een drempelbedrag ingebouwd voor subsidieverstrekking. In de meeste gevallen ligt dit drempelbedrag hoger of gelijk aan het in de Algemene subsidieverordening gestelde drempelbedrag als weigeringsgrond.

Onderdeel e Voorafgaand aan de aanvraag dient de aanvrager een asbestinventarisatie te laten verrichten. Het rapport van deze asbestinventarisatie overlegt de aanvrager bij zijn aanvraag.

Onderdeel f De eis van certificering past binnen de dienstenrichtlijn. Het Asbestverwijderingsbesluit 2005 waarop de certificering is gebaseerd, is genotificeerd.

Onderdeel g Het plaatsen van zonnepanelen is onderdeel van de toetsing. Dit betekent dat de aanvrager moet kunnen aantonen waar, wanneer en hoe deze worden geplaatst. Hiertoe dient de aanvrager een getekende offerte bij de aanvraag te overleggen. Deze regeling voorziet niet in het subsidiëren van de aanschaf en plaatsing van zonnepanelen.

Onderdeel i Net als bij alle elektrische apparaten staat ook het vermogen van zonnepanelen uitgedrukt in Watt. De productie van elektriciteit is niet gelijkmatig doordat de hoeveelheid zonlicht steeds verandert. Daarom is bij zonnepanelen het maximale vermogen onder ideale omstandigheden aangegeven: Watt-piek (Wp). De te plaatsen zonnepanelen dienen ten minste een productiecapaciteit van 15.000Watt-piek te hebben (15 kWp).

Onderdeel l Voor het verwijderen en afvoeren van asbest gelden op grond van het Bouwbesluit 2012 en het Asbestverwijderingsbesluit 2005 diverse procedurevoorschriften waaraan de aanvrager dient te voldoen. Ook voor het plaatsen van zonnepanelen gelden procedurevoorschriften zoals een vergunning voor het plaatsen van zonnepanelen indien het gebouw een monument is.

Om aan te tonen dat de activiteit uitgevoerd gaat worden en aan de vereisten kan worden voldaan, dienen dergelijke vergunningen reeds te zijn aangevraagd en verkregen danwel meldingen te zijn gedaan voordat een aanvraag om een subsidie wordt ingediend.

Onderdeel n Zodra het Landelijk Asbestvolgsysteem in werking is wordt via het Landelijk Asbestvolgsysteem gemonitord of het verwijderen van asbest op de juiste manier is uitgevoerd. Hiervoor dient Gedeputeerde Staten vooraf toestemming te krijgen tot inzicht.

Artikel 6 Vereisten subsidieaanvraag

Het uitgangspunt van dit artikel is dat subsidie wordt aangevraagd door middel van een speciaal daartoe door Gedeputeerde Staten vastgesteld aanvraagformulier. Het vaststellen van een aanvraagformulier door Gedeputeerde Staten dient het ordelijke verloop van de behandeling van de aanvragen.

Artikel 7 Subsidieplafond

De verplichtingen uit het convenant dienen uiterlijk op 31 december 2014 gereed te zijn. Omdat het uitvoering van het convenant pas gereed is na controle en rapportage van de verplichtingen, dienen de saneringen eerder te zijn afgerond. In artikel 11 is dit bepaald op 31 oktober 2014. Om te zorgen dat de ontvanger voldoende tijd heeft om de activiteit te realiseren, is het subsidieplafond en hiermee mogelijk tot het indienen van aanvragen afgebakend tot 1 september 2014.

Het subsidieplafond is in de regeling zelf opgenomen om versnippering van besluitvorming binnen de provincie te voorkomen.

Artikel 8 Subsidiehoogte

De subsidie wordt berekend over het aantal vierkante meters dak dat asbest bevat. Het betreft nadrukkelijk niet het aantal vierkante meters asbest dat gestort wordt. Bij de bepaling van de hoeveelheid vierkante meters asbest van het dak wordt als leidraad genomen het aantal vierkante meters asbestdak zoals genoemd in het asbestinventarisatierapport.

Artikel 9 Verdeelcriteria

Ten behoeve van de eenvoud van de regeling is gekozen voor een behandeling op volgorde van binnenkomst. Hierdoor kan direct bij ontvangst van volledige aanvragen worden gestart met de behandeling en subsidieverstrekking.

Tweede lid Op grond van artikel 4:5 Awb bestaat de mogelijkheid dat onvolledige aanvragen meetellen voor het subsidieplafond. Derhalve is in het tweede lid bepaald dat een aanvraag pas meetelt als deze volledig is.

Artikel 10 Subsidievaststelling en betaling

Vaststelling en betaling van subsidieaanvragen zal in één keer gebeuren ter uitvoering van artikel 13in de Asv waarin is bepaald dat subsidies tot 25.000 euro direct worden vastgesteld danwel ambtshalve worden vastgesteld.